Ds. D. Siebelink
Ichthuskerk Reeuwijk
10 september 2017
Heilig Avondmaal
Tekst: Exodus 32:26m en 32
Het is u tot een voorbeeld geschreven. De geschiedenis van Israël. Goed tot ons door laten dringen. Ook dit gedeelte. Gedeelte waarin volk van God grote zonde begaat. In Hebreeuws: de grote zonde. Welvaart en welzijn kozen boven dienst van God. Liever goud dan God. Liever zichtbare God dan die alleen maar spreekt, van het Woord en beloften. Afhankelijk moet blijven. Wat heb je nou aan een woord? Nee, dan een zichtbare God. Die manipuleerbaar is. Tastbaar is.
Wij geroepen zonden en vervloeking te bedenken. Of we nu leven bij dat Woord, dat beloftevolle Woord of dat we buigen voor zichtbare goden van de tijd? Net als mensen in de wereld. Wij wel kerkgang, maar in ons hart wereldgelijkvormig. Wat is dat nou voor God, vroegen de volken. Een gemeente? Wel hoort, maar niet doet?! Zijn wij anders dan Israël? U bij stilgestaan deze week? Dat onvoorstelbare. Wonderen gehoord en gezien, uitleidde door Rode Zee, Woord heeft waargemaakt, teken vervuld en dan toch een feest viert voor een gouden kalf. Aan de voet van de berg, zichtbare tekenen verbrijzeld. Geen uiting van woede. Maar profetische handeling. Dan zichtbare tekenen teniet gedaan. Ons tot een voorbeeld.
Hebt u er bij stilgestaan? We lezen eigenlijk hier, ook na zichtbare verbreken tekenen, lezen we niet van berouw. Mozes roept Aaron tot de orde. Aaron schuift schuld af op het volk.
Dan de roep. Streep eronder. Wie bij de Heere hoort niet bij mij komen. Voor keuze gesteld. Die God van goud of de Heere? Kies dan heden wie u dienen zult. Later Elia met Baäl. Heere staat er. God van het verbond. Van beloften. Heel dat zondige volk genodigd om een keuze te maken. Nadat ze gezien hebben dat hun god verbrijzeld is. Die ze gemaakt hebben wordt verpulverd. Restanten in water. Gedwongen te drinken. Water is leven. Geen water betekent in het midden Oosten de dood. Verpulverde afgod te drinken. Wat is nou een God die je zelf maakt? Drinken en straks verdwijnt hij als afscheiding uit je lichaam. Wat stelt zo’n God voor?
U wordt genodigd. Komt want alle dingen zijn gereed. Geldt persoonlijk. Komt maar een stam naar voren. Levi. Kan ik vanmorgen niet uitwerken. Die Levi die een moordenaar werd toen zijn zuster Dina werd ontheiligd. Vader Jakob hem op aangesproken. Treedt naar voren. Wij horen bij de Heere. Geen bovenste beste die stam van Levi. Meegedaan met afgodendienst. Zondaar. Schuldig. Bemoediging dat de Heere dat zondige volk nodigt! Naar voren treden. Zondaars als de anderen. Ontdekking dat je niet beter bent. Radicaal niet verschilt van de wereld. Toch genodigd. Volk van het verbond. Wie bij de Heere hoort: komen. Daar komen zondaars! Gaat om de keuze. Voor of tegen. Hier werkplek van de Heilige Geest. Kom! Levi komt.
En dan moeten zij hun naaste broeder doden. Is voor ons onverteerbaar. Dat de Heere daar opdracht voor geeft. Met zwaard. Vergelding. Straf. Dan gaan ze door dat leger. 3000 doden. Wat wil dat zeggen? De bezoldiging van de zonde is de dood. Heeft de Heere recht op. Wij geen recht op leven. Is Gods goedheid en barmhartigheid. Dat we niet verteerd zijn. Wie bij de Heere hoort: kom. Aan de ene kant doden vallen. Aan de andere kant leven. Einde hoofdstuk straf uitgesteld niet afgesteld. Want er is een bidder.
Afgod laat hen in de steek. Dood en verderf in het kamp. Opgeroepen om de Heere te wijden (vers 29). Temidden van het oordeel denkt de Heere aan de belofte. Niet hele volk ten onder. Gaat een nacht overheen. Volgende dag. Oproep om de Heere te wijden. Nacht lang voorbereiden. Wie is nou God? Dat bedenken. Terwijl volk zich voorbereid om zich te wijden, gaat Mozes terug naar de Heere. En bidt hij voor het volk. Belijdt grote zonde. Maakt zonde niet kleiner. Geen vergoelijking. Zonde blijft zonde. Verbreking verbond.
Als kinderen van God niet herkenbaar zijn is dat een grote zonde. Twee partijen in verbond. Naam hoog houden. Volk heeft het verbruid. Mozes belijdt en bidt. Meerdere Mozes. Voorbidder in de hemel. Solidair betoont met het volk. Sluit zich erbij in. Zo is Jezus. Meer dan Mozes. Zonde gedragen. Op zich genomen. Tot zonde gemaakt. In onze plaats. Delg mij maar uit Uw boek! Jezus de toorn van God ingegaan. En zie, Hij bidt. Voor mij, u, ons, Zijn gemeente. Vader, vergeef het hun! Delg mij uit uw boek. De Heere zegt: wie zondigt, zal ik schrappen. Straf uitgesteld. Gaat verder met het volk. Engel. Land vloeiende van melk en honing. Aards paradijs. Maar wat heb je eraan? Als je eenzaam achterblijft zonder God? Dan kan dat goud je niet redden. Alles en iedereen loslaten. Velen zijn in de woestijn gestorven. Straf uitgeteld en niet afgesteld. Hoe met ons? Jezus stierf. Lichaam verbroken en bloed vergoten. Afdoende en voldoende. Toegerekend. Hoe? Door geloof. Daarom: wie bij de Heere hoort, kome. Gewisse belofte geloven. Sta op en kome en proeve en smake dat de Heere goed is. Komen want alle dingen zijn gereed. Tot voorbeeld. Opdat wij niet in de zonde leven. Aan voorbij leven.
Het gebed is verhoord. Er is een gemeente die vrijgekocht is. Jongeren en ouderen. Met vallen en opstaan geloven dat Hij ons een God en Vader is. Zonden weggedaan zover het oosten verwijderd is van het westen. Dat Hij zondaars aanneemt. Kom dan want alle dingen zijn gereed.
Geef een reactie