Aan het einde van het evangelie schrijft Johannes over het doel waarom hij dit, geleid door de Heilige Geest, opgeschreven heeft. Het is opdat wij geloven dat Jezus Christus de Zoon van God is, en gelovende het -echte- leven hebben in Zijn Naam.

Johannes 20 vers 30 en 31: ‘[30] Jezus dan heeft nog wel vele andere tekenen in de tegenwoordigheid Zijner discipelen gedaan, die niet zijn geschreven in dit boek. [31] Maar deze zijn geschreven, opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zone Gods; en opdat gij, gelovende, het leven hebt in Zijn Naam’.

Leven door het geloof

Gemeente, belijdeniscatechisanten, het thema is leven door het geloof. Daar krijgen we onderwijs over. Twee gedachten:

  1. De inhoud van het geloof;
  2. De vrucht van dit geloof.

1. De inhoud van het geloof 

Gemeente, jongens en meisjes, we zien de apostel Johannes terwijl hij gebogen is over de boekrol waarin hij dit evangelie opschrijft. En terwijl hij gebogen zit over de boekrol en richt hij zich ineens op en richt hij zich tot zijn lezers. ‘Maar deze zijn geschreven, opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zone Gods; en opdat gij, gelovende, het leven hebt in Zijn Naam.’

Dat hij ons allemaal vanmorgen diep in de ogen kijkt. Dit heb ik geschreven voor u en voor jou. Johannes doet dat vaker. We hoeven maar terug te bladeren naar Johannes 19 vers 35. Opdat gij geloven zult.

Johannes heeft ons niet geschreven om ons te informeren. Dat ook, historisch betrouwbaar. Maar dit geschreven opdat u zult geloven. Als ik dit zeg, een stap verder. Wie heeft dit geschreven? Ja Johannes. Maar door de Heilige Geest.

Die hoogheilige God dat Hij nu verlangt door het geloof in Hem het leven zult hebben in Zijn Naam. God openbaart Zich ons niet om ons te verderven of de schuld te vergroten maar om ons te behouden.

Dat stelt ons tegelijkertijd schuldig. Ik zeg dit wel maar heb dit bedoeld. Dat is Godslasterlijk. Hij zoekt ons op. Nog veel meer tekenen die zijn gedaan die niet geschreven staan in dit boek. Tekenen dat staat er.

Johannes helemaal niet veel tekenen beschreven in tegenstelling tot andere evangeliën. Zeven in totaal. Getal van de volheid. Zevende teken de opwekking van Lazarus. Johannes 12 vers 37. Ondanks de tekenen geloofden velen niet in Hem.

Waren er nog maar meer tekenen gedaan. Johannes zegt dit is genoeg. Deze zijn geschreven opdat u door te geloven in Hem het leven hebt in Zijn Naam. Als dat Johannes zegt alles wat hierin is genoeg om zalig te worden.

Als ik kijk naar de belijdeniscatechisanten. Twee seizoenen eerst de Bijbel open. Wat het Woord tot ons zegt. Er zijn nog veel meer tekenen. Maar dit is genoeg. Wat deed de Heere voordat Hij hemel en aarde schiep. Duizend en een vragen. Maar dit is genoeg.

Er is veel meer dan God openbaart in Zijn Woord maar Hij is niet anders. Dan blijft dit doel over voor u en voor jullie dat we dit Woord zullen geloven. Wat is dat dan geloven? Belangrijke vraag in een dienst dat jullie belijdenis doen. Wat is dan geloof?

Is dat geloven dat ik bekeerd ben? Dat ik een kind van God ben. Ook aan het Avondmaal mag. Ik zeg niet dat deze dingen allemaal niet met het geloof te maken hebben, zeker niet. Maar wat schrijft Johannes? Maar deze zijn geschreven, opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zone Gods; en opdat gij, gelovende, het leven hebt in Zijn Naam.

Jullie belijden vanmorgen jezelf niet maar Hem. Belijdenis doen van de leer of dat ik een gelovige ben, wordt tegenover elkaar gezet. Het is het allebei niet, niet volledig. Belijdenis doen is dat Hij de Zoon van God is.

En dan denkt u misschien is dat alles? Zo kunnen we dat tegen elkaar zeggen. Soms met een Bijbeltekst. Vrees niet, geloof alleenlijk. Je hoeft alleen maar te geloven. Hoe werkt dat niet verlammend. Ik kan niet op deze koers niet voortgaan. Elke keer brak het tegen de handen af. Ik kan niet zomaar geloven. Daar moet Hij uiteindelijk zelf aan te pas komen. Door Zich te openbaren. Als het daarop vastzit. Steek daar maar je hand in. Als we het zelf moeten gaan doen, dan is het onmogelijk.

Als je het merkt, het gaat helemaal niet. Wat wordt het een wonder, dat Hij er Zelf aan te pas komt. Maar zegt u zo komt de Heere toch niet naar ons toe. Weet u dat Hij vanmorgen even werkelijk naar ons komt zoals bij Thomas. Gaat de rijen door zeggen we wel. Houdt bij iedereen halt. En zegt wees niet ongelovig maar gelovig.

Laat u Hem voorbijgaan? Geloven is onmogelijk maar niet geloven is ook onmogelijk. Dat is het wonder. Hij brengt alles mee. Wat is geloven? In Zijn beloftewoord vastklemmen. In dat Woord te geloven. We hebben afgelopen seizoen de definitie van Calvijn: ‘Het geloof is een vaste en zekere kennis van Gods welwillendheid jegens ons, welke gegrond op de waarheid van zijn genadige belofte in Christus, door de Heilige Geest aan ons verstand wordt geopenbaard en in ons hart wordt verzegeld’.

Met dat zwaard van het Woord. Daar bezeert Hij mee. Wie u bent, wie u blijft. Heeft dat Woord u weleens gestoken toen u thuis zat en in de kerk. Walg van mijzelf. Hoe moet de Heere wel niet naar mij kijken? Hij gebruikt dat zwaard niet alleen te verwonden maar ook om te helen.

Uitgebreide handen. Die beloften. Niet alleen om te verwonden maar ook om te helen. Touw van die beloften vast. Misschien nog wel aarzelend. Geloven dat Hij de Zoon van God is. Ik geloof dat Hij geleefd heeft. Historisch geloof. Jakobus schrijft dat de duivelen ook geloven en sidderen.

Catechismus. Ook de Christus is. De ambtsnaam. Omdat Hij van God de Vader verordineerd is. Die gezalfd is als de hoogste Profeet en Leraar. Die mij met de enige offerande verlost heeft. Mij bij de verworven verlossing beschut en bewaard. Gezalfd is voor jou.

Met een hart dat heen en weer geslingerd wordt en tot je komt in het gewaad van Zijn Woord. Ik kan U niet voorbij laten gaan. Jezus volgen is

Ik zie er vaak niet zoveel van. Heb je daar geen last van, ik wel. Zo maar weer in de storm terechtkomt. U hebt U zo vaak in mijn leven geopenbaard, ik klem mij aan U vast. Zo schrijft Johannes over de inhoud van het geloof. Maar dat niet alleen. De vrucht.

2. De vrucht van dit geloof

Het leven. Daar moet ik meer over zeggen. Mensen die niet geloven hebben toch ook een leven? Gaan soms fluitend door het leven. Ene succeservaring na andere succeservaring. Of van ene fijne familiemoment op het andere fijne familiemoment. Echte leven schrijft Johannes over. Weekend na weekend. Feest na feest.

Wat is het voor jou, het echte leven? Dat we al die dingen die in je gedachten opkomen, wat is het echte leven? Dingen waar je van geniet op aarde. Kun je daarmee sterven? Dat kan het niet zijn. Ik vond het mooi wat in de kanttekening staat. Namelijk het eeuwige leven. Wat hier begint. Het andere mag het naam leven niet eens dragen.

Waar denkt u aan bij eeuwig leven? Eindeloos. Kwantiteit ervan. Dat is waar. Maar het ziet allereerst op de kwaliteit van leven. Wordt in onze samenleving zomaar gevraagd. Ernstig leven, gehandicapt, heeft dat wel kwaliteit van leven? Alsof dat aan ons. Hoe goddeloos is dat.

Johannes 17 vers 3: ‘En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den enigen waarachtigen God, en Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt’. Kwaliteit van leven. Voor Hem en door Hem. Vervuld door Hem. Zegt u Hem na. Misschien aarzelend en tastend. Had ik er maar meer van. De enige waarachtige God en Jezus Christus.

Tweede uitroepteken. Hetwelk hier begint. Belangrijk om vast te stellen. Niet toekomstmuziek. Kerk wordt dat weleens verweten. Als het hier moeilijk is, straks komt het. Leven begint hier. Van dood levend, wedergeboorte. Ogen op gaat slaan.

Daar weet u misschien wel veel van. Door kuren heen. Andere mensen dachten waar gaat die doorheen. Hem hield ik vast. Hem kennen, dat hier begint. En namaals, derde uitroepteken, volkomen zal zijn. Namaals. Christen altijd een pelgrim. Begint hier maar strekt zich uit tot in de hemel.  Namaals realiteit zou zijn. Nee namaals volkomen zal zijn. Ik ben er weleens bang dat we hier weinig van hebben.

Zou het daardoor komen dat er vele van Zijn kinderen verwachten dat het hier al volkomen is. Steeds weer tegen uzelf aanloopt. Kringetje rondloopt en daardoor naar beneden gaat. Het is hier ten dele. Allerbeste werken zijn hier met zonden bevlekt.

Petrus. U weet alle dingen. Wat er op de bodem van mijn hart. We luisteren nog een keer naar Johannes. Opdat u gelovende in Hem het leven hebt in Zijn Naam. Ook een ernstige kant aan. Je kunt ook niet geloven. Ik zit hier, hoop dat het niet te lang duurt. Straks de Tweede Paasdag. Ga ik dit doen, dat kun je trouwens op allerlei manieren invullen.

Engelstalige predikant waar hij ooit zei over de eeuwige dood: ‘always dying but never dead’. Altijd stervende zijn maar nooit dood. Steeds dieper wegzinken in de Godverlatenheid. En dan te beseffen dat het leven binnen handbereik was. Als je doorgaat zonder Hem. Ik zeg dat niet om bang te maken, dat kan ik ook helemaal niet. Paulus: wij dan wetende de schrik des Heeren bewegen de mensen tot de zaligheid. Moede kom ik arm en naakt, tot de God de zalig maakt.

U denkt het echte leven hebben, maar het gaat niet, probeert het te camoufleren. Zelfs u geliefden moeten u in het dal van de schaduw los moeten laten. Een die u kan vasthouden en dat is Hij.

Geloof in Hem. Dat kan ik niet. Toch zeg ik het. Paulus zegt ontwaak gij die slaapt. Kan toch niet een dode. Dan is het een wonder dat Hij geeft wat Hij beveelt. Daar eindig ik mee: in Zijn naam.

Waar wil je het leven hebben? Hier. Dat ik het voel. In mijn tranen. Maar de gelovigen hebben het leven in Zijn Naam. Wat een les als de week van voorbereiding weer aanbreekt. Zo vaak gehoord. Scharrelt u iets bij elkaar als die Farizeeër. Ik dank U dat ik niet ben als die Tollenaar. Dan gaat u leeg naar huis ook al zat u aan het Avondmaal.

Leven ligt vast in Hem. Kan niemand bij. De binnenpraters niet bij. Niemand uit Zijn hand rukken. Je vindt altijd de dood in je zelf, mooier wordt het niet. ‘O Jezus hoe zoet en vertrouwd klinkt mij Uw Naam in de oren, als ik van alles scheiden moet, gaat nog die Naam mij voor.’

Amen.

 

Tweede Paasdag 1 april 2024 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten, Holland – ds. D.J. Diepenbroek – Schriftlezing Johannes 20 vers 24-31