In het geloof komt het aan op volhouden en volharden. Ook al zie je en hoor je niks. Elia heeft aan een klein wolkje genoeg. Hij heeft zich na het wonder op de Karmel totaal aan de Heere overgeven. God geeft hem kracht en Elia merkt dat in zijn lichaam. God is getrouw! Letten wij op de wolkjes in ons leven waarmee God ons tegemoet komt? Hij heeft ons behoud op het oog en wil dat wij Thuiskomen.

Het wonder van de Karmel is gebeurd. De Heere heeft vuur gegeven. Het altaar is vernietigd. Volk heeft beleden: de Heere is God. Niet Baäl. Dat heeft consequenties voor je eigen leven. Leven met de Heere is het goede leven.

Geschiedenis gaat verder. Hele gebeuren kan je ook zien als groepen mensen die met elkaar in gesprek zijn. Actie en tegenactie. Elia en Achab. Achab deed niet wat de Heere zei. Daarom was het droog. Nu is het wonder geweest. Baäl is niks.

We keren terug naar Achab en Elia. Nu Achab. Wat gaat daarmee gebeuren? Je zou verwachten dat Elia zou zeggen: zie je wel. Je kunt wel denken dat Baäl God is, maar dat is niet zo. Dat Elia zijn gelijk zou gaan halen. Daar hebben wij last van. Ik zei het toch?! Dat merk je in veel omstandigheden. Ik had toch gelijk.

Zo niet Elia. De man Gods. De man die daarin iets van God laat zien. God haalt Zijn gelijk niet. Niet: zie je wel, Ik ben machtiger. Nee, God gaat verder. God komt niet terug op dingen, maar God gaat meteen verder werken aan de toekomst.

Dat moeten wij in de gaten houden. God is een vergevend God. Niet zo dat Achab opeens een gelovig is. Dat wordt hij niet. Maar we gaan verder. Er ligt een toekomst te wachten. De toekomst van de Heere.

Dat zegt Elia. Achab, je moet gaan eten en drinken. Ik hoor de regen al aankomen. Wat zeg je nu? Dat eten en drinken kunnen we begrijpen. Die Baälspriesters moesten veel doen voor hun geloof. Duurde lang. Achab zal honger hebben gehad.

Maar de reden: we komt regen aan. Als Achab naar de lucht kijkt, is ‘ie strakblauw. Geen wolkje te zien. Elia zegt: het gaat regenen. Iemand zou dat tegen ons zeggen, zou je zeggen: nou, nee. Lucht is blauw. KNMI heeft geen regen opgegeven. Kans? Welnee. Het is droog en blijft droog.

Toch zegt Elia dat het gaat regenen. En snel. Achab moet meteen gaan eten en drinken. Anders redt hij het niet meer. Maar er is niets te zien en te horen. Dat is geloofsvertrouwen. Zien wat niet te zien is en horen wat niet te horen is. Al lijkt het er niet op.

In geloofsleven weten van de toekomst. Ik zie of merk er niks van. Openbaring; dit en dat zal gebeuren. Ik merk er niks van?! Het gaat wel komen. De toekomst van de Heere. De Heere vraagt je Hem te dienen. Het komt wel. Geruis van de regen is hoorbaar als je oren van geloof hebt.

En Achab? Relatie met Elia is gewijzigd. Hij gaat eten. Elia gaat naar de top van de Karmel. Offer vond plaats op een plateau. Elia gaat andere kant op. Gehurkt op de grond, gezicht tussen de knieën. In elkaar gekromde houding. Je maakt je heel klein. Misschien kunnen uw kinderen of kleinkinderen het voordoen.

Vraag is, wat bedoelt Elia daarmee? Uitleggers zijn het er niet over eens. Deze houding komt maar een keer voor. Wel over eens dat het totale onderwerping is. Je bent heel kwetsbaar. Je ziet niks. Een gebedshouding. Totale onderwerping aan God. Nadat God in vuur heeft laten zien dat Hij God is.

Elia heeft spanning gevoeld en gekend. Zou God wel antwoorden? Hij is ook mens. Nu dus eigenlijk in de overgave aan God die spanning ontlaadt. Tegenover de Heere. Die alles heeft gedaan. Die Zijn Woord houdt. Ik ben de Heere. Ik ben God. Die drie jaar geen regen, al die tijd eten en drinken aan Elia te geven.

Elia dankt God daarvoor. Hij geeft zich helemaal over. Waarschijnlijk is dat de bedoeling van deze houding. Totale overgave. Je ziet het wonder in of van je leven. Daarvoor danken. Woensdag is het dankdag. O ja, we moeten ’s avonds naar de kerk. Hebben wij die overgave? Hij kreeg alles uit de hand van de Heere. De Heere liet zien dat Hij de machtige was. Alles kreeg hij van de Heere. Hier komt zijn overgave.

Hoe vieren wij dankdag? Vinden wij eten, drinken, gezondheid en noem maar op heel gewoon? In die tijd was het gewone niet gewoon. Hoe gaan wij dat woensdag doen, die overgave?

Elia zegt tegen zijn knecht: kijken! Kijk eens wat je ziet. Op de top kan je ver kijken. Maar hij ziet niks. Elia hoorde geruis. Maar knecht ziet: er is niks te zien. Al drie jaar lang strakblauwe lucht. Blauw is blauw. Niks. Niks te zien. Tweede keer? Niks te zien. Derde keer? Niks te zien. Vierde keer? Blauw. Ik zie niks van de zee komen. Vijfde keer? Sorry meneer Elia. Zesde keer? Na hoeveel keer waren wij opgehouden? Wij hadden het niet zo vaak volgehouden. Misschien tot vier? Dit is ook geloof. Volhouden, al zie je niks. Het gaat komen. Dat was de belofte. Maar de lucht is nog steeds zo blauw. Elia is ons een voorbeeld. Volharden en volhouden. De Heere heeft het beloofd. Ja maar, ik zie niks. Klopt, zes keer zie je inderdaad niks.

Probleem is als je dan afhaakt. Het moet wel en direct. Als het niet snel gaat, dan hup. Bij kassa te lang wachten, computer niet snel genoeg opstart. Men heeft haast. Het moet meteen. Er mag geen wachtlijst zijn.

En dan zes keer horen: nee. Er is niks te zien. Dat vraagt uithoudingsvermogen. Van het geloof. Er is niks te zien. En toch gaat het komen. Toch houden we vol. Wat zie je nou? Christus komt toch? Als we naar buiten kijken, zien we niks?! Maar nee, Hij zal komen. Er komt een keer dat we Hem zullen zien komen. Hij komt een keer. Volharding van het geloof.

Dan komt die zevende keer. Die knecht is ook al die keren gegaan. Komt terug, zegt: ja, ik zie een wolkje. Een wolkje. Ongeveer zo groot als een hand. Mannenhand. Maar ja, wat is nou een hand? Heel veel blauw er nog omheen. Het stelt niks voor. Het is een handpalm. Het is een wolk, oké. Het is wat. Maar het is eigenlijk niks. Een handpalm. De lucht is niet meer helemaal blauw, zullen we maar zeggen.

Maar dit is voor Elia het sein dat het gaat komen. De rest laat nog niks zien. Nu alleen dat kleine wolkje. Hopen dat deze het land opkomt. Elia heeft niet veel nodig om te vertrouwen. Hoe minder je je overgeeft, hoe minder je je overgeeft aan overgave. Hoe meer je het nodig hebt! Als je veel vertrouwen hebt, zie je in elk klein tegen Gods aanwezigheid en plan. Je ziet het wel. Dan zie je ook dat iets dat 2000 jaar geleden gebeurde, waarvan mensen zeggen: hoe kan dat genoeg zijn, dat ene offer?! Je vertrouwen op de Heere stelt. Hoe minder je dat doet, hoe meer je nodig hebt. Elia stelde zijn vertrouwen volledig op de Heere. Dat ene wolkje zou genoeg zijn. Aankondiging voor het grote! Dat ene. Ook voor ons. De wolkjes in ons leven. Wolkjes van Gods aanwezigheid. Misschien klein. Een handpalm. Maar het kan genoeg zijn. In dat vertrouwen leven. Aanwezigheid van de Geest en werk van Christus. Die wolkjes zien!

Knecht komt terug en zegt: ik zie een wolkje. Elia zegt dat hij snel naar Achab moet gaan. Snel zelfs. Anders gaat de regen zo erg worden dat Achab niet thuis kan komen. De grond is kurkdroog en keihard. Het is niet meteen een modderpoel, water kan er in het begin niet goed in. Als Achab niet nu vertrekt, haalt hij het niet meer om thuis te komen. Paard en strijdwagen. Op volle vaart. Als hij dat niet doet, haalt hij het niet.

Ja, maar, er is een wolkje te zien?! Haast maken en doorwerken. Als de Heere een wolkje geeft, zeggen we: ach, waarom, wat is een wolkje nou, drijft wel over. Maar het Elia erom te doen dat Achab thuis komt in paleis. Wij moeten Thuis in Gods Vaderhuis komen. Daarom zendt Hij wolkjes. Wolkjes van liefde. Voordat de toorn van slagregen losbarst. Als je zo’n wolkje ziet of hoort, van Gods liefde en trouw en aanwezigheid, en ieder van ons krijgt dat (in een lied, bijbeltekst, onderweg). Schuif die wolkjes niet ter zijde. Eens gaan de wolkjes over in de plasregen. En dan kom je niet meer thuis, bij God.

Dat wolkje is liefde. Is onschuldig. Laat de zachtheid van God zien. Die slagregens zijn niet zo onschuldig. Op Sicilië is er regen, hoorde ik op het nieuws. Huis weggespoeld. Wij moeten leven van de wolkjes. Die Christus geeft. Elke keer weer. Hij geeft er zoveel!

Ineens is het dan niet meer blauw. Maar zwart. Van de regen. Achab is onderweg. Hij gaat het halen. Hij is op tijd vertrokken. En Elia? Die wordt gegrepen door de hand van de Heer. Hij is met hem. Schort jurk op. Anders kan je niet rennen. Zo hard rent hij. Op weg naar huis. Door de kracht van de Heere. Het is 28 kilometer. Kracht van de Heere. Hij rent voor de wagen uit. De Heere die Elia (die in totale overgave gehurkt zat) de kracht geeft. Aanwezigheid van de Heere lijfelijk voelt. Hebt u dat wel eens gevoeld? Niet in je hoofd denken: God is er. Maar dat je Hem voelt. Wat is dat nou weer? Ook het lichaam. Voelt aanwezigheid. Doortrokken ervan zijn. Is wonderlijk gevoel. Ik voelde het jaren geleden bij een conferentie. De Geest waaide door de zaal. Kippenvel. Er gebeurt iets. Na afloop weet je: God bestaat echt. Hij is aanwezig. Niet om dat ik dat beredeneer of bedenk of geloof, maar omdat ik dat voel. In elke vezel.

Dat gebeurt er met Elia. Hij voelt in die kracht van God, in elke vezel de Heere. Hij rent voor Achab uit. Door slagregens heen. Om thuis te komen, uiteindelijk Thuis bij God. Dit is zijn hoogtepunt. Zijn dieptepunt.

Nemen we de totale overgave mee? Elia die in elkaar gebogen zit. En daarna met datzelfde lichaam de kracht en macht van God ervaart. God is niet beperkt tot ons hoofd en ziel. Hij werkt in ons lichaam. Dat moeten we meenemen. Bovenal, Zijn trouw meenemen. Ik ga regen geven. Hij heeft het gedaan. Was lange tijd niks van te zien. God is trouw. God houdt Zijn woord in Jezus Christus, die het Woord is. Dat vraagt van ons overgave en vertrouwen. Geef dat ik mag zien en horen met Elia’s ogen en oren. Dat ik mag leven in Uw trouw. Leven onderweg, naar Uw toekomst. Waar U alles zult zijn en in allen. Om te leven uit die wolk. De wolk van getuigen zou je nog kunnen noemen. Maar in het beeld van vandaag: wolk van Christus dood en opstanding. Daaruit te leven. Uit Uw trouw. In de overgave, aan U. Amen.

Hervormde gemeente Sluipwijk, zondag 4 november 2018, 10 uur. Schriftlezing 1 Koningen 18:41-46.