Ds. D. Heemskerk
Hervormde kerk, Reeuwijk (Stichting Rehoboth)
17 augustus 2017; 19:45
Tekst: Handelingen 12 vers 5
“Petrus dan werd in de gevangenis bewaard; maar van de Gemeente werd een gedurig gebed tot God voor hem gedaan.”
Bevrijding/verlossing van Petrus
-
Onderwerping voor de verlossing
-
Worsteling om de verlossing
-
Verwondering over de verlossing
-
Aanvaarding van de verlossing
De geschiedenis spreekt over het losbreken van vijandschap tegen evangelie, wat sterk toenam. Jacobus gedood en Petrus gevangen gezet. Johannes de Doper onthoofd. Oordeel zou ook over Petrus voltrokken worden. Geweldige slag. Onbegrijpelijke weg voor de gemeente. Aanslag op voorname apostelen.
Petrus wordt goed bewaakt. 16 soldaten, houden goed de wacht. Petrus al eerder in de gevangenis geweest. Maatregelen verscherpt. Geketend aan twee soldaten. Menselijkerwijs gesproken onmogelijke zaak.
Vinden we de apostel in de avond en nacht voor terechtstelling. Dood wacht, naar menselijke berekening. Majesteit van de dood wacht. Al eerder mee geconfronteerd. Dienstmeisje en de verloochening. U kent de geschiedenis. Steunde op eigen kracht op dat moment. Had grote gedachten van zichzelf. In leven Gods kinderen: omgekeerd, kleine gedachten van onszelf en alles van Hem. Dood schrijven op alles van onszelf.
We zouden verwachten nu, doodsvonnis bijna, een benauwde en kermende apostel? Zelfs niet bidden! Een slapende apostel! Ik lag en sliep van ’s Heeren trouw bewust. Onderwerping aan de raad en wil Gods geeft rust.
Er staan onderscheiden vormen van slaap in de schrift. Natuurlijke mens: geen begrip nood en zonde, geen besef van naderende dood en gewicht eeuwigheid. Zulk een slaap spreekt de schrift ook van. Koud en ongevoelig. Ontwaakt gij die slaapt!
Er is ook de valse gerustheid van de nabijkomende. Dwaze maagden. Ziende op lamp, gezelschap, toekomst. Maar wat een ontzaggelijke vergissing. Toepassing aan het hart niet gekend.
Kind van God kan ook in slaap raken. Jona: opdracht krijgt, toch in slaap raakt. Zelfs stormwind niet wakker maakt.
Kan ook gezegende slaap zijn. Jacob, Bethel. Op de vlucht. Zegen geschonken. Kreeg krachten en bevestiging.
Hier ook gezegende slaap. Rust. Overgave. Hij geeft het Zijn beminden als in de slaap. Overgave geeft rust. Psalm 4: in vrede neerliggen en slapen. Hetzij dat wij leven en sterven, wij zijn des Heeren.
Laatste nacht leven: en zie, hij slaapt. Wat zouden wij doen? Onze dood is aanstaande. We worden geroepen voor rechter van hemel en aarde. In overgave en gezegende rust? Wetenschap enige troost? Hoeveel mensen zo hard en koud. Geen rekenschap naderende dood. Verrijkt, geen gebrek. Menende in te gaan. Vrees, benauwdheid en tranen zijn niet redmiddel en grond. Catechismus heeft het daar niet over, ook niet over ontroering of ontdekking van zonde, maar: Christus der schriften. Gebracht bij Hem. Enige middel tot verlossing. Hoe gelukkig voor de nacht van de dood aanbreekt, de nacht van de zonde verstaan. Verlichting verstand, opening woord en toepassing waarheid aan ons hart. Hartelijk berouw, leedwezen. Gezondigd te hebben. In ontdekking en gestalte en ondervinding is het leven niet. Maar in Hem alleen! Enige grond tot zaligheid. Zalig worden is Gods zaak. Zijn woord, werk, geest, middelaar is. Kracht van zijn hartebloed. Dieper dan gevoel en betrouwbaarder dan tranen. Gaat niet buiten tranen en ondervinding om. Maar dat is maar even, zo weer voorbij. Grond ligt buiten ons.
Wonderlijke zaak. Benauwde Petrus? We vinden een slapende. Als David een kind verliest, gaat hij op naar Gods huis. In de grootste smarten blijven onze harten in de Heer gerust. In dagen voorspoed en vooruitgang, dan zegt Job: een vreze is me overkomen. Dat het zo niet zou blijven. Tijden van diepe beproeving dat we dan vrede en overgave zou zijn maar in tijden van voorspoed vreze.
2.
Er is wel gebed. Er is nood. Vele samengekomen. Ze gedenken de gevangenen. Alsof ze medegevangenen zijn. Draagt elkanders lasten. Heere schakelt zondaren in, bindt nood op de ziel. Als Hij verlost, doet Hij dat uit loutere genade. En toch niet buiten het roepen om. Gegrond in welbehagen, offer Zoon en kracht Geest. Geeft mensen liefde in het hart. Vrede en verzoening.
Petrus kon sterven maar ze konden hem niet missen. Een van de krachtigste apostelen. Steunpilaren. Gedurig gebed. Grondwoord: vurig, ijver, onophoudelijk. Worsteling aan Gods troon.
Deugden en eigenschappen Gods: almacht, trouw. Zijn kerk en gemeente. Gaat om de waarheid. Trouw geeft licht en uitzicht. Te zien op de waarheid van Zijn woord.
Anderzijds staan ze in de samenleving en in het kerkelijk leven. Herodes, soldaten, muren: zakt de moed in de schoenen. Net als Mozes, armen gingen naar beneden. Maar vorst der duisternis is verslagen. Maar nog wel veel kracht.
Worsteling persoonlijk leven. Door woord onderwezen. Rijkdom en vrijmacht genade. Waarheid woord. Anderzijds schuld en zonde. Overblijvende zwakheid, dorheid, biddeloosheid. Listen macht van de vorst der duisternis. Elk ogenblik in nood. Komt nog vlees en wereld bij.
Bij Hem hulp en goedertierenheid. Hulp. Worsteling die er is. Kennen we die? Uitgang tot troon der genade? Ervaring dorheid? Biddeloosheid? Ongevoeligheid. Wonder groot zijn als we ons niet bedrogen hebben voor de eeuwigheid. Beleving zondaar zijn krijgt verdieping. Catechismus beschrijft dat. In stuk heiligmaking de zonde meer ervaren. Wil ons arme zondaren gedenken! Noodzakelijkheid borgwerk beleven. Grootste der zondaren worden, maar de zonde tot last geworden is. Onderwijs ontvangen uit het woord. Twijfel, strijd, aanvechting, worsteling.
Macht Herodes. Maar er is een koning der kerk. Hij weet van de strijd! Zo krijgen we de nodiging. Welmenende oproep. Geroepen als verlorene. Rechtvaardigen zondaren. Bloed reinigt van alle zonden. Vermoeide en belaste lieflijk lokt. Goddeloze verlate zijn weg en bekere zich! Hij vergeeft menigvuldiglijk. Geen lust in onze dood. Ziende de uitnemendheid en gewilligheid! Voorbeelden in de schrift opdat we uit hun moed zouden scheppen.
Worstelingen en heilzame wanhoop, zoals Thomas Hooker zegt. Die worsteling verstaan. Ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp.
Ziet waar deze gemeente hun hoop op gesteld had. In grote nood. Aanhoudend gebed. Gedurig. Troon der genade.
3.
Verwondering over de verlossing. De Heere gaat verlossing gebed. Op het gebed. Niet om het gebed. Ook dit gebed onvolkomen en met zonde van ongeloof besmet. Heere kan onderscheiden wegen gaan. Niet uit te denken. Stefanus gestenigd. Jacobus onthoofd. Petrus gevangen genomen, maar eruit geleid. Uw wil geschiedde.
Petrus wordt gewekt. Engel. Macht wereld stelt niets voor. Johannes de Doper en Stefanus en Jacobus: heel verschil. Niet te maken met Gods almacht, maar vrijmacht. Daarom niet: die ene weg dus en zo bij de bekering. God is vrij. Welbehagen. Moordenaar ter elfder ure. Vrijmacht en raad. Samaritaanse vrouw met geen schuldbesef, alleen maar behoefte naar aards water. Heere, geef me dat water. Wel in weg schuldontdekking.
Niet naar onze gedachten en maatstaf. Blinden leiden door weg die ze niet geweten hebben. Hij zoekt zondaren op. Zoekt ook u op. Onder alle volken. Christus moet worden voorgesteld in bediening verzoening. Niet vrijblijvend. Niet etalage, u kunt er niet bijna. Maar met bevel van bekering en geloof. Dus niet wens. Bevel: gehoorzaam of ongehoorzaam.
Van nature in macht vijand. IJzeren deur. Ketenen rammelen. We liggen nog gerust te slapen ook. Hebben het goed in de wereld. Bode die ons wakker maakt en licht ontsteekt. Banden losmaakt. Bevrijdende kracht woord. Trekt uit macht boze. Iets van verbaasdheid ervaren van Petrus. Hoe groot mijn zonden en ellenden zijn. Leven begint met vergeving. Maar de schrift: hoe groot zonden en ellenden zijn. Hoort ook bij ambt profetische bediening van Hem. Bekendmaakt met onze zonden. De duivel zal het ons niet leren. Is toch ook zijn werk! Saulus van Tarsen geroepen. Weet niet wie het is. Wie zijt Gij? Het is Christus. Het is de Zaligmaker. Zo gaat Petrus door de straten van Jeruzalem. Komt tot zichzelf. Ervaart: het is Gods werk.
4.
Aanvaarding. In de gemeente. Worstelend Sion. Kermen en zuchten. Staat Petrus aan de deur. Zaligheid afhankelijk van sterkte ons geloof, dan was het voor eeuwig verloren. Gedurig onophoudelijk gebeden en daar staat Petrus! Dat is een blijdschap.
Dienstmeisje gelooft het direct. Gemeente zegt: wat is de Heere goed! Nee! Je raast. Niet bevatten en geloven. Ongeloof heeft de overhand. Niet zalig worden om volkomenheid geloof. Maar om geloof in Hem. Al is het zwak en bestreden. In een volkomen zaligmaker.
Kent u het verhaal over die Engelse vrouw? Had een teer geloof. Een vreemdeling wilde haar wel eens ontmoeten. Klopte bij haar aan. Komt hier die vrouw met groot geloof? Nee: zwak geloof in een groot God.
Hij is de almachtige. Gelovige heeft vaak maar een zwak geloof. Maar de middelaar heeft de prijs betaald, verzoend.
Als gebed verhoord wordt, kunnen ze het niet bevatten. Niet om de worsteling zalig, maar dat brengt ons bij Hem. Hij heeft een volkomen worsteling gedaan. Catechismus: onze beste werken onvolkomen. Met zwakheid besmet. Verlossing gaat via zwak geloof. Maar Hij verlost en volvoert van Zijn raad.
Dit is ook een beeld van de verlossing. Groot wonder als zondaar de verlossing mag smaken voor allen die de Heere mogen vrezen. Daar gaan we eerst van zingen: Psalm 126 vers 2 [=tussenzang].
Hij kan en wil en zal in nood een volkomen uitkomst geven. Geschiedenis leert dat de Heere onderscheidenlijk handelt. Petrus, Jacobus, Johannes de Doper. Twaalf apostelen tot de bediening. Onderscheiden de weg. Maak in Uw woord mijn gang en treden vast. Heere gaat met ieder Zijn weg.
Hugo Binning zegt sommige mensen staan voor een boom, die zeggen: dat is de schepping. Meer niet. Zo ook in geestelijke. Alleen dit is het. Nee. Wel zelfde grondzaken leert. Maar wegen, middelen, leeftijd onderscheiden. Gaat om waarheid in het binnenste.
U al de klop gehoord? Menigmaal. Voor de meesten van ons vanaf de jeugd af. Kloppingen op de deur van ons hart. Onderwijs. Helaas zo aan gewend. Zo gewoon. Wonder als we er oog voor krijgen. Duisternis weggenomen. Diepe verlorenheid verstaan. Hartelijk berouw. Licht in woord. Afkomst, toestand, banden, onmacht. In Christus der schriften. Noodzakelijkheid, gepastheid en uitnemendheid. Almacht en gewilligheid. Losmaken, uitleiden. Hij werkt op grond offer. Door kracht Geest.
Voortdurend gebed ging op. En als het gebeurt kunnen ze het niet bevatten. Bidden om bekering en als het dan gebeurt…. Niet te bevatten! U struikelt, zondigt en dat Hij dan weer getrouw is. Wie is een God als Gij? Verwondering steeds groter omdat ontdekking steeds dieper. Totdat gebracht op plaats eeuwige verwondering.
Deze gemeente kan het niet bevatten. Het is engel! Het gebed valt weg. Wondere werk blijft over. Petrus wijst erop. Dat ze zwijgen zouden. Verhaalde hun hoe de Heere het gedaan heeft. Niet omdat ze zo hard gebeden hebben. Ze eindigen niet in het gebed. Maar in de grote eer Gods. Door U alleen! Loflied van het Lam. Ziet de grootheid Gods. Komst, licht, uitleiding, verlossing. Groter dan ze ooit gebeden en geloofd hadden. Uit Hem en door Hem en tot Hem.
Tot vertroosting. Zwak maar verwondering blijft over. Als we te kampen hebben met vorst der duisternis en zwakheid vlees. Aangevochten geloof. Maar hier eindigen in lof Gods. Komen ze van oosten, noorden, zuiden en westen. Niet vanwege grootheid geloof of gebed. Maar in de grootheid Gods. Hoop op Zijn genade. Hij bekroont Zijn week al is het een zwak geloof. Ze mogen eindigen in een volkomen Borg en Middelaar. Amen.
Geef een reactie