Als je naar de omstandigheden in de wereld of naar die in je eigen leven kijkt, kan je je afvragen waar God is. Zeker als je bedenkt dat wij God verlaten hebben en geneigd zijn Hem en de naaste te haten. Paulus heeft dat uitgebreid uiteengezet. Hij stelt de vraag: zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Als déze God, die Zijn Zoon overgaf tot een losprijs voor velen, ons liefheeft, wat kan ons dan van Zijn liefde hinderen? Dat werd ons in dit coronajaar week aan week aangezegd in de kerk. Als we 2021 in gaan, dan gaan zorgen en moeten met ons mee, maar dit Woord van God ook!
Zo God voor ons is…
Meestal wordt in de wereld het evangelie uitgedaagd. Waar is tenslotte God? Hier daagt het evangelie de wereld uit. Het loflied van Paulus. Wat zullen wij tot deze dingen zeggen? Vanaf 3:21, daarin worden de drie stukken van de Heidelberger Catechismus behandeld. Dat geen mens voor God rechtvaardig is, daar begin je mee. En dat geen mens door de wet tevreden kan stellen. Wij zijn geneigd God en de naaste te haten. Er is niemand verstandig. Dat klinkt nogal negatief. Maar ik denk dat dat de blik van God is op ons mensen. De waarheid van God over ons leven.
Als je dat gedeelte leest, kan je denken: dan moet God wel tegen ons zijn. Als wij zo zijn! Geneigd tot alle kwaad. God losgelaten. Dan kan het toch niet anders: Hij is tegen ons?! Honger, zwaard, dorst, oorlog. En als daar nog het evangelie klinkt? Waar is God? Of dichter bij huis. Via radio en televisie werd gekeken hoe het jaar voorbijging. Er worden lage en sombere tonen aangeslagen. Wat is er gebeurd sinds halverwege maart. Economie ingestort, risico op minder inkomen, doden door het Coronavirus. Zoveel in het ziekenhuis. Dag in dag uit de cijfers. En het ziet er niet rooskleurig uit. Men is in de medische wetenschap benauwd voor dat wat nog komen moet. Velen gaan toch hun eigen gang. Ondanks de beperkingen. De politie houdt zijn hart vast wat er vannacht gaat gebeuren. De mens wil zijn eigen gang en weg kiezen. Zonder te rekenen met anderen. Ik weet wel, het overgrote deel houdt zich aan de regels. Ik kan u vertellen uit ervaring dat het meer is dan een griepje. Een aanslag op je leven, op je vitaliteit. Als ik dan ik ik het ziekenhuis kom, hoor ik van mijn dochter, hoe men hapt naar adem. Het leven in de gevarenzone.
Er zijn inderdaad veel moeilijkheden en zorgen. We weten niet wat 2021 brengt. Is God dan tegen ons? Is het God die het Coronavirus stuurt? God klopt op de deur van de wereld. Een oproep. Alles wordt afgebroken. We worden afhankelijk en onzeker gemaakt.
Zo God voor ons is! Kijk, je moet niet naar de omstandigheden kijken om te weten of God voor of tegen is. Je moet naar het evangelie kijken! Er is ook verlossing en dankbaarheid! Die Geest van God die leert zeggen, Abba, lieve Vader. Paulus is er vol van.
Hij breekt uit in deze lofzang. Eerst moet hij het zeggen. Deze God is voor ons! Dat is een wonder boven wonder. Dat God deze wereld lief heeft. Dat we Oud en Nieuw vieren met Kerstfeest in de rug. God maakte Zijn Woord een daad. Het woord werd vlees. Ook hier is zondag aan zondag Christus opgerezen uit het woord. We worden opgeroepen het van Hem te verwachten. Onze hulp is in Zijn Naam! Dat belijden we. Ook hier. Al is het nu anders dan we gewend zijn. Het evangelie gaat uit. God zegt daarin dat Hij voor ons is.
Hij weet van onze zonden en tekort. En dat we God niet liefhebben van onszelf. Er is een Ander gekomen. Die Ene. In de kribbe gelegd. Tot zonde gemaakt. Gehangen aan een vloekhout. De zonden van het ganse menselijke geslacht heeft Hij gedragen.
Waar moet ik heen als er omstandigheden van rouw en verdriet zijn? Naar Jezus heen! Zo wordt verkondigd op Pinksterdag. Word behouden. De Soter. Redder.
Nu dan, als we terugkijken op dit jaar en we samen mogen bereiken dat deze God voor ons is? Hoe gaan we het jaar uit? Wat nemen we mee? Verdriet, zorg? Ja. Maar vooral: het Woord gaat mee. Van God die is, was en zal zijn! Hij had lief, heeft lief en zal lief hebben. Hij maakt woning in onze harten. Dan is er alleen maar moed voor de toekomst. Een stil vertrouwen, dat Gods hand ons geleid.
Wie zal tegen ons zijn? Hij spaarde Zijn eigen Zoon niet! Hij heeft Hem overgegeven. Het werkwoord wat er staat: uit handen geven. Ik las de geschiedenis van vader Jacob. De verlossing uit Egypte. Komen die broers terug. Jozef heeft zich bekendgemaakt. Ik ben Jozef. Wat is de eis van de Farao? Dat hij zijn broer zal meenemen. Benjamin. U weet hoezeer Jacob aan hem hing. Uiteindelijk door de honger gedrongen, geeft hij hem over. Hoe veel te meer God! God had er geen 12, maar 1. De eniggeboren van de Vader. Die eniggeboren heeft Hij overgegeven in onze handen.
Wat hebben wij met Hem gedaan? Met Hem die de schriften in de handen hand. Weg met Hem. Kruist Hem. Kijk, als je weten wilt hoeveel God van ons houdt, van deze wereld, dan moet je daar zijn. Wat zullen we van deze dingen zeggen? Daar zien we dat God voor ons is. Voor eeuwig. De schuld is verzoend. Zijn dood is onze dood. Daarom: zalig de doden die in de Heere sterven.
Laten we wel zijn, als je iemand naar adem ziet happen, zo benauwd, zo aangetast door de ziekte, dan blijft er maar een uitzicht over toch? Dat is: die God die beloofd heeft dat Hij ons opneemt in Zijn schoot. Dat er plaats is in het huis van Zijn Vader. Omdat er een voor ons gestorven is. Van zondag tot zondag bent u geroepen tot dat geloof. God heeft niet alleen de wereld liefgehad, maar ook mij. In juist de afbraak en in het minder kunnen, steeds meer uitzicht op Zijn toekomst? De dag die zal aanbreken!
Want, niets kan ons van Zijn liefde scheiden. Zelfs de dood niet. Als je best ziek bent, denk ik: zou je moeten loslaten? Kinderen, vrouw, kleinkinderen. Dan merk je hoezeer je vast zit aan de wereld. En toch. En toch. Wat een dag zal dat zijn! Wanneer de poorten van de hemel zullen opengaan. Dan zullen we Hem zien. Van aangezicht tot aangezicht.
Een verlangen en wens van mij ging in vervulling. Ja, ik mag verder in de bediening van Christus. Maar Paulus zegt: ontbonden zijn en met Hem zijn, dat is verre weg het beste. Tot dat geloof roept hij op.
De dood is overwonnen. We zijn tot erfgenaam aangenomen. Niets of niemand kan ons scheiden van de liefde van Christus. Met dat woord kunnen we het jaar uit en het nieuwe jaar in. Want Hij gaat mee. Hij is erbij. Bij u, ons, bij de gemeente, bij de wereld. Zijn doel is dat er eenmaal geen ziekte, dood, rouw, oorlog meer zal zijn. Maar God alles in allen. Naar die dag zien wij uit met een groot verlangen.
Amen.
‘k Denk aan U, o God, in ’t klagen,
Uit de landstreek der Jordaan;
Van mijn leed doe ‘k Hermon wagen;
‘k Roep van ’t klein gebergt’ U aan.
‘k Zucht, daar kolk en afgrond loeit,
Daar ’t gedruis der waat’ren groeit,
Daar Uw golven, daar Uw baren
Mijn benauwde ziel vervaren.Maar de HEER zal uitkomst geven,
Hij, die ’s daags Zijn gunst gebiedt;
‘k Zal in dit vertrouwen leven,
En dat melden in mijn lied;
‘k Zal Zijn lof zelfs in den nacht
Zingen, daar ik Hem verwacht;
En mijn hart, wat mij moog’ treffen,
Tot den God mijns levens heffen.– Psalm 42 vers 4 en 5 (berijming 1773)
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Dorpskerk, donderdag 31 december 2020 (Oudejaarsdag), 18.45 uur. Schriftlezing Romeinen 8:31-39. In plaats van geloofsbelijdenis Efeze 3:14-21 (als gebed en bede). Na Necrologie wel geloofsbelijdenis.