Het tweede gebod verbiedt om beelden van God te maken. Van God is geen beeld te maken- Hij is altijd rechtvaardiger en barmhartiger. Onze beelden zijn slechts cartoons. Als schepselen vertonen we nog wel een beeld van God, ook dat is beperkt. In de prediking ontvangen we glimpen en fragmenten van wie God is – nooit dat zie puzzel ‘af’ zijn, men wake ervoor preken te horen die bij passen bij het beeld dat men van God wenst te hebben.

Gemeente van onze Heere Jezus Christus, de hoofdstad van Nederland is Amsterdam. Dat weten de kinderen ook. De hoofdstad van Frankrijk is Parijs. De Seine slingert zich daardoor. Als je daar bent en je loopt er langs, dan zitten daar mensen te tekenen. Sommigen tekenen de rivier, de mensen of de OLV van Parijs. Ook tekenaars die portretten maken. Als je gaat zitten, maakt hij een portret. Dat kan een cartoon zijn. Dan overdrijft hij iets. In cartoon wordt dat prominenter. Het lijkt wel om jou, maar je bent het niet. Je kunt er om lachen. Maar je wilt niet dat deze op je paspoort zou komen. Dat ben je niet. Er zijn ook serieuze tekenaars. Die tekenen heel serieus. Die doen er langer over. En dan nog is het meestal zo, er zijn kleine dingen, nee ik ben het niet. De uitstraling of oogopslag is anders. Wie jij bent is lastig te vatten in een tekening. Die tekenaars tekenen met potlood.

Wij tekenen allemaal in ons hoofd. Of in ons hart. Als je zegt, ik ben in Amsterdam geweest. Dan zie ik jou daar lopen. Je maakt je een voorstelling van hoe iets is. Dat doe je ook in de kerk. Of als je aan God denkt. Een soort tekening in je hoofd of hart. Zo is God, denk je dan? Hoe goed zal die tekening nou lijken op God?

Eerlijk gezegd denk ik dat veel van de tekeningen die wij maken van God, dat dat cartoons zijn. Er klopt maar weinig van. Die cartoon tekenaar zit voor je. Maar God zie je niet. Het zullen cartoons zijn of klinkklare onzin.

Een bekend beeld, de vader die wacht op zijn verloren zoon. Vader van de verloren zoon. Ja, zo is God, denken we. Als een vader op de uitkijk. Om hem te omhelzen, hem aanvaart, geen verwijt maakt. Als de zoon terugkeert, organiseert de vader een feest. Dat is zeker een bijbels beeld. Sommige eigenschappen komen goed uit. Het is toch een cartoon. Je kunt denken: het maat niet uit hoe je leeft. Homo, LHBTI, het maakt niet uit? God vraagt nergens naar?

Het tweede beeld: God als schepper. God die de wereld maakte. Man en vrouw. Bracht Adam en Eva bij elkaar. Als je dat tweede beeld erbij haalt, verschuift er iets. God blijft de Vader. Maar als Schepper: bedoeling met mensen. Bijvoorbeeld voortplanting. Een homorelatie is niet zomaar een relatie. Die kunnen zich niet voortplanten. Ons denken over relaties gaat verschuiven. Die gelijkheidsgedachte, dat alle relaties op hetzelfde neerkomen, klopt niet. Er kan trouw en liefde zijn, maar het is niet als een heterorelatie (een homorelatie).

Als je krampachtig vasthoudt aan een beeld, dan beoordeel je een ander heel anders. Als je ook alle beelden erbij haalt. God is ook een koning, een zaaier, een rechter, liefde, een verscheurende leeuw, een loerende beer. Probeer dat maar eens bij elkaar te krijgen. Je kunt niet zeggen, dit is Hij. Dan kies je een beeld dat je aanstaat. Voor jezelf is dat wel lekker.

Wij hebben een hond. Als ik haar vraag, hoe denk je dat ik de koning eruit ziet? Daar kan ze niet bij. Geen begrip van. Zo schieten onze capaciteiten tekort. Je kunt geen beeld van God maken. Als je dat doet, komt er een monsterlijke cartoon uit. Dat is de strekking van het tweede gebod: geen beeld van God maken. We moeten het doen met flitsen, fragmenten. Diepe indrukken, kort. Maar geen beeld.

Dit gebod staat niet zomaar in de Tien Geboden. Bij Aartsvaders kwamen afgodsbeeldjes voor. Ook onder de koningen (tot aan de ballingschap). Dit gebod was niet overbodig. We weten het ook van andere volken. God van vruchtbaarheid (als een stier). Of de bode van God, in Egypte. De Oer, moedergod, Athor, als een koe. Voor allerlei aspecten was er een God en een beeld.

God gaat echter over alle aspecten van het leven. Izak bad (toen Rebecca onvruchtbaar was) tot Hem. God regeert ook over de dood en de zee. Hoe kan je Hem afbeelden?! Symbolisch krijg je het al niet bij elkaar. God wijst ons op de beperkingen van ons. Hij is veel strenger, harder, barmhartiger, rechtlijniger. Als je van God een beeld maakt, is dat een cartoon en godslasterlijk tot in de hoogste graad.

Als je een beeld maakt, dan gaat dat al snel in de plaats van God staan. Je wilt het aanraken. Of tenminste zien. In zuid-europa komen soms mensen alleen voor het sacrament naar de kerk. Dat is afgoderij. Net als Hofni en Pinehas.

Met het tweede gebod wil God een andere weg met ons inslaan: een weg van vertrouwen. Al zie je niets van Hem. Je hebt alleen Zijn Naam. Jahweh. Ik ben erbij. Ik was er al, als jij aan kwam. Morgen op de voetbaltraining. Al staat er geen beeld van Mij.

Hoe leer je op God vertrouwen, als je Hem niet ziet? Weet je, wat zei God tegen Israël? Vertel je kinderen Mijn daden. Inprenten! Vertel ze ook Mijn geboden. Leer ze Mijn geboden te onderhouden. Dan krijg je geen beeld. Maar je krijgt een impressie, flits, fragment. Dat is voldoende.

Het is al gezegd, fijn dat jullie er zijn vanavond jongens en meisjes, door preken leer je God kennen. Niet door een beeld. Door het verhaal van de Schepping, bijvoorbeeld. Er zij licht. Zo schiep God. En het verhaal van de zondvloed. God was het zat. Hij verdronk allen, behalve hen in de Ark. En Abraham. Op reis met een vage opdracht. Moet ik alles opgeven omdat U het zegt? Ik ben al 75. U komt nu met dit?! Abraham gaat en vertrouwt! Of die ruzie in het gezin van Jacob. Die broers die Jozef verkopen. God leidt het zo wonderlijk! Mozes wordt gestuurd om Israël later te bevrijden. God zorgt voor voedsel. En Hij brengt ze in het beloofde land. Als het volk dan de afgoden gaat dienen, moeten ze in ballingschap. Toch geeft God dan profeten. Die verkondigen dat er een nieuwe wereld komt. En de verhalen over Jezus!

Als je die verhalen hoort ,kan je God leren kennen. God is aanwezig in die verhalen. Je krijgt een glimp van God te zien. Je leert Hem niet kennen door een beeld. Misschien ben jij een pienter meisje, ja maar dominee, er staat dat God ons naar Zijn beeld heeft geschapen? Dan zijn wij beelden van God? Je hebt gelijk! Je kunt aan mensen zien wie God is. Rechtvaardig, boos, liefhebben, een ander doden. Kan God ook. Cellem. Naar Zijn beeld. Dat woord wordt ook gebruikt voor afgodsbeelden. Dan begrijp je ook waarom je je naaste moet liefhebben. Je moet dus altijd respectvol met mensen omgaan (abortus, slavernij, zelfs iemand die zich verwerpelijk gedraagt). Wie de behoeftige verdrukt, smaadt zijn Maker. Maar wie zich over de arme ontfermt, eert God.

Vroeger lieten koningen in het uiterste van hun rijk een beeld van zichzelf plaatsen. God laat ons verwijzen naar God als Schepper. De Heere vertegenwoordigen! Geschapen naar Gods beeld. Wees een beeld van God – ik wat ik doe of juist niet doe.

In de reclames zie je ook een ander beeld: geniet, consumeren, seks die je wilt, verre reizen. Dat is een heel ander beeld. Hoeveel invloed hebben die reclames? Wij zijn geroepen recht te doen, de Schepping te bewaren. Wij zijn ook wel eens een anti-beeld. Dan wordt het dus lastig. Kunnen we God wel vertrouwen? God is altijd weer anders….?! Een terechte vraag. Je mag geen beeld maken, wij mensen maken er een potje van, de beelden zijn cartoons. Maar je kunt God dus wel vertrouwen. Heel opmerkelijk.

Paulus bijvoorbeeld. Gods wegen zijn hoger dan de mijne. Alle dingen werken mee ten goede, zegt hij. Ik las een prekenboek van Augustinus over martelaren. Het sterven van deze mensen werd gevierd en herdacht. Die martelaren hadden geen beeld dan Jezus. Over Hem hadden ze gehoord. Ze lieten zich liever de keel doorsnijden, dan Christus verloochenen. Al zou de aarde ondergaan, we zien het zonder beven aan. Waar komt dat vertrouwen vandaan? Uit die flitsen en glimpen van iedere zondag.

Het is niet zo, dat zou een verkeerde gedachte kunnen zijn, dat iedere preek een puzzelstukje is. Dat het beeld steeds completer wordt. Een preek sluit nooit aan op die van vorige week. Soms spreken preken elkaar tegen. Vandaag een zware dominee en volgende week een lichte. Waarschijnlijk hadden ze allebei gelijk. Je moet dus ook nooit weggaan uit een gemeente omdat de preken je niet aanstaan. Als je dat doet, sta je op de rand van afgoderij. Dan zeg je: ah, ik heb een beeld, ik wil dit elke week horen. Iedere preek die zich houdt aan de geloofsregel, geeft een beeld van God. God gebruikt het om je op Hem te laten vertrouwen. Vandaag hoor je dit en volgende week dat. Je moet het dan toch weer van een andere kant bekijken.

Als de dag komt dat je moet sterven, denk dan niet dat je een compleet beeld hebt. Nee. Dan heb je alleen maar fragmenten en brokstukken. God laat je al die preken horen zodat jij leert vertrouwen. Mijn enige troost is dat ik het eigendom ben van Jezus Christus. Hij heeft met Zijn dierbaar bloed voor al mijn zonden volkomen betaald en mij verlost uit alle heerschappij van de duivel.

Amen.

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 18 juli 2021, 18:30 uur. Schriftlezing Exodus 32:1-13, Deuteronomium 4:15-18, 23-28 en Johannes 14:1-9 en Heidelbergse Catechismus Zondag 35. Geloofsbelijdenis Nicea.