Nadat de Heere Jezus de duivelen uitgedreven heeft uit de bezetene te Gardara, heeft de man het verlangen bij de Heere Jezus te blijven. Het is zijn gebed maar ogenschijnlijk wordt het niet verhoord: de Heere Jezus zendt hem terug. Om daar het Evangelie te verkondigen. Toch is het gebed wel verhoord: de Heere is altijd met de Zijnen.

Markus 5 vers 18-19: ‘[18] En als Hij in het schip ging, bad Hem degene, die bezeten was geweest, dat hij met Hem mocht zijn. [19] Doch Jezus liet hem dat niet toe, maar zeide tot hem: Ga heen naar uw huis tot de uwen, en boodschap hun, wat grote dingen u de Heere gedaan heeft, en hoe Hij Zich uwer ontfermd heeft‘.

Een gebed om bij Jezus te blijven

Altijd bij Hem? Verlangen jullie daarnaar? Heere, ik zou het liefste altijd bij U zijn. Elke dag Zijn stem horen, Zijn wonderen zien, elke dag die de Heere liefhebben. Dat is heerlijk. Willen jullie dat ook allemaal? De Heere weet precies wie Hem liefheeft, en wie Hem niet liefheeft. Wie Hem nog niet liefheeft is een vervloeking. Maar het kan nog.

Deze man in Gardara. Wie is de meest goddeloze? Dan zouden ze deze man genoemd hebben. Maar wat is het erg naar anderen te wijzen. Als u veranderd, wordt veranderd in de vernieuwing uws gemoeds.

Een gebed om bij Jezus te blijven
1. De aanleiding tot dat gebed;
2. Het verlangen in dat gebed;
3. De verhoring van dat gebed.

1. De aanleiding tot dat gebed

Gemeente, hebben jullie er ook weleens moeite dat je gebed niet verhoord wordt? In mijn eerste gemeente kwam een jongeman tot bekering, midden uit de wereld gegrepen, ik was eens samen met hem en een oude man die twee keer in de keer kwam. Die was kwaad: hele leven om gebeden en hij krijgt het zomaar. Dacht je dat het waar was? Als het goed is weten jullie wel beter.

Bidt en u zal gegeven worden. Klopt en u zal opengedaan. U die boos zijt al weet goede gaven uw kinderen te geven, hoeveel te meer de hemelse vader. Weet u wat bidden is? Niet woorden opzeggen. Maar bidden met onuitsprekelijke zuchtingen. Uit genade altijd. Dan zult u het ontvangen.

Denk dit mannetje maar weg. Wie staat in het gewaad van Zijn Woord voor u? Namens wie gezanten van Christuswege. Dien Die geen zonden gekend heeft, heeft Hij tot zonde gemaakt. Er is in deze wereld toch niets te vergelijken met de schoonste van alle mensen.

Ook van deze kansel, ds. Veenendaal, dierbare vriend, en na hem vele anderen. Wat hebt u met Jezus gedaan? Moet die weg? Wat is Hij lastig. Die zwijnen dat is hun levensonderhoud. Die duivelen geboden in die zwijnen te gaan. Die waren belangrijker dan de vergeving van hun zonden. Wat is bij ons het belangrijkste?

Jezus staat vlak voor hen. Wonder van verlossing gedaan waar niemand op had kunnen hopen. Een machtswoord. Dat was toen en dat is nu. Geloof je dat? Dat je onbekeerd, rampzalig, deze kerk kan binnengaan en gelukzalig de kerk uit kunt gaan. Dat geeft de kerkgang zo’n gewicht.

David: ik verlang bij Hem te leven. Waar Hij woont. Voorsmaken van de eeuwigheid worden gesmaakt. Dat is die man, maar dat is niet bij de Gardarenen. Het is niet en/en maar of/of. We zijn niet zo bruut als die Garderenen of toch wel? Mijn ziel bezwijkt van sterk verlangen. Ja maar dominee heb je dat dan altijd? Nee, was dat maar waar. Dan zou de kerk er anders uitzien. Er de glans van de Heere Jezus opliggen.

Die Gardarenen begrijpen er niets van. De Enige die hen voor eeuwig kan redden. Ze bidden dat Hij weggaat. Zou de Heere dit gebed verhoord hebben? Ik zet er nog even een vraagteken achter. Hij doet niet met ons naar onze zonden. Hij gaat Zijn eigen soevereine gang. Zijn kerk wordt vol. Als Hij terugkomt dan is de kerk volmaakt.

Deze man was bezeten. Macht van de satan, daar denken we veel te gering over. Daar in Rusland zit een mannetje te genieten van de macht. Zou hij het doen of niet. Denk dat hij de wereld beheerst. Als hij vanavond zijn laatste adem zou uitblazen, dan staat hij voor de rechterstoel van hemel en aarde. Maar de satan heeft ons allemaal in zijn macht.

Waar denk je aan, heb je de afgelopen week veel over gedacht? Franse filosoof: Ik ben, zoals ik denk. Daar zit wat in. We zijn veel te druk met ons werk, met ons wat. Moet ik altijd met Jezus bezig zijn? Moet niks. Maar als Zijn liefde in je hart is. Achter het stuur. Een kus van Uw gezegende lippen. Aan het stofzuigen. Valt een traan op de grond. Om Hem te moeten missen, ik mis mijn Liefste.

Te druk met van alles. Werk. Hobby’s. Je speeltjes. Zo gaat de genadetijd voorbij. Dat zou in de hel een woord zijn: te laat, te laat, had ik, had ik. Die macht van de boze kunnen we niet breken. Zo worden we geboren. Zal God dan geen recht doen aan de uitverkoren die dag en nacht tot Hem roepen. De wereld is helemaal gek van sport. Blijven er ‘s nachts voor op. Misschien wij ook wel. We doen ons soms beter voor dan we zijn.

Na de storm op zee is de Heere Jezus daar. Er is geen kerkdienst toevallig. Daar vindt de ontmoeting met de Heere Jezus plaats. Dat mag je ook in de bank nu smeken. Laat dat woord nou eens diep ingaan in de ziel. Heel de wereld gaat heen naar die grote oordeelsdag.

Als we hier maar zachtjes hebben gebeden, niet met de woorden maar met daden. Het is alles of niks. Maar Christus Jezus leeft in mij. Jezus zocht hen op. Dat is het grootste wonder dat de Heere Jezus naar mij heeft omgezien. Zalig worden is het grootste wonder.

Predikant uit jullie kerkverband horen zeggen op een kerkhof. Als het nog nooit een wonder is geweest, dan is het nog nooit waar geweest. Dat is waar. Kennen en kennen is verschillend. Harten samensmelten. Een zijn. Ware eenheid. Ik in hen. Die eenheid kan nooit stuk. Hier het heimwee, dan eeuwig bij Hem. Kan nooit meer weg.

De Heere is nog dezelfde. Bij deze man. Daarom hoeft niemand te wanhopen. Wat een verdorven schepsel je bent. Maar de duivel laat je het niet zien. Je bent in de kerk, houdt het redelijk netjes. Jij wordt wel zalig. Maar het is niet waar. Ik moet weten hoe groot mijn zonde en ellende is.

Het is wel waar dat je een gevoel van hopeloosheid hebt als je ontdekt wordt. Toen ik zeventien was. Heel de wereld kon zalig worden, maar ik niet, die het vatte die vatte het. Wanhoop aan jezelf, maar wanhoop nooit aan de Heere Jezus. Het zal altijd meevallen gemeente. De Heere verlost deze man. Deze man wil met de Heere mee. Willen jullie dat ook? Die verlossing.

Of je de Heere dient. Overal maakt die mensen stuk met godsdienst. Of het Oud-gereformeerd is, of Christelijke gereformeerde kerk. Maar of je van Christus bent dat wil de duivel niet. Maar je moet weten waarvan je verlost bent. Gezegende Zaligmaker aan je ziel geopenbaard wordt. Door het geloof een zalige beleving mag worden.

Deze man verlost met hoofd en hart. Ik hoop dat u allemaal kent met u hoofd en hart, Zondag 1. Van de heerschappij van de duivel verlost. Ik was een jaar een zestien. Ouderling op huisbezoek vroeg en ik was boos van binnen. En Dick, welke koning dien jij? En ik liep weg. Welke koning dien jij, hier, thuis?

Voor deze man was Hij de enige geworden. Niets is er waar ik buiten U in kan rusten. De levende kerk hoor je zingen. Door eenzelfde liefde getrokken, door een Geest geleid wordt. Welke kleur ook. Afrika, of Zuid Amerika. Om altijd bij de Heere te zijn en nooit meer te zondigen.

Je gaat van koning veranderen. Je doop verandert dat niet, hoe belangrijk de doop maar is. Er zijn er velen die menen dat als je gedoopt bent, een kind van God bent. Ik heb de vaak gesproken en gewaarschuwd. We moeten wederom geboren worden. Verlost worden. Deze man weet van verlossing. Van de banden van de dood, hel. Hij weet zich een met de Heere.

De Enige voor hem is die beantwoordt aan zijn doel. Verstaat u het? Zijn bruid. Verlost van de duivel, van zijn zonden en schuld. Om God straks eeuwig te beminnen en te bedoelen. Wat ben je eeuwig gelukkig als dat in uw en jouw leven waarheid mag zijn. Met heel de kerk een in verlangen.

2. Het verlangen in dat gebed

Hoe kan dat nu echt? Dicht bij de Heere Jezus zijn en blijven. De Heiland zegt Zelf: blijft in Mij. Zonder Mij kunt u niets doen. Wijnstok zonder de rank. Dichtbij Hem blijven is inderdaad heel veel aan Hem delen. Er werd eens een catechisant een beetje boos op mij. Dat we altijd moeten bidden, bidden zonder ophouden. We kunnen toch niet altijd bidden.

Ja altijd, heel de dag. Snap je het nou? Heere, mag ik dichtbij U blijven in mijn gedachten en gevoelens. Ook de liefde kan verkouden, kind van God kan verachteren. Vanmorgen op Urk gepreekt. Een broeder zei vanmorgen dat het weer verlevendigd werd. Die eerste liefde. Kan hè, dat het weer bevestigd wordt.

Misschien broeders op huisbezoek. Dat wij dicht bij Hem mogen leven. Die Hem liefheeft bewaart Mijn geboden. Veel geestelijke duisternis komt door een slordig leven. Niet doen. Blijft in Mij. Het is heel zijn verlangen, heel zijn hart. Heere, mag ik met u meegaan, hoef ik nooit meer weg. Maar de Heere zeg: jij moet hier blijven. Dat is een teleurstelling.

Ik weet niet of u dat ook fijn vindt, om met Gods kinderen te spreken. Hoort wat de Heere mij deed ondervinden. Dat is aangenaam. Maar is het ook vruchtbaar? Ook Zijn kinderen lief. Dat is nooit te scheiden. De Heere vraagt niet waar wij het meest naar onze zin hebben, maar waar wij het meest nuttig zijn. Er is veel te doen. Het lijkt erop, maar ik zet er ook een vraagteken achter, ga heen naar uw huis. Naar die mensen die liever de zwijnen liever hebben dan Mij. Die mensen hebben redding nodig.

Dus gemeente, ik haal een vraagteken weg. Dat gebed van de Gardarenen is dat verhoord? Die man gaat, waar Jezus afstak over het water, naar de andere kant, naar huis. Boodschap hen wat grote dingen de Heere u gedaan heeft. Verkondig het hen, evangeliseer het hen kan het ook mee worden vertaald. Ga heen naar uw huisgezin. Misschien vrouw had, kan omdat er staat huisgezin. De grote dingen die de Heere u gedaan heeft.

Gaat naar huis. Laten we aannemen dat hij kinderen had. Die man in het midden van zijn huisgezin. Is dat mijn man, onze huisvader. Mond valt open. Jullie weten allemaal hoe de Heere mij heeft verlost van de macht van de satan. Ouders, vaders, moeders, wat horen jullie kinderen uit uw mond? Kinderen, wat horen jullie van jullie ouders.

Het is er gemeente. Kinderen van God, je zit vaak op gezelschap, mag hoor maar hoe is het in je huisgezin. Het is heel mooi gemeente, als mensen dominee, zendeling moeten worden. Kwam een jonge man vertellen bij de dominee dat hij een roeping had. Ik zeg niets van de roeping, dat is het mooiste wat er is. Iemand roeping om zendeling te worden. Hier zitten twee heidenen, ga ons het Evangelie verkondigen. Het is mooi als iemand een roeping heeft voor zending in Afrika, Zuid Amerika, maar ben je dichtbij al begonnen? Dat is de opdracht van de Heere Jezus. Beginnende van Jeruzalem. Vaders, moeders, verkondigers van die zeer blijde boodschap. Als dat ontbreekt, dan is er een vorm van godsdienst, je mag dit niet, dat niet. Zeker een nauw leven is nodig. Maar het gaat om het echte.

Mama, waarom huilt u? Ach mijn zonden. Papa zo blij. Wordt in het gebed aan tafel gemerkt. De Heere is zo goed. Zegt iemand: ik ben niet zo’n prater. Dat kan de Heere voor zorgen. Dat anders zelfs de stenen gaan spreken. Als ze gedronken hebben van het water des levens, dan het water uit de fontein springende tot in het eeuwige leven.

Het is puur Gods werk. Van de dood overgegaan in het leven. En hoe Hij zich over u ontfermd heeft. Hij moet gaan getuigen van die grote dingen. Maar ook van die ontferming Gods. Dat heeft te maken met de innerlijke barmhartigheden van God, die ingewanden van God die rammelen van barmhartigheid. Nooit over uitgesproken raken. Het is puur ontferming, 100% van God Drie-enig. Zo is het en zo blijft het. Uit Hem, tot Hem, Hem zij de lof tot in eeuwigheid.

De man begon te beantwoorden. Begon bij Dekápolis. Hele landstreek door gegaan. Ze zijn zich gaan verwonderen. Ik twijfel er niet aan, was hij dominee, nee helemaal niet. Ambt aller gelovigen. Koninkrijk, priesterlijk, profetisch. Gaan jullie zo ook uit? Die grote dingen God gedaan heeft.

William Huntington. Kolensjouwer. Rijtuig. Met gouden letters. Sinner saved. Zondaar gered. Heel Londen mag weten hoe goed God is. William Booth, stichter van het leger des heils. In lang niet alles van het Leger des heils kan ik mij vinden. Maar van deze Booth die zei: ‘Ik ben gered om te redden’. Je kijkt met de ogen van Jezus. Zo groeit de kerk. Verspreidt ze haar licht en wordt ze vol.

In deze man nog twee dingen. Niet tegenstribbelde. Verlangen van het hart om altijd met de Heere te zijn. Op zich was dit een mooi verlangen. Toen de Heere zei je moet naar deze mensen. Volgen zonder vragen, Vader wat U doet is. Achter U aan, kruisdragen, zelf verloochenen.

3. De verhoring van dat gebed

Nu haal ik die vraagteken weg. Verlangen bij de Heere te mogen blijven. Toen begreep hij het nog niet. Maar toen te midden van het volk, toen heeft hij het begrepen: de Heere was met hem. In Hem, bij Hem. We zijn geen helden, mensen die het overal maar even zeggen. Kracht wordt in zwakheid volbracht. Ik zal niet vrezen, wat zal een nietig mens mij doen. Als de Heere bij je is, dan blijft Hij ben je. Dan helpt Hij je door alle nood heen. Ik zal je niet begeven en niet verlaten. Die korte termijn dat deze man op aarde is, betekent helemaal niets bij de eeuwigheid. Altijd bij de Heere zijn. Die houdt nooit op, dit is eeuwig.

Als we dicht bij de Heere zijn, dan deze wens: ik hoop het vast te houden. Maar u kunt het niet, maar Hij houdt het vast. Nog maar een drubbel van de oceaan van Zijn eeuwige liefde. Paulus: bij de Heere te zijn is zeer verre het beste. ‘Hoe zacht zien wij de vromen, Den dood hier zonder schroomen, Blijmoedig tegengaan! Waar al de vreugd van ’t leven, Den zondaar moet begeven, Daar vangt de vreugd des Christens aan’.

Amen.

 

Zondag 20 februari 2022 – Beth-el Christelijke Gereformeerde Kerk Katwijk – ds. D.J. Budding – Schriftlezing Markus 5 vers 1-20