De genezing van de schoonmoeder van Simon is een literair pareltje uit de Bijbel. Je zou er zo overheen lezen. Jezus komt de schoonmoeder van Petrus nabij. Hij zoekt oogcontact met haar. Hij bestraft de koorts – waar Hij komt, is geen plaats voor demonische machten. Jezus zoekt in Zijn macht en liefde de vrouw op; dat noopt tot wederliefde. Vanuit Zijn dienen mogen wij Hem en elkaar dienen.
Gemeente, in Stolwijk ben ik bezig met het Lukasevangelie. Op belijdeniscatechese hadden we het over Bijbellezen. Zij zeiden: wij vinden dat moeilijk. Moeilijk om te lezen. En te begrijpen. Wat wil de Heere zeggen? De Heere heeft wat te vertellen. Dat zeiden ze ook. Lezen. Luisteren. Net zolang mee bezig zijn totdat de tekst zich aan je opent. Gebed om de Geest. Dat de Geest de tekst opent. Zijn er hulpmiddelen? Jawel. Als je goed leest. En begrijpt wat Lukas doet.
We kijken vanavond naar de genezing van de schoonmoeder van Petrus. Je vraagt je af, wat is de boodschap van God aan mij? Wat heeft Hij ons in die genezing te zeggen? Het lijkt gewoon een genezing. Jezus geneest niet zomaar. Nee. Met een doel. Wat zegt het ons?
Lukas gebruikt een Hebreeuwse stijlvorm. Gebruikt hem vaker. Hij had een Griekse achtergrond. Maar dit is een Hebreeuwse stijlvorm. Als je de geschiedenis van daaruit leest, zie je dat er meer in zit dan je dacht. Heel mooi literair. Geniet ook eens van de schoonheid. De Bijbel is ook een schoon boek. Heel schoon. Niet gek omdat de Geest daarin werkt. Lukas werkt met A, B, C, D en D, C, B en A.
1. Ze vroegen Hem om hulp voor haar <> Hij boog zich over haar heen
We beginnen met het midden. Daar waar het gaat over: ze vroegen Hem, vanwege haar. Hij boog zich over haar heen. De ontmoeting tussen Jezus en de vrouw. De schoonmoeder van Petrus. Zij vroegen Hem. Ten diepste begint het daar. Je moet je voorstellen: in de synagoge was een dienst geweest. Met genezing van die bezeten man. Jezus gaat met Petrus mee naar diens huis. Zoals wij, bij elkaar op de koffie na de kerk. Maar die mensen, Petrus en die anderen, gaan niet in een kamer zitten en het hebben over wat Jezus zei. Nee. We houden Hem niet voor onszelf. Nee. We vertellen Hem over haar. Jezus mag je niet voor jezelf houden. Zijn woorden zijn er niet alleen voor jou. Ook voor de ander. Die ander brengen ze bij Hem. Niet fysiek, maar met woorden. Ze vertellen Jezus over die vrouw. Dat doen wij toch ook nog altijd: we noemen dat voorbede? Je hebt toch niet een gebed alleen voor jezelf? Nee. Ze vroegen Hem vanwege haar. In de gebeden en gesprekken met God heeft die ander een plaats. Dat doen zij. Die ander, die schoonmoeder van Petrus krijgt een plaats.
Als ze dat doen, dan reageert Jezus. Hij buigt zich over haar heen. Stel je eens voor. Die schoonmoeder van Simon ligt daar in een bed. En Jezus komt naar haar toe. Niet afstandelijk, op anderhalve meter. Hij zorgt dat Hij haar ziet en dat zij Hem ziet. Kijkt haar recht in de ogen. Als je naast een zieke zit, dan is het soms lastig om oogcontact te maken. Ik ga vaak aan het voeteneinde zitten. Bed kan omhoog. Maar iemand die plat ligt, dat is lastig. Die moet dan moeite doen jou aan te kijken. Wat doet Jezus? Zorgen dat zij Hem kan aankijken. Hij buigt zich over haar heen. Zorgzame liefde. Zodat er reëel contact kan zijn. Niet alleen via de oren maar ook via het oog. De Heere heeft ons in het oog.
Dit is het midden. Dit is een innig moment. Ontmoeting tussen Hem en haar. Gevraagd door die anderen.
2. De schoonmoeder van Simon was bevangen door hoge koorts <> Bestrafte de koorts
En die schoonmoeder was bevangen door hoge koorts. En Jezus bestrafte de koorts. Die schoonmoeder is bevangen. Grieks woord: in de greep van, niet vrij. Dat is belangrijk om te beseffen. Zij was niet zelf in staat om van die hoge koorts (waarschijnlijk malaria, maar weten we niet) af te komen. Het hield haar vast. Zoveel mensen zijn gevangen in allerlei dingen die hen vasthouden. Verslavingen:, alcohol, drugs, roken, porno. Men zit vast. Of je zit vast in de dingen die gebeurd zijn in je leven. Waardoor je niet verder lijkt te kunnen. Je bent als het ware gevangen.
Dan kunnen wij, dan zeggen wij: neem die fles, gooi die fles weg, koop geen nieuwe. Je bent toch meer dan zo’n fles. Dat kan jij toch, waarom lukt je dat niet? Maar je zal maar gevangen zijn. Dan lukt het niet. Die schoonmoeder was gevangen. In onze samenleving zijn er veel mensen gevangen. Door van alles en nog wat. Verslavingen, trauma’s, verdriet, pijn.
Dan ligt die vrouw daar dus op bed. Ze kan niet weg omdat ze gevangen en bevangen is. En Jezus heeft zich over haar heen gebogen. Wat doet Hij dan? Hij spreekt niet die vrouw aan. Nee. Hij bestraft de koorts. Hij zegt niet tegen die vrouw: het is jouw schuld dat je met koorts op bed ligt. Nee. Hij gaat naar de koorts toe. Koorts en ziekte werd als straf van de goden zijn. Jij zal wel wat hebben gedaan. Jezus heeft daar later ook mee te maken, bij die ouders van die blindgeborene. Het is jouw schuld. Jij bent erin gekomen? Dat is niet Jezus. Hij zegt niet: het is jouw schuld. Maar tegen de koorts: het is jouw schuld. De mens daar is God liefdevol voor. Wat hem overkomt, niet altijd. Het kan zijn dat je door eigen schuld in de problemen komt. Vaak niet. Je zal maar in je jeugd iets hebben meegemaakt. Is dat jouw schuld? Gevangen in trauma’s. Dat daardoor je reactie anders is als andere mensen hoe ze reageren.
Jezus bestraft de koorts. Niet die vrouw. Nee. Dat wat haar gevangen houdt. Dat is ook iets voor ons. Je kunt naar die ander of jezelf kijken. Maar besef dat je soms gevangen wordt gehouden. En dat je daarvan bevrijd moet worden. Christus bevrijdt. Hij vermorzelt die vrouw niet.
3. En kwam het huis van Simon binnen <> En die [= de koorts] verliet haar
Het gaat om de beweging. Hij komt het huis van Simon binnen. En de koorts verlaat haar. Waar Hij binnenkomt is geen ruimte voor de macht van het kwaad. Die koorts – demonisch, voor die mensen daar – verlaat haar, gaat weg.
Dat is zo troostrijk. Wij zijn kleine mensen in deze grote wereld. De machten doen van alles. Wie zijn wij? Gevangen voel je je soms in het systeem. Je kunt protesteren met vrachtwagens. Je voelt je machteloos maar je bent ook machteloos. Ook die demonische machten. Maar daar waar de Heere is, is voor die machten uiteindelijk geen plaats. Hij is machtiger. Je mag leven uit die bevrijding. Hij heeft dat bewerkt. Denk niet; ik kan het zelf. Waar Hij binnenkomt, moet die ander wijken. Hij komt binnen, de koorts gaat weg.
4. Jezus stond op uit de synagoge <> Onmiddellijk stond zij op en diende Hem
En wat is ons antwoord? Hij stond op uit de synagoge. En zij stond op en diende Hem. Jezus stond op om naar Simon te gaan. Om die koorts weg te sturen. Hij kwam in actie. We hebben geen passieve Heiland die wacht totdat. Hij wil naar je toe komen. Hij gaat uit de synagoge. Daar waar Hij onderwijs gaf. En Hij die bezeten man genas. Hij gaat naar die vrouw. Om haar te genezen.
Die vrouw staat ook op. En wij? Onmiddellijk staat er -misschien hoort dat bij het verlaten van de koorts of bij het dienen. Zij gaat Hem dienen? Man-vrouw-verhouding. Nee. Als je dat leest, lees je oppervlakkig. Het gaat erom, wat doe je als je bevrijd bent? We staan op en dienen (diaconieën, Griekse grondwoord). We doen wat Hij van je vraagt. Je houdt het niet voor jezelf. Ik ben nu bevrijd, dat is heerlijk en fijn. Ik kan door het leven heengaan. Nee. Juist vanwege die bevrijding die de Heere geeft; het last zien wie je bent. Je kunt uiteindelijk niet meer dan dienen. Hij kwam om te dienen. Je gaat als mens beseffen wie je bent. Als Hij opstaat, naar jou toekomt, dan sta jij ook op. En dan ga je die ander dienen. Met de gaven die Hij je heeft gegeven. Het is het antwoord van die vrouw op Jezus. Hij staat op, zij staat op. Wij hebben dat antwoord ook te geven. Beseffen wie we zijn en wie Hij is. Hij de bevrijder. Wij mensen die daaruit mogen leven.
Wat dat dienen inhoudt? Dat zien we wel. Iets dat we mogen en moeten doen. Zij diende hen. Jezus ook. En Simon en anderen. Dat brengt dus ook weer dicht bij Jezus. Concreet? Heel simpel: eten en drinken serveerde. Ook aan Jezus. Daarmee kwam ze in het dienen weer dicht bij Hem. En die anderen. Omdat Hij heel dicht bij haar was gekomen. Het is reactie. Niet actie. Actie, het begin is Jezus zelf. Hij staat op en gaat naar het huis. De reactie is het dienen.
Zo ontrolt zich deze twee verzen. Je zou er zo overheen hebben gelezen. Die andere zijn spectaculairder? Die demon die uitgeworpen wordt. Je zou deze overslaan. Of overheen lezen. Ook in deze kleine stukjes laat de Geest veel zien. Hij laat zien hoe Jezus zich over die vrouw buigt. Als zij Hem naar haar vragen. Dat Jezus nabij komt. Hoe Hij bevrijdt. Nee, niet die vrouw de schuld, maar dat wat haar in haar greep had. Het laat zien hoe Hij de machtige is. Als Hij binnenkomt is er geen plaats voor het andere. Hij komt. En wij mogen als antwoord dienen. Hem en elkaar. Dit is een prachtige. Heel kort stukje. Laat ons wel zien hoe groot, hoe liefdevol de Heere is. Hoe Hij als grote God naar die kleine mens omziet. Met Zijn macht en liefde op zoek is. En bevrijdt. En hoe we Hem mogen dienen. Ook met de lofzang.
Amen.
‘k Zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheên;
Uw waarheid t’ allen tijd vermelden door mijn reên.
Ik weet, hoe ’t vast gebouw van Uwe gunstbewijzen,
Naar Uw gemaakt bestek, in eeuwigheid zal rijzen;
Zo min de hemel ooit uit zijnen stand zal wijken,
Zo min zal Uwe trouw ooit wank’len of bezwijken.Hoe zalig is het volk, dat naar Uw klanken hoort!
Zij wand’len, HEER, in ’t licht van ’t Godd’lijk aanschijn voort;
Zij zullen in Uw naam zich al den dag verblijden;
Uw goedheid straalt hun toe; Uw macht schraagt hen in ’t lijden;
Uw onbezweken trouw zal nooit hun val gedogen,
Maar Uw gerechtigheid hen naar Uw woord verhogen.– Psalm 89 vers 1 en 7 (berijming 1773)
Hervormde Gemeente Reeuwijk, zondag 13 februari 2022, 17.00 uur. Schriftlezing Lukas 4: 31-41. Geloofsbelijdenis Nicea.