Markus valt in zijn evangelie direct met de deur in huis. Het is het evangelie van Jezus Christus, Gods Zoon. God maakt een nieuw begin omdat de relatie tussen God en mens verstoord is. Een goede boodschap ván God, vóór de mens. God Zelf maakt een nieuw begin en zo kan het weer goed komen.

U zult net als ik wel eens een e-mailtje versturen. Dan moet je het onderwerp aangeven. Als je dat niet doet, verschijnt er een schermpje: u moet nog een onderwerp aangeven. Wat zeg je daarin? Ontvanger moet het snel weten. Anders opent hij het mailtje niet. Onderwerp moet al vertellen waar het mailtje over gaat. Moet je over nadenken. Moet je als het ware in een regel zien samen te vatten.

Markus heeft een evangelie geschreven. 16 hoofdstukken lang. Maar het begin? Heeft hij een begin. Johannes heeft een prachtig begin. In het begin was het Woord bij God. Lukas zegt: ik schrijf aan jou, Theofilus. Mattheus begint met een geslachtslijst om duidelijk te maken dat de Heere al zo lang bezig is.

Heeft Markus een begin? Of alleen vers 1? Je moet toch ergens beginnen? Elk van de evangelisten vertellen al heel veel aan het begin. Eigen manier ook om de lezer en hoorder te willen bereiken. Doel is hetzelfde: bij Jezus komen en Zijn woorden doen.

Markus is het kortste evangelie. Het evangelie dat haast heeft. In eerste vers meteen waar het over gaat. Laat het op je inwerken. Dit wil Markus ons te vertellen. In Sluipwijk preek ik tussen Kerst en Pasen uit Markus.

Het begint: ‘in het begin’. Waar staat dat nog meer? Ik zeg niks denkt u. In Genesis. Bij de Schepping. En Johannevangelie: in het begin was het Woord. En in Hosea ook nog een keer. Begin is ook in Genesis geweest. Het nieuwe begin. God is eens begonnen met de aarde. Met de schepping, aarde, hemel, licht, zon.

Maar met die schepping en zeker de kroon, de mens, is het niet goed gegaan. Die mens deed het niet goed. Mens is niet het slachtoffer. We kunnen er niets aan doen?! Nee, is niet zo! Mens werd zondig. Niet langer op zoek naar God. Adam en Eva verborgen zich. En vandaag nog. In die relatie tussen God en mens (misschien wel wij?) een nieuw begin worden gemaakt.

Maar hoe zouden wij dat doen? Massaal naar God toegaan? Als we dat zouden doen… Maar we doen dat niet. Dat is het probleem. Als er een nieuw begin moet komen, moet God daarmee komen. Wij doen het niet.

Het nieuwe begin. Dat God naar de mens komt. Begin van het evangelie. Van de blijde boodschap. Woord evangelie klonk de lezers van Markusevangelie bekend in de oren. Niet in verband met God, maar met de keizer. Als de keizer vertelde wat hij had gedaan was dat een goede boodschap. Bijna goddelijk woord. Keizer doet niets verkeerd natuurlijk. Maar zegt Markus, nee, niet de mens brengt het goede nieuws (zelfs een keizer niet), maar de echte goede boodschap is van Jezus Christus. Niet van een mens. De goede boodschap van Jezus Christus.

Het evangelie, ja wij zeggen dan: van Markus. Maar, als we het zouden vragen, meneer Markus, hoe zou u uw evangelie noemen? Niet: van Markus. Maar: evangelie van Jezus Christus. Als je het evangelie van Markus noemt, dan is het geschreven door een mens. Eigenlijk moet je dat weten dat Markus dat niet zegt. Opschrift is van later datum. Dat doen we om te onderscheiden. Het is het evangelie van Jezus Christus. Niet van een mens. Maar van de Zoon van God.

Dat geeft lading aan de woorden die zullen volgen. Als je dat dus gaat lezen, dat je te maken hebt met Woord van God. Geen mensenwoord. Dat is in onze tijd best lastig.

Bijbel staat in andere verhouding tot ons dan gewoon boek. Wij staan ten opzichte van God in andere verhouding dan ten opzichte van medemens. Ten opzichte van medemens geldt democratie. We zijn allemaal gelijk. Dat betekent vooral: wat heb je mij te zeggen? Ik bepaal het zelf. Ook wanneer mijn leven eindigt. Als ik eruit stap.

Markus zegt: nee, Woord van God! Je staat tegenover de Heere. In het lezen en luisteren kan je niet het gesprek aangaan op grond van gelijkwaardigheid. Zo van: dat zijn Uw gedachten en dit zijn de mijne. Nee. Het zijn Uw Woorden! God kent ons beter dan we onszelf kennen. Woorden van eeuwigheidswaarde. Onze woorden worden zo achteloos gesproken.

We hebben ons over te geven aan de Bijbel. Met wat het zegt. In totaliteit. Je ziet wel eens dat mensen bepaalde gedeelten of teksten eruit pakken. Wat was uw huwelijkstekst? Dan lees ik dat stukje, als ik op bezoek ben. Soms eromheen is niet zo passend. Maar de tekst is mooi. Ja. Maar het gaat om het geheel. Buigen voor het geheel van Gods Woord. Niet alleen maar mooi en goed.

Johannes doopt vergeving van zonden. We hebben het fout gedaan. Geen aai over de bol. Maar concrete en duidelijkheid. Wij moeten erop antwoorden. In overgave. In besef dat het een goede boodschap is. Het gaat om Jezus Christus. Niet omdat wij er geweldig afkomen. Nee.

Dus buigen! Voor het goede woord. Het evangelie van Jezus Christus. Markus draait er niet omheen wie Jezus is. Soms in de evangeliën laten ze het een beetje in het verborgen. Lukas doet dat een beetje. Markus is vanaf begin duidelijk. We hebben het over Jezus. Concreet mens. Hij vertelt niet waar Hij is geboren. De Heere was mens. Geboren in de kribbe. Geboren in de duisternis van de nacht. Terwijl Hij het licht is. Mens tussen de mensen. Hij is ook de Christus. In OT door God beloofde Messias. Je hoeft er niet te twijfelen over wie ik het ga hebben, zegt Markus. Het is de Gezalfde en beloofde. Je kan van alles over Hem zeggen en vinden (na het lezen), maar dit blijft staan. Hoef je niet aan te twijfelen.

Het hele begin van het evangelie schrijft Markus zodat je in vervolg niet hoeft te twijfelen. Hij is de Christus. Dat vraagt dus ook overgave. Want Jezus, mens tegenover mens. Maar Christus. Dat is de Messias. Van God gezondene. Hij spreekt de Woorden van God. Overgave aan Hem.

Als we het over Jezus hebben, dat is nog veilig. Dat is de naam van een mens zoals wij zijn. Zoals mensen over Hem zeggen: rabbi, goed mens, wijs man. Maar als het daarbij blijft? Dan kom je niet verder. Ik hoop dat ik ook zo wijs wordt? En dan? Ben je dan gered? Nee. Daarom Jezus Christus. De Messias. Hij, die namens God komt. Door God gezonden is. Met woorden en daden van God. De Christus.

Ben je dan gered? Wel eerst natuurlijk in Hem geloven? Geen automatisme: Hij is gekomen, we zijn gered. In Hem geloven, dan ben je een stuk verder. Dat wil Markus natuurlijk. Markus zegt er iets achteraan.

Jezus Christus. De Zoon van God, schrijft Markus. Nu maakt Markus het compleet duidelijk. Niets meer te raden of twijfelen. Het gaat om het goede nieuws van de Zoon van God. Als je in het OT leest, dan lees je dat mensen worden aangeduid als ‘zoon van’. Jezus doet het zelf ook, als hij Jacobus en Johannes ‘zonen van de donder’ noemt. In Hebreeuws (Arameese spraakgebruik) betekent het dat ze donderstenen zijn. Dat je het ben. Zoon van de mens, betekent dat je mens ben. Zoon van. Dus als Markus hier aan het begin over Hem (over wie het evangelie gaat) zegt: de Zoon van God. Dan zegt Markus: Hij is God zelf. Hij is het.

En dan wordt het pas echt evangelie. Boodschap van onze redding. Een nieuw begin. Omdat wij er een puinhoop van hebben gemaakt (vandaag de dag doen we dat: milieu, wereldtoneel, eigen leven). De goede boodschap van herstel, blijde boodschap van redding. Herstel door de mens Jezus. Ja. Herstel door Christus. Ja. En door God Zelf? Ja! Dan kom je er. Dan zien we dat Hij zelf er alles aan gaat doen. Hij zet Zichzelf in om de relatie te herstellen. Hij gaat betalen. Hij de Zoon van God. God zelf. En nu? Nu, kom je uit bij waar het om gaat. Wat het dus inderdaad de goede boodschap maakt.

Dat is de goede boodschap voor de mens. Niet van de mens. Goede boodschap van God. Hij die is gekomen. Daarom heeft Markus ook niet die geboorteverhalen nodig. Markus maakt meteen duidelijk: hier gaat het om. Om jouw relatie met Hem. Die is verbroken. Hij gaat die herstellen. Hebben we dat verdiend? Nee.

Als je in gewone dagelijks leven kan je gebeuren dat je ruzie hebt. Iemand heeft je iets aangedaan. Ga jij dan de relatie herstellen? Laat hem in zijn of haar sop gaar koken. Is onze eerste reactie. Ik ben ze wel tegengekomen op huisbezoek. Die of die wil ik nooit meer zien. Nooit meer.

Wat hebben wij God aangedaan? Als God als de mens had gereageerd? Ik wil ze nooit meer zien… Nooit meer. Ik ga er niet aan beginnen. Opnieuw met ze in een relatie komen? Wie weet doen ze het nog een keer. Vergeving doet pijn, bij degene die moet vergeven. God moet gaan vergeven degenen die Hem pijn hebben gedaan.

Maar het is het evangelie. God is niet zoals wij. Het is niet alleen het evangelie van Jezus. Of Jezus Christus. Maar van Jezus Christus, de Zoon van God. God doet het wel! Waar wij geen recht hebben op de goede boodschap, krijgen we die wel. Omdat het God is. Niet te begrijpen, nee. Alleen maar te loven, aanbidden en prijzen.

Zo begint Markus zijn evangelie. Niet de mens. Nee. Ook niet hij als schrijver. Nee. Het is evangelie van de Redder Jezus, van de Gezalfde en bovenal ook van God zelf. Daarom is het een blijde boodschap van onze redding. Onverdiend. Door Hem. Amen.

Hervormde gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 30 december 2018, 9:30 uur. Schriftlezing Markus 1:1-8.