De Heilige Geest overtuigt ons van zonde. Zonde is dat we aan God en Zijn Zoon voorbij leven, dat we menen onszelf wel te kunnen redden. Dat is echter een vergissing: genade komt bij God vandaan, we worden door het geloof om niet gerechtvaardigd.
De Geest is altijd de komende. Nooit ons bezit. We hebben er om gebeden. We hebben de Geest niet in bezit. De Geest komt en gaat waarheen Hij wil. Je weet niet waar Hij geen gaat. De Geest moet er altijd bijgeroepen worden.
Jezus troost de bedroefde discipelen. De Geest als Hij zal gekomen zijn… Hij is gekomen. De Geest wil ook ons hart vervullen. We komen uit een week van voorbereiding. U werd opgeroepen in de spiegel te kijken. Jezus kijkt met u mee in de spiegel. Hij weet van ons af. Hij weet wie we zijn.
Zijn we ten diepste gemeente van Christus? Deze woorden klinken in de kring van discipelen. Ze hebben Hem gevolgd. Straks zullen ze Hem in de steek laten en verloochen. Zweren dat ze Hem niet kennen. De nauwe kring. Deze woorden gesproken temidden van Zijn volk. Het verkoren volk, aan wie Hij de woorden van de profeten en psalmen gaf. Straks roepen ze, Weg met Hem.
Begrijpt u waarom ik Romeinen 7 las? Dat je kerkelijk opgevoed kunt zijn en keurig leeft, maar toch tot de ontdekking komt: ik ellendig mens. Misschien komt u met de vraag, wie zal mij verlossen? Wie zal de losprijs voor mij betalen? Dat is het werk van de Geest!
De Geest is gekomen. De Geest van Vader en Zoon. Hij doet overtuigend werk. Als je voor jezelf de bijbel leest (samen of voor jezelf), je leest en hoort dan woorden. Ze zijn zo weer verdwenen. Je hoofd en hart houden zich bezig met de dingen van elke dag. De woorden van God worden weggepikt door de zorgvuldigheden van het leven. Als er toch geen Geest was! De duivel zou ons op onszelf terugwerpen. Denk jij dat je God behaagt? Dat het goed zit tussen God en jou? Je kunt wel dominee, ouderling, organist, kerkganger bent… Of dat je je vergrijpt aan Jezus. Zoals die overpriesters en schriftgeleerden. Zelfhandhaving bracht Jezus aan het kruis, van dat volk van God!
Waarom deze teneur? Moet dat toch? Avondmaal is toch een vieren, een feest? Vieren kan ook betekenen loslaten – van je eigen ik. Vieren wat de ander heeft gedaan. Het gaat om gedenken. Wat een Ander voor jou heeft gedaan. God. God heeft vanaf Genesis 3 gezegd: Ik zal! God strijdt de goede strijd om het behoud van zondaars. Het komt van Gods kant. Het is puur genade dat God zich ingezet heeft om deze wereld te behouden. Wij denken dat we er al zijn. We zijn altijd geneigd te rebelleren. Waar de Bijbel open gaat doet de satan de vijandschap opkomen in een vroom gewaad. Dat wordt ons afgenomen in het evangelie. We blijven zondaren.
De Geest overtuigt van zonde. Daarin strijdt de Heere voor ons. Wij verlossen onszelf niet. We trekken onszelf niet uit het moeras van de zonde. God heeft vanaf Genesis 3 gestreden. Hij zoekt de lof op de eer van Zijn Naam.
Hij heeft gesproken in de zondvloed. Toen de zonde zich vermenigvuldigde. Ik zal de aarde verderven. Maar één vond genade in de ogen van God. Was Noach een zondeloos mens? Nee. Ook in Noach was niets goeds. Toen koos God Abraham. Hij kreeg de belofte. Maar hij kon er niet op wachten. Hij wilde zelf zorgen voor de vervulling van de belofte. Hij werd om niet gerechtvaardigd. Omdat God goed, genadig, barmhartig is. God wil niet dat deze wereld verloren gaat. Uit Abraham sproot dat volk. God heeft met het volk geworsteld. Maar Mijn volk wilde niet naar Mijn stem te horen. Het woord van God klonk in dat volk. Het was een zondig en wetteloos volk. De wet, profeten en psalmen hebben getuigd van Gods verlangen naar behoud. Maar ze hebben niet geloofd. Kruist Hem!
Wat is nou zonde? De Geest overtuigt ervan. Het accent op het woord zonde. We hebben onze gedachten daarbij. U kunt misschien wel tien zonden op kunnen noemen. Dit en dat deugt niet. Ben je tot de bodem gegaan? Dat je wel eens liegt? Dat je bedacht bent op je eigen eer? Verslaafd aan geld en goed? Ja dat zijn vrucht van de zonde. Vijandschap tegen God. Dat je je verzet. Dat je God niet wilt. Wij deugen niet. Van nature niet. Als je dat niet gelooft, dan kan je wel brood proeven en wijn drinken, maar dan heb je niet door waar het om gaat. Het gaat om gratie. Om die Ene die de schuld op zich nam. Hij wilde zichzelf niet verlossen. Hij wilde verlossing teweeg brengen.
De Geest overtuigt de wereld van zonde. Ongeloof is zonde. Ten diepste. Dat ze in Mij niet geloofd hebben. We lazen dat samen in vers 5. Dat is de kern. Dat je langs Jezus heen leeft. En dat je jezelf handhaaft. Misschien in een vroom gewaad. Ik aan het avondmaal? Met al mijn tekort? Ik heb er deze week niet eens veel aan gedacht… Ik was druk. Ben ik het wel waardig? Dan zoekt u het in zichzelf. Een week van voorbereiding kan daartoe leiden. Dat je er achter komt dat je voor jezelf leeft. Als je jezelf niet redden kunt, heb je een Ander nodig.
De Geest roept op tot geloof. Tot Wie anders heen gaan? Het voorhangsel is gescheurd. Het bloed heeft gevloeid. Zie op Jezus. Hij is de weg, de waarheid en het leven. De Geest zegt, kom dan, alle dingen zijn gereed. De vraag is, geloof je dat? Of blijf je steken in zelfbespiegeling. Dat lijkt vroom aan de buitenkant. Zoals de Farizeeërs die stonden te bidden op de hoeken van de straat. Wie niet vlucht tot Jezus, zegt, Uw genade is mij niet genoeg. Ik heb aan mezelf genoeg. Dat is zonde – tegen het offer.
Hij wilde het vleesgeworden woord zijn. Het is volbracht, zei Hij. De zonde is daar verzoend. Kom dan. Ik voor u daar gij anders de eeuwige dood had moeten sterven.
Dat gij dan opstaat en tegen de Vader zegt: Ik ben onwaardig. Maar de Geest doet mij geloven dat U zondaars lief hebt. En omdat U de lof waardig bent tot in eeuwigheid. Kom dan want alle dingen zijn gereed.
Amen.
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Dorpskerk, zondag 19 juni 2022, 9.30 uur. Bediening Heilig Avondmaal. Apostolisch vermaan (wetslezing) uit Romeinen 7 vanaf vers 14. Schriftlezing Johannes 15:26 – 16:11.