Zondag 6 augustus 2023 – Zuiderkerk Putten – ds. F. Maaijen – Schriftlezing 1 Samuël 27 vers 1-7 en 1 Samuël 30 vers 1-8
1 Samuël 30 vers 6b: ‘David sterkte zich echter in de Heere, zijn God’
David sterkte zich
Gemeente van God hier in Putten. Soms denk je het weleens: hoe houdt hij het vol, waar haalt zij de kracht vandaan? Soms denk je daarbij, iemand met een heel sterk karakter, optimistisch van aard, niet klein te krijgen, of hij/zij vindt de kracht bij God. Welk antwoord zou jij willen geven als het er echt even om gaat? Sterkte karakter, optimistische aard of dat bijzondere van de kracht van God.
We zien het vanmorgen in het leven van David. Hij was de grote koning. Koning Saul vond dat toen niet zo’n goed idee toen David gezalfd werd. Dat zal never nooit gebeuren. Op een zijspoor zetten of zelfs doden als hij de kans had. Maar David altijd gespaard door de Heere God.
En toen lazen we hoofdstuk 27. Er komt een dag dan gaat het echt een keertje fout. Dan zal Saul mij doden. Dit lijkt mij een goede escape. We gaan naar het land van de Filistijnen. Ze zullen Saul zeker tegenhouden. Kom mannen we gaan. Zo gezegd zo gedaan. Uit het land van de belofte de grens over.
In ieder geval ik zou David op de schouders willen tikken. David wat doe je nou? De Heere heeft vaak genoeg geholpen en gespaard. ‘Mijn ziel verwacht een heilrijk lot.’ Ik weet het wel maar nu ben ik het kwijt.
De Heere heeft wel vaak genoeg geholpen en gespaard, maar nu ben ik het kwijt. Dat kan he, dat je het kwijt bent je geloofsvertrouwen door alles heen. Zo gaat David naar de Filistijnen. Het staat er zo zestien maanden rust bij de Filistijnen. Het is hem gegund. Kan die zomaar wonen met vrouw en kinderen en kameraden. Eigen plek in Ziklag. Het lijkt een goede keuze van David.
Het gebeurde dat er oorlog kwam bij de Filistijnen. Ene na andere generaal naar de koning. Da’s mooi. Hebben we hier deze David. Die grote David die Goliath had verslageb. Nu kan hij met ons meevechten. Voor wat hoort wat. De ene generaal
Zie jij dat daar ook. Die rookpluimen. Bij Ziklag. Werkelijkheid. Ziklag is veroverd en in puinhoop. Misschien David wel als eerste. Zal geroepen hebben: Ahinoam, Abigaïl. Maar het bleef stil. Letterlijk puinhoop. Hoe diep zou dat niet gevoeld zijn. Puinhoop is het nog. Kan je zomaar gebeuren in leven. Vorige week nog gezond voor jezelf je wist, nu te horen gekregen ongeneeslijk ziek. Verloor je baan, raakte arbeidsongeschikt, je partner ging er met een ander vandoor.
Ze huilde zich helemaal leeg. Zie je het voor je? Mannen, wij mogen toch ook huilen? Verdriet en radeloosheid komt eruit en leidt tot verbittering. David, jouw schuld. Door jouw toedoen. Ach ja die mannen waren ook helemaal radeloos en wisten ook niet meer wat te doen.
David daar zou jij voor moeten boeten. Een pakte een zwaard, ander een steen. Eerder had David nog gezegd ik zal omkomen door de hand van Saul. Nu vandaag nog, het zou toch niet waar zijn omkomen door de hand van een van zijn mannen. Als er toen had gestaan, toen was het voor David bekeken, mannen doe het maar.
Je kan er een poosje over nadenken. Wat zou je dan doen? Dan is het echter voorbij. En dan staat er David sterkte zich in de Heere zijn God. Zoiets als in een flits. Ik weet niet hoe hij die zestien maanden geleefd heeft met zijn God. Nu ineens breekt het door: Hij is er altijd.
David beseft ook wel ik hoef geen raad aan mijn mannen te vragen. Diplomaat om raad te vragen. Alleen de Heere. Het is meer dan een laatste strohalm die het ook niet houdt. David, de Heere zijn God, als het zo door zijn hart heengaat: de Heere zijn God.
Als er nou gestaan had: toen werd David gesterkt. Dat had ik ook een mooie zin gevonden. Of toen sterkte de Heere David. Toen bad David tot de Heere om sterkte. Alle drie waar. Even precies lezen: David sterkte zich. Dat doet hij even zelf… David doet dat even zelf. David zichzelf sterkt. Hij voelt het zelf ook wel, zijn hart bonkte in zijn keel. U Heere U bent mijn God.
Als het nou waar is: de Heere is mijn Herder, mij zal niets ontbreken. Zoiets. Dat lees je in de Psalmen.
[…]