Op de grens van het beloofde land prent Mozes het volk Israël in om de HEERE, de Bevrijder uit Egypte, niet te vergeten. Wanneer er sprake van welvaart en rijkdom is, is er een grote kans om de HEERE te vergeten, zelfs al zitten we in de kerk. We lopen goden van onze tijd en cultuur achterna en voor we het weten zitten we in het heidendom. Wie God vergeet, zal door Hem worden vergeten. Mozes’ waarschuwing is er een om in vakantietijd te doordenken.
Niet vergeten, maar vrezen en dienen
Geroepen gemeente van Jezus Christus hier in de kerk, maar ook thuis, misschien op vakantiebestemming. Een prachtig ingerichte woning, van alle gemakken voorzien, bloementuin, bubbelbad, rijke boomgaard, goedwerkende wifi. Dat klinkt als een goed vakantiehuis? Een luxe resort. Waarvan je hoopt dat het echt zo is als in de beschrijving. Het is altijd een beetje afwachten. Mooie beschrijving en foto’s, maar dan kom je er: niet dat het het niet is, maar om nou te zeggen dat het is zoals op de foto’s… Vaak valt het een beetje tegen, toch?
Is deze beschrijving een beschrijving van een vakantiehuis? Nee. Het is van de toekomstige bewoning van Israël. Wat we lazen lijkt er in die tijd op, op dat bubbelbad en wifi. Israël is op de grens van het beloofde land. Het is een land vloeiend van melk en honing. Dat gaat over de vruchtbaarheid. We lezen ook iets over de steden en woningen. En dat is niet niks. Ook die steden en huizen mogen er blijkbaar zijn.
Huizen vol van allerlei kostbare dingen. Niet: er is ook nog iets aardigs. Als ik dit lees stel ik me een groot huis voor met een kamer en dan weer een, je valt van de ene verbazing in de andere. Maar dan ook uitgehakte putten. De watervoorziening. Ook wijngaarden en olijfbomen. Prachtig.
Mozes spreekt het volk aan op de grens. Daar komen jullie terecht. Als je daar bent, laat dan die woorden van God in je hart zijn. De HEERE is een! Laat die woorden – Hij is de enige, unieke, betrouwbare – in je hart zijn. Je komt in een andere cultuur terecht.
Ja. Dat had Mozes gezegd. Hij zegt ook, als je dan aangekomen zijn … Nee. Zo zegt hij dat niet. Zo zeggen wij dat. Mozes denkt vanuit de HEERE en Zijn daden. Dat is een andere manier van denken en praten. Hoe zegt Mozes dat? Dat de HEERE u gebracht heeft. Niet, hup en dan ben je daar. Nee. Wel zelf lopend. Er door heen en daar onder: de HEERE brengt je. Geschiedenis vanuit God. Niet vanuit de mens. Dat is alleen al een leerzame les. Van God uit spreken.
Ja, wat dan? Als jullie daar zijn als de HEERE uw God u gebracht heeft, dan is het daar goed. Je mag genieten van het goede leven. God zegt niet: dat is te luxe. Nee. Wel: dat hebben jullie niet gebouwd. Jullie hebben er niets aan gedaan. Huizen hebt u niet gevuld. Wijngaarden die u niet geplant hebt. Niet: dat hebben wij mooi voor elkaar. Nee. Dat heeft een ander gedaan. Heel nederig.
Vakantiehuisje, er ligt een chocolaatje voor je klaar op bed, je kunt zo genieten. Consumeren. Wij gingen toen naar Drenthe. Mensen nu gaan lachen als je dat zegt. Wij kwamen daar aan. Ik weet nog wel dat mijn moeder en oma alles schoon hebben gemaakt. Het plakte aan alle kanten. Ik herken dat nog wel, we kwamen gisteren terug van vakantie. En ik wil het toch een beetje netjes achterlaten. Mijn kinderen zeggen dan: dat hoeft toch niet. Ik doe dat wel, dat zit er dan toch een beetje in.
Dit is helemaal klaar. Je komt er gewoon terecht. Als je dan eet en verzadigd bent. Dan? Dan ben je het snel vergeten. Wie of wat? De HEERE die het je gegeven heeft. Egypte de slavernij: jullie waren slaven. Straks komen jullie daar, in die grote en mooie huizen, let dan op dat je de HEERE niet vergeet.
Dat kan maar zo: vergeten. Wat is dat, God vergeten? De eerste betekenis is: daar heb ik even niet aan gedacht. Helemaal vergeten! Hoe kan dat dan? Er kwam iets anders. Geen opzet in het spel? Nee. Sommige mensen die zeggen: ik word vergeetachtig. Er even niet aan denken. Vaak onbewust, toch? Geen bewuste opzet.
Dat is het natuurlijk niet. Als jullie daar zijn, in dat mooie land – bedje gespreid -, dat je niet meer aan God denkt. Vergeten hier is niet even kwijtraken. Oh, die verjaardag. Oh, kwijt. Nee. Hier is het negeren of aan de kant schuiven.
Schuif mij niet aan de kant. Negeer Mij niet. Negeer Mij niet. Ik weet niet of u daar ervaring mee hebt. Schelden is ook heel pijnlijk. Maar net doet alsof je er niet meer bent. Dat is veel erger. Je wilde me niet zien. Als dominee ben ik heel alert. Oh, die wilde me niet zien. Onbewust, dan zie je even iets niet. Soms is dat heel bewust. Je ziet dat iemand je ziet, maar doet net alsof hij je niet ziet. Heel pijnlijk. Als je voor die ander veel gedaan hebt… De HEERE die je bevrijdt heeft.
En je gaat je houden met die afgoden? Wie waren dat? Die afgoden. Natuurgoden. Jaargetijdefeesten. Is dit een overbodige waarschuwing? O het volk gaat erheen, maar och ja, Mozes moet waarschuwen, maar het is niet nodig?
Het is heel erg nodig! Hoevaak het volk God niet heeft vergeten. Toorn is gekrenkte liefde. Dat God alles voor je geeft gedaan. Jaloezie van God. Toorn is gekwetste liefde. Let op, Israël, dat je de HEERE niet negeert straks. Ja, dat risico liep Israël.
Ik kom een stapje dichterbij. Dat negeren is niet iets typisch joods. Nee. Was dat maar waar. We komen in deze waarschuwing een zonde op het spoor die typisch menselijk is. Dat je de HEERE je Bevrijder vergeet. Nieuwtestamentisch gezegd: Jezus, kruis, vergeving; nee nu even niet. Het is nu vakantie!
Als je verzadigd bent. Als je gegeten en gedronken hebt. Uitbuiken. Je hebt God niet echt nodig. Gevulde koelkast, wijngaard, huis vol kostbaarheden, wat moet je dan met God? Dat geldt voor velen van u ook. Ik heb het op de rit. Een baan, eten en drinken, huis vol kostbaarheden. Hebben wij ook. Zijn we groos op – of knap mee. Dat je God dan vergeet.
Wat moet je met God als Bevrijder als je het voor elkaar hebt? Dat doen wij toch vaak: God vergeten. In Europa, Nederland. Ik trek het eerst groot. Mozes zegt het tegen een volk. Wij maken het vaak hyperindividueel. Geloven is ook collectief. Het volk of de gemeente (nieuwtestamentisch gezegd) wordt aangesproken. Er is ook die persoonlijke lijn. Maar God heeft het volk op het oog.
Zijn we God misschien vergeten omdat we het goed hebben? En we volgen de natuurgoden. Baäl, Astharthe; dat vinden wij naïef en primitief. Nu gaan sommige mensen beelden halen bij die tuincentra. Een generatie verder en je zit in het heidendom. Koopkathedralen. In Leidschendam heb je een shopping mall. Hoog, heel hoog. Veel groter dan een menselijke maat. Een kerk moet ook hoog zijn. Er waren geen hijskranen vroeger. Niet praktisch. Men had door: die ruimte moet groot zijn. Groter dan de menselijke maat. God is veel groter dan wij zijn. Dus als een huis twee woonlagen had, dan moest de kerk minimaal vier verdiepingen hebben. Dat hadden die oude architecten door. Ik ben altijd blij als ik ergens moet preken in een kerk wat het hoogste gebouw is. In Den Haag is het hoogste gebouw dat van de Nationale Nederlanden, geloof ik. De tempel van de mens.
Dominee, als volk zijn we misschien God vergeten. Het is een sluimerend proces. Het is wel gebeurd. Ja. Dat is ook zo. En wij dan? U en ik. Hoe zit dat met dat vergeten bij ons? Collectief ja, maar vervolgens ook persoonlijk.
Wij zitten op zondagmiddag in de kerk. Wij hebben aan God gedacht. Gij zijt mijn God, U zal ik loven; zongen we. Mooi dat je hier zit. Echt. Of ik zit hier weer, na jaren. Ik deed er niet meer aan. Hele poos, getrouwd, narigheid, gedoe met mensen uit de kerk. Of zonder gedoe. U weet wel hoe dat gaat. Nee. Dat weet ik niet. We waren druk met werk en de kinderen. Niet, zo kap ik er mee. Soms wel ouderlingen en dominees die gekke dingen deden. Soms is dat overdreven. Soms klopt het wel. Dan sympathie en warmte. Maar, van mij hoeft het niet meer. Dan zit je er toch weer! Ik vraag dat wel eens. Is het wel eens weggeweest? Of zat u er nog wel, maar alleen lijfelijk aanwezig? Dat kan. Soms ben je weer helemaal aangegaan. Ik zit hier weer. Niet zomaar een beetje meezingen, maar nee, het heeft mijn hart. Prachtig als dat zo is.
Wij zijn in onszelf hele vergeetachtige mensen. Allemaal. De een geeft dat sneller toe. Allen zondig. Heeft met voorkeuren en achtergronden te maken. In onszelf zijn we mensen die heel makkelijk de HEERE vergeten. Zeker misschien ook wel in een situatie van luxe. Als je verzadigd bent.
Of heb je dat niet? Ik ben vergeetachtig. Ik vind dat in de zomer lastig. Even geen preek maken. We verslappen toch makkelijk.
Ik vind opvallend dat dat hier staat met stad en wijngaard. Goede steden. Welvaart. Dat dat vergeten te maken heeft met welvaart. Wij hebben het allemaal heel goed. Ik denk dat je dat mag zeggen. Onverzadigd. We halen onze neus op voor een vakantie in Drenthe. De ouderen weten van andere tijden. Dat je voor je verjaardag een sinaasappel kreeg. Ik weet nog dat je voor de telefoon naar de gang moet. Het gaat zo hard. Moeten we terug naar armoede, dominee! Nee. Het is wel een gevaar, welvaart. Dat je de HEERE gaat vergeten. Zelf voor gewerkt? Maar dat hebben wij toch niet gefixt?
Hebben we het dan te goed? Geef me rijkdom of armoede, moeten we dat bidden met Agur. Minder krijgen, dan weer meer God zoeken? Ik zeg wel: rijkdom is wel een gevaar. In het Oude Testament is rijkdom een zegen. In het Nieuwe Testament wordt veel meer gewaarschuwd. Mammon, rijke en de oog van de naald. In Oude Testament is het een heel materialistische zegen. In Nieuwe Testament is dat: vergeving en toekomstige leven. Je hebt wel beide nodig.
Die stad, dat is voor u gevaarlijk, u komt uit Den Haag. U zit hier in Hardinxveld. Het maakt wel echt iets uit. In Den Haag zie je weinig kerk. Als ik een gemeentelid tegen kom, neem ik mijn hoed af. Dat gebeurt zelden. Ik Katwijk was dat anders. Dat weet ik wel. Je kunt beter in een dorp zitten?
De Franse filosoof Jacques Ellul scheef het boek ‘De grote stad’, in het Nederlands vertaald. Onlangs nog een boek vertaald van hem. Hij schrijft: de stad is ook het systeem waar machten en geld domineren. Vooruitgang. En op die manier is de stad dichtbij. Ook als je in Hardinxveld woont. Iemand schreef, we wonen niet meer in de stad, maar de stad woont in óns.
We gaan van die middelen een doel maken. Waardoor we God zomaar vergeten. God, wat vergeten wij U vaak. Wat zijn we U vergeten. Ook wij. Ook als we in de kerk zitten. Fijn dat u in de kerk bent. In onszelf zijn we vergeetachtig. Dat loflied verdwijnt zo snel als je niet in de kerk zit. Hem die van alle smet bevrijdt! Als je dat hier niet hoort. Dan vergeet je dat snel. Laat staan de volgende generatie. Zo vergeetachtig zijn we als cultuur.
Denk erom, zegt Mozes. God die je bevrijd heeft! Niet alleen wat je niet moet doen. Maar wat je wel moet doen: God vrezen en dienen. Vrezen gaat over je hart. U bent mijn God. Met U wil ik vertrouwelijk omgaan. Hem dienen: offeren met je werk. Hand. Bij Zijn Naam zweren: de diepste dingen in je leven zijn met Hem verweven. Met de mond belijden.
Vakantietijd is een tijd van bezinning en reflectie. Kan ook als je thuis bent. Hoe staat het ervoor? We kunnen niet voor de hele cultuur spreken? We keren Nederland niet zomaar om. We kunnen onszelf niet eens bekeren. Wel belijden dat je God vergeten bent. Ik heb echt vakantie nodig. Ben je God vergeten misschien?! God. Ik geef de prioriteit aan verkeerde dingen. Misschien wel goede dingen, maar het gaat om mezelf. Dat ik me fijn voel, zelfs in mijn geloof. Vergeef mij, HEERE God. Dat je je voorneemt om God weer te gaan dienen. Nieuwe toewijding aan God. Verbondsvernieuwing.
God die u bevrijd heeft! In de Doop. Een christen is toch een vrij mens. Niet wat je wel en niet mag. Nee. We zijn bevrijd tot dienst! Gebonden aan God. En daarmee vrij en hoopvol. Zuchtend naar Zijn toekomst. De HEERE is uw God, dat is verzegeld in de doop.
Hoe ga je daar nu mee om? Met waarschuwingen. Hoe ga je daarmee om? Door wie ben ik gewaarschuwd vaak? Ik dacht: mijn opa en oma. Ik zei dan: ja-ha. Het waren lieve mensen. Kon veel van ze hebben. Ze hebben de liefde voorgeleefd en uitgeleefd. Ja-ha, zei ik. (Ik doe ze natuurlijk nu veel te kort maar ze hebben ook veel liefde gegeven.)
Let op, als je gegeten hebt en verzadigd bent, zegt u dan: ja-ha?! U gaat gewoon koffie drinken. Dan zegt u ook ja-ha. Eigenlijk zeggen we nee-hee. God zegt: vergeet Mij niet. Wie God vergeet, kan het vergeten. Je kunt een prachtig leven hebben met die goden en weet ik veel. Het gaat me niet om de spullen of mensen die je volgen, maar het is leeg en dood. Je blijft verschrompeld achter.
Leef met Hem. Kruisdragen is het. Ja. Het is storend, die woorden van Jezus. Ja. Niet alleen zelfbevestiging. Geloven is niet alleen maar leuk. Het is toekomst hebben, gereinigd hebben. Een schat heb je dan. Misschien kom je niet verder dan Drenthe. Maar wel: Maar ’t blij vooruitzicht dat mij streelt. Dan kom je dus wel ver. Maar als je geen uitzicht hebt… Een uitvaart met beamerplaatjes van reizen. Ik vond het leeg, zeg je, ze snappen het al niet eens meer als je dat zegt.
Als je dit appel hoort, dit appel van God (het is niet het woord van Mozes, een oude man). Wat is uw antwoord? Ik heb een ander antwoord dan ja-ha (dat eigenlijk nee-hee is): Ik zal Hem nooit vergeten. Hem, die U bevrijd heeft, mijn Helper heten. Hij is al mijn hoop – prachtig hè, je diepste zekerheid, anker; niet je eigen geloof – en lust. Lust is een ingewikkeld woordje, maar ik vind het zo mooi. Je lust en je leven. De HEERE is je lust en je leven. Dat geeft leven, ook als je sterft.
Amen.
(Psalm 33 vers 10, berijming 1773)
Hervormde Gemeente Hardinxveld Giessendam, Oude Kerk, zondag 6 augustus 2023, 18.00 uur. Schriftlezing Deuteronomium 6:10-15.