De Heilige Geest getuigt niet van Zichzelf, maar van Christus. De gemeente is een horende gemeente omdat het geloof uit het gehoor is. De Geest laat ons zien dat Christus in onze plaats de vloek heeft gedragen en dat God Zijn gerechtigheid ons toerekent.
Hoor Israël! Dat is de Sjema. Wat is het eerste wat van het volk gevraagd wordt? Dat is horen. Het geloof is uit het gehoor. We zijn een horende gemeente. We hebben het geloof nooit op zak. Het geloof moet elke keer weer geschonken worden. Hoe wordt het geschonken? Doordat we het horen. God geeft tekenen daarbij. Om het geloof te werken en te wekken. Tekenen van Doop en Avondmaal. Dan horen en zien we het. God heeft het goede met ons voor.
Daarom gaf Hij Zijn Geest. Die getuigt. Het bijzondere is dat die Geest nooit put uit iets van Zichzelf. Hij neemt uit het Mijne, zegt Jezus. Je kan zeggen, de Geest is niet origineel. De Geest geeft door wat Vader en Zoon hebben gezegd. God is een God die spreekt. God is een God die spreekt. De Vader spreekt. Er zij licht. In dat spreken van de Vader klinkt het Woord. Dat was in de beginne. Nu gaat de Geest uit van Vader en van Zoon. Hij spreekt wat Hij gehoord heeft.
U moet daar goed op letten. De gemeente kan niet spreken als ze eerst niet gehoord heeft. Toen ik uit de Ofel kwam en de gemeente nog zag staan op het grind grind bij de kerk. Ik dacht, waar zouden ze erover spreken? Hoe vond je het? Dan blijf je zelf buiten beschouwing. Dan laat je de ander zeggen wat hij ervaren heeft. Maar het gaat erom dat je zult getuigen wat je gehoord hebt. Gij getuigt ook, Johannes 15. U zult ook getuigen, zegt Jezus tegen de discipelen. Omdat de Geest gekomen is.
Wij zijn allereerst een horende gemeente om het daarna te vertellen. Het getuigenis is de dankzegging op wat God gedaan heeft. Doorgeven wat we gehoord hebben. Er zijn er nog velen in de wereld die het misschien ooit wel eens gehoord hebben of het water van de Doop over hun hebben gehad, maar die zijn afgedwaald. God gaat op zoek naar het afgedwaalde schaap. Als de Geest werkt, zendt Hij ons op pad. De gemeente is immers het lichaam van Christus op aarde. Daarin werkt de Geest. Die getuigt. Ik hoop dat het op het Kerkplein vol was van het getuigenis. Hoort toch eens wat God gedaan heeft, wat Hij mij deed ondervinden! Als je het hier niet leert, waar dan?
Toen u belijdenis deed, hebt u toch beleefd dat u toch zult meewerken aan de uitbreiding van Gods Koninkrijk. Het gaat God om deze wereld. Hij heeft deze wereld lief. Daarom zond Hij Zijn Zoon. Tot in de nederdaling van de hel. Opdat wij verlost van zonde Hem zouden dienen.
Deze God is alle lof en eer waardig. Juist omdat Hij ons heeft liefgehad. De Geest neemt het uit Christus. Die overtuigt van zonde. De zonde is: dat ze in Mij geloven. De Geest schildert ons het offer voor ogen. Opdat je zien zult dat Hij daar hangt voor u. Gemarteld en geslagen en gepijnigd. Voor u, mij, ons. Dat schilder de Geest voor ogen. Eigenlijk had jij daar moeten hangen. Jij had in de buitenste duisternis moeten hangen. Daar is geen verandering meer mogelijk. Ik ben daar voor jou geweest. Dat is nou liefde.
Zolang je niet gelooft ben je verloren. En daarom de nodiging: komt want alles is gereed. U hebt geproefd dat de Heere goed is. Wie Mijn Naam belijdt voor de mensen, die zal Ik belijden voor Mijn Vader. U mag het doorgeven aan uw buren en collega’s. De liefde van God dringt ons. Als Hij mij op het oog had… In het horen word je de grootste der zondaar. Dan vind je de ander beter dan jezelf. Zo leert de Geest. Dan word je afhankelijk van het geven, van het woord. Hij heeft zondaren lief. Vijanden. Een vervolger. Hij nam de kleinste van Izai. Kostbaar in Gods ogen. Hebt u dat geloof in de Heere Jezus ontvangen? Is dat versterkt vanmorgen?
We lazen Romeinen 7. Al zijn we kerkganger, elke keer: het goede dat we moeten doen, doen we niet. We zijn ellendige mensen. Maar dat is niet het laatste. De apostel mag opzien: ik dank God door Jezus Christus. Het geloof maakt arm in jezelf en rijk in God.
De Geest overtuigt ook van gerechtigheid. Hij neemt de gerechtigheid uit Christus. Hij laat zien dat Christus aan het recht van God heeft voldaan. Gods recht. God heeft recht op ons hart. Onze voeten die gaan in de weg van God. Handen die handelen zoals God dat vraagt. Maar de wet doet alleen maar zonde kennen. Wij kunnen daar nooit aan voldoen. We kunnen nooit God liefhebben boven alles. Wie zal mij verlossen?
Jezus, onze gerechtigheid! Daarom doet de Geest het oog slaan op Hem. Gerechtigheid is misschien een moeilijk woord. Ik ga heen naar Mijn Vader. Dat heen gaan heeft te maken met gerechtigheid. Dat niet meer zien maakt de discipelen bedroefd. Drie jaar lang gewend met Hem om te gaan. Nu heeft Hij het over heen gaan. Hun hart heeft droefheid.
Dat heen gaan is goed. Waarom? Anders kan de Trooster niet komen. Jezus had echt een lichaam als wij. Niet op drie plaatsen tegelijk. Stel je voor dat Jezus altijd was gebleven. Hoe had Hij Zijn Woord en tekenen kunnen laten horen? De Geest is als de wind. De adem. Die overtuigt en getuigt. Die is uitgestort op alle vlees.
Wat is die gerechtigheid? De Heere onze gerechtigheid! Gerechtigheid wil zeggen: aan het recht van God is voldaan. De schuld is betaald. Waar God recht op had, is recht gedaan. Door Jezus. Wel zo voorkomen alsof we zelf in eigen persoon al de geboden hebben gehouden.
Hoe weten we dat Jezus aan dat recht heeft gedaan? Op zoendag wordt u geroepen dat te horen. De Vader wentelde de steen van het graf. Het is genoeg. Pasen is het Amen van de Vader. Het is afdoende. Voldoende. Sta op Mijn Zoon. Pasen en Pinksteren op een dag: Jezus blaast op Zijn discipelen op die dag. Heengegaan naar Zijn Vader. Daar lijkt het op dan. Hij maakt plaats. Hij voor ons. Wij die de eeuwige toorn hadden verdiend. Jezus is daar niet voor zichzelf, maar voor u en mij. Vader, Ik wil dat de Mijnen bij Mij zullen zijn. Hun zonden zijn weggedaan. God heeft de zonde niet door de vingers gezien. Dat denken wij nog al eens. Het enige wat telt in Gods oog: het lijden van Christus. Zijn gerechtigheid is onze gerechtigheid. Zijn overwinning is die van ons. Met Hem gestorven.
Van oordeel overtuigt de Geest ook. De vorst van de wereld is veroordeeld. Vandaag avondmaal gevierd. Twee keer naar de kerk. Morgen? Vanavond? Hoe is dan ons leven? Is daar niet de satan die zegt, geniet van het leven. Je leeft maar een keer. De zonde is toch betaald. Wat maakt het uit hoe je leeft?! God is toch een God van liefde? Zullen we dan de zonde doen? Dat zij verre. Begrijpt u?
De duivel is alrede geoordeeld. Hij gaat nog wel rond. Hij zoekt nog wel wie hij kan verleiden. Hij probeerde het bij Jezus. Hij weet dat hij nog maar een korte tijd heeft. De duivel is een hond aan de ketting, zegt Luther. Hij kan grommen. Maar hij zit aan een ketting. Hij is overwonnen. Deze leugenaar van de beginne. Je kijkt in de samenleving en denkt: die ketting is wel lang. Hij kan zelfs kerkmensen afvallig maken. Zwijgen tegen over je kinderen. Ontrouw. Dan heeft de duivel schik, als je het woord niet hanteert als zwaard van de Geest. De duivel is geoordeeld.
Dat is een troost. Machtiger dan de vorst van de leugen is de God en Geest van de waarheid. Hij zal u in alle waarheid leiden. Wat is waarheid? Pilatus haalde zijn schouders op. God is alleen waarachtig. Alleen op Hem kan je vertrouwen. Hij is de waarheid en het leven. De weg. Jezus. Andere wegen zijn doodlopende wegen. Hij zal de weg wijzen. Toekomstige dingen zal Hij u verkondigen. Het woord vanuit het Grieks is niet een vast begrip, maar veranderlijke grootheid. Niet dat de waarheid van Gods woord veranderlijk is, maar God gaat met de tijd mee. De tijd drijft uit naar de dag van Gods toekomst. Daar is Gods handelen en spreken op gericht. Dan zal geopenbaard worden wie Jezus is. Alle oog zal Hem zien. De wereld zal vol schrik erkennen: toch is het waar wat het woord gezegd heeft. Toch is het waar, over Jezus. De harten zullen vol schrik en beving zijn.
Daarom geroepen om Zijn dood te gedenken totdat Hij komt. Dan zal de waarheid geopenbaard worden. Dan zal iedereen door de knieën gaan. Alle knie zal zich buigen. Alle tong zal Hem belijden. Dat kan dan wel te laat zijn. Wie aan Jezus voorbij geleefd heeft, zal op die dag achter de vergissing kwamen. Het is toch waar dat Hem gegeven is alle macht. Wanneer komt die dag? Als het evangelie is uitgegaan tot alle volken. Nu via media en techniek tot de einden van de wereld.
Daarom morgen we speuren of de hemel niet open gaat. De graven zullen open gaan. Ik moest denken aan het kerkhof hier. Ik weet niet hoeveel mensen daar begraven zijn. Ze zullen opstaan. Ze zullen opstaan! Opstaan. We zullen daar staan. Oog omhoog. Wat is dan doorslaggevend? Hoe je hier en nu geleefd hebt? Wat je verzameld hebt? Een doodshemd heeft geen zakken. De helden van het verleden wankelen op hun sollen. Eer is tijdelijk. Is je oor doorboord? In het horen naar het Woord. Of je geloofd hebt dat Hij in jouw plaats stond. Dat zo Zijn lichaam gebroken is. Zo Zijn bloed vergoten. Het Koninkrijk is weggelegd van voor de grondlegging der wereld. Kind en erfgenaam mag je zijn. Het Woord is waarachtig. De Geest neemt het uit Christus. Die leert zeggen: Abba Vader. U behoor ik toe. U mag dan heen gaan in vrede. Om te getuigen van de liefde van de Vader, Zoon en Geest.
Er wacht een toekomst. Een nieuwe aarde. Zonder stikstof probleem. Geen klimaatprobleem. God zal zijn alles en in allen. Als die dag aanbreekt dan is het werk van de Geest volbracht. Dan getuigt Hij niet meer van Jezus. Dan wordt er niet meer gepreekt. Dan wordt u geroepen te zien. Het loflied te zingen. Dan is ook het werk van de Zoon van de Vader. En God zal zijn alles en in allen. Die grote schare zal daar staan. Lof aan God, de Vader, Zoon en Geest. We zullen daar eeuwig zingen. Gelooft u dat? Dan bent u zalig!
Amen.
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Dorpskerk, zondag 19 juni 2022, 18:45 uur. Profetisch woord (i.p.v. geloofsbelijdenis): Jesaja 40:1-11. Schriftlezing Johannes 15:26 – 16: