De profeet Jesaja wijst het volk van Israël erop dat het God om het hart gaat. Het is te herkennen aan een verknipt leven op eilandjes of een leven dat geheel toegewijd is aan de Heere. Het Evangelie klinkt en God nodigt ons uit samen te richten en het eens te zijn over Zijn Zoon de Heere Jezus Christus die gekomen is naar deze wereld en stierf voor de zonden.
Jesaja 1 vers 18: ‘Komt dan, en laat ons samen rechten, zegt de Heere; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw, al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol’.
God die een kleed wegtrekt
Eerst even voor de kinderen. Er zijn kinderen die hun kamer niet opruimen. Ik stel mij zo voor dat dat niet de kinderen in Putten niet zijn. Maar stel je voor dat je kamer niet opgeruimd is en je moeder het zat is. Nou is het klaar en heb je vanmiddag je kamer opgeruimd en anders… Ja en anders.
En je kijkt eens om je heen. Ziet een la en stopt het daarin en een kleed over de dingen op je bed. Dan komt je moeder. Die trekt natuurlijk die la open. En haalt dat kleed van je bed af.
Ja, niet opgeruimd en toch wel nodig. Nou komt de Heere God vanmorgen naar ons toe en trekt de la open en het kleed weg.
Hoe staat het met het kerkelijk leven? Redelijk goed. Vroeger voller. Tweede dienst leegstromen dat wel. Maar ‘s morgens drie kerken redelijk gevuld. En door de weeks. Veel activiteiten. Kijk maar in de kerkbode. En hoeveel vacatures zijn in de afgelopen weken vervuld.
Ouderling komt bij mensen. Hier is alles in orde. Wat doe ik hier eigenlijk? Mensen zeggen het zelf ook u kunt beter naar andere menen gaan die het meer nodig hebben.
Wat doet de Heere? Werpt een steen in de vijver van het kerkelijk leven van Israël. Ik kan zeggen een rotsblok. Water golft wild over de randen. Gonst van de activiteiten. Heel dat bedrijf tot eer van God. En wat zegt de Heere?
Hij wil het hart van het volk. Hij wil hun gehoorzaamheid. Zouden wij niet met dat gedeelte uit Jesaja ons voordeel kunnen doen. Een dieptepeiling ook onder ons.
Moet je horen hoe de Heere begint? Leiders van Sodom en Gommora. Die steden waren toch verwoest? Ja. Dan is het nogal wat dat de Heere hen zo aanspreekt. Gewoon schokkend. Niet dat dezelfde zonden bedreven werden. Maar wel het zelfde oordeel boven het hoofd hangt.
En die offers. En geen gehoorzaamheid is. Gaat mijn om gehoorzaamheid en niet om offers. Bloed van al die offers komen Mij de neus uit. Met al die offers over het tempelplein lopen dat het Mij aangenaam zou zijn, dan vergissen jullie je deerlijk. ik haat de offers. Ik word er moe van.
Misschien zegt iemand vanmorgen ik word er zo moe van. Al die activiteiten. Catechisatie. Jeugdclub. Kost tijd en geld de Heere te dienen. Ja ik begrijp wel dat ieder zijn steentje bij moet dragen. Een ander zegt klaag je? Maar als wij naar boven kijken om een schouderklopje te kragen.
Je leeft ermee zoals een zebra met z’n strepen. Je hebt ze lief. Je bent bezig met Mijn dienst maar niet over mij. Moe word ik ervan. Wanneer Ik mijn handen uitspreidt,
Waar denkt de Heere aan. Ik denk Micha 3. Profeet die leefde in de tijd van Jesaja. Vers 11: ‘Haar hoofden rechten om geschenken, en haar priesters leren om loon, en haar profeten waarzeggen om geld; nog steunen zij op den Heere, zeggende: Is de Heere niet in het midden van ons? Ons zal geen kwaad overkomen’.
Ongelooflijk en dan nog zeggen niets kan ons overkomen. Godsdienstig leven loopt als een trein. Maar oren en ogen gesloten voor weduwen en wezen. Dat kan de Heere niet dragen. Het gaat ze niet om Hem.
Wij zouden zeggen ze hebben hun leven verknipt. Houden de sabbat. Echt serieus. Denk niet dat ze het er zomaar erbij doen. Moeten we het eigentijds maken? Meewerken in de gemeente en druk ermee zijn. Doordeweeks die harde zakenman. Met eurotekentjes in de ogen, geen aandacht voor de persoonlijke situatie van werknemers. Er moet winst gemaakt worden. En als dat beter kan door de belasting te tillen of de leverancier onder onverdraaglijke druk te zetten, dan is dat geen probleem.
Of als gemeente zendingsgemeente willen zijn. Zelf dingen die gebeurd zijn versluieren of er bij laten zitten. Of een werknemer die het laat zitten in de tijd van zijn baas om dan vervolgens buiten die tijd overal en nergens zwart te werken.
Of een serieuze jongen op de club wat kan hij meepraten over de Bijbelstudie maar meisje bedriegt hij eenvoudig met een ander. Of die ander hij drinkt teveel, veel te veel. Op catechisatie doet hij best mee. Maar geef hem alcohol en je wilt niet weten welke woorden hij gebruikt. Later lacht hij erom. Dat hoort gewoon bij het cultuurtje, dat moet best kunnen.
Best meedoen in de gemeente. Maar in het doorvertellen de beste zijn. Schimmige verhalen waarin anderen er slecht uitkomen en afkomen. Je te buiten gaan op social media, allerlei anonieme opmerkingen plaatsen. Verslaafd zijn aan bepaalde beelden er niet los van kunnen komen en eigenlijk ook niet willen komen.
Nou ja je kunt ook heel keurig leven zonder dat iemand eigenlijk iets van je zeggen kan. Maar je hart hart houdt je verre van Hem, de zonden die je niet los wilt laten. Het ongeloof waarmee je niet wilt breken.
Dat leven op eilandjes. Die los van elkaar lijken te liggen. Zo de zondag. Zo een uur club of catechisatie. Zo weer het internet op, plekken waar je niet zo moeten komen. Een leven dat verknipt is, allemaal stukjes naast elkaar. Een trein met allerlei verschillende coupés.
Wat zou de Heere daarvan vinden als Hij ons bezig ziet? Luisteren in de kerk, bezig op de club, thuis in gebed. Zou Hij zeggen zou dat waar kunnen zijn, Ik ben het zat, Ik kijk bij u weg, Ik walg ervan. Ik word er moe van. Die last is niet te dragen.
Zou dat kunnen, onder ons ook kunnen? Hij wil ons wakker schudden gemeente. Hij wil ons leven één maken. Hart en ziel die Hem dienen en liefhebben. Zonder terughoudendheid. Zonder dat er levenstereinen zijn waar we de zonde laten regeren. Geen verknipt leven waar alles op zichzelf staat maar een eenheid in het dienen van de Heere.
Hij wil ons wakker schudden. Hij roept ons op dat we ons reinigen en breken met de zonde en het goede doen. Het kan niet dat het dienen van de Heere los zou staan van het zakendoen, los zou staan van het omgaan met de ander. Los van het vieren van onze feesten. De manieren waarop je geld verdient. Drank. De manier waarop je omgaat met seksualiteit. Dat kan niet.
Bij de Heere kan dat niet. Wij denken misschien dat dat kan. Maar dan zegt de Heere Ik word er moe van. Ik kijk weg tot wanneer je tot Mij komt. Ik walg van al die dubbelheid. En Hij wil het recht trekken. Daarom stelt Hij het aan de orde. De Heere loopt er nooit omheen. Dat komt omdat de zonde Hem van huis uit zwaar weegt.
Wij liggen er van huis uit niet wakker van, maar de Heere wel. Waar we dat gaan zien dat de zonde ons bedroeft, daar krijgt de zonde voor ons ook gewicht. Dan moeten we ervan af. Ze zitten tussen ons en de Heere in. Dat begrijpt toch iedereen? Als je laaiende ruzie hebt gehad met je moeder en je komt even later thuis dan kun je doen alsof er niets is gebeurd. Maar je voelt het dat het niet klopt. Uitpraten. Eerlijk worden. Dan is het pas uit de weg.
De zonden moeten uit de weg. Daarom doet de Heere vanmorgen een stap naar voren en zegt laten we een rechtszaak voeren. Al waren uw zonden als scharlaken ze zullen worden wit als sneeuw, al waren ze rood als karmozijn ze zullen worden als witte wol.
Uitnodiging. Een wonderlijke uitnodiging waarin de Heere ons tegenkomt. Hij zegt niet dat heb Ik al geregeld. Daar heb je geen omkijken naar. Dat is het Evangelie niet dat God het al geregeld heeft en dat wij het alleen even hoeven weten. Dat je je leven eenvoudig kunt voortzetten. Een soort geloof zonder bekering.
Dat is het Evangelie. Nee het stelt ons schuldig. Het moet door de belijdenis heen. Eens en telkens. Kom maar op. Laten we er samen over spreken, de balans opmaken. Maar Heere ik heb toch geprobeerd om U te dienen? Ik heb dit gedaan en dat gedaan. Actief geweest op zoveel terreinen.
Maar de Heere schudt Zijn hoofd. Jullie hebben Me vermoeid. En dan begint Hij over de zonden. Als Hij dat niet zou doen, komt het niet ter sprake. Hij stelt het aan de orde. Kom laat ons samen een rechtszaak voeren. Daar staan wij dan met ons leven op eilandjes, verknipt leven. Laten we de balans eens opmaken zegt de Heere. Laten we er samen eens naar kijken.
Het houdt ook in als er van uw kant dingen zijn, bezwaren of klachten zijn tegen Mij, spreek ze dan uit. Breng ze dan in. Dan zal Ik Mijn klachten inbrengen. Gemeente wat moet dat worden? Het heeft iets, het is maar een zwak voorbeeld van een jongen die het nodige gedaan heeft op school en de volgende morgen moet die op dat kamertje komen, dat bekende kamertje van de directeur en op de fiets naar school bedenkt hij van alles om te zeggen dat hij onschuldig is. Maar als hij in dat kamertje voor de directeur staat, dan buigt hij zijn hoofd en weet hij eigenlijk niet wat hij zeggen moet.
Neemt de Heere ons apart dan leert Hij ons zwijgen en toegeven. Zou dat hier ook mogen vanmorgen? Gemeente raken we dat kwijt, dat buigen, dat voor de Heere geroepen worden, dan raken we het Evangelie kwijt. En de vrede en de blijdschap voor het Evangelie.
Al waren uw zonden rood als scharlaken, dieprood tot in het weefsel toe. De kleurstof van een beestje dat leefde in het Oosten. Al waren ze rood als scharlaken. Ja dat zijn ze in dat verknipte leven van mij. Ze zullen wit worden als sneeuw. Staat dat er? Ik had gedacht dat de hand van de Heere zou uitschieten. Dat Hij zou veroordelen. Maar Hij roept mij bij Zich als een moeder. Kom eens bij me.
Hoe ligt dat in je leven? Kom eens hier. Zie je hoe je de zonden toch eigenlijk koestert? Hoe je de zonden aan de hand houdt terwijl je tegelijkertijd Mij probeert te dienen. Hoe je je leven verknipt hebt en ondertussen de zonden vasthoudt.
Gemeente het zal tot je doordringen. Daar doen we de Heere verdriet mee, dat hart van ons dat niet buigen wil. En dat zomaar doorleeft. Dan Gods barmhartigheid ontmoeten, Zijn vergeving en mededogen. Zo verrassend en zo onverdiend. Kan dat toch?
Dat kan omdat Hij Zijn lieve Zoon heeft gegeven tot in de dood om voor onze zonden te sterven. Dan gaat dat gesprek en in dat gesprek met God voor die rechtbank over Hem. Dan kunnen we bij Hem terecht. De Heere Jezus Christus.
En de Heere zegt: heb je Mijn Zoon gezien? Die de toorn over de zonden heeft gedragen. Ik heb Hem gegeven voor zondaren. En wij zeggen: ik begrijp het niet. Maar Zijn liefde trekt mij en Zijn bloed verzoend me. Dan worden we het met God eens, over Zijn Zoon, de Heere Jezus Christus.
En tegelijk kunnen we niet op gelijke voet verder. God dienen en op tegelijk op allerlei eilandjes leven. Dat kan niet. De Heere vergeeft niet onze zonden om ons oude verknipte leven voort te zetten. Was u en reinig u zeg de profeet. Zou je anders willen als je iets van de vergevende liefde van de Heere hebt geproefd en begrepen? Dan kun je toch niet verder op die eilandjes leven, dan wordt ons leven bij elkaar gebracht.
Om hier en morgen en overal de Heere te dienen. Niet zonder strijd, niet zonder teleurstellingen. Niet zonder vrienden te verliezen soms. Maar hadden we verwacht dat het anders zou zijn? Maar leven in de gunst van de Heere. Gemeente zo het Evangelie te verstaan dan gaat er toch iets veranderen. In je leven. In de familie, gemeente, zakenleven, omgang man en vrouw, jongen en meisje, en de zondags krijgt iets feestelijks.
Niet omdat we anderen ontmoeten, ook al kan dat een feest zijn en niet zonder betekenis. Maar vooral omdat die vreugde te maken krijgt met dat diepe, dat onverdiende, de liefde van God voor mij. Terwijl heb ik dat helemaal niet verdiend heb. Wat een zegen om als gemeente oneer het Evangelie op te trekken. Die God die weleens een kleed wegtrekt. Die God die wijst op onze lieve Zoon. Heere, verenig ons hart tot de vrees van Uw Naam.
Amen.
Zondag 12 november 2023 – Zuiderkerk Putten, Holland – ds. G.C. Klok – Schriftlezing Jesaja 1 vers 1-20