Na de Schepping kwam de zonde al snel in de wereld. Zonde is verstoring van Gods orde. Mens, schepping en klimaat zuchten onder de gevolgen van de zonde – al zetten de groten der aarde nog steeds een grote mond op (net zoals Lamech). In Zijn berouw en toorn dacht God echter aan Zijn Naam en genade. Hij schonk in Noach troost en redding. Dit was dezelfde beweging als in Genesis 6: toen vermengden zich de Godenzonen met de mensen, tot onheil. Bij Maria’s eerstgeborene, Jezus Christus, is het tot eeuwige zaligheid van zondaren. Zij leren door de Geest ‘Abba Vader’ zeggen.
Je zult als vader iets moois gemaakt hebben voor je zoon, je hebt erin geïnvesteerd, je geeft het aan je kind, maar na enkele weken is het een puinhoop. Je zoon is destructief. Haalt alles uit elkaar. Doet zijn eigen zin.
God gaf de aarde aan de mensen. Hij had er orde in aan gebracht. Hij scheidde het licht en duister. Hij gaf vogels en vissen. Hij gaf de mens. Man en vrouw. Alles kregen ze in mensen. Bebouw het en bewaar het! Geniet ervan.
Maar u weet, er kwam destructie in de wereld. Het werd kapot gemaakt. Er kwam namelijk invloed uit hoger sferen die niet horen wilde naar wat God geboden had. Er kwamen duivels. Satans. Die de mens heeft verleid, zo schrijft Genesis. De mens ging erop in. Daarin is de orde van de Schepping verstoord. Zonde dat is de orde van God met voeten treden. De wet van God met voeten treden. Ongehoorzaamheid. Niet horig willen zijn aan God.
Diep triest. Wat je leest van die eerste mensenwereld; ze zijn in staat God verdriet te doen. Hem te raken. Na een paar weken, na enige tijd is het stuk. God heeft berouw. Berouw grijpt dieper dan verdriet. Berouw laat je niet meer los. Je kunt dat nagaan als je een geliefde hebt verloren. De pijn lijkt heviger te worden naar mate de tijd verstrijkt. Alleen zijn. Alleen gelaten zijn. Dat wordt manifester. God heeft berouw.
Kunt u dat meevoelen? Wij, die uit het geslacht van Enos zijn! Mag ik het zo nemen. Die ene uit de lijn van Adam, die in die wereld de Naam gaat aanroepen. De naam van de Heere, staat er nadrukkelijk. Er ontstaat kerk, in die wereld. Er wordt geroepen tot God.
Die naam Enos betekent ‘stofje’. Moet je heel letterlijk nemen. Iets wat totaal niet opvalt. Het wordt over het hoofd gezien. Die gemeente is als een stofje in die wereld. Je ziet het over het hoofd. Dat er iemand is die temidden van die maatschappij, Hem erbij roept. God!
En dat roepen van dat stofje, staat in tegenstelling tot dat gebral van Lamech. Lamech uit de lijn van Kaïn. Die heeft een grote mond. Een grote bek. Hoor naar mijn stem. Het gebral van de wereld. Vooropgezette borst. Geen gebogen houding.
Kunt u dat overzetten naar 2019? De aarde, ons toevertrouwd. Wat hebben we ervan gemaakt? Wat doen we met de ordening die God gaf? De zee, vissen, lucht, aarde. Genieten van gras, struik, wolken, zon, dagen?! Wandelen voor het aangezicht van de Schepper. Ik hoop dat u genoten hebt in de vakantie. Onder de indruk van de Schepper? Oog voor gekregen?
Wij zijn Enos. Het stofje wat nog roept. Wij weten van Vader, Zoon en Geest. Wij belijden de Schepper. In de wereld anno 2019. Soms voel je je als een stofje. Wat heb je als gemeente voor zeggingskracht? Wie gelooft er nog? Ik geloof dat nu God ook verdriet heeft van Zijn Schepping. En dat er berouw is in Zijn hart. Enige weken een rapport: de aarde is ontroofd van al zijn schatten. We hebben de aarde uitgeput. Om geweldig te zijn. Om groot, groter, grootst te groeien. Welvaart, hebbedingetjes. De zee is een plastic soep geworden. De lucht is vervuild. Als gevolg van menselijk handelen stemmen veel geleerden over een: het klimaat verandert. De een roept dit. De ander dat. Oplossingen voor de problemen?!
Wij zitten op de beste tegel. Met welvaart en welzijn. Wij zijn niet tot de 65 miljoen vluchtelingen. Geen oorlog. Wij hebben water en eten in overvloed. Wij, als westerse wereld. De groten van de aarde zetten een grote mond op. China tegen Amerika. Europa dreigt te worden vermorzeld.
Heeft het zin om een Enos te zijn? Om een christen te zijn? Er staat niet: God… Nee, de HEERE. Dat is Zijn Naam. Van de Schepper. Die later geopenbaard is. Wat dat betekent, die Naam. Die temidden van Zijn berouw, verdriet en toorn gedenkt aan Zijn Naam. Ik ben en Ik zal er zijn. Die God die er is, was en zijn zal, dat is de God die genadig is.
Noach vindt genade in de ogen van de HEERE. Is hij meer omdat hij kerkganger is? Omdat hij stamt van Enos? Het onderwerp in de zin is de HEERE. De HEERE vond genade voor Noach. Hij was niet beter. Hij was de eerstgeborene van Lamech. Het is opvallend, van al die mensen met al die verwekkingen, wordt steeds de naam van de eerstgeborene genoemd. Daarna anderen: naamloos. De eerstgeborene wel.
Noach. Dat betekent ’trooster’. Hij vindt genade in de ogen van de HEERE. Als God toont, komt er inderdaad niet oordeel. Maar God gedenkt aan Zijn Naam en ontfermen. Aan de eerstgeborene, uit het geslacht van Seth.
Ik moet nog even terug naar het begin van hoofdstuk 6. Die zonen van God die de dochters op de aarde zien. Zien dat het machtig mooie meiden zijn. Dat is eigenlijk, wat hier wordt aangeduid, het toppunt van de ordeverstoring. De gevallen engelen. Alhoewel velen zeggen dat dit Griekse mythologie is, in de bijbel. Wat wil God zeggen hierin? Wel de gevallen engelen zien mooie vrouwen aan. Ze vermengen zich. Het gevolg is: reusachtige mensen. Reuzen. Dat zijn goden in het diepst van hun gedachten. Is dat zo vreemd op deze wereld?! Dat mensen zich gedragen in totale onafhankelijk? Goliath. Hoe heeft bij gespot en gehoond met die kleine Davidje? De ordening is totaal verbroken. De aarde vermengt zich met de hemel. De zonde is compleet.
Temidden van die compleet verstoorde orde, daar vindt die ene, die eerstgeborene, genade in de ogen van de HEERE.
Dan ga ik nu naar Galaten 4. Begrijpt u de lijn die daar ligt? Ik lees een gedeelte uit Lukas 2. De Heilige Geest zal over u komen en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen. Het heilige dat uit u geboren zal worden, zal Gods Zoon genoemd worden.
De toppunt van de zonde is de vermenging van de hemel met de aarde. Wat doet God in Zijn berouw en genade? In de trooster die Hij schenkt? God daalt neer uit de hemel. In de kracht van de Heilige Geest. En daar is, zie, de maagd Maria. En het goddelijke overschaduwt deze vrouw, dit meisje. Het heilige dat geboren zal worden, zal Gods Zoon genaamd worden. Dezelfde beweging! De lijn van de genade, van de redding. God die zich vermengt met het menselijke geslacht. God uit God en mens uit mens.
Paulus schrijft: God zond Zijn Zoon, geboren uit een vrouw. Geboren onder de wet. Een nieuwe mens temidden van die wereld. Temidden van mensen die de Schepping hebben vernield – die leven voor hun economie, welzijn en welvaart. Niet om geweldig te zijn, maar om te dienen. Dienen onder de wet. Die Hij draagt in Zijn ingewand. Het is Zijn lust te gaan in de geboden. Daar waar wij al die lust hebben verloren. Jezus. Zaligmaker van zondaren. God wordt mens. Mens onder de mensen. Een mens van God en voor God. In alles gehoorzaam. De Schepping was Hem onderworpen en toch, Hij heeft uit stenen geen brood gemaakt, uit eigen belang.
Hij heeft zichzelf vernederd. Hij is aller dienstknecht geworden. Geweend over Jeruzalem. Over de velen die eigen wegen gingen. Hij heeft gezocht ze allen in Gods naam te behouden. Hij is de weg gegaan voor God en de medemens had Hij oor en oog. Gehuild, getroost. Blinden doen zien, doven doen horen. De deur naar de toekomst van God open gestoten.
Straks dobbert daar de Ark. God geeft leven door alles heen. Straks staat er een kruis op Golgotha. In Hem geen zonde. Vrijspraak heeft Hij verdiend. Hij wordt veroordeeld door mensen met een grote mond. Zijn Vader trekt zich terug. Vader! Maar Hij vindt geen antwoord. Hij voor u en mij. Dat is het evangelie. Dat stofje, daar aan het kruis. Dat Lam van God! Verzoening teweeggebracht. Er is genade bij God.
De trooster is geschonken. Verworven door de dood van deze Godmens heen. De Trooster, de meerdere Noach. Op alle vlees. Is komen wonen in uw en mijn hart. Toch? U roept toch de Naam aan! U bent toch van Hem geworden. Eertijds onder de wet. Maar de wet kon je niet behouden. Hoe zal ik mezelf redden?! Dat vat vol tegenstrijdigheden. Geloof en zoveel aantrekking tot de wereld.
Wij, anno 2019. Aangeraakt door de geest van nu. Wetend van Hem. Geroepen een stad op een berg te zijn. Wij. Kerk in deze wereld. Mensen, vervuld met de Heilige Geest. Toch? Die getuigt met onze geest: Abba Vader, U behoor ik toe. Dat is de concretisering van de genade. Hij schept om Jezus’ wil een nieuwe hemel en aarde. Daar mag u wonen. Komen. U die hier en nu in deze wereld vaak meegaat met de tijd, maar die toch het weet: door genade ben ik een kind van God. Door genade ben ik een broeder en zuster van de Heere Jezus. Mag ik weten dat die Geest met mijn geest getuigt. Abba, lieve Vader. Dwars door de dood brengt Hij het leven tot in alle eeuwigheid. Halleluja. Amen.
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 25 augustus 2019, 9:30 uur. Eerste Schriftlezing Genesis 4:17-26 en Genesis 5:28 – 6:8; daarna zingen Psalm 1 vers 1 en 2. Tweede Schriftlezing Galaten 4:1-7. Wetslezing (‘als richtsnoer voor het dagdagelijkse leven’) uit Leviticus 19:2b-4 en 11-18 en Mattheus 5:13-16.