De vergeving van de moordenaar aan het kruis is de kern van het Evangelie

Aan het kruis op Golgotha hoort de ene misdadiger die met Jezus gekruisd wordt Jezus bidden ‘Vader vergeef het hun want zij weten niet wat zij doen’. Na zijn vloeken valt hij stil en wendt zich door de Heilige Geest geleid tot Jezus met de smeekbede of Jezus aan hem wil denken als Hij in het Paradijs is gekomen. Jezus verhoort zijn gebed en geeft veel meer dan hij vraagt. Hoeveel keren het Evangelie in zijn bekeringsgeschiedenis door de Heilige Geest is gebruikt om eeuw na eeuw daarna als er gepreekt werd over deze Zaligmaker, dat de Heere het gebruikt heeft voor anderen? Wat een vrucht!

Lukas 23 vers 39-43: ‘[39] En een der kwaaddoeners, die gehangen waren, lasterde Hem, zeggende: Indien U de Christus zijt, verlos Uzelf en ons. [40] Maar de andere, antwoordende, bestrafte hem, zeggende: Vreest u ook God niet, daar u in hetzelfde oordeel zijt? [41] En wij toch rechtvaardiglijk; want wij ontvangen straf, waardig hetgeen wij gedaan hebben; maar Deze heeft niets onbehoorlijks gedaan. [42] En hij zeide tot Jezus: Heere, gedenk mijner, als U in Uw Koninkrijk zult gekomen zijn. [43] En Jezus zeide tot hem: Voorwaar, zeg Ik u: Heden zult u met Mij in het Paradijs zijn’. [grondtekst Grieks]

Gemeente, jongelui, het is alleen Lukas die deze geschiedenis van die berouwvolle crimineel, moordenaar beschrijft. Waarom? Waarom moest dit in de Bijbel komen staan? Wat denk je? Toen ik dat ooit aan een catechisant vroeg was hij er snel uit: ‘zodat iedereen weet dat je op het laatste moment nog gered kunt worden’. Zal het niet ontkennen. Op het laatste moment nog bekeerd. Door de Heilige Geest samenkomt in het hart. Na de dood het leven bereid. Niet alleen dit. Gevaarlijk om zo de Bijbel te lezen. Alleen die teksten gebruikt om God uit handen te blijven en uit te stellen.

Zo vroeg ik ook eens aan jongeren naar aanleiding van de gelijkenis van de rijke man en de Lazarus, wie zou je willen zijn? ‘Hele leven rijke man en bij sterven Lazarus’. Echt berouw nooit te laat maar laat berouw zelden voorkomt. Luisteren niet alsof ons leven ervan afhangt maar omdat. Zo luisteren we naar het Woord van de Heere. Gaat om leven en om dood. Niet allereerst over een zondaar die zich ter elfder uur bekeerd en naar de Hemel mag.

Kern van het Evangelie van Lukas. Jezus Christus gekomen die gekomen is om zoeken en zalig te maken dat verloren is. Christus in Zijn sterven oog heeft voor iemand die wij niet eens zien zitten, zien hangen. Samenvatting van het Evangelie van Lukas. Treffende illustratie heeft alleen Lukas geschreven over de ommekeer van Levi, Zacheüs zag in de boom, zo zag Jezus hier de man aan het kruis. Hij heeft oog voor het verlorene. Grote gedachten van Christus. Juist als je denk hoe kom ik uit die warboel van het leven, modder van de zonden. Opdat vanmorgen zou horen: Jezus zoekt naar jou. Niemand kan zeggen dat hij te slecht is. Dat is vloeken tegen het Evangelie. Misschien is de grootste reden wel als wij onverzoend door het leven gaan, dat het komt omdat wij te goed voor Hem zijn. Dan begrijp je ook niet de ernst van de kruisdood. Herken je je in de mannen die geen Verlosser aan het kruis zien hangen maar een verliezer. Die denken dat het afgelopen is. Die Jezus nodig hebben voor eigen gedachten. Hem nodig om hier je koninkrijkje op aarde te bouwen en Hij doet dat niet. En Hij wordt zoals dat hier gepreekt is afgeschilderd als de lijdende Knecht. Wie heeft de prediking van de Heere geloofd? Vanmorgen wordt u opgeroepen te geloven. Juist als Christus, let op, schittert als de Koning, als de Verlosser aan het kruis. Helemaal niet vanzelfsprekend. Hoor je bij de Joodse leiders: anderen heeft Hij verlost, Zichzelf kan Hij niet verlossen. Geldt niet voor hen. Hij past niet, andere verwachtingen. Soldaten ook niet. Als dit nu een Koning is, macht aan Hem gegeven. Zoveel over gesproken, als u dan de Christus bent, verlos dan Uzelf. Hoe aangrijpend naast Jezus aan het kruis links en rechts, vlak voor hun dood, ja ik spreek in meervoud, Lukas schrijft van één maar de andere evangelisten schrijven dat ze beiden hebben meegedaan, gespot. Dan hang je voor de hel en de enige die de deur naar de Hemel opent ontvangt geen aanbidding maar laster. Als u dan de Christus bent. Het zal toch waar wezen! Zo verlos Uzelf en ons.

Wat zijn dat voor mannen? U zei net moordenaars, criminelen. Dat is misschien nog wel het meest ongelukkig uitgedrukt. Moordenaars, kwaaddoeners, rovers. Wat zijn het voor mannen? We weten van Flavius Josephus dat er in die tijd een groep ijveraars, de Zeloten geweest zijn en elke keer stuk voor stuk als hij over ze schrijft noemt hij dat rijtje: bandieten, rovers, moordenaars. Evangelisten hebben dit overgenomen. Vrijheidsstrijders. Joodse mannen. Kennis van de Thora. Niet zonder God of gebod opgevoed, integendeel: zwaar religieus. Schuwden geen enkel middel om hun doel te bereiken. Zelfs een moord plegen. Even over nadenken. Je werd niet zomaar gekruisigd. Zelfs voor een moord niet en al helemaal niet voor diefstal. Was een politieke daad te kunnen stellen als afschrikwekkend voorbeeld. Wie opstaat tegen het Romeinse gezag wordt aan het kruis gelijk gemaakt. Niet doen dus. Dat is de reden dat Pilatus een bordje op het kruis van Jezus plaatste met de woorden ‘De Koning der Joden’. Nadrukkelijk in Romeinse en Griekse letters ook genoteerd. De Joden wilden dat niet. Juist op dat punt won Pilatus het van ze gewonnen. Zich niet laten manipuleren. Doorgezet: wat ik geschreven heb dat heb ik geschreven. Want Pilatus kon het niet uitleggen aan de keizer als hij zomaar om een intern conflict tussen Joden onderling, als Koning der Joden daar hing, werd hij de baas van die twee andere kruiselingen. Gekomen tot het Zijnen en hebben Hem niet aangenomen. Hebben gekrijst: kruis Hem. Zo verblind. Weg met Hem. Hoe blind kun je zijn? Ze willen Hem allemaal van het kruis hebben. Een die laat zien dat Hij de macht heeft om van het kruis te komen. Hoe blind kun je zijn? Gode zij dank is dat niet gebeurd. Het waren niet de spijkers die Hem aan het kruis hielden maar Zijn liefde tot Zijn Vader en verloren zondaren. Ik hoop dat dit helemaal nieuw wordt, ogen open gaan. Heere Jezus dat u daar bent blijven hangen tot Uw dood. Dat geeft mij het recht, het genaderecht om in het geloof tot U te komen.

Hoe blind kun je zijn? Geldt voor de Zeloten die opgevoed waren in de Schriften. Geldt juist ook voor de upper ten van de Joodse religie die erbij stonden te spotten. Het geldt misschien ook voor ons. Heel Jesaja 53 door gepreekt de laatste weken, erin meegenomen door uw predikant. Hart van het Evangelie. Rechtvaardiging van de goddeloze. Door dat ene Lam, Jezus. Die sprak toen Hij had kunnen zwijgen en zweeg toen Hij had kunnen spreken. En is u nog wat opgevallen? Is Hij u lief geworden? Bent u uw zonden kwijt? Is uw twijfel gesmoord. In dat machtige eenzijdige werk van God waarin Hij Zijn Zoon zond. Opdat een ieder die in Hem gelooft niet verderve maar het eeuwige leven hebbe.

Uitgerekend die ene moordenaar aan het kruis die ziet het. Stel het je voor. Verstikkende pijn. De kruisiging is op zo’n wijze bedacht dat je er zo lang mogelijk over doet om aan je eind te komen. Een folterdood. Eerst ben je aan het vloeken. De pijn, de teleurstelling, al je plannen in duigen. Gewaagd om een moord te plegen om dat Israël dat je zo lief is vrij te krijgen. Voor het gerecht gesleept. En daar hang je dan. Deze man, ik weet het niet, heeft ongetwijfeld tot God gebeden. Liefde tot het vrije Israël. Maar alles ligt in duigen. Staat op het punt om God te ontmoeten. Hap naar adem. Verknoeide leven gaat aan je voorbij. En nog maar een paar slopende uren en dan sta ik voor de Rechter. Ineens val je stil.

Het staat er niet bij. Ik zou het graag ook willen weten. Ik ben geschoold en geroepen om het Woord uit te leggen maar niets erin te leggen. De Heilige Geest opent gesloten ogen, harte die keihard op slot zitten openbreekt. Jezus aanprijst. Als je zo in deze geschiedenis leest, dan vallen een paar dingen op. Wat aan vooraf? Heeft hij het dan als enige gehoord? Te midden van al het tumult op Golgotha? Van spot. Ik stel me zo voor dat hij zijn laatste vloek geuit heeft en stilvalt, en dan denkt: hoor ik dat nu goed? Of hij links of rechts hangt staat er niet, rechts klinkt beter maar niet gezegd. Bidt Hij nu echt? Hoor ik dat nu goed? Wat bad Jezus? Vader zendt vuur, verteer deze zondaren. Nee! Zou het vreemd geweest zijn? Niet als je op de zondaars let, wel op de Heere Jezus let. Hem zo anders leren kennen. Hij is niet gekomen om ons te verdelgen maar te behouden toch. Die ene Zeloot, die opstandeling, hij heeft het gehoord. Ongetwijfeld. Vader. Wat zegt Hij? Vader vergeef het hun want zij weten niet wat zij doen. Dat wil niet zeggen dat de Heere Jezus de onwetendheid van al die mensen die dit niet zien gebruikt als een excuus. Alsof de Heere Jezus hier bidt wilt u alle zonden die hier plaatsvinden vergeven dat al hun zonden vergeven zijn en dat later een Romeinse soldaat voor de troon van God staat en dan zegt: o zijn mijn zonden vergeven, nooit geweten. Nee, het Griekse woord voor vergeving wat hier wordt gebruikt, betekent veel meer uitstel van oordeel. Hij bidt om genadetijd. We zien het hier. Voor deze ene man, de moordenaar aan het kruis. En later op de Pinksterdag, dan zegt Petrus tegen de Joodse mannen dat zij het waren die Jezus gekruist hebben. Deze man hoort dat Jezus bidt dat hij niet weet wat hij doet en beseft ineens wat hij doet. Soms heb je dat hè.

Ik was altijd onder de indruk van de grote handen van mijn Vader. Ontzag voor. Vooral omdat hij ze niet gebruikte. Maar lang niet zoveel als voor zijn ogen, zijn liefde. Dan kon het gebeuren, helaas te vaak, dat je dacht: wat moet ik voor smoes verzinnen zodat ik geen straf krijg. Als je ’s avonds veel te laat thuis kwam, was een lampje aan en zat pa daar in de stoel. En elke keer hoopte ik weer jongens als ik geen excuus had dat hij uit zou vallen tegen mij, zou laten gaan en me flink beet zou pakken want dat deed lang zo’n pijn niet als die blik vol liefde, onvoorwaardelijke liefde. Jongen, waarom kan ik je niet vertrouwen? Wat heb ik je gedaan? Wat heb ik je gevraagd? Was het zo erg om daarin te gehoorzamen? Dat dat binnenkomt. Ook in de verkondiging van het Woord. Je verwacht een klap, een veroordeling. Anderen zeggen: valt wel mee. Nee valt niet mee. Tegen heiligheid van God gezondigd. Liefde veracht. Een klap verwacht en het Evangelie krijgt. Vergeving.

Deze moordenaar valt stil. Gaat niet langer in debat wie Jezus is. Of Hij de Messias is. Hij wordt getroffen door het gebed van Jezus. Treft hem dieper dan de langste spijker in zijn hand. De liefde van Jezus kan je als een mokerslag behandelen. Dat je beseft waar je mee bezig bent. Wat een zegen als je dan verliest van Hem, van die meesterlijke liefde. Met al je vuile zonden voor God staat en niets meer overhoudt. Wat een taal spreekt Christus dan. Zo onvoorwaardelijk, zo ruim. Hij bidt niet om het vuur maar om uitstel van dat vuur.

De moordenaar aan het kruis hoort Jezus bidden. Dat komt binnen. Dat merk je meteen. Wat zegt hij dan? Hij denkt aan zijn makker in het kwaad. Vrees jij ook God niet. In hetzelfde oordeel.

Het is niet uit straks. Dan begint het pas. We staan voor een andere rechtbank. En wij met ons verleden, hebben alles te vrezen, gaat nooit meer goed komen. Meervoud. Vrees jij ook God niet, enkelvoud. Wij ontvangen straf waardig naar wat we gedaan hebben. Ziet zijn nood. Erkent zijn straf. Eigent het zich toe. Ik heb gezondigd, ik sta erbuiten. Maar deze Koning, Hij heeft niets onbehoorlijks gedaan.

Wonderlijk hè die ommekeer. Misschien meer geweten van Christus? Een ding geen misschien. Dat hij straks mee mag naar huis. Wonderlijk als je die ervaring mag hebben. In de details van het gesprek, Heere werkt verschillend en wonderlijk. Zondekennis. Zo vreselijk de zonden is, wat je doet en niet doet. Zoveel kennis dat je Jezus nodig hebt. Dat is genoeg. Anders valt het wel mee, beetje oppoetsen, bij mensen voor de dag komen. Dan niet genoeg. Maar als je zo verpletterd wordt wat God eist en jij niet hebt, liefde van Jezus ziet. Vader Ik wil sterven voor hem en haar. Mee naar huis nemen. Als je dat beseft zo genoeg aan Jezus.

Letterlijk zegt hij: deze is nooit van zijn plek geweest. Wat een zegen voor weglopers. Ook vanmorgen. Moet zeggen: zo vaak van mijn plek. Geschapen om God te loven. En wat doe ik? God en naasten kunnen op mijn afschuw rekenen. Deze man. Hoor dan. Hier is een volkomen Zaligmaker. Hij maakt het verschil. Geest brengt het samen. Grootste bevrijding van een verwrongen mensenleven. Op Goede Vrijdag beseft, daarom ben ik zeker van Uw liefde ook voor mij. Hoef je niet voor aan het kruis te hangen. Ook aan de voet van het kruis staand.

Misschien ga je stoer naar huis. Niemand ziet wat aan je. Maar toch denkt het is toch wat. Voor het goed en wel Pasen is geworden alweer aan Hem voorbij. Niet doen. Kom tot Hem. Hij wast en reinigt. Of ben je te goed en kun je zonder Hem? Jezus Christus is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren is. Doorboorde hand. Leg daar je verloren hand in, je verlopen leven. Hier hebt U het. Alles wat niet kan bestaan voor U. Mag ik Uw heiligheid, gezindheid? Hij biedt een Middelaarshand. Hij geeft geen schouderklopje als dat ze beter zijn dan anderen. Niet: ik dank u dat ik niet ben als die en die.

Herkent iets van die man: O God wees mij de zondaar genadig. Hand tot hem uitgestoken. Door zoveel mensen weggeslagen. Durf jij belijdenis te doen? Ga jij aan het Avondmaal. Die hand neemt Hij aan. Van een tollenaar, van een prostituee. Hand van verloren zoon neemt Hij aan. Die hand neemt hij aan.

Boer die een aantal puppies te koop had. Wilde ervan af maar niet voor niets. Hij sloeg een paal in de grond met een bord aan de weg: vier puppies te koop. Toen hij nog maar half klaar was stond er een jongen bij hem. Hoeveel kosten de puppies? Hoe verkoop je nee aan een paar ogen van een kind? Veel te duur voor jou. Die kun jij niet betalen. Kijken kost niets. Even naar het hok. Later terugkomen met papa en mama en als je dan gespaard hebt, dan kun je ze misschien kopen. De boer roept de puppies. Vier komen naar het hek van het hok rennen. Jongen kijkt. Kijkt goeden ziet er vijf. Een vijfde achterin het hok. Veel kleiner en minder goed dan die andere vier.

De jongen wijst naar dat hondje. Is die ook te koop? Nee, niet te koop. Wie wil die nu hebben? Gaat niet oud worden. Mag ik hem dan hebben voor niets? De boer begrijpt het niet, waarom wil je die dan hebben. Trekt het ventje z’n broekspijp omhoog. En die boer ziet een speciaal op maat gemaakt schoentje en een beugel aan zijn been. En het jongetje zegt: hij heeft iemand nodig die bij hem past. Aangrijpend verhaal van onvoorwaardelijke liefde.

Hoeveel te meer Jezus die Zijn hand uitstrekt naar mensen. Wat moet u daar nu mee? Die wordt niet oud. Die kan weinig vruchten meer voortbrengen. Deze man heeft iemand nodig die bij Hem past. Dat wil zeggen: die met Zijn bloed alles goed maakt. Hebt u zo’n Christus nodig? Gemeente, er is er maar Eén. Deze Christus laat zich vertonen.

Ik heb deze preek ooit geschreven als kandidaat als een zogenaamde proefpreek. Dat wil zeggen dan moet je zo’n preek in een bepaalde gemeente houden. Familie bij. Eerste versie, gaandeweg verandert er wel wat. Een vrouw zei: met een ding ben ik het niet eens. Dat Jezus maar weinig maar weinig aan deze man, de moordenaar aan het kruis, gehad. Heere heeft recht op heel ons leven. Ook jeugd. Want weet u hoeveel keren het Evangelie in zijn bekeringsgeschiedenis door de Heilige Geest is gebruikt om eeuw na eeuw daarna als er gepreekt werd over deze Zaligmaker, dat de Heere het gebruikt heeft voor anderen? Wat heeft deze man een vrucht mogen hebben. Als dat vanmorgen deze dienst mag zijn. Dat je tot verandering komt. Niet door deze man maar door hoe Jezus met deze man omgaat.

Scheidslijn loopt door de gemeente heen. Dit is niet vrijblijvend. Of voor Christus komen of voor eigen rekening. Of je behoort Hem toe of niet. Een reuke des levens ten leve of een reuke des doods ten dode. Allebei een armlengte van Jezus verwijderd. Allebei hetzelfde gehoord. Even dicht bij Jezus. Dezelfde achtergrond. En de een mag naar Huis en de ander blijft voor eeuwig buiten. De een gaat biddend omhoog en de ander vloekend ten onder. Overal waar Jezus wordt gepreekt komt er onderscheid. Of je belijdt of je verhard je. Laat het niet zo zijn vanmorgen dat het ons betreft. Dat we liever moeilijker willen horen. Allerlei stadia door moeten gaan. Als je op zo’n grote zaligheid geen acht gegeven hebt en keurig geleefd. Hersteld hervormd, tegen vertalingen, altijd als vrouw keurig hoed op gehad. Denkt u dat dat telt? Wat een zegen als het tot Zijn eer geleefd hebben vrucht was. Om Uw Zoons wil kan en mag ik hier staan en mag ik ingaan.

Het geloof van deze man, hoe vast hij aan het kruishout zat, ging uit naar Jezus. Heere gedenk mijner. Psalm 106 vers 4. Gebed op sterfkruis misschien wel het gebed dat hij van zijn moeder had geleerd. Of maak ik het nu te emotioneel. Ruwe bonken breken als het gebed van moeder later in hun leven terugkomt. Heere, gedenk mijner. Dat is ook niet veel. Is dat nu alles? Ook niet veel. Het enige wat hij vraagt, heel bescheiden maar beslist. Dan komt het. Als u in Uw Koninkrijk gekomen bent. Hij ziet het. Hier gaat een moordenaar naar de Middelaar. Zijn hart gaat naar de Koning. Hij bidt niet: haal me van het kruis. Ik las ergens: op dit moment als hij dit bad zat Hij meer aan Jezus vast dan aan het kruis. Als de verloren zoon: Vader ik ben het niet meer waardig. Als U thuis bent, wilt u nog eens aan mij denken?

Hij krijgt ook antwoord. Hij krijgt veel meer dan hij vraagt. Meer dan verwacht. Volgens de Joden zou het Koninkrijk van God pas aanbreken bij de opstanding uit de doden. Dan pas. Dat verwacht deze misdadiger ook. Maar hij krijgt eerder dan verwacht en gehoopt de zaligheid. Jezus zei: tot Hem.

Samuel Rutherford [1600-1661] : nooit ging iemand verloren met het aangezicht naar Jezus gewend, nooit heeft iemand een beroep op Zijn genade gedaan al is het maar een beroep op Zijn gedachten. ‘Denk toch aan mij in genade.’ Jezus zegt het Amen voorwaar zeg Ik u: heden zult u met Mij in het Paradijs zijn. Hoort u hoe de Heere Jezus hier spreekt met majesteit. Jezus ondergaat hier geen nederlaag. Het gaat hier omhoog en wel meteen.

Gemeente, als wij naar huis gaan dan mag u naar huis gaan met de samenvatting. Jezus neemt de zondaars aan. Mag het dan ook nog een spade dieper. Geloof persoonlijk. Dieper dan de kruispaal. O Jezus neem Mij aan bij het kruis van Christus. Zo mag deze man mee. O ja hij hangt straks ook nog even in de duisternis. Hoort hij hoe zijn zonden worden beboet. ‘Mijn God Mijn God waarom heeft U Mij verlaten?’ Maar Jezus heeft zijn zonden dicht gekust. Amen, ik zeg u: Ik voor u. Ik voor u en daarom jij met Mij. Uitzien naar het Paradijs. Klinkt al iets van de nieuwe aarde. Tabernakel Gods bij de mensen. God bij Zijn volk zal zijn. Gemeente, ik dacht, al kan ik de gedachten van engelen niet weten, toen die soldaten kwamen en de benen braken van die man, toen zijn de engelen gekomen om zijn ziel van het kruis mee te nemen. Wat zullen die engelen verbaasd én verheugd zijn geweest. De ogen breken van die man. Leven uitgeslagen en de dood in. Dan komen de engelen, met zijn ziel onder hun vleugels naar de Hemel gevlogen. Misschien verbaasd over deze man. Ik geloof dat de verheuging heeft overheerst boven de verbazing. U hebt hem Gode gekocht met Uw bloed.

Ik eindig met de woorden van artikel 26 Nederlandse Geloofsbelijdenis. Juist voor hen die weten dat God begonnen is en soms in het donker leven. Ik ellendig mens. Het is bepaald het Paradijs nog niet zolang die oude mens er ook bij is. Hoor dan. Deze Middelaar die de Vader ons heeft gegeven tussen Hem en ons moet ons door Zijn grootheid niet verschrikken om ons een Ander te doen zoeken. Want er is niemand in de Hemel noch op de aarde, onder de schepselen die ons liever heeft dan Jezus Christus. Amen.

 

Vrijdag 30 maart 2018 [Goede Vrijdag] – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. F. Van Binsbergen [Schoonrewoerd] – Lukas 23 vers 39-43