In de openbaring van Jezus Christus aan de apostel Johannes op het eiland Patmos krijgt Johannes de troon van God met God op de troon met de boekrol in Zijn rechterhand. Echter is er geen van de schepselen waardig om de boekrol te openen. Johannes huilt daarover en krijgt vervolgens te zien dat er Een waardig is: de Leeuw uit Juda, het Lam staande als geslacht. Het is de Heere Jezus Christus die waardig is om de zeven zegelen te verbreken. 

Openbaring 5 vers 5: ‘En een van de ouderlingen zeide tot mij: Ween niet; zie, de Leeuw, Die uit den stam van Juda is, de Wortel Davids, heeft overwonnen, om het boek te openen, en zijn zeven zegelen open te breken’.

Christus heeft de toekomst in Zijn hand

  1. Een verzegelde boekrol;
  2. Een huilende apostel;
  3. Een troostende ouderling.

1. Een verzegelde boekrol

Gemeente, jongens en meisjes, Johannes is verbannen naar het eiland Patmos. Zit daar in de open lucht. We zouden dat eiland kunnen vergelijken met een groten open gevangenis.

Hij kon dat eiland niet verlaten. Waar de deur naar zijn geliefde Efeze gesloten is. Waar de deur naar Efeze gesloten, maar de deur naar de hemel. Wonderlijk is dat. De eerste dag van de week, de zondag, mag hij daar de hemel inblikken.

Hij hoort daar de stem van de Meester. Kom hierop en hoor de dingen die na deze zullen geschieden. In de geest zijn blik in de hemel mag werpen. Onvoorstelbaar wat hij daar ziet en hoort. Een troon in de hemel. En Een op de troon gezeten. U moet vandaag hoofdstuk 4 maar eens lezen. Buitelen de beelden zich over elkaar heen. Johannes heeft er geen woorden voor.

Smaragd erom heen. En die ouderlingen. 12 stammen, 12 apostelen. Gezaligden uit de Joden en heidenen. Machtig wat hij mag zien. En dan worden zijn ogen getrokken naar die troon. En heel bijzonder naar de rechterhand van God. Want Hij is het die als enige mag zitten op de troon.

Die boekrol in de rechterhand en gesloten met zeven zegelen. Niet een gewone boekrol, Johannes heeft er ook mee gewerkt. Maar deze boekrol aan beide kanten beschreven. Dat kwam niet voor, alleen van binnen, en opgerold. Maar deze boekrol geen ruimte onbenut gelaten.

Zeven zegelen. Openbaring boek van symboliek. Zeven getal van volheid. Hermetisch gesloten. Iets opmerkelijks: die open hand van God daar die boekrol in. En tegelijkertijd iets geslotens in: met die zeven zegelen gesloten aan beide kanten.

Dat boek wat was daarin? Gods raadsplan. Alles in beschreven. Gods heilsplan. Tot in alle details. Niet alleen het grote wereldgebeuren maar ook in het persoonlijk leven. Dat de goddelozen gestraft zullen worden, en tot heil van het volk van God.

Kijk dan maar eens terug gemeente. Eind van de zomerperiode. Ik zie weer veel bekende gezichten. Op drempel van een nieuw seizoen. Die oorlog in Oekraïne met Rusland. Extreme weersomstandigheden afgelopen week Slovenië, nu Scandinavië. Hagelstenen als oliebollen. En in eigen leven. Als een berg tegenop zien. Maandag weer werk, dan begint het weer. Alles in eigen leven beschreven in die boekrol.

Ik zei het drempel van nieuw seizoen. Werk, kerk. Toekomst kan met schrik vervullen. Hoe zal het verder gaan met het huwelijk, met mijn kind? Wat er allemaal gaat gebeuren. Dat staat allemaal die verzegelde boekrol. En dan klinkt ineens die indringende vraag: wie is waardig om die boekrol te openen?

Bijzonder he die vraag wie het waard is. Niet wie is krachtig genoeg, sterk genoeg, maar wie het waard is. Goed om bij deze vraag stilstaan. Als niemand waardig is, dan betekent dat dat er ook niemand instaat voor de volvoering van Gods raad. De chaos en anarchie in groot en in het klein zulke vernielende sporen trekt, zal doorgaan. Wie zal er voor instaan op de volle volvoering van de raad van Gods koninkrijk. Klemmende stilte. Soms de stilte meer hoorbaar dan dat er gesproken wordt. Wat grijpt het Johannes aan.

2. Een huilende apostel

Als die stem geklonken heeft van die ouderling. Boekrol gesloten, heilsplan van God. Dan blijft het stil. Al die ontkennende die achter elkaar: niemand in de hemel, niemand op de aarde, niemand die het kan nemen laat staan die zeven zegelen kan openen. Vers 4. Geen enkel schepsel is in staat de loop van de geschiedenis te bepalen. Dat grijpt de oude apostel zo aan. Dat niemand waardig is het boek te nemen en de boekrol te openen.

Ontroerend vindt u niet. Johannes opgeklommen in de geest die weende. Zal hij teruggedacht aan zijn Meester die het gezegd had Ik zal tonen de dingen die haast moeten geschieden. Zal het spoor van vernieling van de zonden dan altijd doorgaan? Zo druppen de tranen van Johannes neer van ontzetting.

Johannes zelf ook niet. Die zijn rechterhand vatte. Verdriet van ontzetting. Tranen van angst. Zal de aarde dan niet tot zijn voltooiing komen.

Die openlucht gevangenis. Dan lijkt alles om hem heen die bange vragen van zijn hart te bevestigen. In die tranen zit iets van de verzuchting van Asaf. Zouden Gods beloftenissen dan hun vervulling missen, wat we gezongen hebben in Psalm 77? Die beloften waar de Meester van gesproken heeft.

Wat kunnen die tranen dichtbij komen. Teneergedrukt over alles wat er in de wereld gebeurt. Verbijsterd over de ontwikkelingen in ons eigen land. Toeleven naar verkiezingen. Ze zullen ons allemaal wel beloven dat het allemaal mooier en beter wordt. Maar ondertussen steeds verder van God af en steeds meer genormaliseerd wat tegen Gods Woord ingaat.

En dat je discrimineert als je wilt staan voor het Woord van God. Johannes door God opgericht. Heeft hij zich dan vergist? Dit weet ik vast. Tegelijkertijd als je zingt,

Klamp ik me niet aan een luchtspiegeling vast? Hoelang wachten ze al op de wederkomst van Christus?

Heb ik me het allemaal ingebeeld? Bestaat God wel? Heeft Hij het allemaal wel voor het zeggen? Zouden Gods beloftenissen dan toch hun vervulling missen? Wat kun je bang zijn. Echt voorgenomen dan ga ik echt meer lezen.

Blijft de geschiedenis dan zich echt eindeloos herhalen? Gemeente er is geen toekomst als deze boekrol gesloten blijft. Dat kan ook in ons hart, regeert God wel, heeft Hij de toekomst wel in handen? Dan kan die stilte ons aangrijpen.

Dat is toch waar Adam en Eva en wij in hen hebben gekozen. Doelloos rondzwerven. Dat zouden we toch verdiend hebben dat er geen toekomst zou zijn? En dan nog een keer de tranen van Johannes. Dat is voor hem onverdraaglijk. Een toekomst zonder God, zonder Jezus. Daarom komen de tranen uit zijn ogen.

Ik maak het wel mee dat mensen zich verontschuldigen voor hun tranen. Dan zeg ik dat het niet hoeft. Tranen in fles bewaard. Misschien wel in onze Westerse cultuur. Tranen toon je niet, mannen misschien nog wel meer dan vrouwen.

Tevergeefs op de toekomst van God gehoopt. De zaak van Christus gestagneerd. Ga ze maar na: tranen omdat onze zaak stagneert. Of tranen omdat Gods zaak stagneert. Johannes huilt zo intens omdat de zaak van God stagneert.

3. Een troostende ouderling

Dan klinkt er een derde stem, van de troostende ouderling. De stilte doorbreekt. Ik zou haast zeggen het enige wat we nog horen is het onderdrukkende snikken van Johannes. Hoe moet het nu verder? En dan wordt de stilte doorbroken door de ouderling die gaat spreken. Weent niet. Zie de Leeuw uit de stam van Juda. De ouderling die gaat op Christus wijzen. Trouwens ook in een tijd dat de vervulling van de beloftenissen leek uit te blijven.

Dan kijk ik naar de broeders. Daar is niets beters dan dat te doen. Het is trouwens wel opvallend dat die ouderling niet zegt dat Christus waardig is. Die waardigheid zit erin dat Hij de Messias is, de Leeuw uit de stam van Juda. Dat maakt Hem waardig. Die zeven zegelen open te breken. En er Zelf voor in te staan, de zichtbare onthulling van het Koninkrijk van God.

In Hem komen al Gods beloften uit. De Leeuw. Jongens en meisjes, jullie kennen dat dier wel. Misschien afgelopen zomer wel in een dierentuin geweest. Koning van de dieren genoemd. Met een slag van zijn klauw kan hij zijn prooi doden.

Johannes zal er niet van opgekeken hebben over die kracht. Wat heeft hij die kracht gevoeld, als dood aan Zijn voet vallen. Daar zit een les voor ons in, tussen haakjes,

Wat kunnen we lievig over Jezus spreken. Als een vriend. Ik zeg niet dat het onbijbels is, Jezus zegt Zelf Ik noem u Mijn vrienden.

Dan is het alsof wij de leeuw zijn tanden trekken. Dan blijft er een tandeloze leeuw over. Dat is niet wat Johannes ziet.

Allen die zonder bruilofskleed Hem zullen ontmoeten, zullen dat meemaken. Breng ze voor mijn voeten en in een slag sla Ik ze dood. Vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God. Als je om je heen kijkt, alles pleit voor de regering van de boze.

Weet je wanneer we er ook niet mee wegkomen, als we denken eraan te ontkomen. Misschien ben je wel 17 of 18, en denk je eraan de kerk gedag te zeggen. Het hoeft van mij niet meer, liever met vrienden. Al Zijn vijanden onder Zijn voeten zal vertrappen. Hem die de kop van satan vermorzeld heeft.

Dat is het bijzondere van Openbaring. Dan mag Johannes kijken. Ik zag in het midden van de troon een Leeuw… nee een Lam. Het wonderlijke, daar hij verwacht een Leeuw te zien, ziet Johannes een Lam. Een geslacht Lam kan helemaal niet staan. Bloedrode hals, beestje zou neervallen. Maar dit Lam staat. Ziet u hoe de beelden door elkaar heenlopen? Hij is de Lam en het Leeuw.

Schilderij van Van Eijck. De aanbidding van het Lam Gods. Een Schaap met een priem in een hals geprikt. En dat bloed vloeit in de avondmaalsbeker. Als een Lam geofferd te worden aan het hout van het kruis. Het geheim van het heilsplan van God. Waar een Leeuw afgebeeld is, en daar kwam ik woorden tekort die onder de voeten vertrapt, mag ik Hem vermorgen -het is nog genadetijd- afschilderen als het Lam.

Onder de verkondiging komt u in aanraking met het bloed van het Lam. Dat het bloed drupt van de kansel. Dat is waar. Waar u gelovig van gebruik maken. Dan is het tegelijkertijd waar, aangrijpend beeld van die Leeuw en Lam. Dan kom je ook dat groot beest tegen, Asaf vammorgen Psalm gezongen, ik ben een groot beest bij U.

Laat die boekrol maar dicht. Kan ik mijzelf dienen. Maar Heere nu ik hoor dat U zo heilig bent. Dit Lam is er voor grote beesten in zichzelf. Weet u wat dan tot geloof komen is? Dat is overwonnen door het Lam. Smelten onder Zijn borgbloed. Dat is ook de reden dat er veel meer gezongen wordt over het geslachte Lam dan de overwinnende Leeuw.

Leg daar je eigen hart maar eens na. Dat Lam neemt de boekrol uit de hand van God. Hij zal het doel bereiken. Dat het Jeruzalem zal neerdalen. Dat de eeuwen niet almaar zullen doorwentelen. Maar Hij zal er Zelf voor instaan uit liefde tot Zijn bruid. Alles, zal Hij voor instaan.

Dan kunnen uw ogen volstaan met tranen. En dan komt Hij langs en veegt die tranen weg. Alles zal ik tot zijn doel brengen. Die kamer van dat huis met die vele woningen, daar zal Ik voor instaan. Dat bruiloftskleed, dat witte bruiloftskleed, dat heb ik zelf gemaakt om binnen te komen.

Wat kunnen er veel tobberijen zijn. De ene heeft er misschien meer last van dan de ander. Geen lettergreep van wat Hij heeft gezegd zal niet vervuld worden.

Ik ga eindigen met een waargebeurd verhaal. Er was eens in Amerika een congres met honderden theologen. Om te spreken over Openbaringen. Daar was een groepje theologen naar buiten gegaan om te verwerpen wat binnen gezegd was. Gefronsde blikken. Zat een stratenmaker vroeg wat er aan de hand was. Een van die theologen vertelde over dat ze nadachten over Openbaring. Ingewikkeld. Leessleutels en hermeneutiek. De stratenmaker zei: Het is toch duidelijk waar het in Openbaring om draait? Het Lam overwint.

Amen.

 

Zondag 13 augustus 2023 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – ds. D.J. Diepenbroek – Schriftlezing Openbaring 5 vers 1-7