In de ogenschijnlijke platte en oppervlakkige geschiedenis omtrent Ahasveros, Vasthi en Esther lijkt God afwezig. God is echter bezig om – net als via Mozes en Jozef – via de ene (Esther, een joods meisje) het hele volk te redden. Esther en Mordechai lijken te zijn opgegaan in de cultuur van de Meden en Perzen, weinig herinnert nog aan God en hun volk. Op het diepste punt is er echter heil en hulp van God te verwachten.

Gemeente van Christus, Ahasveros moest nog even bijkomen. Het was een feestweek geworden. Wat moest eindigen als een absoluut hoogtepunt werd een pijnlijke afgang. Er was een regel: alles mocht. Geen beperkingen. Vasthi moest de apotheose van het feest worden. Ze moest zich bloot stellen aan de blikken van dronken mannen. Ze had bedankt ervoor. Dat leidde tot paniek bij de koning en kabinet. De hofhouding dacht: stel je voor dat de koningin hiermee een voorbeeld stelt. De feiten hadden ze verdraaid, volgens de wetten van fake news. Vasthi wilde niet komen werd: Vasthi mag niet meer komen. Zo had ze het veld moeten ruimen.

Maar ja, nu het even later is, de beneveling van de drank is uitgewerkt. De koning moet alleen verder door het leven. Hij zit erover te peinzen. Zijn gedachten blijven haken bij Vasthi. Alles herinnert aan haar. Het is niet goed wat hij gedaan heeft. Kom dan terug op je besluit. Vraag de koningin terug naar het paleis. Wees moedig. Belijd je onnozelheid. Probeer of ze terug wil komen. Ja. Alleen deze Koning leeft in een cultuur waarin dat een optie is. Cultuur van Meden en Perzen. Geen fouten. Eenmaal een besluit: dan zit je eraan vast. Je kunt er niet op terug komen. Voor schuld en omkeer bestaat geen mogelijkheid. Er is in deze bezopen wereld nooit een mogelijkheid ergens op terug te komen. Het moet door en verder. Je blik moet verder. Geen moeilijke vragen stellen. Altijd maar door.

Daarom komen de dienaren met een actieplan. Om te voorkomen dat hij vragen gaat stellen. Wat helpt beter dan afleiding? De vragen moeten gesust met brood en spelen. Een Miss Perzië verkiezing. Mannen moeten in de gewesten meisjes gaan scouten. Die nog maagd zijn. Ze moeten naar de burcht Susan gebracht worden. Een jaar lang krijgen ze een schoonheidsbehandeling. En dan mag de koning ze keuren.

De koning vindt het goed. Het is ergens als je het leest en hoort een absurd verhaal. Doet denken aan een sprookjeswereld. Je vraagt je af, Esther 2, als een hoofdstuk in de Bijbel: waar is in deze platte wereld nog iets zichtbaar van de God van de Bijbel? Wordt van Hem ook nog iets vernomen? Deze wereld is Hem blijkbaar allang verloren….? Of is dit verhaal per ongeluk in de Bijbel terechtgekomen?

Onverwacht is er daar in het circus een man in de poort. Die man is joods. Een uit het volk van God. Midden in de waan van de dag, vleeskeuring. Een wereld waarin geen plaats is voor omkeer en inkeer. Geen ruimte voor fouten en falen. Midden in die wereld is er een joodse man.

In zijn voorgeslacht: klinkende namen. Jaïr, de richter. En deze Mordechai is stevig verworteld in de stam van Benjamin. Is hij nog herkenbaar als joodse man? Zijn naam is vernoemd naar een god (Marduk)? Waar ligt zijn identiteit? De God van Israël of de ideeën en goden van waar hij woont? Of probeert hij dat te combineren? Thuis leest en bidt hij. Al zegt het hem minder? Binnen doet hij er nog aan, maar buiten…? In het publieke domein: een kind van Marduk. Is het zo? Thuis spreekt hij nog wel de taal van het geloof. De klad komt er steeds meer in. De taal en cultuur die hij inademt, wordt steeds meer zijn moedertaal.

Het is nog niet zo eenvoudig om in zo’n cultuur staande te blijven; burger van twee werelden te zijn. Je past je in toenemende mate aan aan de wereld zonder God. De balling voelt zich steeds meer thuis. Toen een paar jaar geleden de mogelijkheid was om terug te keren, ging hij niet mee. Is hij nog herkenbaar als een kind van God?

Hij heeft zich ontfermt over een nichtje. Hij was haar pleegvader. Hadassa; mirtheboom. Een struik die altijd groen is. Ze wordt ook Esther genoemd. Dat betekent: ster. Van de Babylonische god Isthar. Misschien heeft ze nog meer twee paspoorten. Buitenshuis is ze Esther. Binnenshuis Hadassa. Mordechai zegt: noem dat buitenshuis niet. Esther gaat het steeds meer winnen.

Gaandeweg gebeurt dat. Misschien herkent u dat in uw eigen leven. Als je eerlijk bent, gebeurt dat toch zomaar. Meer prioriteit geven aan andere dingen dan de dienst aan Christus. Er is veel dat om aandacht vraagt. Dat vele dringt zo makkelijk voor. Waardoor dat andere, van Christus zijn, al snel op een soort tweede plan komt. Je merkt dat hij jezelf en misschien nog meer bij de volgende generatie. Kinderen en kleinkinderen die steeds minder geloven. Al heb je daar niet over, dat is pijnlijk. Je ziet wel dat de verbondenheid met God weinig tot niets meer zegt.

Mordechai en Esther ken je beter dan je lief is. Binnenshuis lees je de Bijbel nog wel. Maar buitenshuis zet te toon. Herken je dat? Als je eerlijk bent?

Esther doet mee aan de verkiezing. Er staat een agressief woord: ze wordt genomen. Een scout heeft haar opgemerkt. Ze krijgt twaalf maanden lang schoonheidsbehandelingen. Alles wordt weggemasseerd. Na een jaar worden de meisjes naar de koning gebracht. Drie jaar lang op en af gaan. Duizend en een nacht. Er staat een zinnetje, ze komen in de avond en keren in de ochtend terug. Laat dat op je in werken. Daarin schuilt zoveel leed. Meisjes gemaakt tot consumptiegoed. Een one night stand. Een showbizz wereld, keihard is het.

De tijd wordt precies aangegeven. Ze gaat. Die vrouw uit het volk van God. De koning krijgt haar lief. Ze verwerft de bewondering en genegenheid van velen en van de koning. Esther wordt de nieuwe koningin.

Als dit zo afloopt, je vraagt je af, is er iets van God zichtbaar? Zijn Naam wordt niet genoemd. Hadassa legt het af tegen Esther. En Mordechai is ook niet zichtbaar. Zijn we volledig opgegaan in de wereld van de Meden en Perzen? Daar lijkt het op…

Als je leest met Bijbelse verhalen, zie je misschien iets oplichten. In de gang en de woorden. Ze lijkt op Jozef. Ook genegenheid en gunst verwierf hij – dezelfde woorden. Hij kwam op de troon toe. En op Mozes? Dobberde in de Nijl. Werd opgenomen in het hof. Mozes gered opdat een heel volk niet ten onder zou gaan!

In Bijbeltaal: God werkt ongemerkt. Wij denken: dit gaat nergens meer over. Er is geen God meer in te herkennen.  Maar als de nood hoog is, zal blijken dat God er is. Er is er maar een nodig om een volk te redden. Mozes, Jozef, Esther. Type van de Ene bij uitstek. Jezus Christus. Geen besef van, zoals Esther. Esther heeft het allang gewonnen van Hadassa.

Er is die wereld van Ahasveros. U herkent die wereld. Vermaak, nauwelijks bezinning. Steeds meer afleiding. Schermtijd neemt toe. De wereld die de onze is. In die wereld leeft de gemeente. Het geloof komt steeds meer op tweede plan te staan. Er sijpelt meer door van buitenshuis. Het leeft steeds minder. Hadassa wordt Esther.

Dat beamend kunnen we naar huis gaan. En zeggen: het is toch wat. Het is toch plat geworden. Maar dat is geen verkondiging.

De levende is God is de machten een stap voor. Hij geeft redding voor de wereld. Door de diepste crisis. Redding voor dorpen en kerkelijke gemeenten. Er is er maar een voor nodig. Die het spoor gaat van Christus. Van Godswege geroepen om Hadassa te zijn. Hoe ver dat ook is weggezakt. Hij roept dat naar boven. Hij doet dat de geschiedenis door. En vandaag nog. Wie weet wie onder ons die ene is. Het Esther heeft het misschien allang gewonnen van het eigendom van Christus zijn. Wie weet wie het is, die ene die apart gezet wordt. Om onderweg te gaan. Er is er maar een nodig. Waarom jij niet? God kan zomaar met je op weg gaan. En met jou vele andere verlossen. Dit is de God van de Bijbel. In Zijn woord is dit opgetekend.

In de diepste crisis is het nooit hopeloos. God zorgt en redt!

Amen.

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 7 mei 2023, 18.30 uur. Schriftlezing Esther 2:1-18.