Na de opstanding uit de doden heeft de Heere Jezus Christus Zich veertig dagen lang op aarde geopenbaard aan de Zijnen. Hij is verschenen aan de discipelen en de vrouwen. De discipelen had Hij beloofd dat Hij hen voor zou gaan naar Galilea. Als Petrus besluit om te gaan vissen en de anderen volgen maar die nacht niets vangen, dan is het de Heere Jezus die op de oever verschijnt. Maar Hij openbaarde Zich niet pas toen Johannes Hem herkende. Hij is er vanaf het begin in betrokken. Hij is de grote Regisseur. Hij zorgt ervoor dat de ervaren vissers de nacht over vissen maar dat er geen enkele vis, niet een!, in het net komt. En als dan het roer overneemt, dan is er een grote menigte van vissen. Hem is gegeven alle macht op hemel en aarde. Hij gaat door met Zijn kerkvergaderend werk. Als wij de netten uitwerpen dan zullen de netten alleen worden gevuld als het Zijn wil is.
Johannes 21 vers 3-7a: ‘[3] Simon Petrus zeide tot hen: Ik ga vissen. Zij zeiden tot hem: Wij gaan ook met u. Zij gingen uit, en traden terstond in het schip; en in dien nacht vingen zij niets. [4] En als het nu morgenstond geworden was, stond Jezus op den oever; doch de discipelen wisten niet, dat het Jezus was. [5] Jezus dan zeide tot hen: Kinderkens, hebt u niet enige toespijs? Zij antwoordden Hem: Neen. [6] En Hij zeide tot hen: Werpt het net aan de rechterzijde van het schip, en u zult vinden. Zij wierpen het dan, en konden hetzelve niet meer trekken vanwege de menigte der vissen. [7] De discipel dan, welken Jezus liefhad, zeide tot Petrus: Het is de Heere!‘.
Jezus openbaart Zich aan de zee van Tiberias
Gemeente het ligt misschien wel voor de hand om vanmiddag als we beginnen bij vers 3 om dan maar te beginnen met degene die doorgaans vooraan loopt. Simon Petrus. Toch hij is het onderwerp, jawel van vers 3 maar niet van het hoofdstuk. Weet je nog hoe ik het aankondigde, ik doe dat nadrukkelijk. Het is niet het Evangelie van Johannes. Naar Johannes als je het oud wil zeggen. Niet Johannes en Petrus zijn de hoofdpersonen. Als de vraag gesteld werd waar het over ging, beter nog de vraag om wie het ging, het gaat om de Heere Jezus.
Om de schat te openen heb je de sleutel nodig. De sleutel geeft de Heilige Geest ons ook. Johannes 21 vers 1. Lees maar mee. En Hij, Jezus, openbaarde Zich aldus. Iedere keer als Hij verschijnt leren de discipelen of vrouwen iets nieuws van Hem. Het is een terug verwijzing naar wat Hij deed en heen wijzing naar wat gaat komen. Jongeren, misschien zeg je ik vind het moeilijk met die sleutel. Openbaren. Wat is dat?
Ik zal het voorbeeld geven. Binnenkort is het moederdag. Helaas mag je niet op school nu iets maken voor je moeder. Cadeau voor mama, of als opa of oma jarig is. Als het klaar is op school zeg je dan: stop maar in de tas. Nee, zullen we het inpakken? Ja! Dat spannende moment. Als het papier eraf getrokken wordt. Is dat voor mij? Dat het er langzaam eraf getrokken wordt. Ik denk dat mama nog meer blij is met jouw ogen te zien, dan wat erin zit. Dat moet mama je straks maar even uitleggen.
Dat gebeurt hier ook. Bij vers 7 ziet Johannes de Heere Jezus. Niet dat Hij er eerst niet bij is. Hij is er vanaf het begin bij. Hij begint Zich al bekend te maken. Ook als Petrus zegt: ik ga vissen. Daar werkt Hij in mee. Ik zal jullie voorgaan naar Galilea en daar zien. Hij laat ze een nacht niets vangen. Ze moeten wel het water op. Als je de sleutel laten liggen, dan krijg je hele discussies. Zoals verklaarders. De een zegt: ongeloof, hij ging zijn oude leven weer op. Nee, zegt een ander. Ze moesten toch eten? Klinkt ook wel aannemelijk. Het staat er niet, het hoeft ook niet. Johannes heeft het al gezegd: Jezus maakt Zich bekend.
Waarom niet? Als je het leest vanuit de sleutel van vers 1, Jezus maakt Zich bekend. Dan brengt bij een toepassing. Als een beslissing moet worden genomen die grote consequenties kan hebben. Dan hoor je nog weleens dat mensen afwachten op een hele bijzondere toestand. Maar de gewone weg waarin Christus Zich openbaart in het leven van de Zijnen is dat ze doen waarom ze geroepen zijn. Niet met een boekje in een hoekje zitten, dat hoeft niet. Als Petrus zegt ik ga vissen dan heeft hij dat gewoon te doen. Maar dan wel in het diepe besef dat Christus Zich zal openbaren in dat gewone leven. Geloven we dat nog?
Dat als wij op de plaats waar de Heere ons riep, dat daar dan al leiding inzit. Dan alleen maar onze ogen hebben te houden naar waar en wanneer het gebeurt. Dat Hij de in onze ogen zulke gewone beslissingen die wij nemen gebruiken kan om ons te brengen bij hoe Hij ons hebben wil. Ik hoor het weleens mensen vragen in het gebed: Heere, wilt u ons toch ons leven leiden. Ik denk wel te begrijpen wat ze daarmee bedoelen. Namelijk: wie ben ik dat de Heere dat wil. Dat klinkt een toon van verootmoediging in door en die siert ons allen, ook na ontvangen genade. Maar er kan ook een misverstand in sluipen dat de Heere alleen ons leven wil leiden als wij daarom vragen. Maar wist u dat de Heere ons leven al vanaf de geboortestond heeft bepaald en leidt of wij Hem nu kennen persoonlijk of niet. Hij laat de zon opgaan over rechtvaardigen en goddelozen. Er gaat niets wat buiten Zijn hand en hart en wil omgaat. Ik las ooit ergens: als het goed is speelt de Heere geen enkele rol in ons leven. Ik dacht, wat gaan we nou krijgen?! Maar er stond nog wat achter. Hij is de Regisseur! Wij kunnen Hem niet toebedelen, ach Heere wilt u daar nog wat en daar en de rest voor onszelf. Nee!
Zo wordt er ook weleens gebeden: wilt u met ons meegaan. Dat Hij mag volgen. Nee, dat wij volgen. Als je het niet begrijpt. Open mij de ogen voor Uw wil. Ook als je het niet begrijpt. Petrus kan wel gaan vissen met de anderen. Die nacht vangen ze niets. Wat een wonder. We noemen het vaak de wonderbare visvangst. Nu is het de wonderbare lege netten. Dat is een wonder. Wie heeft hier de regie? En Jezus openbaarde Zich aldus. Het beste moment in de nacht omdat dan de vissen aan de oppervlakte komen. Deze mannen vangen niets, waarvan er tenminste drie het van vader en opa hebben geleerd. In het vissersbedrijf geleerd. Die weten wat ze moeten doen, hoe ze vissen moesten vangen. Ook niet net niet, helemaal niet. Niet een, niets iets. Het net blijft leeg. Geen vis gaat het net in. Het net blijft leeg. Daar is maar een verklaring voor. De Zoon sprak. Het bevel van Zijn mond bepaalt de gang van de zee. Hij openbaarde Zich bij lege netten. Hij wil op een bijzondere manier duidelijk maken dat ook al ben je op het beste moment van de vangst, dat je soms een leeg net nodig hebt. Om geoefend te worden in afhankelijk. Op de plaats waar de Heere riep op Zijn tijd zal vangen.
Drie jaar geleden op dezelfde plaats. En als ze uitgaan om vissers van mensen te vangen. Ze zullen weerstand krijgen. De macht is niet bij hen of de mensen, maar bij hen aan de oever. De Heere is niet pas Heere als Johannes Hem ziet. Hij regeert de vissen en de vissers. Het zijn niet de slechtste momenten van lege netten, al is het vlees wat je zelf graag wilt, voor het vlees is het pijnlijk. Het leek de beste tijd. We moeten toch ook middellijke wijs doorgaan. Daar waar Hij had gezegd: Ik zal u voorgaan. Daar is die oefening straks voor Pinksteren. Als ik kleiner wordt gaat Hij wassen, groter worden.
Zoals dat kleine meisje op de fiets. Die zwaaide naar boven. Roosje, waarom zwaai je naar de wolken? Nee, mama! Ik zwaai naar de Heere. Maar die kan je toch niet zien? Maar Hij ziet mij wel! Dat eenvoudige geloof zo uit een mond van een kind te horen. Ik ervaar u niet, ik merk U niet op. Zo kunnen er vele beproevingen, worstelingen zijn. Hij ziet u wel. Hij weet wat goed voor u is. Dan als de discipelen een hele nacht hebben geploeterd en nog niets hebben gevangen. Dan gaat daar in Israël de temperatuur omhoog. Dan is het op de valreep, als ik het zo mag zeggen, eigenlijk daar een beetje te laat voor het vangen van vis. En dan is Jezus daar op de oever. Morgenstond. Er staat meteen achteraan: doch, maar, de discipelen wisten niet dat het Jezus was.
Jongeren, de verpakking gaat er langzaam vanaf. Nog zien ze het niet. Komt het door de 200 el, en het nog duister is. Dat zou kunnen. Die 100 meter over het water weet Jezus te overbruggen met Zijn stem. Hebben ze die stem dan niet gehoord? Als bij de Emmaüsgangers en de vrouwen. De ogen zo gehouden. Als ik omringd door tegenspoed, bezwijken moet. Niet erna. Erin. Denk aan de sleutel. Ook als zij nog niet weten dat het Jezus is, staat Hij aan de oever. Ze zullen Hem pas erkennen als Hij Zich aan hen geopenbaard heeft.
Ze kunnen alleen uit Hem straks de volkeren tegemoet. Door de kracht van Zijn Geest. Overbrugd de afstand van Hem in de hemel naar de aarde. En hen leiden in al de waarheid. Wat doet Jezus dan? Hij stelt een vraag. Kinderkens, hebt u enige toespijs? Heel Vaderlijk. Heb je niet iets voor op brood, een klein visje. Waarom vraagt Hij het? Omdat Hij het niet weet dat het niet gelukt is. Zou u, ouderen, Hem die u kwijt bent zo kort naar Pasen, zou Hij het niet weten? Hij en de Vader vragen altijd naar de bekende weg. Zij hebben onze antwoorden niet nodig maar wij hebben hun vragen nodig. Opdat wij het zouden leren.
De les van het leven: zonder Hem lukt het ook niet. Jongeren, heb je nog iets voor op brood? En Jezus openbaarde Zich aldus. Ook vanmiddag hier met deze vraag in Putten. Het is opvallend dat als ze straks aan wal komen, wat ligt daar klaar? Kolenvuur, brood en vis. Hij had hun vis niet nodig. Wat ik ook doe, het gaat pas vol worden als Hij zegt: nu is het tijd. Ze hebben deze vraag nodig. Om het eens te zijn met Hem. Als het net leeg blijft en je moet het zeggen: nee, Heere ik heb het niet. Als Hij die vraag stelt, het voelt als die vraag: hebt u Mij lief? U weet het toch. Dat ik u liefhebt. Dat ik mijn knieën kapot bidt. Voor je dochter, je oma.
Als je nog nooit iemand het willen bekeren, dan ken je geen genade. Als je er niet achter bent gekomen dat je het zelf niet kunt, dan ben je een dwaas. Kwam iemand bij Spurgeon die zei tegen hem dat iemand die beweerde door Spurgeon bekeerd te zijn maar het niet naleefde. Spurgeon reageerde: als ik heb bekeerd zou hebben, dan zou het ook niets zijn. Maar Hij preekte alsof hij mensen kon bekeren. Hij kon het niet nalaten om zo te preken als hij mensen kon bekeren. Zelfs als er mensen onder aan de voet van de kansel waarop hij stond in gebed waren voor het behoud van zielen, was het het werk van de Heere en niet van mensen.
Lege netten zijn niet altijd slecht. Als u dan vraagt: Heere, waarom vraagt u dit van mij? Dan is het soms goed dat je er zelf tussenuit moet. Ik kan niet in de Bijbel lezen dat ik het niet mag krijgen. Soms zitten we zo gevangen. Hoogmoedig ook. Nee, zeggen de discipelen. Sinds wij in Schoonrewoerd wonen beweren mijn zonen bekwame vissers te zijn met al die wateren die er zijn. In ieder geval beter dan hun vader. Ik moet altijd lachen als ze via de studeerkamer het huis naar binnen komen en de verhalen over de grote vangst vertellen. De een nog groter dan de ander. Maar soms komen ze niet aan de voorkant van het huis naar binnen, waar de studeerkamer is, maar via de achterkant. Dan hoor ik de deurpoort zachtjes dichtgaan en hebben de vishengel ergens in de hoek neergegooid. Dan weet ik dat ze niets hebben gevangen. Ik ga dan even naar ze toe. Dan kan ik het niet nalaten om te vragen: heb je nog iets gevangen?
Broeders, herkenbaar? Na het tiende huisbezoek en dan lege netten. Ken je dat jonge vriend als je voor de zoveelste keer geprobeerd hebt het gesprek aan te gaan. Nulpunt. Is dat erg? In zekere zin wel als de liefde van Christus in je hart is dan lijdt je daar onder. Maar het is juist goed, lees ik in de Petrusbrief, dat je beproefd wordt. Dat er niet een buiten het net blijft die door Hem verkoren is. Dat er niet een die in de tijd tot Hem vlucht zal worden afgewezen.
Jezus openbaarde Zich aldus. Als zij zeggen nu is het klaar, zegt Christus nu gaan we beginnen. Als de deuren gesloten zijn. Wacht maar niet af. Verwacht het niet van de bijzondere dingen. Wie trouw blijft bij uw ja-woord. De Heere doet het op Zijn tijd en wijze. Als ik dan lege netten ervaar, Heere doet u het dan maar door mij heen. Het is niet erg door midden van de beproeving heen ervaar dat ik misluk maar Hij het doet. Hij zelfs mislukkingen geeft. Zonder Mij moet het niet kunnen gelukken. Man in Lunteren, ik herinner het me nog goed. Psalm 73 noemde hij, ‘U hebt mijn rechterhand gevat’. Wilt u er weer eens inknijpen?, vroeg hij. Het wist van het werk van de Heere maar dat dan ook bij vernieuwing te mogen ervaren. Hem die gegeven is alle macht in hemel en aarde.
Het was jaren geleden dat een evangelist geroepen werd om naar een grote stad te gaan om daar te dienen. Hij ging over het water. Zag er naar uit voet aan wal te zetten. Dacht erover na welke boeken hij zou geven en wat hij zou gaan doen. Maar onderweg naar de stad verging het schip. Hij overleefde het wel. Hij spoelde met een wrakhout aan op een onbewoond eiland. Toen hij van de schamele stukken, wrakhout, nog een hut had kunnen bouwen tegen de priemende en brandende zon, toen zei hij: Heere, hebt u mij hiervoor geroepen? Ik heb alleen maar bomen waartegen ik kan preken. En na een aantal dagen waarin hij sterk verzwakte omdat er bijna geen was, ging hij voor een tocht over het eiland op zoek naar voedsel. Toen hij terugkwam ziet hij dat ook zijn hut nog in de brand staat vanwege de zon. En hij zakt in elkaar en zegt: Heere, neem mij dan maar weg, dan zal ik mij wel vergist hebben, als U nou alles afbreekt. Zo valt hij uitgeput in slaap. En de volgende ochtend wordt hij wakker van riemen, roeiriemen in het water die hij hoort. En hij ziet een sloep aankomen en verderop ligt een groot schip voor anker. En verbaasd kijkt hij die mannen aan en roept: hoe hebben jullie mij kunnen vinden? Dan roept er een vanuit die sloep. Meneer, dat was niet zo moeilijk. We zagen uw rooksignaal. Dat wat voor hem het nulpunt leek was voor God het begin. Zijn hut moest afbranden om gered te worden. Wat is deze ervaring later toen hij wel in die grote stad aankwam tot zegen geworden. Toen de deuren dicht bleven. De mooiste boeken werden weggegooid.
Het beste boek waaruit ik predik wordt voor een leugen gehouden. God zal het doen. Hij gaat op Zijn tijd wonderen werken. Zeg daarom niet te snel ik stop met opvoeden, waarschuwen, liefdevol nodigen, met het ambt. Hoe moet het verder bij die lege netten? Ja, dan komt het. Tenminste. Ja, het komt wel maar anders dan gedacht. Als Jezus Zich dan openbaart, dan komt Hij met een wonderlijk woord. Werpt u net uit aan de andere zijde. Probeer het nou eens over een andere boeg. Een alternatief. Het is maar net voor je kiest. Jullie zijn het vergeten het ook aan die kant te proberen. Natuurlijk waren ze dat vergeten, expres. Je gaat het net toch niet aan de rechterkant uitwerpen? Hoezo niet dan?
Stuurboord, daar komt ons woord stuurboord vandaan. Als je dat vergeet krijg je echt ongelukken. Dan moet je echt het roer uit handen geven. Ja, dat is wat Christus bedoelt. Met dat vissen is niets mis. En dan doen op de plaats waar Hij ze riep. Normaal gesproken zou je het nooit doen. Maar de beste Stuurman spreekt met macht. Werp het net zo dat Ik stuur. Doe uw mond wijd open en Ik zal het vervullen.
Vroeger hoorde ik weleens een preek van dominee Olie. Hij zei: als je mond wijd opendoet dan kun je niet praten. Dat is afwachten en verwachten. Geen ja-maar. U zegt dat we dan niet meer kunnen sturen. Doe uw mond wijd open en u zult vervuld worden. Werp uw net uit aan de rechterkant en u zult niet vangen, maar vinden. Daar gaat het om! Als Johannes straks zegt tegen Petrus het is de Heere, dan heeft hij Hem gevonden. Dan zegt hij niet moet je eens kijken
In de overvloed die God zegt zelfs als wij er helemaal buitenvallen, nu zien we het. Het lege net en volle net. Het Woord van Christus om te beseffen en dat te blijven beseffen dat het altijd de goede kant uitgaat als U het roer in hand hebt. Ze hebben Hem gevonden. Terwijl ze het net niet kunnen trekken vanwege de menigte van de vissen, dan zegt Johannes tegen Petrus: het is de Heere. Johannes die zo teergevoelig is. Bijzondere relatie. Johannes beseft dat Petrus Hem misschien nog wel meer nodig hebt. Petrus, heb je het gezien? Jij die Hem verloochend hebt. Jij die zei al zou ik met U moeten sterven. Heb je het gezien? Nee, niet de vissen maar Hem. Het is de Kurios! Hij die het roer in handen heeft. Hij die voor Zijn kerk zorgt. Die zorgt door de lege netten heen dat ze vrucht dragen. Ik denk dat Petrus ook heeft teruggedacht toen Hij daar naar voren stapte tien dagen daarna. Toen de Geest kwam. Geen homiletiek gehad. Wist niets van een driepuntenpreek met een goede toepassing. En alle weerstand die er kwam. En in welke taal moest hij gaan spreken met die mensen die hem niet verstonden? Nee, hij begint door de Heilige Geest te preken.
Daar worden ze gevangen. Een, twee, drie, honderd. Drieduizend! Het is de Heere die stuurt. Zendt. Trekt. Daarom is het goed. Het is niet alleen maar herhaling van eerder. Steek af naar de diepte. Dat lezen we in Lukas 5. Het gaat niet net als toen ook als Christus er niet bij is. Hij is ten hemel gevaren. Is Hij door Zijn Geest. Ik ben met u, houd aan, grijpt moed. Ook die dag dat het net leeg blijft. Jawel, uw ziel zal vrolijk leven. Daar krijg je toch vreugde in. Dat maakt vol. Dat je voor een ander gebruikt mag worden. Dat je niet tevergeefs met je vrienden gesproken hebt. Met een ander over wel en wee, de toekomst, het oordeel. Werp je net uit. In het besef: Heere, stuurt U en leidt U.
Dan is het typisch Petrus, misschien herkent u zich daar wel in. Het is typisch Petrus dat hij zichzelf in de zee werpt. Wonderlijk hè. Een hoofdstuk hiervoor vertraagde hij, ging Johannes voor. Verschil in karakters. Explosief van karakter. Het moet naar de Heere toe. Ik ga er ook mee eindigen. Het onderwijs was gericht op degene die Hem kennen maar Hem soms niet begrijpen als hun netten leeg blijven. Maar straks staat u, sta jij met mij voor de witte troon en dan komt deze preek terug.
Dan zal iedereen zeggen: het is de Heere. Maar hoe zeggen we het? Het is de Heere, maar bergen valt op ons. Wel van Hem gehoord maar niet voor Hem gebogen. Waar gaat het om? Deze zijn geschreven opdat U gelooft en opdat u gelovende het leven hebt in Zijn Naam. Dat is het doel. Buiten Hem is de eeuwige dood. Maar in Hem is het eeuwige leven. Daarom prijs ik Hem u aan, u oudere die op een afstandje blijft staan en wat moet ik ermee. Of die jongere die zegt al dat getob met die sleutel. Maar weet u wat pas armzalig is. Als u uw plezier hier in dit leven zoekt voor tachtig jaar en er achter moet komen dat het niet vult. Met werk niet, met drank niet, met seks niet, met niets niet.
En ding weet ik en daar strek ik mij naar uit. Dat ik Hem kennen en de kracht van Zijn opstanding. Zo zal ik Thuiskomen. Zo zal die schare uit de verdrukking komen. En God zal de tranen afwissen. En God alles in allen. Als dat ons leven is, dan hebben we vrede in de storm. Dan hebben we geduld bij lege netten. Als Hij onze Heere is dan gaat het altijd goed. Het net van het Evangelie is zo door de gemeente gegaan. Niet in dit gebouw maar in de huiskamers. Bent u gevangen? Als dat zo is dan bent u gered. Amen.
Zondag 19 april 2020 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten [dienst online via YouTube uitgezonden vanwege de huidige omstandigheden] – ds. F. van Binsbergen – Schriftlezing Johannes 21 vers 1-14