In de gevangenis wijst de apostel Paulus de gemeente van Filippi erop dat hij, hoewel zwak, in Christus toch alle dingen vermag. Paulus leeft ín Christus en daarom hoeft hij zich geen zorgen te maken. Een bemoedigende belofte, ook in deze coronatijd. Het staat haaks op het moderne levensgevoel ‘ik red het zelf wel’ en het credo van zelfredzaamheid. Bij Paulus komt alle kracht en macht bij Christus vandaan, hij zelf is zwak en onmachtig. Toch hoeft hij zich geen zorgen te maken!

Niet in eigen kracht

Gemeente van Christus, broeders en zusters, als er één ding is wat ons mensen typeert: ik red me wel. Joh, hoe gaat het met je? Moeilijke dingen op werk of in gezin. Of corona. Maak je geen zorgen, ik red me wel. Dat hoort bij ons mensen. Ik herken het wel uit mijn eigen leven. We willen zelf de regie houden. Zelfredzaam. Vroeger verzorgingsstaat. Al gaandeweg verandert in participatiesamenleving. Je hoort vaak het woord zelfredzaam. Kleine bedrijfjes hebben het moeilijk. Turkse of Marokkaanse bedrijven, ze lenen geld aan elkaar, zelfredzaamheid hoort bij onze identiteit, zei de man op het journaal. Wie zichzelf redt, krijgt respect. Niet mee kunnen doen wordt al snel niet mee willen doen. Empowerment heet het in het Engels. Naar je eigen netwerk kijken wat je nog kan. Maar er is een gevaar, dat het gewicht van je leven op jezelf komt te liggen. Dat afhankelijk zijn verkeerd is. Jij houdt je hand op?! Zelfredzaam zijn.

Een tijdje terug stond er een interview met een cabaretier in de krant. Een dochter van hem was overleden. Een liedje maakt hij voor haar. Hij zei dit: ik wilde het verdriet niet toelaten. Op het podium moest ik de illusie in stand houden dat het goed met me ging. En zelfs alleen zou ik me niet laten gaan. Ik moet sterk zijn. De controle houden. Misschien herken je daar wat van. Soms wordt het door zangers verwoord, André Hazes, Ik red me wel. Zijn vriendin ging er vandoor. Ik zet je uit mijn hoofd, ik red me wel. Zelfredzaamheid.

Waarom deze inleiding? Nou, met die term zitten we midden in de tijd van Paulus. Paulus reageert in het laatste hoofdstuk op het levensgevoel. Grieks: autarkeia. Kan je vertalen met zelfredzaamheid. Engels: self sufficient.

Er waren twee stromingen: Epicureeërs en Stoïcijnen. Epicureeërs vonden dat ze zelf verantwoordelijk waren. Misschien bestonden de goden niet. Stoïcijnen; onbewogen. Alles is door de goden bepaald. Aanvaarden wat naar je toe komt. Lot of noodlot. Wees tevreden met wat je krijgt.

Die stromingen kwamen samen in autarkeia. Het levensgevoel werd verkondigd. Er werden geschriften verkocht. Als je het maar vaak genoeg hoort, zakt het naar je hart. En heeft het invloed op geloof. Uiteindelijk is er niet veel ruimte voor God. Wat is er nodig voor een relatie met Hem? Dat is toch overgave. Wat wilt U dat ik doe? Dat vroeg Paulus op weg naar Damascus. Je controle overgeven. Zo kan overgave en vertrouwen groeien. Als je zelf de regie hebt dan is er zo weinig ruimte voor God. En voor Zijn stem. Geloof heeft met overgave te maken. God de koers van je leven laten bepalen.

Dat schuurt met dat levensgevoel. Zo was het in de dagen van Paulus. Hij hoorde het van Timotheus of Epafroditus. Jonge gemeente. Nog maar net tot geloof. Er komen andere predikers met andere accenten.

Paulus worstelt ermee. Hij gaat in op het levensgevoel. Vers 11. Moeilijke omstandigheden. In al die omstandigheden heeft hij geleerd tevreden te zijn. Zou je een streep onder moeten zetten. Autarkes, Grieks woord. Daar is zelfredzaam van afgeleid. Paulus haakt in op dat levensgevoel. De mensen zouden gedacht hebben: ga door Paulus, wat heb je te zeggen?

Dat is vers 13. Wat is zelfredzaam zijn? Dat heeft te maken met Jezus. Ik red me wel, in geestelijke zin: vers 13. Alle dingen zijn mij mogelijk door Christus die mij kracht geeft. Dat is het geheim van het leven van de apostel. Hij heeft zich kunnen redden. Omdat hij sterk was? Nee omdat zijn Heiland hem staande hield. Natuurlijk, wij zouden zeggen: het is een doordouwer. Voor velen tot zegen. Maar er klinkt zijn getuigenis: alles is mogelijk, door Christus.

Ik wil hierbij stilstaan.

      1. Alle dingen.
      2. Die mij kracht geeft.
      3. Door Christus.

1. Alle dingen: op de weg achter Hem aan

Er is een gevaar dat je die tekst neemt als een algemene waarheid. Ik kan alles aan. Wat ik maar wil en doe. De Heere God zal me ertoe in staat stellen. Een belofte die altijd geldt?! Dat bedoelt Paulus niet.

Als Paulus dit zegt, gaat het over de situatie waarin hij zich bevindt. Geroepen tot apostel. Overal naar toe geweest. Gemakkelijk? Nee. Afwijzing, vervolging, vluchten. Moeilijke omstandigheden. Soms had hij niets te eten. Er waren momenten dat hij kon werken als tentenmaker in Korinthe. Dan weer strijd. Hij was afhankelijk van welgestelde mensen.

Nu zit hij in gevangenis. Afhankelijk van de gemeenten die hem sponsorden. Een thuisfrontcomité. Gevangen waren afhankelijk van familie en vrienden. Gold voor levensonderhoud. Paulus als hij dit schrijft heeft net Epafroditus ontvangen. Hij had spullen meegekregen. Geld vermoedelijk en spullen. Nu even rust. En dan kan hij (Paulus) weer verder.

Hij leeft op de pof? Hij doet zelf niets? Nee. De arbeider is zijn loon waardig. Het is niet zo dat ik de gaven zoek. Of, wanneer sturen ze de vrucht? Nee. Weet je waar ik dankbaar voor ben? Dat achter die spullen een vrijgevig hart zit. Hij is dankbaar voor de vrijgevigheid. Vers 19, zo mooi, het vertrouwen. Als je geeft wordt je niet armer. Mijn God zal overeenkomstig Zijn rijkdom u geven. Geven maakt je rijker. Paulus is afhankelijk van de spullen en vooral van Zijn Heiland.

Alle dingen zijn mij mogelijk, dat gaat over het leven met de Heere. Als er dan iets gebeurt, dan weet je: Hij zal voorzien. Op de weg achter Hem geldt die belofte. Hij geeft vanuit Zijn rijkdom. Wat hebt u, jij nodig? Moed, wijsheid, kracht. Alle dingen zijn mij mogelijk, zegt de apostel. Geen vrijbrief maar heerlijke belofte. In vreugde en verdriet. In blijde en moeilijke omstandigheden. Je staat er niet alleen voor. Werk, school, studie. Hij geeft wat je nodig hebt.

Paulus is niet alleen. Hij schrijft daarover. Verblijd u altijd in de Heere! Hoe kan je dat nou zeggen? Vers 5: de Heere is nabij. Hij is niet alleen in die cel. Nu ook Epafroditus.

2. Die mij kracht geeft: ik zwak, Christus sterk

Die mij kracht geeft. Paulus was zelfredzaam. Hij kon alles aan omdat hij verbonden was met een sterke Heiland. Er is Iemand die hem kracht geeft. Die mij voortdurend, steeds weer kracht geeft (Grieks, tegenwoordig deelwoord). Elke dag. Steeds opnieuw. God vulde aan. Paulus werd niet hoogmoedig. Paulus is sterk door aan wie hij zich vastklemt.

Christus die mij steeds weer kracht geeft. Als je dat op je laat inwerken, er zit ook een andere kant aan. Hij is voortdurend op die kracht aangewezen. Paulus is zwak in zichzelf. Als ik zwak ben, ben ik machtig. Dan kan de Heere hem veel geven. Een christen zegt niet: ik red me wel. Maar hij weet dat Christus sterk is.

Als het erop aan komt, zijn wij toch kwetsbaar? Ik sprak iemand uit de gemeente, het ging over corona. Ik heb beseft hoe kwetsbaar ik ben. Er hoeft maar iets te gebeuren, en ik ben niets meer.

Hoe zou dat bij Paulus zijn geweest? Zou hij momenten hebben gehad: God, hoe nu verder…? Ik denk dat Paulus die momenten had. Maar er was ook de bemoediging van de Heilige Geest. Handen die hem droegen.

Bijzonder om deze brief te lezen. Paulus weet niet hoe het af gaat lopen. Hij deelt zijn kwetsbaarheid. Leerzaam! Zouden we dat als gemeente niet veel meer moeten doen. Joh, het gaat helemaal niet zo goed. Zou je voor mij willen bidden? Ik kom er niet uit. Ik beleef deze tijd als moeilijk. Soms lijkt het aan de voorkant mooi weer. Maar aan de achterzijde moeite en verdriet. Weet u, van Paulus kunnen we leren. Hoe meer kwetsbaar we zijn, hoe meer Jezus kan geven. Ik ben kwetsbaar, in mezelf geen kracht. Paulus schaamt zich er niet voor. Hij kan het aan. Als ik zwak ben, kan Jezus meer aan me kwijt. Telkens weer moet ik Uw kracht verstaan.

3. Door Jezus Christus: niet alleen door Hem, maar vooral ín Hem

Het derde punt; het hart. Opwekkingsliedje, Ik vermag alle dingen. Die is letterlijker dan hier. Ik heb er moeite mee. Ik vermag alle dingen in Hem staat er in het Grieks. Niet ‘door’ Christus. Een voorzetsel verschil. Niet Christus het doorgeefluik van de kracht van God. Nee. Niet het middel waardoor ik het kan krijgen. Nee. In Hem. Door het geloof in Christus, met Hem verbonden.  Johannes 15, de rank die geplant in de wijnstok. Jezus is veel meer dan een middel. Door het geloof verbonden. In Hem. Verbonden met Hem is er de kracht. Ik hoop dat je dit nazegt. Dat dat dit het geheim van je leven is. In Hem. Elke dag opnieuw. Als gelovige verbonden. In Hem.

Ik vind dat mooi in dat lied van Sela, ‘Ik zal er zijn.’ Waar ik ben, bent U. Wat een kostbaar geheim. Waar Hij is, ik ook ben. Hoe kan dat? Jezus is toch in de hemel. Maar Hij stuurde Zijn plaatsvervanger. De heilige geest. Wat een kostbaar geheim.

Soms zijn het de omstandigheden dat je dat opnieuw moet ontdekken. Geconfronteerd met eigen zwakheid, onvermogen. Aangewezen op de kracht van de Heere. Psalm 18, als God bij mij is, spring ik zelfs over deze muur. Alle dingen zijn mogelijk, in Hem, die mij kracht geeft.

Het is belangrijk dat we verbonden zijn met Hem. Zonder Jezus gaan we verloren. In Hem is er kracht en vergeving. Deze tekst is een uitnodiging om je voor het eerst of opnieuw gewonnen gegeven. Dat je het zult beamen.

Broeders en zusters, neem de tekst mee als een bemoediging. Als er een bijbelwoord is dat me raakt, zet ik er een streepje bij. Of een datum. Misschien deze tekst voor u. 15 november 2020. Alle dingen zijn mogelijk, in Christus, die u kracht geeft. Misschien gaat het goed met u. Wees er dankbaar voor. Misschien ervaart u eenzaamheid, zorg voor het gezin, te moe. Denk terug aan deze middag. Paulus kwam langs. Dit is het geheim van mijn leven: alle dingen zijn mogelijk, in Christus. Ontvang deze belofte in Christus. Neem deze belofte mee. Ik vermag alle dingen in Christus, die mij kracht geeft. Zegt u daar Amen op?

Amen.

Laat me in U blijven, groeien, bloeien,
o Heiland die de wijnstok zijt!
Uw kracht moet in mij overvloeien,
of ‘k ben een wis verderf gewijd.
Doorstroom, beziel en zegen mij,
opdat ik waarlijk vruchtbaar zij!

Ik kan mijzelf geen wasdom geven:
niets kan ik zonder U, o Heer!
In uw gemeenschap kiemt er leven
en levensvolheid meer en meer!
Uw Geest moet in mij uitgestort:
de rank die U ontvalt, verdort.

– Weerklank 54 vers 1 en 2

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 15 november 2020, 17 uur. Schriftlezing Filippenzen 4:10-23.