Ds. F.J.M. van Veldhuizen

Hervormde Kerk Sluipwijk, 20 augustus 2017, 18:30 uur

2 Koningen 4:1-6

 

Elisa de profeet. Trok van ene profetenschool naar de andere. Trekken. We weten niet waar deze geschiedenis zich afspeelt. Komt een vrouw. Weduwe. Van een van die leerlingprofeten. Mijn man is overleden. Mijn man had groot ontzag, was gelovig, diende de Heere. En nu is hij gestorven. Triest bericht. Nog groter. Want in die tijd in Israël geen sociale wetgeving die zorgt voor bescherming. Wel wetten weduwen en wezen van God. Meest kwetsbaar. Man wegviel, dan viel alles weg. Daarom wetgeving voor. Voor wezen: wie moest dan voor hen zorgen? Samenleving blijkt het niet te doen. Op een of andere manier ook niet die mede profeten. Misschien zelf geen geld, wisten het misschien niet. Soms te trots om te zeggen dat je hulp nodig hebt.

Vrouw heeft niets. Ja: schulden.. schuldeisers. Bank ook zo. Gedwongen verkoop. In crisis wel gehoord niet meegemaakt gelukkig. Je zou maar in de schulden zitten. Misschien: je krijgt nog twee weken. Dan neem ik mee wat waarde heeft. Twee kinderen. Als slaven. Wat ze opbrengen zal misschien genoeg zijn. Slavernij zoals we zien in Amerika in kantoenplantages, toch heel anders. Voor aantal jaar slaaf worden. Niets bezitten en niets opbouwen. Vicieuze cirkel. Schuldenproblematiek. Is vaak het probleem. Je komt er niet uit. Zoveel problemen waar je in wegzakt.

Kinderen als slaven weg zijn dan alleen over. Misschien schulden kwijt maar dan geen inkomsten. Voor haar dan ook weer van voor af aan beginnen. Uitzichtloze situatie. Zien we voor ons.

Wat kan ik voor je doen. Dat vraagt Elisa. Hoe kan ik je helpen. Je zou zeggen: Elisa, wat je kan doen is kijken of er een rijke gelovige is. Tiende enzovoort. Oplossen. Dat is geld geven zonder er zelf in betrokken te raken. Daarmee niet te laten zien hoe intens de oplossing gaat worden. Wat kan ik doen? Ik. Niet een rijkaard.

Nog een vraag: wat heb je in huis? Wat bezit je nog? Wat kan je nog verkopen? Zegt ze: alleen een kruikje olie. Kruikje. Woord duidt aan een klein kannentje. Wat moet je daar nou mee? Als ze nou kruiken had, een paar… hoe kan je nou met zo’n kruikje zo’n berg schulden oplossen?

Dan zegt Elisa: ga naar de buren. Potten en pannen lenen. Zoveel als je kunt krijgen. Heb je nog een pot, pan. Zoveel mogelijk. Leen ze. Neem ze mee. Dan de deur achter je dicht. Mensen hoeven het niet allemaal te zien.

Wat moet zo’n vrouw met die kruiken? Buren ook afgevraagd. Diep in de schulden. Kruik heb je niks aan. Is verpakkingsmateriaal. Wat heb je er nou aan? Hele huis mee vol zetten? Die vrouw toch overtuiging gekregen dat het goed zal gaan. Deur dicht. Geen drama van maken. Want mensen gaan meegenieten. Nou ja genieten. Van jouw moeite en verdriet. Wel meehelpen. Maar niet in de ellende meekijken. In die kamer en dan gieten.

Kruikje kleiner dan kannetje. Erin gieten? Niet genoeg toch? Om dit te gaan doen is al geloof nodig. Het gaat nooit werken. Ben je wanhopig omdat je bijna alles moet verkopen en dan is dit je opdracht. Vraagt geloof en vertrouwen. God ondanks alles een oplossing gaat brengen. Heere gaat helpen. Niet door de mens.

Ze gaat gieten. Eerste kruik. Kleine kruikje raakt niet leeg. Eerste kruik vol. Kinderen reiken kruik aan. Elke kruik vol. De volgende! Ja maar er is er geen een meer. Allemaal vol. Vol met olie. Allemaal. En dan stopt die olie ook.

Gaat die weduwe gaat terug naar Elisa. Opvallend. Niet voor niets genoemd: Godsman. Namens God hier optreedt. Vertelt wat er gebeurd is. Alle kruiken vol. Wat nu? Nog steeds weduwe. Nog steeds schuldeiser en angst voor slavernij. Maar huis vol olie. Doen? Verkopen! Al die olie. Verkopen. Zodat schuld kan aflossen. Misschien terug gegaan naar buren. Hoeveel geef je er voor? Huis aan huis. Elisa zegt: genoeg om schuld af te betalen. Genoeg. Dan kom je weer op nul uit. Kan je weer met schone lei beginnen. Maar is een schone lei genoeg? Nee.

Ook voor ons hè. Schuld wetgeving. Diepe schulden. Niet zozeer financieel (hoop ik voor u). Schuldeisers niet de bank maar de Heere. En hoe kunnen wij onze schulden betalen? Ja, naar God gaan. Kan die op een of andere manier betaald worden? Door Christus uiteindelijk. Aan het kruis. Zodat onze zonden vergeven worden. En dan? Zonden zijn je vergeven. Zei Jezus regelmatig als mensen waren genezen. Schone lei. Dan genoeg? Nee.

Voor die vrouw in deze geschiedenis is het niet genoeg. Nulpunt komt voor die weduwe met haar twee kinderen. Nog steeds geen werk en geen financieel vangnet. Wat gaat er gebeuren? Van schuld af, maar opnieuw lenen?!

Elisa zegt: er is meer olie dan de schuld groot is. Blijft geld over. Daarmee leven. Leef van het meer. Het extra. Het nul is niet genoeg. Al je zonden vergeven is niet genoeg. Nieuwe zonden doen. Nieuwe schulden. Opnieuw vergeving nodig. Leven uit de overvloed van de Heere. Hij heeft niet een beetje. Genoeg aan.succes verder? Nee overvloedig. Overvloedige zorg. Via Elisa dat ze verder door het leven kan. Verdergaat mag weten dat Gods zorg met haar meegaat. Voor haar uitgaat.

Zo komt de geschiedenis naar ons toe. Niet leven uit afgepaste genade. Genoeg, hiermee moet je het doen. Is menselijk denken. Ik kwam in contact die zat in wet WSMP. Van 50 euro per week rondkomen. Dan na 3 jaar van schuld af. Die mevrouw zat er voor de tweede of derde keer. Dat is de afgemetenheid van de samenleving. Je bent toch geholpen?! Dan zelf doen. Nou die mevrouw kon dat dus niet. Hele andere maatregelen nodig. Zit niet in de samenleving.

Zo werkt God dus niet. In Christus heb Ik je geholpen en de rest naar de hemel moet je zelf maar doen. Niet afgepast. Maar Mijn genade genoeg is voor elke dag. Je houdt zelfs over! Uit die overvloed daaruit leven. De Heere is geen afgepast God. Precies genoeg is vaak net te weinig. Je krijgt meer dan genoeg. Omdat je dat nodig hebt. Door leven heen met je zwakheid meer nodig hebt. Genade nodig. Vergeving. Elke dag. Daarom leef je uit het meer dan genoeg van de Heere en van het offer.

Zien we bij Elisa. Ook bij Christus. Vandaag ook.mensen die vergeven zijn maar ook vergeving nodig hebben. En elke keer naar de Heere toe mogen. Ook Zijn meegaan in het leven. Overvloedige genade. Zo kunnen we door het leven heen. Door de wanhoop. Maar de hoop en de zekerheid dat er altijd genoeg is. Altijd. Ja meer dan genoeg. Omdat Zijn liefde in Jezus Christus overvloedig is. Zo leven tot in Jezus Christus tot in eeuwigheid. Amen.