De Poolse kinderarts Janusz Korczak liet de kinderen van zijn weeshuis niet alleen naar het vernietigingskamp gaan. Hij ging mee zodat ze niet alleen de dood in hoefden te gaan. Zo is Christus ook alleen op de lijden en het kruis afgegaan. Zijn discipelen vallen in slapan in de Hof. Een tragisch beeld van ons mensen: wij kúnnen Jezus niet volgen, wij wíllen Hem niet volgen op de weg van het lijden. Maar Hij wordt verlaten opdat wij nooit meer verlaten zouden worden.

Gemeente, er was een kinderarts in Warschau. Kinderen hadden bij hem dak boven hun hoofd. Hij keek liefdevol naar hen om. Hij was hun mentor. Maar toen kwam die dag, augustus 1942. Duitsers kwamen het weeshuis binnen. Ze haalden de kinderen op. Naar vernietigingskampen Treblinka. Het waren joodse kinderen. Aan hun leven moest een einde komen. Alleen zij werden meegenomen. Hij mocht achterblijven. Maar hij weigerde meerdere keren om zijn kinderen in de steek te laten. Waar zij heen gingen, zou hij ook gaan. Iemand die je los moet laten, dat hadden deze kinderen al teveel meegemaakt. Hij kon het niet over zijn hart verkrijgen. Hij stond erop hen te vergezellen. De kinderen kregen de mooiste kleren aan en namen iets mee van vroeger. Zo verliet een lange stoet kinderen een weeshuis. Ooggetuigen zeggen dat het ontroerend en ijzingwekkend was. Onherroepelijk de dood tegemoet. Maar ze hoefden niet alleen. Hij ging mee. En liep voorop. Om hen te beschermen. Hij liep met het hoofd gebogen. Om hen heen soldaten die schreeuwden en sloegen. De kinderen zwegen. Hij was er bij en dat gaf rust. In Treblinka herkende een van de soldaten de kinderarts. Die bood hem aan alsnog weg te gaan. Hij weigerde opnieuw. Hij werd vermoord in de gaskamers. Janusz Korczak. U hebt het wel eens gehoord misschien. Of in Yad Vashem in Jeruzalem gezien, het monument voor hem. Iedere keer maakt dit zoveel indruk. Er zijn niet zoveel mensen die belichamen om dood en onrecht met open vizier tegemoet treden. Niet vluchten maar trotseren. Je vraagt je af, hoe kan dat? Zich zo wegcijfert. Met deze kinderen de dood in gaat. Zodat ze zich niet alleen zullen voelen en niet verlaten zullen zijn.

Die actie is, zou je kunnen zeggen, zinloos. Er wordt geen kind door gered. Maar het is zo ijzersterk. Sterker dan de dood. Hij toont goedheid. In staat het kwade te overwinnen. Ik moest aan dit verhaal denken bij de schriftlezing.

Een cruciaal moment in de lijdensgeschiedenis. Nu in de hof. Een rustige plek. Nog even en Jezus zal worden opgepakt en verraden. Hij zoekt de plek om te bidden. Enkele leerlingen gaan mee tot het laatste. Met Hem waken. Die drie zijn de drie van het eerste uur. Ze waren erbij bij Jairus dochter en bij de verheerlijking op de berg. Jezus loopt nu niet weg. Doelbewust gaat Hij het tegemoet. Hij zoekt steun bij enkele vertrouwelingen. Hij kan Zijn naasten maar moeilijk loslaten. Je ziet dat vaak: waken bij een geliefde. Lippen vochtig houden. Niet iedereen kan mee. Maar die enkele zeer naaste gaan mee tot het einde.

Waak met Mij, zegt Jezus. Hij voelt aan waar het heen gaat. Hij raakt ontzet. Dat gebeurt niet zo vaak dat de emotie van Jezus beschreven wordt (dit is de 4e keer in dit evangelie). Hij is intens bedroefd. Psalm 42. O mijn ziel wat buigt gij u neder? Mijn lichaam schreeuwt naar God.

Waarom stort Hij hier in? Hij ziet Zijn einde naderen. Hij zal de beker tot het einde toe leegdrinken. Nog even en dan komt de verrader. Je ziet hem al aan de horizon. Logisch dat je dan doodsbang wordt.

Toch is dat niet waarom er zoveel emotie naar boven komt.  De drinkbeker ziet Hij op zich afkomen. Het is niet de beker van Zijn lijden. Het is de beker van Gods toorn. Die beker zit vol met ons zondigen, God te kort doen, ons falen. Als je het journaal bekijkt, je ziet wat er misgaat, pijnlijk wat mensen elkaar aan doen, dan kan je er bijna buikpijn van krijgen. Je wordt woedend. Hoe moet Jezus zich wel niet voelen! Hij kent de zonde niet. Maar hier het volle gewicht van de ongerechtigheid. Hij ziet dat op zichzelf afkomen. Diep ontsteld. Dodelijk bedroefd.

Laat Me nu niet in de steek. Sta Me bij in de gebeden. Maar ze sukkelen in slaap. Jezus ziet het indringend voor ogen, hoe ver mensen van God losgeraakt zijn. De discipelen sluiten hun ogen, ze verblijven in een droomwereld. Ze zijn onbereikbaar. Geeft dat niet typerend weer hoe dat bij ons gaat? Wij willen best mee, als Hij iemand opwekt uit de dood. Dan staan we eerste rang. En als Hij verheerlijkt wordt. Van een triomferende Jezus worden wij triomfantelijk. Maar als het door de diepte gaat, als we Hem niet kunnen volgen, dan geven we niet.

Week na week horen we nu de weg door de diepte. Lijdenstijd. Die diepte ergens mee maken en het kruis ook dragen. Kan je het daarbij uithouden? Of vind je dat ingewikkeld? Doe je liever alsof je slaapt? Kunnen we het uithouden bij een krimpende kerk? We weten niet wie er met ons zijn afgehaakt, in deze tijd? Of sluit je liever je ogen. Vroeger was het beter. Gewoon maar door gaan! Het valt niet mee de diepte in te gaan? Programma’s verkondigen dat de stem van Christus in de marge klinkt. Moeilijk om te blijven waken. Het is toch makkelijk om weg te dommelen? Het is niet vreemd dat het Jakobus, Johannes en Petrus niet lukt. Wie zou het kunnen? Hem volgen is zo ontzettend pijnlijk.

Jezus vindt heb slapend. Hij was bedroefd tot stervens toe. Simon was moe. Simon, slaap je? Als iedereen afhaakt, ik zal bij U blijven. Ik zal er zijn. Hij zit in het duister. Jezus roept hem bij zijn vroege naam. Simon, kan je niet een uur met Mij waken? In die naam klinkt ontferming door. Weet je nog, toen Ik je riep? Je was vol geloof en vertrouwen. Nu is alles zo gesloten. Nu lig je hier maar. Ik tref je elke keer weer slapend aan. Een pijnlijke geschiedenis. Ze liggen daar.

Je herkent er zoveel van jezelf in. Langs de kant van de weg blijven sukkelen. We kunnen niet meekomen in Jezus’ gevecht. Wij slapen bij Getsemane, we vluchten weg bij Golgotha en als we het lege graf zien, vluchten we weg. We zijn pijnlijk afwezig.

Hij betrekt ons elke keer. Hij neemt van ons mee wat niet mooi is in het graf. Om het daar achter te laten. Je bent zelf volledig aanwezig. Maar Hij gaat toch voor je. Wij sliepen. Hij worstelde verder met Zijn Vader. Tot het bittere einde zal Ik gaan. Hij torst het mee. Hij draagt het weg. Dit is het Lam van God dat de zonde wegdraagt.

In augustus 1942 ging door de straten van Warschau de stoet. Het was alsof de straatstenen huilden, zei iemand. Een man met het hoofd gebogen. Hij ging mee tot het bittere einde. Hij cijferde zich volledig weg. Hij ging met hen de dood in. Geen zinloze actie? Ze stierven toch alsnog? Had hij deze dood niet beter kunnen besparen? Zijn naam wordt nog steeds genoemd. Wat hij toonde: liefde sterker dan de dood, goedheid sterker dan het kwaad.

Ik moet denken aan Jezus Christus. In Getsemane komt Hij tot de conclusie: dit is de weg die Ik gaan zal. Onherroepelijk straks het kruis. En toch, Ik zal gaan, hoe pijnlijk dat ook is. Als Ik die weg niet ga, zullen mensen alleen, angstig en verlaten de dood in gaan. Alleen als Ik ga, zullen ze zich vol vertrouwen kunnen overgeven.

Het lijkt soms zinloos, de weg die Hij ging. Ondanks Zijn dood sterven er nog steeds dagelijks mensen. Maar zinloos is zijn dood zeker niet. In Zijn lijden openbaart zich een liefde sterker dan het kwaad. Er openbaart een goedheid die de dood zal overwinnen. Hij deed dat, waar wij sliepen. Hij ging ondanks ons achterblijven. Als dat geen liefde is!

Amen.

 

 

Jezus, om uw lijden groot,
om uw leven en uw dood
die volbrengen ’t recht van God,
Kyrie eleison.

Om het brood, Heer, dat Gij breekt,
om de beker die Gij reikt,
om de woorden die Gij spreekt,
Kyrie eleison.

Here, om uw bloedig zweet,
als Ge alleen de wijnpers treedt,
om de kelk vol bitter leed,
Kyrie eleison.

– Weerklank no. 150, couplet 1, 4 en 5

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 28 maart 2021, 17:00 uur. Schriftlezing Markus 14 vers 32 – 42. Dienst met beperkingen i.v.m. coronapandemie (mondkapjes bij in- en uitgaan, geen samenzang maar voorzangers, max. 30 bezoekers).