Na Jezus’ opstanding (en Hemelvaart) moeten de leerlingen van Jezus verder. Maar hoe? Hoe moeten zij getuige zijn in deze wereld? Jezus belooft hen een Pleitbezorger, de Heilige Geest. Die zal in hen wonen en bij hen blijven. Zo mogen en kunnen zij de vruchten van de Geest uitdelen – in geloof, hoop en liefde.

Hoe moet het verder?

Gemeente, hoe moet het verder? Er is ontreddering, bij de leerlingen van Jezus en misschien ook wel bij ons. De omstandigheden zijn anders geworden. Hoe waar is dat gebleken in dit dorp deze week [twee mensen overleden in de achterliggende week]. De leerlingen van Jezus moeten leren omgaan met een nieuwe werkelijkheid. Hij is niet meer onder hen. De tijden zijn veranderd. Hoe moet het verder?

Die vraag stellen wij regelmatig binnen de kerk. We maken beleidsplannen. Tijden veranderen. Deze kerk ziet er anders uit dan vroeger. De tijden zijn veranderd. Het is een bont gezelschap dat hier bij elkaar zit. Verschillende opleiding, karakter, leeftijd. Allemaal hebben we een unieke levensgeschiedenis. Ondanks die verscheidenheid bevinden we ons op dezelfde plaats en tijd. Hier dit huis van gebed. Wat valt er dan te beleven?

Wij zijn onderweg door het leven. Als individu. Ook als gemeenschap. Als wat? Niet als club, vereniging, bedrijf of stichting. Maar gemeente. Als gemeente van onze Heer Jezus Christus. Zou dat wat uitmaken voor het antwoord op die vraag? Hoe moet het verder?

We zijn in het kerkelijk jaar onderweg naar Pinksteren. Hoe wordt zijn werk voortgezet? De leerlingen zijn getuige geweest. Ze waren erbij. Dat is de grondslag van hun geloof. Dat maakt betrokken bij de opdracht om het verhaal verder te vertellen. De boodschap moet de wereld gaan veroveren. Ze hebben een belangrijke taak.

Maar zouden ze dat kunnen? Ze hebben door schade en schande zelfkennis opgedaan. Jezus komt met een toezegging. Wie op Mij vertrouwt, zal hetzelfde doen als Ik. En zelfs meer dan dat. Maar dat kan toch niet? Jezus heeft Lazarus opgewekt. En een blindgeborene genezen. Hoe kan dat? Niet in die richting zoeken. Wat bedoelt Jezus?

Jezus werkte in de beperktheid en verborgenheid. In Israël. Slechts een paar jaar. Het was een eerste periode van openbaring. Afgeremd door weerstand. Beperkt geografisch gebied. Het was maar een begin. Na de opstanding moet het verder. Het moet verbreid worden, de eeuwen door. En Jezus zelf dan? Ik ga tot de Vader, zegt Hij. Hij wordt verheerlijkt. Nu kan Hij alles tot stand brengen wat op aarde onmogelijk was. Die macht heeft Hij nu wel. Hij zal vragen honoreren. Dan komen indrukwekkende gebeurtenissen tot stand.

Zo kan het verder. De leerlingen krijgen ook de inhoud van hun opdracht te horen. Getuige in woord en daad. Het verhaal moet worden doorverteld. De belofte is waargemaakt. Eeuwen later, duizenden kilometers verder: een gemeente van Christus in Sluipwijk! De blijde boodschap is doorverteld. Het heeft je niet koud gelaten want je bent hier. Wie op Mij vertrouwt…! Dan ben je betrokken bij de voortgang. De opdracht ligt klaar: getuige zijn in woord en daad.

Ik laat jullie niet alleen. De vraag komt op: op welke wijze blijven wij verzekerd van Gods nabijheid? Het antwoord volgt direct. Een andere pleitbezorger. Die altijd bij je zal zijn. Wie en wat is dat? Hij wordt aangeduid als de geest van de waarheid. De Heilige Geest. In de NBV staat ‘pleitbezorger’. Advocaat, voorspreker. Uitgaan van de letterlijke vertaling: degene die je erbij roept. Degene die bijstand biedt in de situatie als je niet meer weet hoe het verder moet. Als je grote zorg hebt. Hij wordt erbij geroepen. Ook om de machten een half toe te roepen. Een andere vertaling zegt: ’trooster’. Hij geeft kracht. Zodat we verder kunnen. De geest van de waarheid (tegenover de geest van de dwaling, een leger: tijdsgeest, egoïsme, hebzucht).

Laten we het concreet maken. De Geest houdt de gemeente in stand. Hij brengt tot handelen. Ook in dit dorp. Tijd, geld en energie steken in de instandhouding. De Geest maakt actief.

Uit de Bijbel leren wij dat de Geest de band is tussen God en Zoon en tussen God en Zijn kerk. Alleen zo kan het verder. Onverbrekelijk. Hij zal altijd bij je zijn. Alleen zo blijven wij verzekerd van Gods nabijheid. We kunnen Hem aanroepen in onze nood. Als gemeente en als gelovige.

Geloven gaat gepaard met liefhebben. Gods liefde beantwoorden. Het bewaren van de woorden van Jezus. Die hebben goddelijk gezag. Waaruit bestaan die woorden? Alles wat Hij geleerd heeft. Of samenvatten in grote gebod: God liefhebben boven alle en de naaste als onszelf. Goed omgaan met de geboden.

Het raakt de kern. Hoe zullen ze de liefde dienst bewijzen? En wij? Hoe wijzen wij anderen de weg naar de Levende? Getuige zijn is geloven en liefhebben. Horen en doen. Weten en doen. Die kloof overbruggen. Het geloof in de praktijk brengen, kan je benauwd maken. 112 bellen. Er iemand bij roepen – Iemand met een hoofdletter. Hij zal altijd bij je zijn. Hij biedt bijstand. De Pleitbezorger blijft bij jullie, zegt Jezus.

Deze Geest zal ín jullie zijn, zegt Jezus. Dicht bij ons hart. Kern van het bestaan. Daardoor kunnen we liefhebben. We handelen naar de woorden. De geest woont in jullie en zal in jullie blijven. Intense aanwezigheid! Hij overbrugt kloven en sticht gemeenschap. Zo kunnen we verder.

We mogen Hem ontvangen. Hoe? Door het gebed. Bidden om de Heilige Geest. We doen het in elke dienst. We roepen Hem te hulp. We horen het eeuwige woord door de stem van een mens. Mensen worden aangeraakt en bemoedigd. Er zijn zorgen en problemen in de gemeente, soms van een crisis (ik hoop niet dat het hier zo is). Er wordt gedacht en gedaan. Hoe moet het verder. Bij ons denken en handelen rijst een andere vraag: wat verwachten wij van de Geest?! Roepen wij die erbij? Hij woont bij jullie… Zouden we onze hoop niet daarop moeten vestigen? Eerder en meer erbij roepen. De gemeente waar zoekers terecht kunnen, waar liefde woont. De Geest is tot wonderen in staan.

Hoe brengen we het geloof in de praktijk? Dit probleem hadden de leerlingen ook. Een andere ‘Pleitbezorger’! Die zal altijd bij je blijven. Soms schrik je van het Woord. Horen: het gaat over mij. Ik word aangesproken. Woorden van oordeel, vermaning, vergeving en liefde. Je overgeven. En bidden om de gave te ontvangen. We roepen Hem erbij, te hulp. De Geest van de waarheid is de macht die met je meegaat in je zwakte. Hij begint opnieuw met je. En liefhebben. We worden op de been geholpen. De ander deelt erin mee – de vruchten van de geest. Zo kunnen we verder. Getuige zijn in woord en daad. Amen.

Hervormde Gemeente Sluipwijk, zondag 19 mei 2019, 10 uur. Schriftlezing Johannes 14: 12-21.