David schuilt zoals een kuiken bij een hen veilig onder de vleugels van de Heere. Bij Hem zijn zondaren veilig. Het is het toevluchtnemend geloof dat niet zonder Hem kan. Bij Hem is veiligheid en warmte. Hij kwam naar deze wereld om voor zondaren aan het kruis van Golgotha te sterven een vloek geworden zijnde. Alleen in het kruis van Jezus Christus te roemen, geen wet kan mij verdoemen, Christus droeg de vloek voor mij.
Psalm 61 vers 5b: ‘ik zal mijn toevlucht nemen in het verborgene Uwer vleugelen’.
Veilig onder Zijn vleugels
1. Een sprekend beeld;
2. Een zalige plaats.
1. Een sprekend beeld
Gemeente, jongens en meisjes, David bevindt zich aan de verste grenzen van zijn rijk. Het einde van het land. Verder weg kan hij niet zijn. Als ik denk aan David weggekropen aan het einde van het land, dan moet ik denken aan een beeld dat David zelf gebruikt: het wegschuilen onder vleugels van de Heere.
Wegschuilen onder vleugels, dan zie ik in gedachten een hen met haar kuikentjes. Als David zingt over zijn verlangen om bij de Heere weg te schuilen, dan is het duidelijk dat David over zichzelf zingt als een bang kuikentje. Zie je het voor je zo’n bang kuikentje? Op het boerenerf zo’n hen en daar lopen wat kuikentjes rond. En dan dreigt er gevaar. Het kuikentje kan zichzelf niet beveiligen. Weet niet hoe snel hij naar de hen moet om onder de hen weg te kruipen.
Het is eigenlijk nog erger. David kan niet bij de rots. Wel een bang kuikentje maar de weg naar de hen afgesloten. Het is nood, er dreigt gevaar. Als een bang kuikentje piept hij eigenlijk. Leid mij op een rots die mij te hoog zou zijn. Om weg te schuilen bij zijn God. Het kan zijn dat u vanavond u herkent in dat bange kuikentje.
Afgelopen voorbereidingsweek. Weerloos. Wet die u vloekte, duivel die u verdacht maakte, eigen geweten, binnenpraters die zeiden dat u geen heil bij God had. Zeg het eerlijk: kon u zich erbij neerleggen? David kon dat niet. Met zijn moedeloosheid vluchtte hij naar de Heere toe. Het is misschien dat wat zeer doet. Die rust heb ik niet gevonden, wel een bang kuikentje. Wel de hen gezien. Wel de nood onder ogen gezien. Dat ik bij de Heere Jezus Christus moet uitkomen. Het leek wel als dat de weg naar Hem gesloten was.
Kon ik het David maar nazeggen: ik zal de toevlucht nemen in het verborgen van Zijn vleugels. Maar dat kan ik niet. Juist dan hebben we alle redenen om de woorden van David uit te luisteren. Wat zegt hij precies? Ik zal mijn toevlucht nemen in het verborgenen van Uw vleugels. Dan gaat mij het om het woordje toevlucht. Weet u dat in dat vluchten naar God toe dat daar al geloof in zit.
Het is meer dan eens opgevallen dat als het over geloof gaat, dat je de strijd voorbij bent, dan schuil je aan het Middelaarshart van de Heere Jezus Christus, zeker van je aandeel in Hem. Is dat geloof? Zeker. Maar is dat alleen geloof? Nee. Dit is ook geloof. Toevlucht nemen in het verborgenen van Uw vleugels.
Ik denk aan dat lied van Robert Murray M’Cheyne. Eerst kende hij zichzelf niet. Eens was ik een vreemdeling voor God en mijn hart. Helemaal niet bezig. Totdat toen de Geest mij aan mijzelf had ontdekt. In dat vluchten zat geloof. Is dat niet hetzelfde bij de verloren zoon? Ook een vreemdeling van zijn eigen hart. Hij dacht het leven gevonden te hebben in dat vergelegen land met het feesten. Tot zijn ogen open gingen. Voor zijn vader en wat zijn knechten hebben bij zijn vader.
Juist dat geloof wil Jezus versterken aan de tafel bij brood en wijn. U hebt het misschien weleens gehoord: toevluchtnemend geloof en bevestigd geloof. Dat toevlucht nemen dat kuikentje naar de hen. Ik zal niet ontkennen dat er verschillen zijn. Maar heeft niet ieder geloof iets van toevlucht nemen. Nee, dan tuur je weer in die diepten. Is het zo in de afgelopen week zo gegaan: gevlucht tot Jezus.
Kan iedereen aan het Avondmaal gaan? Nee, niet iedereen vlucht tot Jezus. Als u denkt dat het leven bij God het echte leven is. Dan kent u geen schuld en kent u geen smart. Dan weet u niet wat eisen Gods heiligheid doet. Dan is er geen vluchten omdat u uw nood niet ziet. Zo kunt u uzelf onderzocht hebben en in de kerk zitten of thuis op de bank, een vreemdeling van de Heere Jezus. Geen vluchten tot de Heere Jezus. Dan kunt u ook niet tot het Avondmaal komen? Wat moet u daar komen doen?
Deze tafel met de tekenen van brood en wijn is voor geestelijke vluchtelingen. Die alles tegen hebben en in hun vlucht niets mee kunnen nemen dan hun nood en vluchten. Wat kan de gedachte dan zijn ik moet eerst wat meer van mijn nood voelen, of dat vinden, maar dat wil Hij ook geven. Dat toevluchtnemende geloof.
Wie verwacht Hij aan Zijn tafel? Bange kuikentjes. Die zichzelf niet kunnen verdedigen. Die toch niet zonder Hem kunnen. Zo de toevlucht tot Hem nemen. Wonderlijk is dat als je de toevlucht tot Hem neemt, eigenlijk gaat daar iets aan vooraf: dan gaat Hij trekken. Dan kun je niet op je plek blijven. Een sprekend beeld.
2. Een zalige plaats
Kuikentje komt uiteindelijk onder de vleugels van de hen. Daar de veiligheid. Zo is het ook bij de Heere Jezus. Er is geen zaliger plaats dan onder Zijn vleugels. De wet die u vloekte moet zwijgen, de satan die u aanklaagde, de Heere schelde hem, daar verstomd de stem van het geweten. Zalige plaats onder Zijn vleugels. Zalige plaats. Het staat er eigenlijk nog iets dieper: het verborgene van Uw vleugels.
Daar kan niemand bijkomen en niemand tussenkomen. Weet u wat nu het wonderlijke is, die zalige plaats die is gratis. Die is vrij toegankelijk. Nee, niet goedkoop. De Heere Jezus Christus heeft ervoor moeten lijden en sterven. En op Golgotha was geen vleugel waar Hij onder weg kon schuilen. Was het niet het verborgene waar Hij geborgen was.
Daar heeft de wet Hem aangeklaagd. Hij die zonder zonden was heeft de Vader tot zonde gemaakt. Daar heeft de duivel Zijn verzenen vermorzeld. In die weg heeft Hij dat plekje van de vleugels betaald dat mensen niet konden verdienen. Hoe zijn Uw vleugelen uitgebreid, we gaan het zingen aan het einde van de dienst. Het kost u niets, u krijgt Zijn heil.
We zouden zeggen: daar komt toch iedereen op af, daar leeft toch niemand aan voorbij. En dan hoor ik door de stem van David de stem van zijn zoon, niet de stem van Absalom. Nee, de Zoon met een hoofdletter. De grote Zoon van David. Dan hoor ik Hem zeggen: Jeruzalem, Jeruzalem, hoe menigmaal heb ik U bijeen willen vergaderen.
Aangrijpend is dat, als Hij Zijn vleugels uitbreid, dan is er van huis uit niemand die komt. Ben je daar al tegenaan gelopen in je eigen leven. Jeruzalem, Jeruzalem. Dat zegt Hij in Jeruzalem, tegen het centrum van de Godsdienst, niet tegen het heidense Samaria. Ik zou het vanavond kunnen zeggen: Putten, Putten. Kom toch tot Mij, allen die vermoeid en belast bent. Hoe vaak hebt u het al gehoord.
Ik was bezig met de preekdiensten voor volgend jaar. 130 diensten. Dan kunt u het uitrekenen. Daar zitten ook de weekdiensten bij, maar dan komt u toch ook? Net als Jeruzalem heel degelijk op afstand blijven. Maar weet dat de genadetijd voorbij is als Hij terugkomt op de wolken van de hemel. Dan zult u dat plekje zoeken maar niet meer vinden.
Misschien heb je die berekening al gemaakt. Al ben je acht. Ga je nog niet alle jaren naar de kerk. Vier jaar. Misschien ben je vijftien? Maar het kan toch niet zo vaak Hem genegeerd. Mag ik u wijzen op de spanwijdte van Zijn vleugels? We zullen het zingen aan het einde van de dienst: zo ver het West verwijderd is van het Oosten. Of wilt u het niet? Zult u het straks horen voor eeuwig: u hebt niet gewild dat Ik Koning over u zal zijn.
Nog een keer ik die zalige plaats. Er zijn er die niet anders dan naartoe worden getrokken. Die zalige plaats. Het is een stijlfiguur die we vaak tegenkomen in de Psalm. Parallelisme. Een moeilijk woord. Maar dat twee wegen samenkomen. In vers 2, wat zou hij veilig zijn in die hut en vers 5 veilig zijn onder die vleugels. Het lijkt een herhaling van wat al gezegd is maar het is niet helemaal waar.
Het kuikentje wat wegschuilt bij de hen. Wat voelt dat kuikentje? De warmte. Niet alleen wegschuilen tegen de vijanden. Maar dan voel je de warmte van Zijn hart kloppen. Bevindelijk mag je het ook noemen. Dan wordt het warm van binnen. Zou het zo ook niet zijn aan de Avondmaalstafel, dat ze niet alleen wegkruipen bij Hem, maar dat je ook warm worden van binnen.
Niet een soort warmte die ze zelf oproepen, maar Zijn warmte. Heere zo moest u gebroken worden voor een ellendeling als ik. Zijn lijden, urenlange lijden, bloed als grote druppels die op de aarde vielen. Dan voel je de warmte. ‘In het kruis zal ik eeuwig roemen, en geen wet zal mij verdoemen, Christus droeg de vloek voor mij.’
Amen.
Zondag 12 september 2021 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – ds. D.J. Diepenbroek – Schriftlezing Psalm 61 – bediening van het Woord en van het sacrament van het Heilig Avondmaal