Paulus schrijft aan de gemeente te Efeze over de verzegeling met en door de Heilige Geest. Dat kan zowel gebeurd zijn toen ze tot geloof kwamen alsook later in het geloofsleven – beide uitleggen zijn mogelijk. Bij de verzegeling van en door de Heilige Geest geeft God iets van Zichzelf. Hij staat voor Zijn zaak in, Zijn kinderen zijn Zijn eigendom en Hij geeft een waarborg.

Over verzegeld zijn door en met de Geest en Hem bedroeven!

Geroepen gemeente van Jezus Christus, ik sprak die vrouw die een dienst had meegemaakt omdat ze een Alfa cursus had gevolgd. Ze wilde een gesprek. Ze was geraakt door de dienst. Door wat u zei over dat een leven zo vaak leeg is en verveeld en vervelend, zei ze. Leven in leegheid en verveling. Dat zijn volgens Paulus de kenmerken van iemand die niet christen is. Vers 17. Niet wandelen zoals de heidenen in de zinloosheid van hun denken. Zo wandelen de andere heidenen. Ze zijn verduisterd in het verstand. Vervreemd van God. Kenmerken van een leven zonder Christus. Zinloos is het dan. Ja, dan kan je verschillende kanten op. Kan je cynisch van worden. Of hedonistisch. Ik haal er uit wat er in zit. Ik leef maar een keer. Het is toch zinloos. Dus ja! Vervreemd van het leven dat uit God is. Overgeven aan losbandigheid. Om onreinheid begerig te bedrijven. Het geweten is toegeschroeid. Ongevoelig geworden. Leven van spuiten en slikken of bonussen. In platte en chique varianten. Links of rechtsom is het hetzelfde.

Maar, zegt Paulus, u hebt Christus zo niet leren kennen. Jullie weten toch beter! Jullie leven toch uit je doop. Dat oude, afgestompte past toch niet. Dat is toch een oude jas. Je hebt toch nieuw leven uit te dragen! Je ondergaat een mindshift, zou je kunnen zeggen.  Dat heeft consequenties voor de praktijk van het leven. Bekleed u met de nieuwe mens. Een nieuwe jas.

Praktisch en concreet. Leg de leugen af. Spreek de waarheid. Word boos maar zondig niet. Wie gestolen heeft, moet dat niet meer doen. Lijken open deuren. Hoe leest u dat? Je zou zeggen, moet je dat nou opschrijven? Dat weten ze toch we? Ja. Dat kan je zeggen. U weet toch ook heel vaak wel. Maar toch gaat het mis. Toch?

Leg de leugen af, spreek de waarheid. Wie gestolen heeft, moeten niet meer stelen. Soms moet het opnieuw gezegd worden. Misschien liepen de Efeziërs bij het oude leven vandaan. Bij die oude tempel. Die vruchtbaarheidscultus. Dat oude zit er in he. Je kunt risico lopen van terug zakken. Misschien ook nog niet helemaal afgelegd. Stop met stelen. Geen vuile taal uit je mond. Avondmaal is geen maaltijd voor superchristenen. Het is een maaltijd voor zwervers en bedelaars. Die geloven: mijn thuis en rijkdom is in Jezus Christus.

En dan staat er: bedroef de Geest van God niet. Door wie u verzegeld niet. Eerst die blik op die mensen, ja, zoals je vroeger zelf ook was. Die heidenen die wandelen in zinloosheid. De een keuriger dan de ander. Bij jullie is het toch anders? Dan volgen concrete opdrachten. En dan staan die woorden: bedroef de Geest niet. Door wie u verzegeld bent.

Wacht even. Wat is dat, verzegeld? De Efeziërs waren verzegeld door de Geest van God. Verzegelen kennen wij niet zo goed meer. Ik heb voor vanavond drie definities.

  • De eerste: laten zien, dit is van mij. Een zegel is een eigendomsmerk. In de tijd van de bijbel was er slavernij. Daar werd dat ook mee gedaan.
  • De tweede is: beschermen en onderhouden. Paulus schrijft in Romeinen 15 dat hij de collecte veilig overbrengt. Beschermen, behouden. Ik draag er zorg over. Ik bescherm.
  • En tenslotte, een waarborg. Bekrachtigen. Zoals een handtekening iets bekrachtigd.

Door wie u verzegeld bent. Bedroef de Geest niet. De Efeziërs waren verzegeld door de Geest. Gestempeld door Hem. Ik sta voor jullie overtocht in. Tot de dag van de verlossing. Die collecte moest ook aan komen – zo ook de kinderen van God. De Geest doet dat. Die verzegeld.

Wat is het stempel? Wie is dat? Dat is de Geest zelf. Hij is het stempel wat Hij gegeven heeft. God heeft iets van Hemzelf. De Geest van God. Als teken dat je door Hem bent gekocht. Dat wordt bekrachtigd. Verzegeld ook met de Heilige Geest. Je ontvangt de Geest als een verzekering dat je het eigendom van Jezus bent. Als een waarborg. Hij geeft en is het zegel. Eigendom, bescherming, bekrachtiging.

Nu op een moeilijk punt. Althans, er wordt verschillend over gedacht. Wanneer ben je dat? U moet even terugbladeren naar hoofdstuk 1. Zijn er mensen in de kerk die de gewone Statenvertaling lezen? Avonddiensten zijn leerdiensten. Even de tanden op elkaar vanavond. Vers 13. In Hem bent u ook toen u tot geloof kwam verzegeld door de Heilige Geest. Wanneer hebben ze die verzegeling ontvangen? Nou, zegt u, dat is dus als je tot geloof komt. Ja. Wie in Jezus gaat geloven, ontvangt de Geest. Uitleggers koppelen soms de verzegeling aan de Doop. Nou, de Doop verzegeld volgens mij de beloften van God.

Er zijn ook uitleggers die op een iets andere lijn zitten. Niet als je tot geloof komt, maar het is iets van een latere fase van geloof. Als u weer naar 1:13 kijkt. In Hem bent u ook… Ja in de Statenvertaling staat twee keer ‘nadat’. In de HSV ‘nadat’ en ’toen’. Uitleggers die de SV volgen, die zeggen: die verzegeling met of door de Geest is gebeurd nadat ze tot geloof kwamen. Daarna. Nadat ze tot geloof kwamen. Ja. Ik kan me voorstellen dat u zegt, is dat van belang? Nou, in de praktijk van het leven maakt het uit.

Als je zegt, als je tot geloof komt, ben je verzegeld met de Geest. Of, verzegeling met de Geest gebeurd daarna. Dan kan je dus geloven en later verzegeld worden met de Geest. Dan kan je zeggen, ik weet het niet precies. Dan is dat een latere ervaring. Je kan dan een echte gelovige zijn maar de Geest nog niet hebben.

Mensen van die tweede ervaring vind je in evangelische kring (second blessing). Maar ook wijlen ds. I. Kievit. Hij gebruikt in een preek het beeld van een stroomversnelling. Je krijgt helder zicht op de dingen ook in de beleving van de dingen. Het geloof krijgt diepte. Zicht op Jezus en op God. Dat kan een diepe ervaring zijn. In de Dogmatiek van Van der Kooi en Van den Brink noemen ze dat een intense ervaring van nabijheid en kracht waarbij ook charismata kunnen ontvangen worden. Ja. Die is, zeiden ze vroeger, tot ruimte gekomen. Eerst tobberig. Maar om te zeggen: ik ben een kind van God. Nou, ja, nee. Maar toen gebeurde er iets onder een preek of lied. Een ervaring van nabijheid en kracht en genade waarbij geloofszekerheid en charismata ontvangen kunnen worden (Ps. 119:86, berijmd). Dan ontvang je zekerheid. Niet gevoel. Maar het wordt vaster.

Ja. Als je niet zonder Jezus kan en wilt, is dat ook niet door de Geest? Ja. Maar een verdieping daarna? Ja? En ben je dan meer christen als je die andere ervaring hebt? Ben je dan een mindere gelovige? Hoe is dat in de liefde. Dat kan toch groeien. Ben je minder getrouwd als je… Nee toch!

De Efeziërs zijn verzegeld met de Geest. Zijn wij het ook? Hebt u de Geest ontvangen? Als een zegel. Een tastbare ervaring? Ja? Ja en kijk, ik vind eigenlijk dit, als je tot geloof komt of daarna, ik denk dat het alle twee kan. Ik denk dat het soms samenvalt. En soms ook daarna. Als je gegevens in de bijbel op een rij zet, zie je dat. Ik citeerde uit de Dogmatiek. Ik doe dat weer. Zij zeggen: ‘Inderdaad is in het NT soms sprake van een zeker tijdsverloop tussen het moment waarop men tot geloof komt en waarop men de Geest ontvangt.’ Ik heb daar langer over na gedacht. Ik zie heel vaak dat mensen die plotseling tot geloof komen (mensen die eerst nergens aan deden), dat kan heel krachtig zijn. Ze zijn er vol van. Je denkt, dat wil ik ook. Of, ik zou dat ook willen. Of, doe maar rustig aan. In het NT was dat vaak wel zo. Wij zijn opgevoed met het geloof. Maar als plotseling tot geloof komen dat dan die verzegeling samenvalt met tot geloof komen. Soms vroeger belijdenis gedaan? Nou, ja, maar het is verdiept. Ik heb met de meute mee gedaan. Of, het is verdiept, krachtiger geworden. Dan is die verzegeling later gekomen. Dus niet of-of. Evangelisch of hyper-reformatorisch is het: heb je niet dit en dat meegemaakt? Nee, nou dan ben je het nog niet. Als je het zo in een schema past… nee, niet zwart wit.

Het kan samenvallen en daarna komen. Bent u verzegeld met de Geest? Ja? Of zou u willen? Niet alleen meer blijdschap, maar ook meer droefheid. Niet dat je geloof niet goed is. Maar dat je verzekerd bent. God geeft Zijn Geest alleen aan hen die Hem daarvoor bidden en danken, zegt de Catechismus. O Geest, kom in mij wonen. Verzegel mij tot en van de verlossing.

Als het over bidden gaat, je kunt bidden om van alles en nog wat. Soms lang wachten. Je krijgt het niet altijd. U weet toch wat er staat: hoeveel te meer zal de Vader de Geest geven? Als we bidden om de Geest, ontvangen we die.

Ik ben een beetje achteraan begonnen. Wat is het, wanneer is het gebeurd. We moeten het niet in een schema willen persen. Die Geest kan je dus wel bedroeven! Dat dat zegel verdoft. Dat je de Geest bedroefd. God verzegelt met Zichzelf. Een dingetje kan je niet bedroeven. Maar God wel! Het is zo persoonlijk. Bedroeven. Dat kan je als gelovige en als gemeente.

Hoe gaat dat dan? Ja? Wat staat erachteraan? Laat bitterheid van u weggenomen worden. Woede, toorn, laster, geschreeuw. Zou dat de Geest niet bedroeven? Zo praktisch is dat toch? Op een verjaardag of zo. Gepraat. Je merkt aan een ander dat die steeds stiller wordt. Op z’n hart getrapt. Stil. Ja. Pijn gedaan. Beschadigd door die woorden van een ander. Door die woorden of dat wegkijken. Ze doen alsof je er niet bent. Doet pijn. Op die manier kunnen we de Geest bedroeven.

Dan trekt de Geest zich terug. Als een slak in een huisje. Denk niet dat gebeurt bij grote zonden (belasting omzeilen, andere vrouw). Wat zijn trouwens grote zonden? Misschien ligt dat bij God wel heel anders. Maar hier: bitterheid, geschreeuw, laster. Hier gaat het over wat wij zeggen tegen een ander. Bitterheid. Ten opzichte van een ander, dat heeft betrekking op de Geest. Zou er daarom soms zo’n grijsheid zijn in het leven van gelovigen of de gemeente? Zo’n dofheid. De Geest is dan niet meer zo krachtig. De Geest is namelijk fijngevoelig. De Geest is de band van de liefde. In de liefde luistert het nou! Hoe vaak bedroeven wij de Geest niet? Vaker dan ons lief is. Als de Geest dan terugtrekt dan verdoft die ervaring misschien ook wel.

Zouden we de Geest ook kunnen verheugen? Wat dacht u? Ik denk het wel! Als we doen wat in vers 32 staat: vriendelijk, barmhartigheid doen. Dat is een zelfversterkend effect. Dan komt er meer vreugde. Dan wordt de band van de genade verstevigd. Volgende week wordt het Avondmaal gevierd. Dan ontvangt u tekenen en zegelen van Gods liefde. In Den Haag gedaan met cupjes. Medicijncupjes. Dat zeggen de reformatoren ook: dat het een medicijn is. Je erkent je ziek zijn en zwak zijn. Met het oog op die viering zeg ik: bedroef de Geest van God niet. Daarom bidden en zingen we: ‘Uw goede Geest bestier mijn schreden en leid mij in een effen land.’

Amen.

Leer mij, o God van zaligheden,
Mijn leven in Uw dienst besteden;
Gij zijt mijn God, vat Gij mijn hand;
Uw goede Geest bestier’ mijn schreden,
En leid’ mij in een effen land.

– Psalm 143 vers 10 (berijming 1773)

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Dorpskerk, zondag 6 juni 2021, 18:45 uur. Schriftlezing Efeze 4: 17-32.