Het is de trouw van God die schittert in de geschiedenis van het volk van Israël. God is het die Zijn beloften houdt. Toen bij Abraham waarbij God voorzegt dat het volk 400 jaar elders zal verblijven. En dan zo’n 300 jaar later is daar een echtpaar in verwachting. Mozes is zijn naam. Hij wordt in de biezen mandje in de Nijl gelegd, door de prinses opgemerkt en komt zo aan het hof bij Farao. Om jaren later het volk uit Egypte te leiden naar het beloofde land. Mozes mocht niet ingaan in het beloofde land, uiteindelijk kan hij ons niet redden. Maar Christus wel die onder gegaan is in de zee van Gods toorn en zo volkomen voor de zonden heeft betaald. Geloof in Hem, wie in geloof aan Hem verbonden is heeft het eeuwige leven.

Exodus 2 vers 10b: ‘En zij noemde zijn naam Mozes en zeide: Want ik heb hem uit het water getogen’.

En zij noemde zijn naam Mozes

Van de week viel er bij ons thuis een pikzwarte kaart op de bus. Van een Afghaan. Kaart kwam van Open Doors. Niet alleen met woorden maar ook met daden daar probeert te helpen. Op de kaart stond: God is ons vergeten. Dat is nogal een krasse uitspraak, vindt u niet? Of komt die gedachte ook bij u op? Denkt God wel aan mij? Al die woorden uit de Schriften, gelden die ook voor mij?

Bij het volk van de Afghanen heerst de gedachte God is ons vergeten. Het bracht me bij het volk Israël. God komt bij Abraham met de opdracht van twee rijen dieren. Bloedstraat ontstaat. Bloed vloeit naar elkaar toe. Abraham wacht, God komt niet. Abraham valt in slaap. Probeert eerst de wilde dieren weg te jagen. God gaat er alleen middendoor. Een slapende Abraham krijgt het teken van het verbond. God voorzegt dat het volk 400 jaar elders zullen zijn, verdrukt zullen zijn.

Zou in het hart van Israël ook niet die gedachte zijn opgekomen: God is ons vergeten. Als hongerige zonen van Jakob. Ze hadden het goed zolang Jozef leefde. Toen kwam er een farao die Jozef niet kende. In zijn hart angst over het volk van Israël dat maar groeide. Straks zijn ze groter als wij. Wat doet een mens zonder God, of met afgod? Die gaat heersen. Verdrukken wat hem naar de kroon steekt.

Israël verdrukken. Slavenarbeid. De zweep gaat erover van dag tot dag. Zou er gedachtenis zijn van de woorden van God zo’n driehonderd jaar geleden? Van zoon slaaf. Van kleinzoon slaaf. Ze hadden nog geen Bijbel, zwart op wit. Verhalen als die van mond op mond waren doorverteld.

Opdracht jongetjes in de Nijl te gooien. Moet je voorstellen het ouderpaar. De Heere zegende het met vruchtbaarheid, blijde verwachting zou dat het geweest zijn? Terwijl de soldaten door de straten gingen om te horen of er een stem van een baby’tje klonk. Wat zullen ze in die maanden gedacht hebben? Als het maar een meisje is, jongen in de Nijl.

Nee, dan lees ik Hebreeën. Door het geloof. Als vader en moeder in die angstige tijd het geloof hebt ontvangen dat God de Heere regeert. Dat Farao wel tekeer kan gaan en denkt machtig te zijn, maar dit ouderpaar heeft het bevel van de koning niet gevreesd. Is dat ook uw ervaring, uw bevinding?

In de grootste smarten blijven onze harten in de Heere gerust, zal Hem nooit vergeten, Hem mijn Helper heten, al mijn hoop en lust. Zeker weten dat God zorgt al zie je er niets van, heb je niets in handen. En dit jongetje wordt geboren. Weet u, wat nou het wonderlijke is. Drie maanden lang hebben ze dat jochie bij zich gehouden maar de naam die ze aan dit jochie hebben gegeven is niet bekend. Het gaat om die ene naam. Mozes. Om die naam gaat het hier Oud-Testamentisch.

En dan gaan we de verbinding leggen tussen Genesis en Exodus. God had belooft het vierde geslacht. God alleen door die verbondstraat is getrokken. Ook al kun je denken dat God Zijn verbond vergeten is, Hij verlaat nooit wat Zijn hand begon. Al was het volk het vergeten en zijn ze al driehonderd jaar in slavernij en gemopper en ontevredenheid geheerst hebben. Zo gaat dat toch. Hoe vaak gemopperd op God, hoe vaak vergeet Hij ons. Altijd de schuld bij God leggen en niet bij jezelf leggen, dat is kenmerkend.

En dat wonderlijke, ik hoop dat u het ook wonderlijk vindt, terwijl dat volk aan het zwoegen is, is God al bezig met de vervulling van Zijn beloften. In dat ouderpaar. En dan duurt het nog tachtig jaar. Hoe het ook tegenloopt in uw leven, ziekte, in volksleven, hoe staan we niet tegen elkaar op, en hoe mopperen we al niet op wat als het God het geeft komende dinsdag door de overheid zal worden aangekondigd. De ongevaccineerden beknotten, het virus.

Hoe stonden de ouders erin? Puk en lijm. Kind in een mandje. Uit handen in het water van de Nijl. Uit handen in de handen van God. God bewaart. Want God heeft deze wereld lief. Al is er nog niets van te merken, duurt nog tachtig jaar, wordt een kind te vondeling gelegd. En dan komt daar die prinses. Wonderlijk dat ze daar is op die dag en dat moment.

Wonderlijk die vijandin oog en hart te hebben voor dat kind tegen haar vader in. Ziet u daar niet de zorg van God niet in? Geen haar van je hoofd valt. God vergeet ook Afghanistan niet ook al is het daar een noodsituatie voor velen. Het kind wordt uit het water getogen. Het kind krijgt een naam. Het kind wordt verzorgd. De moeder wordt een voedster. Met in haar achterhoofd: het is niet meer mijn kind maar van de dochter van de Farao. Ze zal de dagen geteld hebben. Moederleed. Maar in dat leed vertrouwd. Door het geloof.

Zo zijn ze gegaan met dat kind naar de prinses. Aan een heidense prinses in een heidense omgeving. Wat moet ervan terecht komen? Je kunt denken dat jochie huilt en daarom is ze met barmhartigheid bewogen. Maar hoe komt ze erop dit is een Hebreeuws kind? Kind van een Hebreeuwse volk. Hoe heeft ze het herkend?

Al weten we de naam niet, kind zal ten achtste dagen besneden zijn. Getekend. Kind niet meer van mij maar van God. Denkt u eraan. Eeuwig Zijn verbond gedenken. Niet meer van jezelf. Je bent gekocht met het bloed van Christus. Verzegeld door de Heilige Geest. Toegeëigend wat we in Christus hebben. Ons leven is overhuisd met Gods beloften. Er is een God die Zijn woorden gesproken heeft.

Al ga je door het water. Wees niet bang. Ik zal je beschermen. De profeet Jesaja. Ze heeft hem herkend aan dat zichtbare teken. Ons teken is niet zichtbaar. Wij weten veel meer. Mozes die naam. Drie betekenissen. Egyptische betekenis: mijn zoon. Ze neemt hem aan tot haar zoon. Er is ook een Hebreeuwse betekenis van die naam Mozes, als ze dat herleid uit de vocalen waaruit die naam is bestaat: hij die vooruit gaat, die voorop gaat. De belhamel zal zijn van zijn volk. Vanuit de slavernij naar het land van melk en honig. Nou staat er nog een derde naam. Profetie over die naam. We lezen hier het Woord van God.

Want Ik heb hem uit het water getogen. Als een betekenis maar geen letterlijke naam. Ik hoop dat u bij dat water een heleboel Bijbelse gedachten krijgen. Oorzaak van vruchtbaarheid ook maar dat is hier niet. Water is teken van tegenstand tegen God. Hoe hoog de zee mocht gaan, ze raken hem niet aan.

In de oeroceaan is daar de Leviaan, Psalm 104. De grote tegenstander van God. De discipelen vaak tegen het water moeten strijden. Heere, we vergaan. Dan de Meester hen uit het water moest redden. Mozes, die naam profetie. Toch is Mozes niet in het beloofde land gekomen. Hij heeft de weg mogen gaan en mogen profeteren. Vaak niet geluisterd. Hij heeft het van verre mogen zien maar de grens van het beloofde land niet overschreden. Mozes kan ons uiteindelijk niet redden.

Uiteindelijk kan het Oude Testament, de Thora, de wet ons niet redden. Nieuw-Testamentisch zie ik daar Mozes met Elia op de berg der verheerlijking. En in het midden om Hem om wie het gaat.

Uiteindelijk verwijst Mozes naar de meerdere Jozua. Die het volk heeft gebracht in het land van de rust. Is Hij niet uit het water getogen? Zijn de golven van Gods toorn niet over Hem heengegaan, over al Zijn vijanden en gezanten. Is de duisternis van Golgotha niet verwijzing naar de duisternis van Gods verlatenheid. Hij voor ons. Kent u die Naam Jezus?

Is Hij daarin niet de goede Herder? En het Lam die de zonden der wereld draagt? Is Hij het niet die de deur naar het Vaderhuis heeft opgestoten? Is Hij het niet in Wie alle beloften vervuld zullen worden? In alles verzocht als wij. Hij is staande gebleven waar wij vielen. Hij alleen is de Weg en Hij alleen is het Leven. En door het geloof mag u met Hem verbonden zijn.

Want u bent door het water heen gehaald. Wij hebben een doopvont en sprenkelen wat water op het hoofd. Maar in de oude kerk ging je onder. Stond je op met een wit kleed. Want het nieuwe leven vangt nu aan. Erfgenaam van het nieuwe leven. Wat heeft de Heere niet allemaal beloofd? De dagelijkse vernieuwing van het leven totdat we uiteindelijk in het eeuwige leven onbevlekt zullen gesteld worden? Geloof je dat? Houvast als het duister wordt in je leven door de zonden.

Als de duivel komt in je leven. God is je vergeten. Och tweeduizend jaar geleden. Velen in de kerk denken dat het alleen maar een sprookje is. Och dat ja ouderwets. Toch? Is dat niet wat velen zeggen. Moeten in de tijd van Corona niet de Biblebelt eraan geloven. Ze hebben er de mond vol maar laten zich niet vaccineren. En dat is toch wat ons beschermt?!

God heeft wijsheid geschonken aan deskundigen. Dat de Heere daarin werkt. En ik denk dat we daarvan gebruik moeten maken. Zonder dat we daarin de hoop stellen. ‘Een naam is onze hope, een grond heeft Christus’ Kerk, zij rust in ene dope, en is Zijn scheppingswerk.’

Dat u geroepen wordt tot geloof. Dat u knielt bij dat kruis. Dat volbrachte werk. Zondag is het, dag van de opstanding, dag van het leven. Het is de dag waarop we herinnerd worden aan dat wat God beloofd heeft. Dat dit niet het laatste is, maar het voorlaatste. En dat Hij ons dwars door de dood opneemt in Zijn schoot. Of: Hij komt, Hij komt om de aarde te richten, zo begonnen we te zingen aan het begin van deze dienst. Hij komt. Jezus, Hij komt terug. En alle oog zal Hem zien. Een dag van grote schrik voor hen die Hem verworpen hebben. Een dag van grote vreugde voor u die in het heden geknield bent bij Hem. En het van Hem hebt verwacht.

En die om Jezus’ wil geloven mag dat ik door genade een kind van God ben. Op weg naar Zijn toekomst, naar dat huis van Zijn Vader. Daar zal enkel vrucht zijn. Daar is alle slavernij van de zonde verdwenen. Daar is God alles en in allen. Daar zullen we eeuwig zingen. Vrolijk zingen van het heil wat Hij bereikt heeft voor allen die Hem liefkregen. Zingt u mee? En dat om Jezus’ wil.

Amen.

 

Hebreeën 11 vers 23: ‘Door het geloof werd Mozes, toen hij geboren was, drie maanden lang van zijn ouders verborgen, overmits zij zagen, dat het kindeken schoon was; en zij vreesden het gebod des konings niet‘.

 

Hervormingsdag zondag 31 oktober 2021 – Hersteld Hervormde Gemeente Rehoboth Voorschoten – ds. D. Siebelink – Schriftlezing Genesis 15 vers 13-16 en Exodus 2 vers 1-2