In de geschiedenis van Abraham en Izak zien we dat God Zijn verbond trouw blijft. In Izak wordt het kind van de belofte geboren: Jezus de Koning der Joden. De Ismaëlieten (waaronder Hamas) zijn als het ware klokkenluiders: zij laten zien waar het de kinderen van de belofte, Israël en ons evenzeer, aan schort. 

Drie sporen uit Abraham

  1. Het kind van de erfenis: Izak
  2. Het kind van de dienstbaarheid: Ismaël
  3. De kinderen der getuigenis: de zonen van Abraham en Ketura

Gemeente, God begint opnieuw. Voor de derde keer. Bij de Schepping maakt Hij het tot verkondiging van Zijn bestaan. Maar de mens koos voor zichzelf. Ik wil op eigen benen staan. Ik wil met mijn eigen verdienste zelf de eer op mijn leven bewaren. Dom. Maar u weet hoe het gaat. Je bent zelf het dichtst bij je eigen ik. De verleiding is er om alles vanuit het ik te meten en oordelen en veroordelen. Dom. Maar je ziet dan de helft niet. Als je met eigen ogen en gedachten kijkt en denkt, kom je nooit verder dan je eigen horizon. Blind geworden. De zondeval. Alles was met een donkere waas overdekt. Een horizon: beperktheid van het menselijk vermogen. Dit hele leven was alleen maar in menselijk perspectief overgebleven. De ene na de andere dag: sterven, eindig, tijdig.

Toen was God opnieuw begonnen. En heeft Hij met Seth een nieuwe levenslijn uitgezet. Daarin ging het heel anders. De mens moest eindig zijn. Niet altijd in deze gebroken wereld. Niet altijd met sterfelijkheid. Maar er moesten ook kinderen geboren worden. Die werden pas na het paradijs geboren. Pas toen de mens uit de tuin weggejaagd waren. Kaïn, Abel. En een derde jongen. Direct haat en nijd en jaloezie. Kaïn slaat zijn broer dood. Midden in dat oorlogsgekletter begint God met Seth.

Uit Seth komt Noach voort. God begint weer opnieuw. Hij spoelt de wereld schoon. Het was een en al geweldpleging geworden. Een en al geweld. God spoelde het schoon met een watermassa. God begon met Noach.

Maar ook bij Noach drie volken: Sem, Cham, Jafeth. Met Sem gaat God de weg van de belofte. Ook dan gaat het mis. Ze bouwen een stad voor zichzelf. Eigen boompje, beestje. Geen sociaal gevoel. Geen verbondenheid. Ieder klimt zelf op naar de hemel: de toren van Babel.

Uit Ur roept God Abraham (Ur is datzelfde Babel). Nu begint God weer met drie. Adam en Eva: drie kinderen. Noach: drie jongens. God begint weer opnieuw. En nou met Abraham begint God weer opnieuw. Nu weer drie. Ja dat was een beetje problematisch.

Ze waren al op leeftijd. Heeft het leven afgedaan? Er worden drie soorten kinderen geboren. De eerste kent u. Dat weet u. Het kind van Abraham en Sara. O nee, dat was het kind niet van Abraham en Sara. Ze waren overjarig graan geworden. Experiment met die draagmoeder was faliekant fout gelopen. Izak wordt het. Tegen de verdrukking en verwachting en hoop in, tegen alle mogelijkheden in: hij werd geboren. Izak: kind van de geschonkenheid. God heeft een bijzondere bedoeling. De erfenis van de hemel. Het Koninkrijk moet gehoord, gezien, gekent worden. Kan ik het zien? Je moet wel goed kijken. Horen en beleven? Izak was de aangewezen persoon om de erfenis van de hemel op de aarde te dragen.

Izak werd rijk gezegend. Hij kreeg een ontzettende hoeveelheid talenten – in het volk dat uit hem gesproten is. Israël moet laten zien dat er meer mogelijk is dan een enkel mens kan denken. Wie had er kunnen denken dat er een mobiele telefoon is. Dat we zo kunnen opbellen naar Australië? Wetenschappers, componisten. Elementen uit het Koninkrijk van God. Izak is ook maar een mens. Het volk uit Izak is maar een menselijk volk. Israël zijn gewone mensen. Geen heiligen. Geen mensen waar we naar kijken: dat al het menselijke hen vreemd zou zijn?!

Dit is de eerste lijn uit Abraham. Kind van de erfenis, toekomst, belofte. Dat God het goed moet maken op deze wereld. Maar er liep nog een andere jongen

2.

Abraham en Sara dachten: ons leven wordt niks. Ons leven loopt dood. Ze hebben een experiment van de draagmoeder uitgevoerd. Kunnen we niet even zelf iets regelen? Bij de pakken neer zitten? Welnee.

Een jonge, vrolijke, vruchtbare slavin. Als ik haar nou aan jou geef, zei Sara. Ze wordt bevrucht en dan geef je het kind aan mij. Je kunt wel weet ik wat bedenken. Het kind was nog niet eens geboren… De vrouw loopt er zwanger. Hoop en blijdschap in haar leven. Het botst geweldig met Sara. De vonk van naijver en jaloersheid. Ze kijkt me aan met laatdunkendheid. Ze moet weg! Weg die meid!

Als God leven wekt, laat Hij het nooit meer los. Ofschoon Hagar daar in de woestijn dwaalde, niemand keek naar haar om. Een Iemand bekommert zich nog. God. Wat loop je hier? Waar kom je vandaan? God stuurt terug.

Het kind krijgt de naam Ismaël: God heeft gehoord. Als Izak straks geboren wordt, botst het weer. Wat is de functie uit Abraham? Waarom moet Izak vergezelschapt worden met Ismaël? Is dat niet vragen om oorlog en ellende? Er is onmin, altijd spreekt dat verschil.

Het had een reden! God zegent Ismaël. Die kan je lezen in Genesis 16. En nog een keer. En nog een keer. Wat staat er dan in die zegeningen? Dat Ismaël een groot volk zal worden. Dat dat als een volk zal worden dat tegenhangt aan het volk van Izak. Het zal ook twaalf vorsten voortbrengen. Dat Ismaël als een wilde woudezel zal zijn. Grof. Een Boogschutter. Dat er altijd een tegenstem moet zijn. Wat beoogt God? Is dat niet dat als Izak van het spoor zou afgaan, de fundering van de beloften zou vergeten, waar u en ik in de erfenis van Izak deelgenoot zijn ons geloof maar een beetje laten zitten, uit slordigheid onze kerken leeg laten staan, kijk eens om je heen…?! Om zulke omstandigheden: dat Ismaël moet optreden? Als we de Bijbel als een boekie beschouwen. De gemeenten die de touwtjes aan elkaar moeten knopen met dubbeltjes en kwartjes. Alle dingen uit de traditie overboord zetten… Vindt u het vreemd dat er een moskee gebouwd wordt waar kerken afgebroken wordt? Uit Ismaël gaat er een oliekraan open. Miljoenen! De Ismaëliet wast eerst zijn handen voor hij de koran opent. Met groot ontzag de koran ter hand neemt. Terwijl wij met de Bijbel gooien en smijten. Nog net niet de krant …! Wij leven in onbeschaamdheid. Vrouwen van top tot teen in een kedor gehuld? Een tegenstem.

Hoort u daar de roepstem in? Een klokkenluider. Die ons herinnert wat wij links laten liggen. Wat wij niets achten. Wat wij veronachtzamen. En Israël dan? Hamas is een onderdeel van Ismaël. Hamas is een klokkenluider. Wat is er aan de hand in Israël? Wat is er aan de hand met Netanyahu. Wat was er aan de hand toen er wetten ontworpen moesten worden in bedrog, leugen, corruptie. Wat is er aan de hand in Israël? Netanyahu die de juridische wereld uit wilde schakelen. Er is iets aan de hand hoor … Dan moet Ismaël optreden. Dat Izak van zijn spoor is afgeweken. Om terug te keren. De Ismaëliet op de wereld is een dienstknecht. Om klokkenluider te zijn.

Wij mogen delen in Juda als kerk. Wij mogen delen in de waarden van Izak. U bent kinderen van een erfenis uit de hemel. Wat doe je daarmee? Nou ja, dat laten we links liggen? We bekijken op het onze menselijke merites. Dan kan je Ismaël verwachten. Hij trekt aan onze bel. Met moskeeën, met secuur lezen van de koran en onderhouden van de strenge slavenwetten. Zeer streng – daar kunt u en ik vooral nog een puntje aan zuigen.

3.

De laatste. Nog kort hoor. U wilt koffie drinken. De derde nog. Sara is overleden. Abraham is opnieuw getrouwd. Niet een bijvrouw, dat is verkeerd vertaald. Ketura baart nog zes zonen van Abraham. Dat is de derde lijn. Die kinderen, daar lees je niet veel van. Abraham schenkt geschenken aan de zonen van Ketura. Hij zendt ze naar het oosten. We horen er nooit meer van…

Totdat! Hè! Is dat niet bij de geboorte van de Heere Jezus. Drie komen er aan. Weer drie. Eigenaardige geschenken. Die geef je niet aan een baby. Een klompje goud, mirre, wierook. De wijzen. Uit het oosten. Drie? Geen drie. Maar een heel volkje. Wel drie geschenken.

Wat kwamen ze doen? Ze kwamen vragen waar de koning van de joden geboren is. Ze kwamen aanbidden. Ze kwamen de tekens brengen hoe God de belofte naar  u gebracht heeft: koninklijk, priesterlijk, profetisch. U deelt daarin. In de aanbidding van Jezus als de koning van de koningen. De wijsheid van Jezus. Profeet der profeten. Hij is de priester van alle priesters. Aan het kruis brengt Hij het volmaakte en volkomen offer. Zo deelt u in Jezus naam in het getuigenis in de erfenis.

Drie kinderen, drie sporen. Vanmorgen op deze Bevrijdingsdag die verder kijkt naar de menselijke vrede en oorlog. We moeten verder kijken dan de tijd. Drie sporen uit Abraham. Ismaël ging wonen tegenover zijn broeders. Let op Ismaël. Die wijst u terug naar de zaak. Naar het wezen van ons leven. Keer terug, Izak. Keer terug, kinderen van de getuigenis. In Jezus’ naam, keer terug naar de vrijheid. Vrede, vrede, vrede – om Jezus’ wil.

Amen.

Hervormde Gemeente Sluipwijk, zondag 5 mei 2024, 10.00 uur. Schriftlezing Genesis 25 : 1 t/m 18.