In Psalm 1 worden twee wegen scherp tegenover elkaar gezet: de weg naar het leven en de weg naar de dood. Het eerste is een leven dat zijn vreugde vindt in de Thorah, het tweede is oppervlakkig en meegaand. In Psalm 1 zien we het gelaat van de Messias oplichten. Hij is geplant als een boom en draagt vrucht.

Oppervlakkig of geworteld leven

Gemeente van Christus, ik herinner me het heel goed, mijn opa en oma zijn inmiddels overleden. Ze hadden een afbeelding hangen van de brede en smalle weg. Interessant om er even naar te kijken. Welkom, staat er, bij een brede weg. Gaandeweg wordt de sfeer grimmiger. Die loopt uit op een stad waar geweld plaats vindt en brandt is. En een klein poortje, met een evangelist, en een smalle weg. Je kunt er van alles van vinden. Het is schematisch. Mensen kunnen overstappen door geloof. Die afbeelding wilde tot nadenken stemmen. Er zijn maar twee wegen. Een weg ten leven en een weg ten dode.

Psalm 1 gaat over de de weg van goddeloze en die van de rechtvaardige. De weg ten leven en ten dode. Heel zwart wit naast elkaar. Je kunt denken, ja maar er zijn grijstinten. Je kunt dingen doen als christen die niet goed zijn? De bedoeling is dat het een spiegel is. Het woord stelt de dingen op scherp.

Het boek der Psalmen opent met deze psalmen. Alle psalmen bij elkaar, ze hebben nagedacht; met welke zullen we beginnen. Mozes, David, Asaf. Individuele mensen, volk, koning. Al die liederen zijn ontstaan. Verschillende perioden. Klaagpsalmen, dankliederen. 150 psalmen. 5 bundels. Ze eindigen met een lofprijzing. Geprezen zij de Heer, de God van Israël.

Maar, zo stel ik me dat voor, die mensen dachten: hoe beginnen we? Psalm 1 en 2 beginnen bij elkaar. Psalm gaat over de Thorah. Psalm 2 over de Messias. Het zijn leeswijzers. Het gaat over de woorden van God en de Gezalfde van God. Dat zijn de rode draden. Er is een weg die God behaagt en het gaat om de Messias. Die twee thema’s zijn van belang voor Israël.

Gelukkig met mens. Zo begint Psalm 1. Psalm 2 eindigt: gelukkig de mens. Een inclusie. Psalm 1 en 2 kun je vergelijken met de poorten die toegang geven tot een groot kasteel. Je komt binnen in een geweldig gebouw. In Engeland of Frankrijk, je komt een kasteel binnen. Sommige kamers heel licht en andere heel donker. Sommige psalmen zijn in de diepte geschreven. De redacteuren hebben dat psalmboek zo laten beginnen.

Psalm 1 is een eenheid. Aleph. Welgelukzalig. De weg loopt dood; de Taf. De weg loopt dood. Van Aleph tot Taf; alles zit er in wat je nodig hebt om een gelukkig leven te leiden.

Er is een oppervlakkige manier van leven en een gelukkige, gewortelde manier.

Oppervlakkig: daar wordt het beeld van het kaf voor gebruikt. Een vliesje zit eromheen. Op de dorsvloer wordt hard op het koren geslagen. De korrel van het vliesje gescheiden. Op een heuvel, zodat de wind vrij spel had. Degene die oogstte kwam met een grote zeef. De graankorrels vielen naar beneden. Die werden gescheiden. Ze waren zo licht, de wind blies ze weg. De koren van het kaf gescheiden.

In de oogst hingen er stofwolken. Het was een heel stoffige bedoeling. Franca Treur gebruikt dat beeld een beetje in haar boek. Mensen die niet leven met het woord van God, die worden hier vergeleken met kaf. Dan heb je een kafachtig bestaan. Een light-achtig bestaan. Er zit geen diepte achter. De wind van moeilijkheden komt, en dan is er geen bestaan. Heel vluchtig. Het gaat waar de wind heen voert.

Dat wil wat zeggen: je hebt geen anker, geen houvast. Afhankelijk van wat mensen zeggen, opinie, de wind van je gevoel. Op Twitter zie je mensen losgaan. Wow, denk er evens over na. Primaire reactie, die gooi je op sociale media. Commentaren op Facebook. Dat kafachtig bestaan. Mensen die meegaan met de stroom. Niet nadenken. Aan de buitenkant genoeg hebben.

De dichter probeert te prikkelen. Dat kaf, dat instabiele leven: daar wordt in het meervoud over gesproken. Zondaars en spotters. Daarover tegen staat de mens die leeft met God. Contrast: meervoud en enkelvoud. Het ene kom je in veelvoud tegen. In samenleving en kerk. Mensen hebben overal kritiek op. Mensen reageren impulsief. Alsof het normaal is. Meervoud: het is besmettelijk. Wandelen, in plaats van meegaan. Stilstaan. Zitten. Gelukkig de mens die niet meegaat. Die niet staat op de weg van de zondaars. Die niet bij spotters aan tafel zit. Wandelen is nog zo zo. Maar zitten, dan ga je mee in de kwade plannen. Er is een besmettelijkheid in de verkeerde plannen. Het risico is: als je oppervlakkig leeft, dan is er weinig ruimte voor God. Je betrekt God er niet bij. Je denkt er niet even bij na. Hoe wilt U dat ik leef? Je geeft Hem geen gelegenheid. God is wel belangrijk, ik lees wel uit de Bijbel, maar in de keuzes speelt Hij geen rol. God heeft geen rol en toegang en ruimte. Het is besmettelijk. Daarom de meervoudsvorm.

Je kunt dat herkennen. De hectiek van je werk. Ik heb vandaag niet aan God gedacht? Zo druk geweest. He he, het is weer zondag. Op de andere dagen God buiten spel zetten? Of God als verzekering in moeilijkheden.

De dichter is scherp. Dat confronteert mij en ons. Mensen zullen zichzelf niet zo zien. Je bent druk met je carrière. Je benut kansen. Je ontwikkelt je. Je verwerkelijkt je dromen. Dat is betekenisvol. Mensen zetten zich echt wel in voor een ander. Het is niet alleen egoïsme. Maar als we vanuit het perspectief van God kijken? Dan staat Hij aan de marge …

Het gaat over mensen in Israël die leven binnen het verbond. Die weten ervan. Maar als zij al zo leven … voor God stelt hun leven niet veel voor. Het heeft geen eeuwigheidswaarde. Een negatieve insteek.

Daar tegenover staat iets anders. Maar hij…. vers 3. Een tegenstelling in het Hebreeuws. Met een klein zaadje begonnen. Een boom. Er kwamen jaarringen bij. De wortels waren diep. Toonbeeld van stabiliteit, duurzaamheid. Gegrond. Geplant naast het water. De vitaliteit kan de storm verduren..

Zo kan je ook zijn, zegt de dichter. Wat is het geheim? Dat is vers 2: als je vreugde vindt in de wet van de Heer. Als je daar dag en nacht mee bezig bent. Dag en nacht zijn uiterste. Daar zit alles in. Je hele leven. Als je opstaat, als je de gordijnen open doet. Ik heb niet lekker geslapen? Of: dank U Heer, dat ik een nieuwe dag krijg. En als je naar bed gaat?

Ik kan me voorstellen, dat woordje wet heeft niet zo’n positieve klank. Juridisch. Wetboek. In de stad en kerk: wat je niet mag. Thorah betekent onderwijzing. Teaching of the Lord. Wat valt er onder de Thorah? Deuteronomium 7: onderwijzing van de priesters. Die pasten dat toe voor de mensen. Wat betekent ‘niet doden’? Ook de ethische voorschriften. Jesaja 8. Ook de profetische woorden. Spreuken 1:8, de levenslessen van een ouder. Mijn zoon, luister naar je vader en verwaarloos de lessen van je moeder (=Thorah) niet. Geboden, profeten, lessen.

De Thorah bracht de Israëliet dichter bij de God van de Thorah. Bezig zijn met de woorden, dan kom je in contact met God. Als je gaat wonen in die woorden. God gaat dan naar je spreken. Een kaartje, dagtekst. Woorden van God zijn geladen met kracht en vitaliteit. De Heilige Geest komt in die woorden mee. Dat is niet zo bij een roman. Je wordt dan wel gegrepen, maar de belofte van een roman is een ander dan die van de Bijbel. Je komt in contact met de Auteur. De Geest geeft je een venster op wie God is. En je leert Jezus beter kennen.

Die ontvangt vreugde. Dat is een extreem woord: voldoening. Antwoord. Simchat Thorah. De joden zijn uitbundig aan het wandelen ermee. Je mag die grote God ontmoeten. Die machtige Vader. Je komt in de tuin van de ontmoeting, met die heilige God.

Er zitten maar liefst zes beloftes in het derde vers. Als je dat doet, wat ontvang je? 1. Je zult als een boom geplant worden. Een stabiel mens. 2. God houdt je fris. 3. Vruchtdragen. Je leeft niet voor jezelf. 4. Blad dat niet afvalt. Er is iets van doorgaande kracht. 5. Alles wat je doet, komt tot bloei. Je mag floreren. Je komt tot je bestemming. 6. De Heer kent je. De Heer beschermt je. Je mag leven in intimiteit met Hem.

Een enorm beloftevol bestaan. Maar dat leven vergt een keuze. Dat staat in vers 2. Die zich verdiept. In Hebreeuws: overdenken. Verdiepen in de wet. Grommen van een beer, koeren van een duif. Hardop voorlezen die woorden. Reciteren. De woorden van God zelf in herinnering brengen. Proclameren. Uitspreken. Dat is iets voortdurend. Hardop lezen. Dan gaan die woorden resoneren.

Dat gaat in tegen de trend. Er zijn zorgen over de geletterdheid. Hoeveel boeken worden er nog gelezen? Een roman, daar leer je veel van? De Bijbel is een prachtig boek, maar je moet je erin verdiepen. Training. Elke dag open doen. God geeft het. We komen in de tuin van Eden. De uitnodiging is, van de schrijver, er zijn twee wegen. De psalmen 1-2 brengen je in het kasteel. Ga maar naar binnen.  Neem het woord ter hand.

Weet u wat ik mooi vind? Gezang 326. Gods woord is ons licht. Het zinnetje wat ik wil onderstrepen: die zal aanschouwen des Heeren aangezicht. Je kunt lezend in het woord het gelaat zien van onze Heiland.

Kun je Hem niet met die boom vergelijken? Begonnen als een klein zaadje. Geplant. In de aarde. Stierf. Het is een boom geworden. Voor veel mensen tot zegen. Hij deed verzoening voor onze zonden. Hij is die boom. In Zijn schaduw kunnen we toevlucht vinden. Welgelukzalig wie schuilt bij Hem! Het overdenken van de Thorah brengt je bij Hem. Het zijn de Schriften van Mij getuigen. Zo de Bijbel lezen. Wat een belofte. Je ziet het aangezicht van de Heiland erin. Psalm 1 daagt ons uit. Die weg te gaan. Niet je oor te luister leggen bij oppervlakkig gepraat. Maar het Woord overdenken. Vrucht dragen. Tot zegen zijn tot anderen. Vreugde vinden in de Thorah. Heb je dat ook gehad? Het woord dat je zo raakte. Wat een vreugde geeft dat. Als je goed kijkt, zie je het aangezicht van Jezus. In de Thorah zien we het gelaat van de Messias.

Amen.

Christelijk Gereformeerde Kerk Gouda, zondag 17 september 2023, 9.30 uur. Schriftlezing Jeremia 17:5-8 en Psalm 1. Inkeer/Wetslezing Efeze 4:22-32.