In de openbaring van Jezus Christus aan Johannes op het eiland Patmos wordt de deur naar de hemel geopend om te zien wat daar plaatsvindt. Daar is de Heere Jezus Christus, de Leeuw uit de stam Juda, het Lam staande als geslacht waardig om de boekrol te openen. De lof aan het Lam klinkt die gepaard gaat met het zuivere reukwerk van de gebeden van de heiligen en de liefelijke klanken van de lofprijzing.
Openbaring 5 vers 9: ‘En zij zongen een nieuw lied, zeggende: Gij zijt waardig dat boek te nemen, en zijn zegelen te openen; want Gij zijt geslacht, en hebt ons Gode gekocht met Uw bloed, uit alle geslacht, en taal, en volk, en natie’.
Lof zij het Lam
- Het zuivere reukwerk van het gebed;
- De liefelijke klanken van de lofprijzing.
Gemeente, jongens en meisjes, wij leven in een gebroken wereld. En dat zien we eigenlijk op tal van manieren en momenten. Oorlog, onrecht, liefde die aan het verkouden is, mensen die zichzelf meer tot een wet geworden zijn. Dat alles laat ons schrijnend zien hoe diepgevallen deze wereld is. Wereld kraakt in haar voegen en zucht in barensnood.
Misschien hoeft u daar niet eens voor om u heen te kijken. Natuurrampen en geweld. De gebrokenheid in het huwelijk. De breuklijnen naar buiten toe misschien wat geplamuurd. Of geestelijk zuchten. Ga ik voorwaarts zie ik Hem niet, achterwaarts zie ik Hem niet. Hoe zal het verder gaan? In de wereld, sector, in mijn huis?
Die vraag kan verlammen en kan beklemmen. Hoe het ook is, die vraag klinkt vanmiddag voor Johannes en mogen met hem meekijken door de deur in de hemel. Die boekrollen helemaal volgeschreven. De eeuwigheid helemaal omspant. Op die vraag de stilte beklemmend is tot die vraag klonk van de Engel: wie is waardig de boekrol te openen? De Leeuw uit de stam van Juda. Hij naar voren stapt.
Wat gebeurt dan als het zegel geopend wordt? Het ene zegel en het andere open gaat en het boek zich aan ons ontrolt. Wat gaat er allemaal gebeuren? Toch gaat het met die vraag te snel. Eerst is er wat uitleggers noemen een liturgisch intermezzo. Twee lastige woorden. Eerst liturgisch. Klinkt het woord liturgie in.
Het geheel van alle gebeden en handelingen tijdens de eredienst. Houden we even in ons achterhoofd. Het tweede woord: intermezzo. Ook in de muziek tegenkomen. Een tussenstuk dat het ene en andere deel met elkaar verbindt.
Wat gaat er gebeuren als het Lam gaat tonen dat Hij alle macht heeft, niet een beetje? Eerst een pas op de plaats maken. Liturgisch intermezzo. Wordt een heel aantal dingen verder uitgewerkt en uitgelegd. Gevuld met de lofprijzing van het Lam. Die lofprijzing krijgt twee uitingsvormen: vers 8, gebeden, en vers 9 aanbidding.
Vers 8
Dus die gebeden en die lofprijzing, Johannes bekijkt het met zijn ogen. Die zijn verbonden met twee voorwerpen. Citers en fiolen, reukwerkschalen. Een van de offers in het Oude Testament. Priester met het reukwerk. Gloeiend hete kooltjes. Heerlijke geur verspreiden en kringelde die geur naar God in de hemel.
Gebeden van de heiligen. Ook gezongen in Psalm 4. Het reukwerk naar de gebeden. Dat de gebeden net zo op zullen stijgen als die geur van het reukwerk op zou stijgen. Door het dak tot voor God en Zijn troon. Dat is wat Johannes ziet de rook van het reukwerk.
Ik voel met die uitleggers mee, die het verbinden met Openbaring 8 vers 3 en 4.
Vers
Opvallend dat gesproken wordt over de gebeden van de heiligen. Zowel van de triomferende kerk en strijdende kerk verbonden. Om een roep naar de troon. Dat bepaalt ons bij de onschatbare waarde van het gebed. Gemeente ik zal u maar opbiechten, ik loop nog weleens tegen biddeloosheid aan. U ook, en jij? Dat knagende stemmetje heeft bidden wel zin? Is God er wel? Of de vraag als Hij er dan is, hoort Hij mijn gebeden wel?
Of dat we in de drukte van de dag er nauwelijks tijd voor nemen. Ik heb weleens gehoord over bidden: laatste hulp bij ongelukken. Niet eerste. En ook bij wat we zeggen: Dat we er altijd nog voor kunnen bidden. Geestelijke boosheden in de lucht. De duivel pijlen richt op gebed. Schrikt er niet van als u uw vuisten balt, maar wel als u uw handen vouwt.
Dat wij mensen van gebed zijn. Reukwerk daadwerkelijk voor God en de troon komen. Heeft de Heere Jezus niet Zelf gezegd dat God zelfs de raven hoort. Biddeloosheid heb ik genoemd. En dat andere moedeloosheid. Zou dit gebed wel hoger dan plafond van de slaapkamer of waar ook gekomen zijn?
Opnieuw Johannes ziet die schalen vol met het reukwerk, de gebeden van de heiligen. Is het niet opvallend dat juist in dat verband de gebeden genoemd worden. Ik had het er van de week nog met iemand over met dat denken en analyseren, en ook hier. Dat God instaat voor de volvoering van Zijn raad.
Ja God staat Zelf voor de volvoering van Zijn raad in, maar niet buiten de gebeden van de heiligen om. Duivelse redenering het maakt niet uit of ik bid of niet, God volvoert Zijn raad toch wel.
Ook niet alleen als het gaat om dat volvoeren van Zijn raad, maar ook om het getal van de uitverkorenen. Van de boze dat we niet meer bidden of ons hart er niet meer in betrokken.
Zul je elke dag met je eigen reukwerkschaal voor het aangezicht van de Heere komen om te bidden voor de wereld, kerk, komst van Zijn Koninkrijk. En dan niet te zeggen daar staat Hij Zelf voor in en hoef ik niet voor te bidden, maar voor te bidden. Zo zien we in gedachten dat reukwerk omhoog gaan. Hij hoort ook dat lied van het Lam.
2
Elk van de citers. Wat is een citer? Snaarinstrument. David heeft er ook mee gespeeld, Psalmen.
Muziek is een schone gave van de schepping. Mag ook weleens gezegd zijn: organisten en anderen die de gave, ik zeg het bewust zo, van de muziek maken hebben ontvangen. Het is een schone gave van God en tegelijk een machtig instrument van de duivel.
Aan het kopiëren. Beetje anders en dan helemaal anders. Waar God Zijn kerk heeft, bouwt de duivel zijn kapel ernaast. De muziek kan opzwepen. Het ritme. De beep.
Jongeren zeggen ik hoor helemaal niet wat er gezegd wordt, of in Engels versta ik toch niet. Hoe krijg ik een ander zo snel mogelijk in mijn bed. Vervlakt je eigen manier van denken. Misschien langzaam maar zeker.
Muziek is iets waardoor de duivel via de oorpoort binnenkomt. Wees alert op wat je luistert en zuinig op je ziel. Daar komt de duivel niet bij die muziek in de hemelse heerlijkheid waar dat schone lied klinkt. Geen muziek klinkt in de hel, alleen het geknars van tanden.
Hebbende elk citers. Ik denk ook goed om even bij dat woord elk stilstaan. Voor elk van de heiligen ligt een citer klaar. Niet alleen die waar u tegenop zag. Misschien wel uw man of vrouw.
Hier altijd met een dissonant. Dan hoop ik dat uw hart opspringt van verwachting. Niet even om de spanning op te bouwen. Hier het om draait. God alleen de eer en tot in alle eeuwigheid. Dat er voor mij zo’n citer klaar ligt. De toon die voor mij vaak nog te hoog is zal daar over zijn. Nooit meer een valse toon. Eeuwig Hem op het oog hebben.
Het kan ook zijn dat het woordje elk beklemmend is. Ligt er voor mij zo’n citer klaar? Mag ik dan de hemel in? Dat is een vraag die zo bezig kan houden: ligt er voor mij zo’n citer klaar? Die vraag kun je naast je neerleggen. Weet je voor wie een citer klaarligt? Voor wie hier op aarde die eerste tonen hebt leren zingen.
Niet dat u hier 24 uur per dag zingt. Nee dat u de tonen kent, tussen alle dissonanten door. Wat is dat dan voor lied?
Vers 9 en 10
Ik wil er twee dingen uithalen uit dit lied. Allereerst: Gij zijt geslacht. Dat Lam staat er als een slacht schaap. Ik werd er vanmorgen nog op gewezen. Dat mes van Gods recht heeft het Lam getroffen. Dat mes zal u anders treffen. Dat mes dat de vacht van dat Lam kleurde.
Die het belijden, ik zeg het bewust in tegenwoordige tijd want het gaat door, dat het naar recht zou zijn als dat mes mij zou treffen. Dat mes heeft Hem getroffen. Verwondering in door: Ik voor u. Gij zijt geslacht. Voor zo een als ik ben.
Leg u hart er maar naast. Niet of het er altijd is, maar of die eerste tonen gekend worden. En dan het tweede: Gij hebt ons Gode gekocht uit alle geslachten, talen en naties. Als ik het goed heb klinkt daar verwondering in door. Dat u het oog op mij hebt laten vallen. Ik stond daar tussen op de slavenmarkt van de zonden. Tot U mij vrijgekocht hebt met de prijs van Uw bloed.
Verwondering. Elke keer dat woordje Gij. Gij zijt geslacht. Gij hebt ons gekocht met Uw bloed.
Ik moet denken aan die dicht woorden: Waarom was het op mij gemunt? De godsdienst vindt dat geen vraag. Denk maar aan Paulus, toen nog Saulus. Vond het zelfsprekend. De eerste tonen van die lied gaan zingen is niet kunnen begrijpen dat het op mij gemunt was. Zijn dat nou de tonen die resoneren in uw hart?
Verwondering over dat Hij u vrijgekocht heeft op de slavenmarkt van de zonden. Allen die dat niet op kunnen, voor die ligt er een citer klaar. Dat is hier op aarde een vraag voor allen die Hem liefhebben: waarom was het op mij gemund?
Nogmaals dat lied altijd gevuld met valse tonen. Hier beneden altijd ten dele. En dan het volle lied straks zingen. Ik weet niet of het u opgevallen is bij het lezen of meeluisteren dat het koor steeds groter wordt.
Die 24 ouderlingen, dat is de triomferende kerk uit jood en heiden. Twaalf stammen, twaalf apostelen. Zij zongen een nieuw lied. Vers 11 tienduizendmaal tienduizenden en vers 12 het koor nog steeds verder uitgebreid. Er zijn uitleggers die hebben het over drie coupletten. Misschien juister dat het steeds verder wordt uitgebreid.
Wat maakt het uit? Als we het lied van de engelen vergelijken, vers 12 het Lam dat geslacht is, hoe zingen de gezaligden dat? Zingen zij het net zo? Nee, zij zingen Lam geslacht en ons Gode gekocht worden met Uw dierbaar bloed. De engelen zijn nooit gered. Dat wonder, dat geheim van gered zijn, van de zaligheid kennen zij niet.
1 Petrus 1 vers 12. Engelen begerig zijn om in te zien. Dat kennen ze niet, het geheim van het behouden worden door het bloed van Jezus Christus.
Binnenste kring zijn de gezaligden, en daar omheen de engelen. Engelen rond de troon en rond de dieren en ouderlingen. Binnenste ring. Als je van genade hebt leren leven, vergeet je nooit je afkomst. Hoger gemaakt dan de engelen. Engelen begerig om in te zien.
In de kerkgeschiedenis: Dat God de zondeval heeft gewild om mensen hoger te maken dan de engelen. Maar dat is niet zo.
Wel dat God de duivel altijd overwint. Dat God uit het kwade iets goeds voortbrengt. Een geheim waar de engelen nooit in kunnen dringen. Ze hebben het uitgejubeld toen Hij daar als en baby lag in een wiegje. Ere zij God. Ze hebben Hem ondersteund in de Hof van Gethsemane.
Ze zullen er geen last van, de tweede ring. Dat was de zonde van de duivel, maar hebben zij geen last van. Wat zit het Gods kinderen vaak in de weg. Verachterd in de genade. Lauw wordt. Gebedsleven verachterd.
Dan blijft de vraag over voor ons allemaal om mee naar huis te gaan: Zullen we nu straks in dit koor meezingen tot eer van God? Of zullen we onze tong bijten, had ik maar, door de knieën gaan, maar niet gewild.
Kom tot Mij. Hoe je er ook uitziet. Welk lied je tot nog toe ook gezongen hebt. Kom tot Hem. Hoe meer het oog gericht mag worden op deze toekomst, meer mag leven bij dit lied tot Hem. Lof zij het Lam, wiens bloed mij heeft gereinigd.
Amen.
Zondag 13 augustus 2023 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – ds. D.J. Diepenbroek – Schriftlezing Openbaring 5 vers 8-14