Op weg naar Jeruzalem het kruis op Golgotha onderwijst de Heere Jezus Zijn discipelen. Hij leest van hun gezichten af dat ze ontroerd zijn, dat ze geschokt zijn en Hij kent hun harten. Bent u ontroerd, geschokt door de uitbraak van het nieuwe Coronavirus? Wat is er toch allemaal aan de hand in de wereld? Een ding is duidelijk: wij mensen hebben het niet in de hand. De Heere Jezus wijst Zijn discipelen en Zijn kerk erop dat ze niet ontroerd hoeven te zijn. U gelooft in God, gelooft ook in Mij. Wie in Hem gelooft, heeft zicht op het eeuwige leven.
Johannes 14 vers 1-3: ‘[1] Uw hart worde niet ontroerd; gijlieden gelooft in God, gelooft ook in Mij. [2] In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen; anderszins zo zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden. [3] En zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn, en u plaats zal bereid hebben, zo kome Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt, waar Ik ben‘.
Ons hart hoeft niet ontroerd te zijn vanwege het geloof in God
Gemeente, jong en oud hier in de kerk en thuis, waar is er toch allemaal aan de hand? Die vraag komt ons sinds de laatste weken en vooral de laatste dagen bekend voor? Een ding is duidelijk: niet alles is meer te duiden maar dat wij het niet in de hand hebben dat is duidelijk. Er is er Een die op de troon zit, de Heere der heirscharen, en het niet uit de hand loopt. Maar om dat te geloven als er geen zekerheden meer zijn. Dat is niet vanzelfsprekend.
Als Jezus zegt: uw hart worde niet ontroerd. Hij heeft het op de gezichten gezien. En anders wel in hun harten en Hij wist het. Hij kent hen door en door en u en jou ook. Wat is er toch allemaal aan de hand bij de discipelen? Niet ontroerd zoals een traan wegpinken bij een vreugdevolle gebeurtenis of verdrietige gebeurtenis. Het Griekse woord heeft iets in zich van woelig gemaakt worden.
Zo staan ze voor de Heere Jezus. Drie v’s. De eerste is vertrek. Wat bedoelt u? De Heere Jezus heeft hen voorbereid op Zijn vertrek. Hij zal niet altijd bij hen blijven. Waar u heengaat kunt u mij niet vinden. Jongeren, als papa of mama zou zeggen ik ga weg en je kunt mij niet vinden. Dan ben je radeloos. Jezus zegt het tot Zijn discipelen. Zo van Hem geleerd de afgelopen jaren en zo aan Hem verbonden. Hij had gezegd: zonder Mij kunt u niets doen. En nu gaat Hij weg. O Heere Jezus als u weggaat, waar blijven wij?
De tweede is verraad. De Heere Jezus is begonnen te waarschuwen: een van jullie zou Mij verraden. Niet denken dat Petrus vooraan stond om Judas aan te wijzen en dat Johannes instemmend stond te knikken. Nee, innerlijke strijd. Ik zal het toch niet zijn? U moet erbij blijven. Want als er verraad is dan blijven wij niet een.
En dan is er ook nog die man vooral, Petrus die rots, die Hem zal verloochenen. Johannes 13 het einde. Voorwaar, voorwaar de haan zal niet gekraaid hebben eer u Mij verloochend zult hebben. Herkent u iets van die geschoktheid? In deze tijd. Bang om gezondheid te verliezen. Lijdt onder het feit dat u geliefden niet kunt bezoeken. Heere, ik heb U nodig en het lijkt wel dat U zich terugtrekt. Dat is een andere gestalte dan wij van nature hebben.
Dat hebben we gehoord uit Deuteronomium. Door de onmogelijkheid heenleidde. Door de zee. Voedsel gaf. Ze maakten er gebruik van maar bij het minste of geringste murmureerden ze. Dat horen we hier niet van de discipelen maar wel het klein geloof bij de discipelen. Bent u het? Met de weeën die nu gevoeld worden.
Als er geloofsvervolging uitbreekt in het tolerante Westen? Zou ik staande blijven staan met wat ik voor in de kerk beleden hebben? Het oordeel dat bij het huis van God zal gebeuren. Als wij alleen maar buitenkant godsdienst hebben, links of rechts, alleen vormendienst. Dan zal daar het eerste blijken: liever geen verdrukking dan wel. Zal ik het zijn die U verraden zal? En dan die verloochening. Zo vaak er tegenaan gelopen bent. Het je aanklaagt. Heere U bent het zo meer waard wanneer heb Ik van u gesproken tegen mijn kinderen? Licht verspreiden. Niet alleen maar bezig met regelen.
Uw hart worde niet ontroerd. Dat klinkt tot ons allemaal. Geadresseerd aan jou als je geschokt bent en vraagt hoe moet het verder. Het is niet bedoeld als een opgeheven vinger van een schoolmeester. Er zijn drie momenten voor Johannes 14 waar het woord beroering, beroerd op Jezus zelf betrokken wordt. Johannes 11 vers 33. Zichzelf ontroerde. Hij die wist Ik zal straks met een enkel woord mijn vriend uit de dood opwekken is geschokt van de gevolgen van de zonden. Ook Christus wist wat het is om te lijden buiten het paradijs.
Johannes 12 vers 27. Nu is mijn ziel beroerd, verward. Hierom ben Ik deze wereld gekomen. Uur van de verheerlijking op Zich af ziet komen. Als mensen is Hij ons in alles gelijk geworden. Hij heeft gehoorzaamheid geleerd, lees ik in Hebreeën. Alle dingen heiligen voor God. De derde keer in Johannes 13 vers 21. Jezus deze dingen gezegd hebbende werd ontroerd in de geest. Voorwaar, voorwaar Ik zeg u dat een van u Mij verraden zal. Ook het verraad van Judas heeft Hem tranen gekost, het heeft Hem geraakt.
Het is dus barmhartige Hogepriester, medelijdende Hogepriester die ons in de verkondiging van het Woord aanziet. Een plek om rust te krijgen en dat is aan Zijn voeten. Vanuit de werkelijkheid van het geloof hoeft je hart niet ontroerd te zijn. Psalm 73 vers 1. Alhoewel mijn voet dreigt uit te glijden, alhoewel mijn geest in mij overstept is en ik dreig te bezwijken, hoeft het hart niet beroerd te zijn. U gelooft in God. Dat zegt de Heere. Hij kent de Zijnen. Hij weet van het werk van God in hen. Hij weet van het geloof in hen.
Dat is eenvoudig. Wie heeft gezegd dat het ingewikkeld is? Maken wij dat er niet van? Wat is geloof? Het Griekse geloof dat Johannes gebruikt betekent vertrouwen en erkennen. Wel alles van jezelf verliezen. Deze ogen niet. Maar ogen van je ziel geopend worden. Zicht kan weleens vertroebeld zijn. Maar de Heere weet die werkelijk in God geloofd, die hoeft niet ontroerd te zijn. Wie is God? Wie is Hij? Habakuk heeft het al gezegd. Te rein van ogen bent U, Heere. Ik doe een werk in uw dagen. En wat heeft Habakuk door de crisis heen van de Heere geleerd toen hij het bord aan de weg sloeg? Het zal voor een tijd zijn.
Een bestemde tijd. En als Hij zal komen, verwacht Hem. De rechtvaardige zal door het geloof leven. Dat geloof dat rekent met God. Je kunt van de discipelen zeggen wat je wil. De Bijbel is er eerlijk over. Zelfs een van de discipelen kon Hem verraden. Of zelfs die discipel die een rots was kon Hem verloochenen. Wie in God gelooft valt nooit uit Zijn hand. Wie met God blijft rekenen hoeft niet geschokt te zijn, het mag wel.
Deuteronomium. Keken met de ogen. Land van melk en honig. Geschokt. Het gaat de verkeerde kant op. De Heere haat ons. Nee, zegt Mozes. De Heere was er voor u als een Man die Zijn Zoon draagt de gehele weg. Hij heeft u gedragen, de weg gewezen. Hij is voor u op de weg gaan wandelen om voor u een plaats uit te zoeken waar u zich kunt legeren. In de nacht in de vuurkolom, overdag in de wolkkolom. Gelooft u dat? Dat God macht heeft uw leven, uw kracht te vernieuwen? Om u wedergeboren te laten worden tot een levende hoop? Die niet afhankelijk is van welk virus dan ook?
Kan Christus van ons zeggen: u gelooft in God, jij gelooft in God? Dat zal blijken juist in de verdrukking. Of het werk van God dat Hij begonnen stand houdt. Niet omdat ik zo’n groot geloof heb, nee nee. Omdat Hij Zijn werk niet loslaat. De kanttekeningen die nauwgezet de grondtaal volgen: u gelooft in God, ja toch? Als een vraag. Kan Christus dat van ons zeggen? Van deze mannen wel. Ondanks hun verwarring, hun struikelen weet Hij dat ze verbonden zijn aan die machtige God.
Hoe vaak hoor je wel: ja, ik geloof wel. Maar als je dan door vraagt, dan hoor je niet veel meer als ik geloof wel dat Hij er is, dat Hij het kan en kan uithelpen. Maar als het niet meer is? Zal dat je staande houden in het oordeel? Zal dat de deur doen openen naar het eeuwige leven? Wat denkt u?
Daarom zegt Jezus: geloof in God, geloof ook in Mij. Niemand kan tot God komen dan door Mij. Christus trekt de aandacht naar Hem. De discipelen weten dat de Heere door de woestijn leidde. Dat Hij kan doorhelpen. Wie Mij gezien heeft, die heeft de Vader gezien. Niemand kan God zien, ook na ontvangen genade niet, en leven. Tenzij daar de tussentreder is, de Middelaar. Die God die geen rekenschap aflegt van Zijn daden. Dat hoeft ook niet. Wij hebben Hem de rug toegekeerd.
Hij kwam. Hij zei: hoor naar Mij. Allen die vermoeid en belast bent, Ik zal u rust geven. Daar moeten de discipelen op zien. Als ze de Heere Jezus zien, zien ze de Vader. Als ze Hem Zijn weg zien gaan, zien ze de weg van de Vader. Als zij in slaap vallen gaat Hij de weg. Zo komt de kerk erdoor heen. Zo bouwt de kerk Zijn koninkrijk. Wij kunnen ons afvragen: hoe moet het verder. Wie in Christus gelooft, heeft zicht op het eeuwige leven.
Waarom niet ontroerd? Een toevoeging nog. In het huis van Mijn Vader zijn vele woningen. Wat een boodschap is dat. Voor iemand als Thomas. Ik weet de weg niet. Dat zegt iemand die Christus is gaan volgen. Die zegt: ik weet de weg niet. En straks ook de weg kwijt na Goede Vrijdag. Maar God zoekt Hem op. Ook voor Thomas is straks een verblijfplaats in de hemel. Het huis van de Vader, daar zijn de verklaarders het wel over een, is de hemel.
Dan zul je geschokt zijn. Hebt u een beetje zelfkennis? Ik bedoel niet een beetje psychologische kennis uit een handboek want daar kun je in een moeras nog mee verdwalen. Als U de ongerechtigheden gadeslaat, maar neen daar is vergeving. U hebt toch plaats bereid. Vele woningen. Als het niet zo was zou Ik het u gezegd hebben, zegt Jezus. Misschien worstelt u er mee oud geworden. Ik weet het hier zo goed. Soms denk ik het maar nee voor mij daar geen plaats.
Maar hoor dan: Christus zegt hoor dan. Er is ruimte in de hemel. Ik zou het echt gezegd hebben als het beperkt moest worden tot plaatsen voor een enkele uitverkorene. Of er nu een virus heerst of overgaat, ook onder u mag dit nog klinken: er is nog plaats. Niemand die hier hoort de plaats is bezet. Of het moet die zijn die direct erna te horen krijgt dat de genadetijd voorbij is. Ik heb de nadruk gelegd op veel plaatsen. Maar het zijn ook verschillende plaatsen. Hoe wij hier hebben geleefd, ook straks op de nieuwe aarde zullen leven. Beloond, niet uit verdienste. Maar uit de heerlijkheid van God. Paulus schreef daar ook over in 1 Korinthe 3. Ene fundament is Jezus Christus. Niemand kan een ander fundament leggen. Als het Christus niet is, dan haalt het de eindstreep niet. Dan was het nooit begonnen.
Als iemand op het fundament Christus is gefundeerd, en daarop gebouwd goud, zilver en edelstenen. Goede werken. Vrucht dragen. Die zullen meegaan. Die zullen wegen na het oordeel. Er zal ook zijn bij Gods kinderen. Ook hout, hooi en stoppelen. Die dingen die niet tot Gods eer waren. Het verloochenen van Petrus, het ongeloof van Thomas. Boezemzonde van jou. Die je na ontvangen genade hebt leren bewenen tegen een goeddoend God gezondigd. Tot oneer van God. Verkeerde voorbeeld gegeven aan kinderen. Dat zal niet meewegen en in het oordeel worden verbrand. Maar wel meegaan in hoe de plaats wordt ingekleurd.
Het is niet om het even hoe ik hier leef. In het huis van Mijn Vader zijn vele woningen. Het is ook een bemoediging. Ik denk aan de moordenaar aan het kruis. Nog kort geleefd hier op aarde. Komt u erboven uit? Al zou u als een Timotheüs van jongs af aan de Heere gediend hebben, het blijft genade.
Is er een plaats die past. Anders zou Hij het echt gezegd hebben. Ik ga heen om uw plaats te bereiden. Velen betrekken dit op hemelvaart. Maar wij moeten wel bedenken dat dit in de context van het lijden, de weg naar Jeruzalem en Golgotha is uitgesproken. Het betekent eerst Zijn kruisgang. De plaatsen in de hemel bereid de Heere op aarde. Als kind dacht ik dat de Heere naar de hemel ging om daar de stoelen klaar te zetten. Het gaat dieper. Op dat middelste kruis. Daar is het gebeurd. Daar Zijn leven heeft gegeven.
Ik hoorde eens een preek van u oud-predikant dominee Post met het thema ‘Op Golgotha stierf Christus de hemel open’. Wat klinkt daarin door! Daar had ik moeten eindigen. Mijn opstand tegen God. Zo laag daalde de Zoon af. De eerste die mee mag is zo’n moordenaar. Wat een uitzicht als Christus dat zegt voor een die geschokt is. Ik ga heen om uw plaats te bereiden. Alleen dan heb je leven. Buiten Hem is geen leven maar een eeuwig zielsverderf. Jongeren, hoor Hem. Al roept de hele wereld anders en de duivel je probeert ervan af te houden. Na je plek niet eeuwig zijn in de rampzaligheid.
Als we tot slot nog kort stilstaan bij vers 3. Als Ik uw plaats bereid heb en tot u weder zal komen. Gaat het dan niet over de wederkomst na de hemelvaart? Ja, daar gaat het ook over. Zit een gelaagdheid in. Hoogste Christologie door Johannes opgetekend, dat mocht Hij doen. Wat is er tussen Golgotha, Pasen, Hemelvaart en de wederkomst? Pinksteren. Als Ik plaats zal bereid zal hebben aan het kruis, dan kom Ik tot u terug met Mijn Geest. Niet meer met dit lichaam. Die Geest die andere Trooster. Ik zal u geen wezen laten. Als Christus met hemelvaart spreekt dan zegt Hij niet Ik ga maar Ik zal met u zijn. Zonder restrictie. Al de dagen tot aan het einde van de wereld.
Het Coronavirus is nieuw. Maar er is ook een oud virus. Het virus van hoogmoed. Het virus van de zonden om dat lief te hebben waarvan de Heere zegt heb het niet lief. Doe het niet. Die Geest die overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel. Die Geest die het ons leert, en met ons zegt. Abba, Vader. Die draagt Zijn kerk erdoor heen. In jezelf steeds minder, die Geest steeds krachtiger. Maranatha. De Geest en de Bruid zeggen: kom. Anders zou het met de Geest en de bruid snel over zijn. Ik zal u tot Mij nemen. Hij komt in de gedaante van Zijn Woord. Zijn kleed aan te raken.
Eer je Mij zag, zag Ik je al op de weg. Ik kom weder en zal u tot Mij nemen. Ik zal met de Vader bij je komen wonen. In Lunteren was er een man toen ik daar pastoraal werk deed die te horen kreeg dat de arts een ernstige bericht voor hem had. Hij zei: dat ernstige bericht kreeg ik al van de hoogste arts. De zonden. God heeft in mijn leven dat wonder gewerkt dat ik stierf voordat ik stierf. Ik ben al gestorven. Christus leeft in mij. Niets kan mij scheiden van de liefde van Christus. Hij overwinnaar. Totdat Hij definitief komt. 1 Thessalonicenzen 4 vers 17. Dan zullen wij altoos met de Heere zijn.
Proeft u de ontroering. Dan is ons hart nooit meer ontroerd. Dan Gods kerk vrij van zonden en schuld. Eeuwig God de eer geven. Is dat wat u gelooft? Met minder moet u het er niet op wagen. Het gaat niet om de mate, maar over de echtheid. Niet over de hoeveelheid maar over de vraag waar Jezus Petrus na de opstanding mee bevroeg: hebt u Christus lief? Amen.
Zondag 22 maart 2020 – Hersteld Hervormde Kerk Putten [dienst online uitgezonden via YouTube vanwege de huidige omstandigheden] – ds. F. van Binsbergen die op beroep preekt naar aanleiding van het beroep dat door de HHG Putten is uitgebracht – Schriftlezingen Deuteronomium 1 vers 21-33 en Johannes 14 vers 1-7 en 16-23