De apostel Paulus wordt gedrongen door de liefde van Christus. Dat is wat hem ten diepste drijft om dezelfde dingen te schrijven. Het is hem niet verdrietig. En het is de garantie voor de gemeente. De waarschuwing tegen de dwaalleraars klinkt. Die beweerden dat alleen Christus niet voldoende was. Maar dat de besnijdenis nog nodig was. Deze dwaallering is springlevend: om niet op Christus te vertrouwen en in Hem te geloven als volkomen Zaligmaker maar eigen werken toe te willen voegen. Het blijft een zwoegen en de kramp blijft. Maar wie opziende op de Heere Jezus Christus Hem in de armen valt, zal bij Hem rust vinden. Om het Luther na te zeggen: ik heb elke dag het Evangelie nodig want anders vergeet ik het. 

Filippenzen 1 vers 3b: ‘Dezelfde dingen aan u te schrijven, is mij niet verdrietig, en het is u zeker‘.

Gemeente, hier en thuis, het thema van de preek is: dezelfde dingen verkondigen.

Dezelfde dingen verkondigen
1. Mijn missie;
2. Uw garantie.

1. Mijn missie

Gemeente, jongens en meisjes, dezelfde dingen verkondigen. Dat klinkt niet echt aantrekkelijk. Dezelfde dingen. Dat heeft iets in zich van saai. Van eentonig. Van meer van hetzelfde. Zoals u dat misschien op uw werk weleens meemaakt. Van een collega die altijd weer meent om datzelfde punt te moeten maken. Je hoort hem soms aan zijn zin beginnen en kunt hem in gedachten afmaken. Altijd hetzelfde.

Of in de opvoeding. Een van de kinderen. Altijd dezelfde discussie over dat onderwerp. En dat gevoel hebben: daar gaan we weer. Laten we eerlijk zijn. Dat gevoel kan er ook zijn in de kerk. Je hebt het misschien wel diep van binnen. Misschien wel sterker geworden in het afgelopen jaar. Het is altijd hetzelfde. Als het over de vorm gaat, altijd maar weer de psalmen zingen, gebeden, Schriften, de verkondiging. Altijd weer dezelfde inhoud.

Als we denken aan de lijdenstijd waarin wij ons in bevinden in het kerkelijk jaar. Ja natuurlijk ik weet het wel maar van binnen knagen: altijd weer hetzelfde. Altijd weer gehoord. Maar een stapje verder: ik weet het wel.

Paulus die de Atheners ontmoette. Die waren uit op wat nieuws. Wat nieuws te horen of om wat nieuws te vertellen. En zulke Atheners misschien ook in Putten wel. Die wat nieuws willen horen. Dan valt het misschien wel tegen dat ik mijn dienstwerk hier in de gemeente begin net als Paulus. Ik zal wat schrijven in de kerkbode maar vooral spreken. Dan valt u misschien tegen.

Wat is het dan belangrijk om niet op de klank af te luisteren op de woorden van de preek. Wat bedoelt Paulus met dezelfde dingen? Er zijn er die terugkijken naar het eerste stukje van vers 1. Verblijd u in de Heere. Die zeggen Paulus wordt er niet moe van om het steeds weer de Filippenzen op het hart te drukken. Verblijd ulieden ook mij.

Dan moeten we het antwoord zoeken in terug te kijken. Maar er zijn er ook die vooruitkijken naar wat verder komt in vers 2. Ziet op de honden, ziet op de besnijdenis. Die in Christus Jezus roemen en niet in het vlees betrouwen. Die wijzen erop dat Paulus dat de Filippenzen voortdurend waarschuwt voor de dwaalleraars. Het is mij niet verdrietig en het is u zeker.

Wat is het dan? Moeten we nu terugkijken naar het begin van vers 1 of verder in hoofdstuk 3? Dan kijk ik even naar het woordje ‘zeker’. Het kan ook vertaald worden met veiligheid. Die dwaalleraars die hun geestelijk welzijn bedreigen. Op wat Paulus in dit hoofdstuk uitwerkt. Dezelfde dingen. We laten het naar ons toekomen. Hij houdt niet op en hij doet het ook nog niet eens met tegenzin.

Hij doet dat niet omdat het moet. Nee, het is hem niet verdrietig. Het is voor hem niet pijnlijk, niet vervelend om dat keer op keer te doen. Dan kan het voor u misschien nog meer gaan schuren. Dezelfde dingen te schrijven, dezelfde waarschuwingen, daar elke keer op wijzen. Dat is mij niet verdrietig, en u zeker. Als het ging om een voortdurende aansporing om verblijd te zijn in de Heere, dat wil ik nog wel regelmatig horen.

Een positieve preek. Maar nu steeds gewaarschuwd worden. Altijd maar waarschuwen. En dat niet met tegenzin. Als dat de stijl van de nieuwe predikant is, ja maak die zin eens af. Voordat we met ons oordeel klaarstaan, moeten we de boodschap van Paulus in de tekst nog verder uitwerken. Wie zijn die dwaalleraars en waarom Paulus het niet moe wordt om tegen hen te waarschuwen.

Die honden en dwaalleraars. Die hem als een schaduw volgen. Waar Paulus vertrekt valt die schaduw van de dwaalleraars over hen heen. U voelt het misschien al als u kijkt naar versnijding en besnijdenis. Ja, het waren Joden maar niet uit de synagoge. Maar Joden die zeggen er moet nog iets bij. Christus alleen niet genoeg. De Joden uit de synagoge zijn niet missionair.

Nee, het gaat om Joodse christenen die tegelijkertijd nog vastzitten aan de besnijdenis. Maar niet voor zichzelf. Maar ze hebben het apostelconvent niet begrepen uit Handelingen 15. Ze bestrijden Paulus te vuur en te zwaard. Je moet besneden worden, anders ben je geen goede christen. Het geloof in Christus is niet genoeg. Daar moet nog iets bij.

We zouden kunnen denken aan die felle woorden van Paulus uit Galaten. Wie heeft u betoverd. Het gevaar dreigt, hier nog niet doorgedrongen. Het gevaar houdt niet op en hij weet dat het kan gebeuren omdat het op zoveel andere plaatsen al is gebeurd. Daarom waarschuwt hij. Het is niet alleen de strijd tegen de dwaalleraars. Maar er zit iets achter, iets onder, en dat is zijn liefde voor de Heere Jezus Christus.

We zien het ook in hoofdstuk 3. Het is geen kille, rationele aanval op de dwaalleraars waarin hij het niet eens is met hun theologie. Nee, dan volgt een persoonlijk hoofdstuk. Wat zien we dan als hij zich in het hart laat kijken? Zijn brandende liefde voor de Heere Jezus Christus. Daarom wordt hij niet moe. Dat Jezus Christus genoeg is. Zoals hij het in zijn eigen leven ook ontdekt heeft. Met al zijn vijandschap aan de voeten van Hem, van zijn paard af, de Heere Jezus terechtkomt.

Dat er van hem niets bij hoeft. Daarom is hij zo scherp. Om aan te wijzen wie het wel is. Jezus alleen Zijn gerechtigheid is. Dat Evangelie van Jezus plus, in dat geval is het dan de besnijdenis. Dat laat ze daar leeg in Filippi. Dan maakt ze zo onveilig, zo onzeker. Paulus is geen zure apostel die zijn vinger erbij legt wat het niet is.

We zijn het zo tegengekomen in hoofdstuk 3 dat verlangen van de apostel. Hij die de grootste van de zondaars is. Dat doet hem geen pijn, dat maakt hem niet verdrietig. Om dat te verkondigen met de aandrang van zijn hart. Jezus alleen. Zijn borgwerk, Zijn gerechtigheid, Zijn missie. Dan verander ik een letter: mijn missie. Daarvoor heeft de Heere mij naar u gestuurd. Om Hem in het middelpunt te plaatsen.

Niemand anders te weten dan Jezus Christus en die gekruisigd. Paulus weet hoe armzalig het Evangelie plus iets dat er bij moet is. Hij houdt niet op daartegen te waarschuwen. Hij houdt niet op om Hem in het middelpunt te plaatsen. Volkomen Zaligmaker voor een volkomen zondaar. Paulus is aan de weet hoe leeg een godsdienstig leven zonder Christus is. Ja, wel met een heleboel godsdienst en ijver.

Hij is het aan de weet gekomen. Het kan zijn dat je zo in de kerk zit of thuis. Ben je aan de weet gekomen hoe leeg het is. Dan kun je het toch ook begrijpen hoe leeg het is. Hoe zij op dat verkeerde spoor worden gezet door de dwaalleraars. Donkere wolk. Onveilig, onvast en onzeker. Ik kan niet in de schaduw van Paulus staan en toch wil ik hem nazeggen: die dingen zijn volkomen zekerheid. Om genoeg te doen aan het recht van Zijn Vader. Waar niets bij kan of hoeft. Dat verlangen heb ik ook om in het midden van u te verkondigen. Het is mij niet verdrietig.

2. Uw garantie

Paulus laat zich niet alleen in zijn eigen hart kijken. Nee, het gaat hem om de veiligheid, om het welzijn van zijn lezers. Het geeft u vastheid, het geeft u zekerheid, het geeft u veiligheid. Paulus ziet hoe die dwaalleraars, de gemeente, de geestelijke veiligheid in gevaar brengen. Dat heeft Paulus scherp gezien in de theologie van de dwaalleraars.

Dat is Hij als er nog iets bij moet, dan is Hij Zaligmaker. Dan houdt het vuur op. Maar Paulus doet het voor de gemeente. Als ik aan Hem denk, dan denk ik aan een herder. Die houdt de honden op afstand. Dat was het woord dat Joden nog weleens gebruikten voor de heidenen. Net als de Kananese vrouw die vrouw op de kruimeltjes die voor de honden van de tafel vielen.

Die eigenlijk uit de hoogte naar zagen op hen als halve honden. Zo kaatst hij dat nu terug naar hen. Leidt in de grazige weiden van het woord. Het is u zeker. Het gaat niet om een herhalen om de tijd vol te maken. Dat is mij verlangen om met u als gemeente naar de weidegrond van het Woord te gaan. Hetzelfde onderwijs te ontvangen. Geestelijke krachtbron van het Woord. Daarin ligt vastheid, zekerheid, houvast.

Zo drijft de apostel ons het Woord in. Daarom zal ik niet ophouden om voortdurend dezelfde dingen aan u bekend te maken. Jezus plus?! Laten we dan maar eerlijk zijn, dat is nog een dwaalleraar die nog springlevend is. Het zal zeker anders zijn dan Paulus het in Filippi zag. Toch kan het zijn dat u in dat web vastzit.

Wat is het bij u, wat is het bij jou? Wat moet erbij? Ik weet wel als ik u het op de man of vrouw afvraag, dan zult u het misschien ontkennen. Dat kan en mag niet. Maar leg u hart open. Dan is het voor u misschien wel: Jezus en mijn ellendekennis. Eerst dat eerst zien of dat gevoelen. Jezus plus mijn ellendekennis. Dan is het altijd onvast en onzeker van binnen. Daarin is geen vastheid.

Die plus is een woord dat u voortjaagt. Of het is voor u Christus plus ernst. Ernstig genoeg mee bezig te zijn. Nog meer tijd erin te stoppen. Nog meer stille tijd. Maar vanuit dat web van Christus plus?! Misschien is het voor jou wel Jezus plus tot mijn geloof. Dat kan. Dat het geloof geen lege hand is. Lege bedelaarshand. Als je van je geloof iets moet maken. Jezus plus. Dan blijft het onrustig en onzeker van binnen. Misschien herkent u het wel.

Wat kun je vast zitten aan dat web. Paulus vat het kernachtig samen: betrouwen in het vlees. Het komt allemaal uit deze wortel voort. Dat zit in ons systeem ingebakken. Dat is ons van huis uit zo meegegeven. Over dezelfde dingen gesproken. Het komt altijd weer naar binnen. Voelt u hoe bijzonder het is de dingen die vanmiddag gebeuren? Niet dat ik u midden bevestigd wordt maar dat Hij verkondigd wordt?

Dezelfde dingen weer bekend te maken. Dat offer van de Heere Jezus Christus waar niets bij kan. Dat offer van de Heere Jezus waar niets bij hoeft. Wat buigt Hij Zich laag over u neer. Ik, en niet met iets erbij, ben uw heil alleen. Als ik dat nu ben, hier of thuis, als je je herkent in die plus. Gewaad van Zijn Woord komt op dit plek. Hier, thuis, op de bank, aan de keukentafel. Dan laat Hij het met alle ernst en liefde verkondigen.

Wat daalt Hij laag af. Als Mijn Vader genoeg had aan dit offer, wat zou er dan volgens u of jou nog bij moeten? Wat een geduld van de Heere dat Hij dezelfde dingen weer naar u toekomt. Wat is Zijn geduld taai maar niet oneindig. Dat moet ik erbij zeggen. Hoe ontsnap ik aan dat web, aan het betrouwen op het vlees? Als je merkt hoe die dwaalleraar je in zijn greep kan hebben. Daar kun je je niet uit bevrijden. Wat zou dat een armzalig evangelie zou dat zijn. Als ik naar Putten gekomen om u te zeggen: vecht u maar vrij. Denk aan een vlieg die gevangen zit in een spinnenweb.

Christus heeft Zijn offer gebracht. En niet op hoop van zegen zoals wij dat nog weleens zeggen. Hij zal Zaad zien, daar staat Hij Zelf voor in. Daar is de zon het bewijs van. Het licht straalt. Hij heeft Zich vrijwillig gebonden, we moeten altijd voorzichtig zijn met de Heilige Geest te verbinden. Maar Hij heeft Zichzelf verbonden. Dezelfde dingen. Jezus Christus en die gekruisigd. Waar Paulus zo tegen gestreden heeft.

Hij die hem te sterk geworden is. Hij doet het door de verkondiging van dezelfde dingen. Dan doe je dezelfde ontdekking als Paulus: alles van mijzelf schade en drek achten. En tegelijkertijd zo vol zijn van de uitnemendheid van Christus. Niet meer na kunt laten op Hem te betrouwen en niet meer op het vlees. Dan haal je je hart op aan dezelfde dingen.

Ik ga afronden. Het is wel een gevaar in het geestelijk leven dat je dezelfde dingen waar Paulus het over heeft en niet moe van wordt de Filippenzen op het hart te drukken, dat je die dingen gaat ontgroeien. Altijd maar diezelfde dingen. Moet het dan niet meer over heiliging gaan en christen-zijn in het dagelijks leven. Aan de ene kant is dat zo, zeker. Het is on-Bijbels om te zeggen als ik christen ben, dan ben ik er. Dan begint het. Die heiliging. Maar nooit om die dingen te ontgroeien. Want dan kan het maar zo iets worden waar Paulus voor waarschuwt tegen die dwaalleraars. Jezus plus. Ook als je leeft voor de Heere. Jezus plus mijn heiliging, hoe ik voor hem leef.

Voelt u hoe subtiel het ligt? Het is altijd weer die arme zondaar voor een rijke Christus. Dat ontgroei ik nooit, dat went nooit. Als het Jezus is die mijn heiligheid is, dan gaat Hij het je leren als je ertegen aan loopt. Die oude mens. Een zonde die je voor je gevoel al heel lang had overwonnen. Als je weer struikelt. Maar dat Hij je opraapt. Weer in de handen van de Heere Jezus. Weer ontdekt dat er van mij niets bij hoeft.

In de voorbereiding van deze preek te midden van het openen van de verhuisdozen bleef er niet zoveel tijd over voor het lezen van de krant. Ik zeg maar wat er afgelopen week gebeurde. Ik sloeg afgelopen week de bijlage van het Reformatorisch Dagblad open, niet dat ik een advertentie van die krant ben of reclame maak, maar mijn oog viel op een zinnetje.

Een zinnetje van Luther: ik moet het Evangelie elke dag horen want ik vergeet het elke dag. Dat is precies wat Paulus bedoelt. Je hart ophalen. Zelf struikel ik. Jezus alleen. Dan zeg ik het Luther na: dat moet je elke dag horen. Dat vergeet ik elke dag. Om met alles wat me aanklaagt dan weer opnieuw bij Hem weg te schuilen. Schuilen in Hem, achter Zijn bloed. Dan bloeit het op. Dat is u zeker. Daarin ligt de zekerheid.

O wat is het onrustig met een evangelie van Jezus met iets anders. Dan blijf je maar zwoegen. Maar als je Hem in de armen valt. Dan valt de kramp weg. Het is u zeker. In Zijn hoede, achter Zijn bloed. Dan bloeit ook de blijdschap op in Hem. Met het verlangen om voor Hem te leven. Dan zingen ze in Hem verblijd, van ’s Heeren wegen. Amen.

 

Zondag 28 februari 2021 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – ds. D.J. Diepenbroek – Schriftlezing Filippenzen 3 – intrededienst