Ds. F.J.M. van Veldhuizen (Sluipwijk)
Hervormde Kerk Reeuwijk & Hervormde Kerk Sluipwijk (gezamenlijke dienst in de Ichthuskerk, speciaal gericht op kinderen), dankdag, woensdag 1 november 2017, 14:30 uur.
Schriftlezing Handelingen 8:26-40.
Jullie hebben een papiertje gekregen. Met gezichtjes erop. Groen, geel en rood. Groene kijkt blij. Gele weet het niet zo. Niet blij en niet verdrietig. Rode is verdrietig.
Nu gaan we vanmiddag kijken in dat gedeelte, jullie kennen dat verhaal lang en breed. Wat ik wil is dat we gaan nadenken: wanneer waren ze blij, verdrietig, wanneer maakt het niet meer zo uit. En wanneer zijn wij het? Wanneer weten wij het niet.
We kijken naar Filippus en die kamerheer. We gaan het verhaal langs. Wat gebeurt er?
Filippus is in Jeruzalem. Anderen overal gemeentes gesticht. Mensen tot geloof kwamen. Hoe zou Filippus zich toen gevoeld hebben? De meeste denken dat Filippus blij was. Ik denk het ook. Waarom? Wat is er nou mooier als anderen ook in de Heere Jezus gaan geloven? Geweldig. Mooi.
En dan hoort hij een stem. Stem van een boodschapper. Van God. Filippus! De Heere heeft een boodschap voor Hem. Blij geweest? Op weg gaan. Naar het zuiden. Of: midden op de dag, 35-40 graden. O ja die weg is ook nog eenzaam. Die weg?! Eenzaam. Heet. En o ja er komt ook niemand. Nou ik ben er niet zo blij mee. Is daar niemand. Wel boodschap van de Heere. Moet iets moois gaan worden. Hoe kan dat nou? Daar wat gebeuren?
Onderweg gegaan. En dan. Is daar. Heet. Alleen. Wat doe ik hier? Ziet hij een wagen aankomen. Is vreemd. Op heetst van de dag. Er komt tenminste wat. Opnieuw hoort hij de stem. Hé Filippus. Dat is heerlijk hè. Niet vergist. Komt een wagen aan. En de stem van de Heere. Filippus, daar moet je naar toe. Filippus blij.
Op die wagen zit die Moorman. Kamerheer. Hele belangrijke man. Minister van Financiën. Wij ook nieuwe minister van Justitie sinds een kleine week. Zomaar op afstappen? Nee dat doe je niet hè. Ziet Filippus ook. Denkt Filippus: hoe ga ik dat doen? Van de Geest moet ik naar hem toe. Maar hoe? Lukken?
Nu gaan we even naar die Kamerling. Komt uit Ethiopië. Lange reis ondernomen. Om in Jeruzalem te komen. Bidden in de tempel. Hoe heeft hij dat gevonden? Mooi hè. De tempel. Nou ja, hij mocht er niet in. Heiden. Tot het voorhof van de heidenen. Maar toch. Allemaal leuk was is de vraag.
Weg terug. Aan het lezen. In de Bijbel aan het lezen. Ethiopiër leest in de bijbel. Wat vindt hij er van? Leest Jesaja 53. Hij snapt het niet. Zit te lezen. Wordt niet blij van het lezen in de Bijbel. Filippus naast hem loopt: begrijpt u het? Begrijp er niks van! Kunt u mij vertellen waar het over gaat? Over Lam aan het lezen. Weet niet over wie het gaat. Geen idee. God van de Bijbel, daarvoor in Jeruzalem geweest. Als ik lees over wat Hij zegt, dan begrijp ik het niet. Is niet leuk. Begrijpen jullie altijd alles? Soms als je hebt gelezen heb je ook iets van: weet ik ook niet. In kerkenraad Sluipwijk lazen we pas de bijbel en we wisten niet goed wat er werd bedoeld. Toen heb ik er maar een paar uur op gestudeerd. Over gepreekt. Toen gebreken we het. Soms uitleg nodig. Preek. Papa’s en mama’s. Lezen bij het eten. Proberen het uit te leggen.
In ieder geval die Kamerling is dus niet blij. Vraagt aan Filippus: kunt u het mij uitleggen? Gaat in die wagen zitten. Ja! Ik kan het uitleggen. Waarover hebben? Over de Bijbel? Over iemand. Jezus. Lam. Gaat over de Heere Jezus. Wij leven en geloven door Hem. Filippus blij dat hij dit kan vertellen. Kan de boodschap kwijt. Vertelt over Jezus. Moorman gaat het beetje begrijpen. En op het eind? Ja! Het gaat om Jezus. En dan? Dan ziet hij water. Ergens onderweg. Rustig voorgaat. Hé, daar is water. Mag ik gedoopt worden? Net als jij. En pinksterfeest. Hoe denk je dat Filippus die vraag heeft gevonden? Ontzettend blij mee. Heeft nog wel wat hoor. Ja, maar wil ik wel van je weten of je echt gelooft. Moorman zegt: ja! En dan? Gaan ze uit de wagen. Dat gelooft, naar die weg moest, kan niet anders dan dat God dat doet. Zo gaan ze samen het water in. Filippus doopt die Kamerling.
Mooi hè. Maar ja. Gaat verder. Uit het water. Kamerling blij? Ja. Filippus ook blij. Maar dan iets vreemds. Kamerling ging verder naar Ethiopië met blijdschap. Enige wat overblijft is blijdschap. Gedoopt is. Leven door Christus. Door Zijn werk.
Maar Filippus? Waar is Filippus nou? Opeens weg. Ziet die Ethiopiër niet meer. Niet blij? Nee. Jezus gevonden! Filippus overal evangelie brengen.
Wij vandaag de dag uit leven. Mensen hier in Nederland evangelie verteld. Over Jezus. Van generatie op generatie. Gisteren reformatieherdenking. Op school en Jeugdjournaal over gehoord. Door vertellen over bijbel, Jezus. In tijd van Luther wist men eigenlijk niet te vertellen waar het over ging. Geld geeft, dan gaat het goed. Het gaat over Jezus. Hij je redder is. Niet blij. Geld geven anders ga ik verloren? Niet echt blij. Zo naar ons gekomen. Wanneer ben je blij? Dat is de vraag aan ons vandaag. Wanneer zeg je nou, ja, ik ben blij? Blij met de Heere Jezus? Hij kan onze zonden vergeven. Daarom mogen we bij God zijn. Zorgt voor ons.
Op deze dankdag bij elkaar omdat wij blij zijn. Je zou de Heere Jezus maar niet kennen… dat is niet leuk. Weet je niet waar je ware geluk ligt. Geen toekomst. Fouten vergeven? Heb je niks. Of wel wat van weten. Kent verhalen van Hem. Maar ja, je zonden vergeven? Mag je bij Hem horen? Ken je Hem wel maar echt blij maakt Hij je niet.
Waar het om gaat is dat wij echt blij mogen worden met de Heere Jezus. In ons hart woont. Bij ons wil zijn. Zorgen. Fouten vergeven. Soms met dingen bezig die niet goed zijn. Wil Ik je vertellen welke kant je op moet gaan. Blij wordt. Steeds gelukkiger. Dankbaar. Dicht bij God leeft. Die Moorman zo blij? Dichtbij de Heere kwam. Kaartje mee naar huis nemen. Hang je op in je slaapkamer. Denkt: hoe voel ik me nou? Blij, verdrietig, of valt mee. Kan je denken: bij de Heere Jezus valt het rode en gele weg en blijft het groene over. Blijdschap. Als ik me slecht of verdrietig voel, of moeilijk gaat, dan weet ik: uiteindelijk blijft bij Hem alleen blijdschap over. Nu gaat het nog mis. Schuift groene over de rode heen. Blij verrast dat Jezus dat wilde doen. Net als die Moorman verder gaan. Blij verrast door Hem. Amen.
Geef een reactie