De Heere Jezus roept bij aanvang van Zijn bediening Zelf zijn discipelen: volg Mij na. Achter Hem aan. o geldt het ook voor het ambtswerk in de christelijke gemeente. Wij zijn geroepen om het Evangelienet uit te werpen. God Zelf staat in voor de vangst. Straks aan het einde van de tijden het net aan de kant van Immanuëlsland het net worden opgehaald.

Mattheüs 4 vers 19: ‘En Hij zeide tot hen: Volgt Mij na, en Ik zal u vissers der mensen maken’.

Geroepen tot dienstwerk
1. Volgen;
2. Vissen.

1. Volgen

Broeders die nu bevestigd of herbevestigd, gemeente, jongens en meisjes, de Heere Jezus trekt door Galilea. Hij verkondigt overal het Evangelie. Bekeert u want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. Hij komt bij het meer van Tiberias en ziet de vissers Simon Petrus en Andreas. Tussen haakjes staat, om duidelijk te maken dat het geen hobby was, want ze waren vissers.

Hij roept hen: volgt Mij na. Niet om er een tijdje over na te denken. Volgt Mij na. Probeert u er maar eens een tijdje over na te denken. Ze waren bezig met hun netten. Dan ineens roept Hij hen. Hij was ineens en die roep was er ineens. Broeders, misschien wel ineens. Plotseling, opeens die roep. Niet op voor kunnen bereiden. Het kan ook zo dat Hij al het trekken was. En toch ineens was Hij daar. Volgt Mij na. Hij riep. Te midden van het gezinsleven, het werk, daar ineens die roep. Midden in het drukke leven van alle dag.

Als we dan aan Simon en Andreas denken. Het komt nu niet uit. Best weleens over nadenken. Hoe moet dat dan? En onze broodwinning? We weten van Petrus dat hij getrouwd was, van de andere discipel weten we het niet. Hoe moet ik dat thuis uitleggen? Allemaal bezwaren. Simon en Andreas worden geroepen: volg Mij na. Zij dan terstond zijn Hem nagevolgd.

Ook dat broeders geeft misschien wel herkenning. Te midden van al die bezwaren in het leven, iets van dat terstond was. Aan die roep kan ik geen weerstand bieden. En dan niet de netten waar u mee bezig bent, uw vrouw hoefde u niet achter te laten. We zien iets van de roeping tot dienstwerk. Waar begint dat mee? Bij de netten bij Galilea. Hij zag twee broeders. Voor zij Hem in het oog hadden, zag Hij hen.

Simon en Andreas hebben niet gesolliciteerd. Hij zag hen. Is het zo ook niet gegaan bij u? Waar begon dat mee? Met uw gedachten en overwegingen. Die zullen er zeker geweest zijn. Maar net als bij de zee van Galilea, Hij zag broeders.

Volgen. Confronterend woord. Kom achter Mij aan. Achter Mij. Wat kunnen ambtsdragers Hem nog vaak voor de voeten lopen, bewust en onbewust. Laten we vooral aan het laatste denken. Met uw gedachten kunt u Hem  voor de voeten lopen.

Thomas Boston boekje ‘De kunst van het mensen vangen’. Dun boekje. Dit houdt in het verloochenen van onze eigen wijsheid. Laat het ons gezamenlijk gebed zijn dat die woorden ons bijblijven. Wat kunnen we daar snel op terugvallen. Hoe een pastoraal bezoek eruit moet zien, kerkenraadsvergadering eruit moet zien. Achter Hem aan onze eigen wijsheid gekruist wordt. Toch kunnen we het nu makkelijk algemeen maken.

Wat is dat volgen? Ik noem drie dingen. In de eerste plaats Hem volgen in Zijn doel. Dat Hij Zelf in het middelpunt zou staan? Koning in Jeruzalem. Zijn grote doel was het eren, verheerlijken van Zijn Vader. Dat doel dreef Hem. Al van eeuwigheid gedreven: Ik kom om Uw wil te doen. Uw wet is in mijn binnenste. Laat dat ook uw doel zijn. Wat is het groot om mensen te behagen.

Natuurlijk is het mogelijk op het karakter van een persoon in te spelen. Maar als u hier zo doet, daar daar. Mensen te behagen. Dat mensen zeggen: dat was nog eens een invoelende ouderling. Nee, laat u gericht zijn op de eer van God. Hij wil Zijn eer niet delen met afgoden maar ambtsdragers ook niet.

Tegelijk zeg ik weinig grilliger dan goedkeuring van mensen. Als u de vinger op de zere plek legt, kan het maar zo dat mensen terugvallen op de vorige ambtsdrager.

Het tweede Zijn bewogenheid. Wat was Hij anders dan de Farizeeën en Schriftgeleerden. Ik dank u dat ik niet zo ben als die en die. Zo niet. Een bewogenheid als Hij de schare aanzag. Laat er iets van die gestalte zijn. Hoe zag Hij ze? Niet als een trouw volk. Als schapen verstrooid zonder herder. Wat was Hij bewogen om het behoudt van hun zielen. De Heere Jezus heeft geweend bij het graf van Lazarus. Die baar aanreikte bij die jongeling van Naïn.

Zijn doel, Zijn bewogenheid, maar ook Zijn gebedsleven. Wat heeft de Heere Jezus gebeden op aarde. Nachten doorgebracht in gebed. Ik denk aan de gelijkenis van het grote avondmaal. Lukas 14 vers 21. Zou hij niet aan zichzelf gedacht hebben? Zo mag u het ook doen met de ambtelijke teleurstellingen. Niet tot het hart door te dringen, Heere ze willen niet. Net als die dienstknecht en vertelde het zijn heer. Maar de Heere Jezus heeft het niet alleen over volgen maar ook over vissen.

2. Vissen

Hij heeft het ook over vissen. Vissers der mensen maken. Dat kenden ze door en door, het vissen. Aansluiten bij hun leefwereld. Doe dat ook maar

Vissers niet van vissen maar van mensen. Visnet van het Evangelie. Dan kijk ik naar de broeders, dan krijgt u nu een plekje aan de oever aan het visnet van Putten. Het net van het Evangelie in de huizen te brengen om de vissen te vangen. En werpt het net ook uit.

Als ze zullen denken, denkt dat maar niet. Maar al zouden ze denken, wat zit hij te vissen. Dat is ook zo! Maar niet naar nieuwtjes maar om hen te vangen. Anders bent u geen mensenvisser als u het net niet uitwerpt.

Misschien hier ook wel vissers. Ik weet niet of ze er zijn. In Staphorst, Rouveen waren ze er. Ik denk dat er hier ook vast wel zijn die weleens gevist hebben. In het ambtswerk: ze wilden niet bijten. Ploegen op rotsen. Ik kwam er niet door. Ze wilden zich niet laten vangen in het net van het Evangelie. Dan is er altijd een die olie op het vuur gooit. Wat hebt u nou gevangen? U een mensenvisser?! Als Hij u geroepen zou hebben, dan zouden er veel meer gevangen zijn. Dan kan het gaan knagen: zou dat net leeg blijven. En dan die roeping: volg Mij na.

Zullen we het nog eens bekijken wat de Heere Jezus zegt: Ik zal u vissers van mensen maken. Ik zal. Niet eerst nog een cursus doen. Competenties bijspijkeren. Nee, Ik zal. Wat beschamend als wij zeggen ik zal dit doen en dat in de wijk. Nee, Ik zal zegt de Heere. Hij zorgt ervoor dat u een visser van mensen zult zijn in de weg achter Hem aankomen.

Ik kijk de gemeente in. Dat is mooi dat het ambtswerk door mag gaan, zegt u. Toch ergens van binnen zit, waarom ben ik hier eigenlijk. Geroepen tot dienstwerk, dat zijn deze mannen. Net van het Evangelie ter hand nemen.

Wat bent u voor een vis? Misschien een vreemde vraag maar ik hoop dat u begrijpt wat ik in het licht van de preek bedoel. Moet u dan niet zeggen dat u als een vis in het water bent in deze wereld. Van huis alles aan doen om niet gevangen te worden in het Evangelienet. Dan kunt u na afloop van een huisbezoek wel naar de broeders wijzen.

Als de broeders dicht bij uw hart kwamen, een tweede bakje koffie inschenken. Of onderwerp veranderen. Afleidingsmanoeuvre. Als u buiten het net blijft, dan zult u eeuwig verzinken in de toorn van God. De ernst, eeuwigheidsspanning. Die spanning staat niet alleen op een dienst maar ook op een bezoek.

Wat een wonder dat de Heere mannen uit laat gaan om u te vangen. Bidden om u te laten vangen. Geroepen tot ambtswerk. Maar ik ben geen man, we hebben geen vrouw in het ambt. Maar ambt aller gelovigen. Niemand heeft het recht om ongelovig te zijn. Visnet ter hand te nemen. In het gezin het Evangelienet uitwerpt. Als vader, moeder. Zeg het ook tegen mezelf, wat komt er van van die huisgodsdienst? Wat kunt u er tegenop zien.

Geroepen tot dienstwerk. In de buurt. Op het werk. Als uw collega dan voor de rechterstoel staat. Waarom hebt u nou nooit eens dat net in het water van mijn leven uit te werpen. Met die belofte van Hem Ik zal. Daar klinkt ook iets in door van het garant staat voor de vangst.

‘Dat wij ons ambt en plicht, o Heer‘,
Getrouw verrichten tot Uw eer.
Dat Uwe gunst ons werk bekroon’,
Uw Geest ons leid’ en in ons woon’!

Zie op ons neder in gena,
Opdat ons werk voorspoedig ga,
En scheld ons alle misdaan kwijt,
O Heer‘, die vol ontferming zijt.’

Morgenzang vers 3 en 4

Aan de kant van Immanuëlsland het net opgehaald worden. Als een grote of kleine vis. Als een gewillige of ongewillige. U moet arbeiden dat het van u afhangt maar ook met het besef van de heilige ontspanning dat het niet van u afhangt. Allemaal het net een beetje vasthouden, de kerk van alle eeuwen.

Als u dan buiten bent, komt u eeuwig om. Verdwaasd als we zijn. Er is geen vrijer leven dan in het net van het Evangelie. Dan buiten het net in het vrije water. Laat u toch vangen. Hij staat er Zelf voor in. Als u een onwillige vis bent. Niemand zal ze uit Zijn roven.

Amen.

 

Zondag 2 januari 2022 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – ds. D.J. Diepenbroek – Schriftlezing Mattheüs 4 vers 12-25