Ds. D.J. Diepenbroek (St. Annaland)

Zondag 23 september 2012; 18.30 uur; nabetrachting H. Avondmaal

Psalm 95:2

Geloofsbelijdenis (“Gemeente, doen wij ook deze avond belijdenis van het algemeen, ongetwijfeld christelijk geloof…”)

Psalm 100:1

Gebed (“Bidden wij nu om de opening van het Woord en onze harten door de Heilige Geest. Laten wij bidden.”)

Schriftlezing: Hooglied 1

Psalm 23:1,2,3


Prediking

Gemeente, in Hooglied 1 vers 2 en 3 lezen we over het intense verlangen van de Bruid om bij de Bruidegom te verkeren. [Vers 2.] Ze verlangt intens naar Hem en de afstand die er is, die voelt pijnlijk aan. Aan de ene kant wil ze zo graag bij Hem zijn, maar ze beseft dat als het niet van Zijn kant komt, zal het niet gaan. Hebben we vanochtend bij stil gestaan. Deze dienst nabetrachting. Allereerst de vraag: wat van dit gebed terechtgekomen? Schreeuw in de lucht? Wat van verlangen terecht te gekomen? Niet in onzekerheid: vers 4 [citaat].

En gemeente, dan moeten wij toch de vraag stellen: wat is er gebeurt? Nadat gebed gebeden. Ik kwam in voorbereiding verschillende uitleggen tegen. Uitleggers denken verzen 2 tot en met 4, als geheel inbeelding van de vrouw zijn. Hoe voor zich stellen? Deze uitleggers zeggen: deze vrouw verlangt zó heftig, lijkt alsof de koning haar in binnenkamers brengt. Wel lijkt alsof het gebeurt. Zijn ook uitleggers die een andere richting komen, ik volg hen daarin. Die merken op, in loop vers 4, nadat gebed, verandert vers 4 van toon. Ze stellen dat de vrouw daadwerkelijk heeft gekregen, ontvangen wat ze verlangde. En dat ze bij de hand is genomen en gebracht is in de binnenkamers in paleis van de koning. Hij heeft haar daadwerkelijk getrokken, zo achter Hem aangegaan.

Gemeente, we blikken vanavond terug op dienst van vanmorgen, op gehouden Heilig Avondmaal. En als we deze woorden hoorden, hoe verlangen ontvangen heeft, verschillen van tijd valt in vers 4 weg, komt de Bruidegom direct in actie, neemt haar mee in paleis. Deze woorden op ons in laten werken, hoe was het aan de Tafel, vanmorgen? Misschien had u wel een hele moeilijke week van voorbereiding. Verlangen, dat kan ook, naar zondagmorgen heel sterk was. Net als bij deze Bruid. Woorden van de Bruid als het ware uw woorden. Enerzijds sterke verlangen, anderzijds afhankelijkheid. Hij zal het initiatief moeten nemen. Uw gebed vanmorgen, trek mij, wij zullen u nalopen? In het luchtledige? Heeft de Heere u beschaamd laten staan? Goed om daar bij stil te staan. Vergeten hoe het was toen wij Hem baden. Heeft Hij u beschaamd laten staan? Kwam Hij u, tot uw verwondering, ophalen op uw plaats in de kerk en leidde Hij u naar de tafel. Midden in die woorden, trek mij, ervaren dat de Heere uw wens vervulde. U zo geleid werd, aan de tafel, tot in de binnenkamers van paleis van Koning Jezus. Koning mij gebracht in binnenkamers.

Jongens en meisjes, al een paar keer gehoord, wat is binnenkamer. Komen we niet zomaar tegen in de krant of lesboek. Wat is dat precies. In Hebreeuws woord gebruikt met brede betekenis, 1 Kronieken 28: vertrekken, zalen rond tempelgebouw. Meestal gebruikt voor kamer die je heel goed kent, waar je elke dag bent. Een slaapkamer. Dan zijn we nog niet helemaal bij goede antwoord. Denk dat jullie ook wel zien: hier meervoud gebruikt. Binnenkamers. Meest waarschijnlijk dat we moeten denken aan paleis. Denken aan aantal ruimtes, zalen, in binnenste van dat paleis, privévertrekken van de koning, in het paleis. Paleis moeten denken, merken we ook aan woord, bruid kiest, de Koning heeft mij gebracht in zijn binnenkamers. Zo duidt ze haar geliefde aan. Binnenste, de privévertrekken, daar haar wens verkregen.

Wat wilde deze vrouw? Graag naar de privévertrekken? Niet op de eerste plaats. Bij Hem zijn! Als Hij haar daar brengt, dan is het goed. Uw gang ook zo ervaren? Als een binnengeleid worden, in binnenste paleis? Ervaren aan Zijn tafel? Deze lijn, Hooglied 1 vers 4, avondmaal, wat gaan dan die meervoudsvorm heerlijk schitteren! Binnenkamers. Het werk van de Heere Jezus Christus is als een diamant, van allerlei kanten valt weer een ander aspect op. Zo ook als Christus Zijn bruidskerk in binnenste brengt, niet naar verloop van tijd uitgekeken bent, maar zoveel te vinden is in werk en persoon van Jezus Christus. Ware avondmaalganger raakt aan de tafel nooit uitgeleerd. Geen best teken, als dat bij u zo is. Aan de hand van de Bruidegom van de ene kamer naar andere geleid te worden. U zit aan de tafel, elke keer weer een wonder, weer in vertrekken. Binnenkamer van de liefde van de Bruidegom. Iets geproefd van de liefde voor u. (…) Geen behoeft meer aan hebt? Gevaar is zo groot, tegen elkaar op gaan bieden, wat geleerd heb, binnenkamer van Zijn liefde of Zijn volbrachte werk, dan is het goed. Dan erken ik en belijd ik de ruimte en reikwijdte van het werk en persoon van Christus. Niet opbieden tegen elkaar. Dankbaar en verwonderd wat de Heere aan Zijn tafel leert. Werk van de Heilige Geest zo gevarieerd. Dat geldt als Hij mens tot bekering brengt, ook als Hij u aan de tafel brengt. Misschien u wel in andere schatkamer geweest. Intimiteit hebt ervaren. Een privévertrek niet groter of belangrijker dan de ander. Misschien uw hart er nog wel vol van, uur of 6, 7 na de ochtenddienst. Iets gezien van vergeving van zonden. Misschien nam de Bruidegom u wel mee, naar een van die kamers, heerlijk vergezicht werd geschilderd. Of kus van Zijn mond, een kus van Jezus mocht ontvangen. Nieuw drinken met u, in Koninkrijk van Mijn Vader.

Weet u, gemeente, waarom Christus gelovigen zo graag wil rondleiden in dat paleis? Omdat ze nieuwe moed en krachten nodig hebben op hun levensweg, op hun woestijnreis door de tijd, op weg naar Hemelse Kanaän. Hij wil Zijn wonderlijke liefde bewijzen. Is het dan niet vaak zo, als u terugdenkt, dat u niet anders kon zeggen, bij binnengaan van een van die privévertrekken, met koningin van Scheba: de helft is mij niet aangezegd. Dat geeft verrukking, blijdschap. Dat hoeven we niet verdacht te maken. Dat is toch wat we lezen in woorden van de bruid? Wij zullen ons verheugen en in U verblijden, Uw liefde vermelden, meer dan de wijn. In deze zin, eerst even naar kijken, zit een moeilijkheid. Opeens stapt de Bruid over van enkelvoud naar het meervoud. Mij gebracht (enkelvoud), wij zullen ons verheugen (meervoud). Wat vreemd! Eigenlijk, gezien de tijd heb ik dat vanochtend niet uitgewerkt, trek mij (enkelvoud), wij zullen u… (meervoud). Hoe daar mee omgaan? Wat heeft dat te betekenen?

Ik houd u opnieuw twee voorbeelden voor, niet om het ingewikkeld … Hoe moet ik dat opvatten? Kenmerk van Hebreeuwse poëzie (en dat is het Hooglied), wisselen enkelvoud en meervoud, niet te veel achter zoeken. Nee, zeggen anderen, heeft wezenlijk betekenis. Vers 3, de maagden (opeens andere vrouwen in beeld), u lief. Persoonlijk ben ik van mening, niet te veel zoeken in overgang enkelvoud en meervoud. De Bruid, heel persoonlijk, verlangt er naar, om Bruidegom te zien, om in nabijheid te verkeren. Voelen we wel aan. Misschien wel net getrouwd, of op weg naar huwelijksdag, kan geen derde bij! Kan geen derde bij. Sluit uit. Privévertrekken, slaapkamer horen we er in door. Moeilijk voorstelbaar, in binnengaan, denken dat er anderen zijn bij gekomen. Toch een bijzondere reden, dat ik dit noem. Niet alleen omdat we erop stuiten, dat ook, maar ook een treffende lijn. Wil ik niet ongenoemd laten. Lijn naar bediening Heilig Avondmaal. Was Bruid, Christus, enkelvoud, aanwezig. Alle gelovigen afzonderlijk, meervoud. Ziet u, daar dat samenspel. Volle menigte van alle gelovigen afzonderlijk, meervoud. Dat is een belangrijke gedachte. Hoe groot het voorrecht ook is, van zegen, toch vasthouden: Heilig Avondmaal geen persoonlijk onderhoud, geen particuliere aangelegenheid. Tuurlijk, ieder mens zit persoonlijk aan. Geen goed teken geen oog voor elkaar, avondmaalsgangers, geen oog voor hoe ze hebben gezeten. Als ik het maar goed heb aan de tafel, hoe ander vergaan is, dat is zijn, haar zaak. Nee, zo gaat het niet toe. Mag er ook in het delen met elkaar, wat geproefd, of soms, wat er niet geproefd is, oefening gemeenschap der heiligen.

Vers 4, verschillende bewoordingen, verblijd, verheugd. Verlangen is omgegaan in genieten. In Zijn nabijheid is, dan welt dankbaarheid omhoog. Een diepe vreugde die alles op aarde overstijgt. Terug grijpt op beeld uit vers 2, wijn. Beter dan de wijn. De dienst van Christus is een liefdedienst. Wat is het heerlijk om na periode van aanvechting, bestrijding op adem te mogen komen aan de tafel van de Heere. Juist dat is de reden, waarom ingesteld, juist in de ontmoeting met de Koning met de Kerk, nieuwe moed en krachten wil geven. Allemaal laten proeven en smaken, Zijn dienst een goede dienst. Die vreugde en blijdschap geven kracht, de week in, maanden, toeleven naar volgende bediening. Treffende tekening van avondmaal: een oase, te midden van de woestijn. Voordat harde woestijnleven weer aanvangt. Moment van rust en op adem komen. Voordat zorgen van dagelijkse leven, zorgvuldigheden, drukte gezin, ongeloof, voor dat verlokkingen van de satan, aanvechtingen er weer zijn. En wat is het heerlijk, als u aan de tafel, die blijdschap hebt ervaren. Hoeft u zich niet voor te schamen. Niet een dienst, alleen maar hoofd naar beneden. Tuurlijk is er droefheid wie ik ben en wie ik blijf, maar ook momenten van vreugde, echt niet erg, enkele uren, de Heere dankbaar ervoor zijn, al te zeer blijdschap en vreugde verdacht te maken. Hier bij deze niet mee aankomen. Deze liefde zo schoon en heerlijk is.

En toch gemeente, iemand is aangegaan, die zegt, met de toon van deze preek kan ik eigenlijk niets. Vreugde, dankbaarheid, binnenkomen in paleis, zo niet ervaren. Het was dor en droog, en mat in mijn ziel. Leek wel alsof van oase geen sprake was, maar aan tafel, woestijnleven, storm van twijfel toen je thuiskwam. Twijfel en aanvechting. Ik ben niet geleid. Ik zat daar met mezelf. Van gemeenschap was geen sprake. Horen toon preek, had ik er wel mogen zitten, was het wel de plaats voor mij? Dor en droog. Dan is het belangrijk, om vanavond de vraag te stellen: hoe komt dat? Reden van? U begrijpt wel, ik kan het niet uitwerken. Duizend en een redenen zijn. Gevarieerd arsenaal duivel, pijlen op avondmaalsgangers.

Een punt uitlichten, dicht bij tekst die open licht. Geen smaak zat in brood en wijn, hoe kwam dat? Kan te maken hebben met dat u teveel gericht was op u zelf. U komt, nu zit ik aan de tafel, nu moet ik iets voelen, zo bezig zijn met uw eigen gevoelsleven, u zelf in de weg hebt gestaan, dat kan. Zo gericht op voelen en ervaren van Hem, vergeten hebt dat het in het h. Avondmaal ergens anders om gaan. Laten we luisteren naar woorden van de Bruid. Wat zegt zei precies? Wij zullen uw uitnemende liefde vermelden! Kijk dat de aanwijzing. Deze vrouw niet vol van haar liefde, die er ongetwijfeld geweest is, maar diepste is: Uw uitnemende liefde. (…) Wat is deze les ook belangrijk voor diegenen die vanochtend bleven zitten, terwijl de Meester hen verwachte. Daar moet u niet gering over denken, gemeente. Allen, tot de kleinste van Zijn kinderen, wilde Hij er hebben. Zag u teveel op uw eigen zondigheid? Anders gegaan in week van voorbereiding? Minder gevoelig dan vorige keer? Conclusie getrokken: ik ga maar niet aan. Worstelde of u voor de eerste keer aangaan, teveel gericht op eigen innerlijk. In u zelf vindt u armoede, dat zagen we bij de Bruid. Haar gemis dreef haar uit naar de Heere. Ze riep het: trek mij. Ze was zelf niet bij machte te gaan, maar wendde zich met de nood tot haar geliefde. Zo ingeleid worden in paleis van haar Koning. Als u vanochtend onterecht bent blijven aanzitten, dan heeft u niet alleen de Koning verdriet mee gedaan, betaalt u hoge prijs voor. Kan toch ook na afloop zegenen? De Heere kan u ook in de kroeg bekeren. Maar we moeten ons niet richten op wat God kan, maar wat God wil. Grotelijks begeert avondmaal te vieren. Opnieuw mogen we zeggen, er is altijd een weg terug, op de knieën, in schuldbelijdenis, in gebed. Welke woorden dan kiezen? Begin maar met de woorden van de Bruid: trek mij, opnieuw, voor het eerst. Wonder, dat de Heere ook na afloop nog, mensje bij de hand wil nemen, wil binnenleiden.

We zien in deze tekstwoorden, gemeente, niet alleen hoe heerlijk en rijk het leven met de Heere is. Ik heb het proberen te schilderen, gebrekkig. Wat te zien in binnenkamers, kan ik niet beschrijven. Weet u wat we ook zien? Leven zonder de Heere nameloos arm, hol en betekenisloos. Laten we het maar eens toespitsen naar het woordje vreugde. Moet denken aan wat achterliggende dagen gebeurt is. Jongeren op de trein gestapt naar Haren. Naar Haren gegaan, avond en nacht lang met politie gevochten, gesloopt. Geeft dat nu vreugde? Nameloos leeg. Zou nog wel andere voorbeelden kunnen noemen. Wereld van de sport. Voetbal is sport, zekere aantrekkingskracht. Misschien ook wel die wedstrijd van de week gevolgd, tot een paar minuten voor tijd leek het goed te gaan, tot vlak voor tijd de goal, alles weg is, teleurgesteld, vreugde wereld is betrekkelijk. Jongeren zijn er veel in de gemeente, ben ik blij mee. Niet met de voorbeelden de jongeren in beschuldiging gedrukt. Geldt ook ouderen: leven van de ouderen. Mooi huis, leuke carrière, gezin, kinderen, leuk. Alleen verwacht van leuk gezin? Een en het al is, komt er een moment, leven moeten verlaten, los moet laten. Al zijn uw kinderen elke dag volgzaam geweest, al heeft u al de dagen met blijdschap geleefd, dan nog, die blijdschap, met de dood blijft er niets over. Uw banksaldo kunt u in de kist niet mee nemen. Ik zeg het niet om te choqueren, maar om het verdriet te laten zien.

Vanavond krijgt u een alternatief aangereikt, dat is het leven met deze koning. Dat geeft aan uw leven, jouw leven echte zin. Zeg nou eens eerlijk: maakt deze Bruid je nou niet jaloers? Hebt u er dan geen zin in om deze Koning lief te hebben en te vrezen? Christus te omhelzen in het geloof? Om je door Hem te laten leiden. Armzalige wereld in te ruilen voor deze blijdschap. Wordt wel heel makkelijk voorgesteld, zegt u, van nature geen zin in, toch laat ik de vraag staan. Denk eens aan die verloren zoon. In vergelegen land, alle geld er door gejaagd. Geld op, vrienden weg, blijdschap was het mee gedaan, belandde bij de varkenstrog. Wanneer de omkeer? Toen moed bij elkaar geschraapt? Peptalk? Nee, bij goede gedachte aan thuis! Als hij denkt aan huis en hart van de Vader. Ik ben geroepen daar iets van te laten zien, in alle gebrek. Zo is hij gegaan. Hij is naar huis gegaan en het mocht zo meevallen. Deze Vader, Zijn liefde is zo diep.

Misschien leef jij voor eigen waarneming ook wel in zo’n vergelegen land? Zie dan eens op deze Liefste. Heeft zij iets in de Heere Jezus opgeroepen? Nee, het was alleen maar genade. Hij zag in Zijn gunst op deze vrouw neer. De oceaan van deze liefde is bodemloos en welt op uit het eeuwige welbehagen van de Vader. Leef niet door in de dienst van de wereld, dienst van de zonde. Klem van het moment van je afschudden, vanmorgen. Avondmaal al zovele malen bediend zien worden, u niet meer raakt, o kom toch tot inkeer. Val de Heere te voet. O, wat moet ik dan zeggen? Begin maar met de woorden van de Bruid. Trek mij. Einde van vers 4, is ze dan zo van vervuld, de oprechten hebben U lief. De oprechten. En dat uit de mond van een zwarte Bruid. Wijn gezien vanochtend? Een druppel van dat bloed maakt u rein en smetteloos in de ogen van de Vader! Allen in geloofsgemeenschap met Hem zijn oprecht in de ogen van God. Als Hij hen ziet, ziet Hij niets anders dan werk van eigen Zoon. Rein gewassen, bloed van het Nieuwe Testament (waar wijn naar verwees). De oprechten hebben U lief. Waarom? Wij hebben U lief, omdat U eerst heeft liefgehad. Liefde roept wederliefde op! Denk met die woorden eens terug aan de avondmaalsgang. Dat u het iedereen wel gunt. Niet over kan zwijgen, met deze Heere en Heiland, zo toekomt, geëerd, gediend te worden. Geheim van deze liefde? Het verveeld nooit. Elke keer opnieuw is het verwondering, als iets ontvangen mag worden. Kenmerk daarvan is, van smaken? Wordt het verlangen naar volgende ontmoeting met deze Koning, heftiger. Begeerte alleen maar intenser. Weet u wat dan het wonderlijke is, zijn we weer terug bij vers 2 en vers 3. Zo een uitziende en verlangende Bruidskerk. Totdat, en daar sluiten we de preek mee af, einde leven: komt in gij gezegende des Heeren, om in eeuwigheid rondgeleid te mogen worden, verzadigd te worden met Zijn goddelijk beeld. Amen. [19.46]

Psalm 17:8

Dankgebed

Psalm 18: voorzang (slotzang)