Jezus vergelijkt Zichzelf in het gesprek met Nicodemus met de koperen slang. Hij is in onze schuld, ellende en gebrokenheid afgedaald. In de afgrond. Hij ontvangt zondaars in de nacht van schuld, schaamte en twijfel. Jezus is de redding voor verloren en gewonde zondaren. Wie op Hem ziet, zal genezen en gered worden.

Een schokkend vergelijk

Gemeente, als ik erover nadenk, geef het me een schok. Een stroomstoot. Zoals de slang verhoogd is, is Jezus verhoogd. De slang en Jezus. Een verbijsterend vergelijk. Ik zou dat niet gedaan of gedurfd hebben als Jezus dat niet zelf deed.

Het is een fragment uit een gesprek met Nicodemus. Een joodse geleerde. Een absurd tijdstip, in de nacht. Hij wil niet met Jezus gezien worden. Daarom in de nacht.

Jezus ontvangt Nicodemus. Zelfs in het holst van de nacht. Als jouw nacht eenzaam is. In de nacht van je ziel. Als je ziel donker is. In jouw tranen. Nacht van jouw schuld en schaamte. Het is helemaal misgegaan. De nacht van je schuld en schaamte. De nacht van jouw twijfel. Als twijfel je overvalt. De nacht van jouw sterven. Zelfs in het holst van de nacht is onze Heere zomaar beschikbaar. Ook wanneer u twijfelende vragen hebt.

Wat doet Jezus? Hij brengt Zijn lijden ter sprake. In de laatste hoofdstukken van de evangeliën komt het lijden ter sprake. Daar valt de klemtoon op het lijden van Jezus. Dat is aan het einde van Zijn optreden. Bij Pilatus, Herodes, de Joodse Raad.

Maar hier begint Jezus aan Zijn openbare optreden. Hij begint al over Zijn lijden. Het houdt Hem intens bezig. Het doortrekt Jezus. Met de catechismus: dat Hij de hele tijd van Zijn leven op aarde, toen Hij ook 12 en 18 jaar was en midden 20, voor ons geleden heeft. Het is geen randverschijnsel, maar doortrekt Zijn hele leven. Heeft een geweldige impact op Hem. Zijn leven staat in de schaduw van Zijn lijden.

Jezus kiest er speciale woorden voor. Woorden met het oog op het lijden. De Zoon des Mensen… Die woorden kwamen ook al in vers 13 voor. Die woorden, die titel, dat is het voor Christus, een speciale naam. Die komt in Daniel 7 voor. De eerste hoofdstukken gaan over de verhalen van Daniel. Daarna de visioenen.  Daniel ziet op de troon de Oude van Dagen. Vol van majesteit en heerlijkheid. En bij de troon de Zoon des Mensen. Die deelt in de glorie en heerlijkheid. Uitgerekend Hij daalt neer. Neer in ons bestaan. In onze gebroken wereld. Het wijst ons op der verborgen heerlijkheid en hoogheid.

Zijn weg is toch een weg van het lijden. Getekend door de gebrokenheid van ons bestaan, onze existentie. Door de vloek van ons bestaan. De Zoon des Mensen komt zondaren zoeken. Hij wil zalig maken wie verloren is. Hij daalt neer in de afgrond van ons bestaan. In die afzichtelijke puinhoop.

In een diepe baai bij Italië en Frankrijk zijn veel vissers verongelukt. Die werden door de wind en de stroming naar de bodem getrokken. Er is daar een kruis neergezet: de Christus van de afgrond. Hij is in de allerdiepste afgrond gekomen. Dat is verbijsterend! Dit laat ons uit de rails lopen. In alle godsdiensten moeten wij omhoog. Maar het heilige verbijsterende is dat de Zoon van God neerdaalt. Dieper dan wij. Afzichtelijk. Christus van de afgrond.

Daarom staat er ‘moet’. Hij ‘moet’ verhoogd worden. Dat ‘moeten’ wat er staat heeft te maken met de schuld en afgrond. Dat is de afschuwelijke consequentie van de zonde. Onze gebrokenheid. Dat is mijn zonde, schuld. De deur is gesloten. De sleutel gebroken. Leeft dat voor u, mij? Mijn zonde, hoogmoed, hartstocht, onwil, ontrouw, sleur. Die afgrond waar je soms zo van schrikt…

In dat ‘moeten’ is er meer. Dat heeft te maken met onze schuld. Maar ook het goddelijk ‘moeten’. Als we daarover nadenken, mogen we God prijzen. Hij legt zich niet neer bij het kwaad. Dat heeft niet het laatste woord. Anders is er geen toekomst vol van hoop. Het goddelijke ‘moeten’. Hij legt Zich bij onze schuld en ongehoorzaamheid niet neer. Daarom moet Hij sterven.

Nog iets. Jij wilt ook wel iets niet. Jezus kan protesteren en ‘nee’ zeggen. Doet Hij dat? Nee. Geen spoor van aarzeling. Hij komt en daalt neer. Mijn ziel U opgedragen, wil U alleen behagen. Mijn liefde en ijver brandt!’ Hij aanvaardt dat moeten. Hij wil sterven. Om net als de slang verhoogd te worden. Aan het hout te hangen. Om die donkere schuld te dragen. Hij is veel meer bereidwillig dan een ander ooit was. Om er voor je te zijn. Hij is bereid om die puinhoop en ellende van u en mij op Zich te nemen. En te dragen.

Jezus legt dat uit aan Nicodemus. Dat verhaal over die slang ken je wel. Jezus leest het Oude Testament als Zijn levensverhaal. Dat zegt Hij ook tegen de Emmaüsgangers.

Hoe zat dat met die koperen slang? Ze lopen, het volk, te schelden tegen God en Mozes. Had ons in Egypte te laten! U hoeft niet langer onze God te zijn. Zo gaan ze tegen God tekeer. Dan komt er een moment dat God ingrijpt. Dan komt er een grens. Er kruipen giftige slangen de tenten binnen. Onder het tentdoek. In je koffertje met kleren. Opeens een gifslang. Tussen het speelgoed van de kinderen. Voor je het weet was je gebeten. En dan ging je sterven. Wat een schokkend gebeuren. In de woestijn. Dat gif, die slangen. Hoe zou je dan gered kunnen worden? Is die mogelijkheid er?

Dan komen de woorden van God tegen Mozes. Maak een koperen slang. Zet die op een stok. Dan moeten de joden naar die stok kijken. Deze vraag moeten we toelaten, over dat vergelijk: de slang en Jezus. En het ‘moeten’. In dat licht nadenken over onze zonden. Over onze hoogmoed, hartstocht, dat donkere in je bestaan. Geef eens toe! Dat je je hart niet aan de Heere hebt gegeven. Wat moet ik aan met dat gif? Ik dacht dat ik het eens kwijt was, bij het avondmaal, maar ik ontdekte: het zit er weer. Gebrek aan toewijding, gehoorzaamheid, Godsvertrouwen. Zomaar vliegt het je aan. En dan die in woorden van God aan Mozes.

God zet geen slang in. Maar Zijn eigen Kind. Dat is dat ‘moeten’. Hij moet verhoogd worden. Die alles volbrengt. Christus hangt daar. Van die heerlijkheid uit Daniel 7 resoneert. Dat U daar moest hangen, daar op die paal. Verhoogd.

Waar je ook zit. In het tentenkamp. Vader, moeder, kind. Kijk, de slang. U kunt Hem zien. Vandaag. Christus. Verhoogd. Hoe ver je ook bent. En als je Jezus niet kent? Dan wil de Geest je hart open maken. De Geest komt ons nabij. Hij brengt leven. Hij laat het ritselen en tintelen. Hij moet verhoogd worden door u en mij. Hoe donker je verleden of heden ook is. Iets wat je leegzuigt of leegtrekt. Hoe zwaar de vloek ook op je rust. Hoe oud of jong je bent. Vol twijfel. Jouw ‘ja maar’.

Christus is verhoogd. Alle klemtoon laat God op Hem rusten. Alle licht valt op Hem. Hij is verhoogd als de enige Naam onder de hemel. Opdat ieder die in Hem gelooft … U en jij. Wie je ook bent. Waar je ook zit. Hoe het gegaan is tussen God en jou. Vertrouw je aan Hem toe. Opdat je eeuwig leven zou ontvangen. Opdat je meer in Zijn intimiteit zou zijn. Opdat alles in jou sterft, wat betreft het oude en Christus meer en meer zou leven. Niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij. De Geest zit ons daarvoor op de huid en ziel.

Als het over verhoging gaat, denk ik aan die andere woorden: als Ik verhoogd zal zijn, zal Ik ze tot Mij trekken. Trekken uit angst, stress, spanning. Trekken. Daar zit kracht en moeite in. Ik geef me zomaar niet gewonnen. Hij trekt mij. Geef Mij jouw vloek, donkerheid, vragen. Dan zegen Ik je met Mijn zegen, vrede, vergeving.

Kent u ‘Het zien op Jezus’ van Isaac Ambrosius? Ik wil daar twee citaten uit doorgeven:

  • U moet rechtuit tot Christus gaan.
  • En: kom en zie op de stervende Heere.

Laat Zijn kracht je bemoedigen om door te gaan. Niet op jezelf blijven zien. Al heb je je zonden honderd keer gezien. Wie op de wonden ziet in het kamp, wordt niet genezen. Misschien ben je hier voor het eerst, of het laatst. Zie slechts op Hem. U zoekt mijn hart, mijn oog blijft op U staren.

Er zijn zo weinig echt gelukkige stemmen. Proteststemmen, gemopper. Wat is echt geluk? Vrede met God. Schuilen bij Christus. Ook in deze tijden van spanning en zorgen. Christus aan het kruis. Dat is het geheim. Opdat een ieder zich tot Hem keert. Die gaat niet verloren. Niet verloren. Dan word je gered. En verhoogd met Christus. Sterven aan jezelf. En verhoogd met Hem.

In Hem geplant, ingelijfd, een vlees met Hem. De intimiteit van het geloof! Geloven en vertrouwen is in Hem geplant worden. Het woordje ‘in’ komt hier veel vaker voor in dit evangelie: in de wijnstok, in de schaapskooi.

Hij werd verhoogd. Als de slang. Wie in Hem gelooft, zal eeuwig leven. Hij bevrijdt van zonden en pijn. Dat eeuwige leven begint nu al. Hij gaat me voor. Ik ben niet meer alleen. Eeuwig leven. Dat wijst op de toekomst. Een toekomst vol van hoop. Leegte en protest heeft niet het laatste woord. Nee: Hij. Nu, straks en in de toekomst. Lof aan Christus!

Amen.

(Psalm 89 vers 9, berijming 1773)

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Dorpskerk, zondag 26 maart 2023, 9.30 uur. Schriftlezing Numeri 21:4-9 en Johannes 3:7-15.