Het ware geloof houdt het Woord Gods voor waar en hoopt op de beloften van het evangelie. God maakt Zijn Woord waar – hoe de omstandigheden soms ook tegen lijken te zitten. Alleen Gods genade kan ons redden van het verderf.

Gemeente, Paulus spreekt over mensen die zich onttrekken aan het woord en het evangelie. Apostel maakt onderscheid. Er zijn er ook die geloven tot behoudenis. Wat is dat geloof? Dat verheerlijkt God en zaligt de ziel. Dat vinden we in Hebreeën 11 vers 1 en 2.

We letten op:

  1. Belijdenis van dit geloof
  2. Verwachting door dit geloof
  3. Verzekering in dit geloof
  4. Opwekking tot dit geloof

1.

Calvijn wijst erop dat de hoofdstuk indeling niet juist is. Vers 39, vers 1 en 2 horen bij elkaar. Komt er direct achteraan: de omschrijving van het oprecht geloof tot behoud. U en ik hebben niet alleen een lichaam. Ook een ziel. Gescheiden bij uur van de dood. Lichaam tot aarde weerkeert. Ziel weerkeert tot God. Om geoordeeld te worden naar wat we gedaan hebben.

Onderwijs wat het geloof is, is van allergrootste belang. Wat zegt de schrift? Gaat niet over historisch geloof. Dan blijft het zaak van verstand. Zonder toepassing aan het hart. En zonder levende behoefte. Ook niet het tijdgeloof. Opwinding en emotie in het gevoel. Oppervlakkig. Zonder wortel der zaak en waarheid in het hart. Als er verdrukking komt, worden we geergerd. Ook niet wondergeloof. Bij onszelf of ander wonder verlangen. Genoeg aan het wonder? Geen verootmoediging. Zoals die ene Samaritaan. Ook niet gevoelsgeloof. Zoals Thomas: als hij maar kon zien en tasten. Ook niet waangeloof zoals dwaze maagden. Verbaasd. Doe ons open! Al deze vormen van geloof daar gaat het hier niet over.

Het gaat over het waarzaligmakend geloof. Vereist grote zorgvuldigheid. Roept op tot onderzoek. Hebben we daar werkelijk deel aan? Doorgrond en beproef me! Leid me op de enige, ware weg van behoud.

Dat geloof waar het hier over gaat heeft een grond, fundament, bron. Is boven alle twijfel verheven: is het spreken Gods. Vaste grond gevonden. Waarachtige waarheid van het woord van God, door verlichting van de Geest schrift leren zien. Is het spreken van God. Woord van God is van kaft tot kaft de betrouwbare, waarachtige waarheid Gods. Niets daarin staat daarin ter discussie. Omhelzen met verlicht verstand en daaruit en daarbij leven. Onderworpen aan het woord.

Beweringen tussen mensen vragen om onderbouwing. Dan mag u vragen om een handtekening. Wij zijn bedriegelijk van aard. Hier gaat het om de belijdenis van de waarheid van God. Gelovige erkent dat. Begrijpt niet alles. Het is ten dele. Verstand is nietig en zwak om grote werken Gods te doorzien en bevatten. Er is een onvoorwaardelijke onderwerping. God is groot en wij begrijpen Hem niet! Erkennen en onderwerpen en verwonderen.

Dus als u die openbaring geheel of gedeeltelijk bestrijdt, dan is dat een bewijs van de macht van het ongeloof. God werkt diepe eerbied voor Gods woord en waarheid. U begrijpt Zijn wegen niet altijd. U hebt uw vragen en zorgen maar u aanvaart de waarheid van het spreken Gods.

Kent de gelovige geen twijfel? Ja, menigmaal. Bestreden. Aangevochten. Omstandigheden van het leven. Influisteringen van de duivel. Hoe kan het bestaan? Zo’n kruis niet op de schouders? Er zijn vragen en twijfels. Strijdperk van het leven. Toegeven aan zwakheid of omstandigheden? Dat is de oorzaak van twijfel en bestrijding. Geloof in oefening heeft als grond de waarheid van God. Daardoor versterkt worden. Het gaat om het spreken van de almachtige en de komst van de zoon. Prijs die Hij betaald heeft. Overwinning die Hij behaald heeft. Zaligheid verworven voor Zij ganse kerk. Als de Moorman onderwijs ontvangt, stelt hij de inhoud van de schrift niet ter discussie. Maar zijn onkunde! De waarheid is voor hem de waarheid. Hij heeft onderwijs en verlichting van het verstand nodig. Uw getuigenis is eeuwig zeker! Uw woord is de waarheid. Christen leert dat belijden met ganse hart en geeft de Heere de eer.

2.

Er staat: … dingen die men hoopt. Hoop is metgezel van gelovige. Geloof, hoop, liefde. We hopen dit of dat. We spreken bepaalde zaken uit. Gebruiken het woord om onzekerheid aan te geven. We hopen dit of dat te doen. Er kan iets tussen komen. Wij zijn afhankelijk van omstandigheden. Afhankelijk van gezondheid. Beperkt en zwak.

Zo wordt dit woord niet bedoeld. Hoop is geestelijke oefeningen. Van nature is mens zonder hoop. Zonder God, geen hoop hebbende. Heilige Doop formulier spreekt over geboorte van Adam, wij kunnen in rijk van God niet komen omdat we kinderen des toorns zijn. Johannes 3: noodzakelijkheid der wedergeboorte.

Wat is onze hoop en verwachting? U meent, denkt, hoopt, verwacht. Maar op welke grond? Wat ligt eraan ten grondslag? Uw werken, ijver, overtuiging, belijdenis, rechtzinnigheid, tranen, gestalten? Dat zijn ongestadige dingen. Al zijn ze nog zo aangenaam, die gestaltes, ze gaan voorbij. Tranen drogen weer op. Geen grond.

Daar wij hebben nodig een hoop die gegrond is. Een bewijs der dingen die men hoopt. Die men niet ziet. God is onze schepper. Straks ook onze rechter. Wij hebben geen penning om de schuld te betalen. Onze hopen worden ons ontnomen. Schuld een werkelijkheid? Bukken voor Zijn majesteit. Alles van onszelf schiet te kort. Onze beste werken zijn onvolkomen en met zonde bevlekt. Zelfs onze tranen moeten nog verzoend worden.

Wij moeten gegronde hoop nodig. Dat leren we niet in de wereld. Zal vorst der duisternis ons niet voorhouden. Maar woord Gods. Hij maakt het ons duidelijk. Door ontdekken de kracht van de Geest. Zodat we ontgrond worden. Als alle hoop mij gans ontviel… Handelingen 2. Wat zullen we doen? Stokbewaarder. Dichter Psalm 130: wie kan voor U bestaan? Een schuldigstellende ervaring. Als een boetvaardige leren buigen voor de grootheid Gods. Wie zijt Gij? Wat wilt Gij dat ik doen zal?

Gaat erom dat we tot de hoop gebracht worden van Zondag 7. Niet alleen stellig kennen en weten. Alles voor waarachtig houden, maar ook een vast vertrouwen hetwelk de Geest werkt. Overtuiging (hart, verstand, wil) werkt Geest in het hart. Belofte, komst Christus, offer. Dat die gerechtigheid afdoende is. Dat de deugden Gods daarin verheerlijkt zijn. Dat evangelie is de bron. Arbeid van de Zone Gods. Dat is volkomen. Het is volbracht. De Vader had een welgevallen in het offer. Dat wordt duidelijk gemaakt in het evangelie. Dat werkt de Geest door het evangelie. Door mij verstaan en omhelst mag worden. Daar de vaste grond in gevonden mag worden.

Hoop is dus gebouwd op de beloften Gods. Kijk, om dat duidelijk te maken aan de hand van de schrift: die bloedvloeiende vrouw had van Jezus gehoord. Geloof is uit het gehoor. Overtuiging in haar hart: ik zal gezond worden als ik de zoom van Zijn kleed aanraak. Zal. Hoort u het? Zal ik gezond worden. Werkt de Geest door het evangelie. Gerechtigheid, vergeving, zaligheid.

Bartimeus. Aanhoudend bidden tot de zaligmaker. Hij riep zoveel te meer. Jezus zegt: uw geloof heeft u behouden. Zacheus ging ook zo uit. Hij wilde Hem zien. Hij werd gezien door de Zaligmaker. Daarom komt u onder de woordbediening. Omdat de schrift opengaat. Omdat Christus gepredikt wordt. Om Hem te leren kennen in noodzakelijk ambt. Opdat Hij verklaard wordt aan uw hart. Levende hoop geboren in uw ziel. Dat Hij almachtig en gewillig is. Hij toont Zijn macht, genade en barmhartigheid. Die overtuiging, dat we gebracht worden bij Hem.

Dan komt de vorst der duisternis en die werpt van alles toe. Twijfel. Wereld verachtig. Maar: hoop op God, zegt de dichter. Ik zal Hem nog loven. Christenreize naar de eeuwigheid. Christen wandelt met Hopende op de weg des heils. Vermoeiend. Ze zien een bijpad. Dat lijkt makkelijker. Ze komen in de macht van reus Wanhoop. Bunyan tekent dan die twijfel en wanhoop. Had ik maar meer opgelet! Ze zoeken zich te verootmoedigen. Maar ze krijgen klappen. Ze komen niet uit het kasteel. Totdat Hopende de sleutel ontdekt: de sleutel tot het evangelie. Als we somtijds uit zwakte in zonde vallen, moeten we aan Gods genade niet twijfelen. Hij is en blijft getrouw. Dat is de sleutel die hen bevrijdt van de reus Wanhoop.

3.

Bewijs van de zaken die men niet ziet. Geen tastbare, zichtbare, voelbare grond. Maar vaste grond, overtuiging door de Geest. Eerst zien en dan geloven? Taal van Thomas. Ban van ongeloof. Wil een teken zien. Boos en overspelige geslacht verzoekt een teken. We willen het aannemelijk hebben. Gedurig gevoel daarvan hebben? Maar geloof is verlichting van de Geest. Hij doet ons het Woord verstaan. O dat men daarvan de kracht van mag gevoelen!

Kananese vrouw gaat tegen gevoel in. Niet van gevoeligheid naar gevoeligheid. U wordt niet uitgeschakeld maar tegen uw gevoel in. Op hoop, tegen hoop. Laat die vrouw van U! Ze blijft roepen. Jezus zegt: ze is een hondeke. Ja Heere. Ze vat Hem op Zijn woord. Groot is uw geloof! Niet uw gevoel. In zulke omstandigheden, gestadig op Zijn goedheid hopen. Dat is geloof.

Lukas 18, gelijkenis van weduwe en onrechtvaardige rechter. Ze krijgt geen gehoor. Ze zal nog het hoofd breken, staat er. Eindigt met: zal de Zaligmaker nog dat geloof vinden dat doorgaat? Geloof hechten aan woord van God? Zal Hij dat nog vinden?

Bewijs der zaken die men niet ziet. U ziet ze niet. Maar nochtans waarachtig. U ziet het niet. Toch Gods woord waarachtig. Jesaja 50:10, bekende woorden: Als hij in duisternis gaat en geen licht heeft, dat hij dan betrouwe op de naam des Heeren. Dan juist. Geen licht zien en dan hopen op God.

(Tussenzang Psalm 56:2)

4.

Opwekking tot dit geloof. Vers 2. Ouden hebben getuigenis bekomen. Brief aan Hebreeën is anders dan andere brieven. Geadresseerd aan joden die OT kenden. Voorbeelden uit OT en geschiedenissen krijgen aandacht. Gelovigen uit eerder tijden.

Oprecht geloof is wezenlijk altijd hetzelfde geweest. Ouden hebben allen dezelfde overtuiging gehad. Gelovigen van alle tijden hebben hetzelfde geloof. Is geen verschil in. Wordt gewerkt door zaad der wedergeboorte. Al die gelovigen hebben de beloften van verre gezien en omhelst. Beloften van vrouwenzaad. Is Christus. Apostel heeft het daarom over praktijk van leven, begint met Abel. Henoch, Noach, Abraham. Noemt gelovigen van oude dag. Zij hebben getuigenis bekomen. Dat ze Goed aangenaam waren. Wanneer zijn we dat? Mishagen aan onszelf, zaligheid buiten onszelf zoeken in Christus Jezus. Droefheid naar God beoefenen. Dan is er blijdschap voor engelen. Hartelijk leedwezen over de zonde. Ware vernedering, schaamte en berouw.

Net als geboorte van een kind. Heeft het vernauwd. Uit lichaam geperst. Levensschreeuw, dan is er blijdschap bij de ouders. Angst en smart in de ziel zijn, in de wedergeboorte, dan blijdschap in de hemel. Levensschreeuw wordt dan gehoord. Vrede leren kennen. Kracht ondervinden. Ervaring terug vinden in het woord. Niet verlegen om goedkeuring van anderen. Maar het gaat om of uw weg in het woord gevonden wordt. Maak in Uw woord mij gang en treden vast. Dat is Bijbelse bevinding! Weg naar het woord en schrift. Ondervonden.

Dat gaat in weg van strijd. Kan lang duren. Maar ook bevestigd, vertroost. Voorbeelden. Noach 120 jaar lang spot van de wereld. Verachting omstanders. Al die hamerslagen. Bouw die langzaam vorderde. Maar getuigenis. En: het water begon te reizen. Werd vertroost en bevestigd.

David heeft ook een moeilijke weg gehad. Gekroond, gezalfd. Maar met dood bedreigd. Speer van Saul. Meer dan ooit te voren. Maar hij had de belofte. Wel de woestijn leren kennen (tevoren niet). Maar sinds de belofte Gods hem gegeven was, toen brak de strijd los. Ook vertroosting. En aanvechting. Het werd wel werkelijkheid.

God maakt Zijn woord waar. Het staat tot voorbeeld voor u en mij in de schrift. Psalmen ook. Tijden van bemoediging en vertroosting. Jozef kreeg ook belofte van koningschap. Maar zijn broers verkochten hem. Kwam in slavenhuis en gevangenis. Diepe weg! Toch: getuigenis. Er kwam een dag. Toen gedacht Jozef aan de dromen.

Het staat er tot onderwijzing en opwekking. Tegen gevoel in. Jarenlange strijd en worsteling. Zuiverheid van het woord van God! Wat God beloofd heeft… Lange tijd niet voor waar kunnen houden, zegt Jozef. Maar God heeft het waar gemaakt. David. Is het niet waar geweest, Abraham? De moeder stierf in Sara. Maar op hoop tegen hoop. De Heere heeft het waargemaakt.

Voorbeelden van ouders en kinderen. Jerobeam en zijn vrouw. Abia. Daarin werd iets goeds van God gevonden. Obadja. Daniel. Vrienden in de oven. Vrede in het hart. Meisje weggeroofd uit Israël, bij Naäman. Wat een getuigenis van dat meisje. Groot zondaar als Manasse. Ruth. Getrokken door leiding van God. Apostel noemt hele rij. Wat een onderscheidenheid in weg en ervaring. Rijkdom van het handelen Gods wordt daarin duidelijk. Leeftijd, omstandigheden. Belofte omhelst. Kracht woord Gods. Beleden dat ze vreemden en gasten waren.

Het is een strijd om in te gaan. Het is geen vanzelfsprekendheid om in te gaan. Gezien onze strijd, hart, wandel. Wat een wonder als God trekt. Dat kan alleen door welbehagen Gods en offer van Christus. En door de Geest die afdaalt in ons hart. Hoop heeft in ons hart. Door ervaring, tranen, aanvechting heen. Vastheid Woord schittert. Dat we dat alleen overhouden. Alleen genade kan mij redden van een gewis verderf. Deze gewisse beloften geloven (Avondmaalsformulier). Hoop is het anker geworpen op de belofte. Uitroepen met de dichter: Hoop op God want ik zal Hem nog loven. Amen.

Hervormde Dorpskerk Reeuwijk (Stichting Rehoboth Reeuwijk), donderdag 9 augustus 2018, 19:45 uur. Schriftlezing Hebreeën 10:19-11:2.