Wat geeft houvast in tijden van verwarring en onrust? Alleen Jezus geeft werkelijk houvast. Zijn vrede die Hij nalaat, het testament dat geopend wordt door Zijn dood, is de vrede van God. Niet een vrede die mensen zelf proberen te bewerken. Geen vrede die afhankelijk is van de omstandigheden. Maar vrede die vastligt in Christus die de Vredevorst is. Vlucht tot Hem voor uw behoud, Zijn vrede wil Hij u geven. De Heilige Geest, de Geest van Christus, komt mede te hulp.

Johannes 14 vers 27: ‘Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet gelijkerwijs de wereld hem geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd en zij niet versaagd’.

Een boodschap van vrede in tijden van verwarring
1. Verwarrende ontwikkelingen;
2. De afscheidsgroet van Christus;
3. De opdracht van Christus.

1. Verwarrende ontwikkelingen

Soms stapelen de dingen zich op. Het een volgt op het ander. Verwarring en onrust nemen toe. Dat was ook zo bij de discipelen en de Heere Jezus. Dat kleine clubje van dertien personen bij elkaar in de Paaszaal. Ze aten de maaltijd. Niet rustig. Nog geen week geleden, zes dagen geleden, dat ze in Bethanië waren en Hij sprak over Zijn begrafenis. Hoe kan dat? Nu neemt Jezus het woord verraad in de mond. Ze kijken elkaar aan. Judas wordt ontmaskerd en vertrekt. Hoe moeten ze deze dingen zien? Verwarrend. En dan zegt Jezus dat Hij verheerlijkt wordt. Dat kunnen ze volgen. En dan weer zo’n verwarrende boodschap: Ik ga alleen en u kunt niet mee. Weer verwarring. Petrus: natuurlijk ga ik mee, ik sterf liever in het harnas dan dat ik het overgeef. Verloochening. Verraad van Judas. Ze zijn in een situatie gekomen van verwarring en onrust.

Daarom begint Jezus in Zijn afscheidsrede te spreken over ontroering. Niet als dat je een baby in je hand hebt. Nee, beroering. Het is vrees. Wees niet versaagd, niet bevreesd. Verwarring en onrust. De discipelen kunnen wel het ergste verwachten. Vrees en verwarring. Ene kant op geslingerd. Dan lijkt het als dat hun keel dichtgeknepen wordt. We weten het niet meer. Wat is de weg, hoe kunnen wij verder? Een van de discipelen zegt het ook.

Het was als toen ze in de storm waren op zee zonder Jezus. En dan schreeuwen ze als ze Jezus zien op de golven zien lopen. De vierde vraag is van Judas Taddeüs. U bent toch de Koning die wij verwachten? Hosanna. Zo beginnen gekomen. Leve de Koning. Dat heil moet nog doorbreken. Daar getuigt het Oude Testament toch van? Dat was een terechte verwachting. En precies op dat moment zegt Jezus: Ik vertrek. Alles waar hun hoop op gevestigd was raken ze kwijt. Alles loopt in het honderd. Maken we het mee zoals daar in de Paasmaaltijd?

Herkennen we het? Je zou maar een ernstige ziekte hebben en de dood in de ogen kijken. Niets geeft meer houvast. En nu te bedenken wat er rondgaat: het Coronavirus. Weken lang heeft het nieuws ons bereikt. Het was telkens ergens ander. De branden, de sprinkhanenplaag. Nu staan we er middenin. Nu horen we de noodkreet van een vrouw uit Italië. Het is een situatie die wij nog nooit hebben meegemaakt. Ja, de Mexicaanse griep was ook een pandemie. Dat mensen de supermarkten gaan leeghalen terwijl daar geen enkele reden toe is. Zeg ik dit om angst aan te jagen? Moeten we het temperen? Of ernstiger nemen? Wie heeft het antwoord, wie weet wat het goede is? Wat geeft ons houvast vandaag en morgen? Geef eens antwoord voor uzelf.

Zijn uw ogen op de overheid gericht? Ik hoop dat ze vanavond het goede besluit nemen en de scholen sluiten. Ik neem mijn gezin in quarantaine. Voorzichtigheid en voorzienigheid strijden niet tegen elkaar. Het is ook goed om eerder vooruit te gaan dan achter te lopen. Geeft het u rust? Als nieuwsbericht na nieuwsbericht binnenkomt? En al zou het u rust geven? Ik hoop maar dat het over drie weken over is. Wilt u dat dan? Is dat rust? Die houvast geeft voor tijd en eeuwigheid heen. Stellen we ons de vraag: wat heeft de Heere ons hiermee te zeggen? Dat al deze wankele omstandigheden ons moeten brengen naar het werkelijke houvast.

Wat heeft u nodig? Jezus heeft u nodig. Het enige houvast. Het beste antwoord op het coronavirus. Als u de dood in ogen kijkt. Jezus geeft u vanmiddag een boodschap van vrede in tijden van verwarring.

2. De afscheidsgroet van Christus

De afscheidsgroet spreekt Jezus wandelend uit. Vers 31. Hij groet de discipelen. Vrede laat Ik u. Christus geeft een vredegroet. Hoort u dat? Op het moment van die grote verwarring bij de discipelen neemt Jezus voor het eerst het woord vrede in de mond in het Johannesevangelie. Sjalom. Ga heen in vrede. Dat wensen de Joden elkaar toe. Dat is makkelijk, zegt u? Zelf weggaan en dan vrede wensen. Is dat niet wat goedkoop?

Hier zien wij het eerste onderscheid. De vrede van de wereld. Ik bedoel niet de wereld buiten. Maar wij in ons oude bestaan, in de oude natuur. Wij wensen elkaar vrede toe. Het blijft bij wensen. Het kan zo goedkoop klinken. Bij iemand die op sterven ligt in het ziekenhuis. Ik hoop dat je vrede hebt. Dat is een wens. Jezus’ vrede is iets anders. Hij laat de vrede na. Testament. Wat erin staat en overdraagt aan de discipelen.

Ik weet niet of u het weleens meegemaakt hebt bij de notaris aan tafel die een testament voorleest. Rechten en plichten. Jouw naam wordt erin genoemd. Ik laat jou dat na. Zo zegt Christus dat. Ik laat het na, Ik geef het. Dat is niet goedkoop, dat schenkt Hij. Mijn vrede geef Ik u. Welke vrede is dat dan? Het Oude Testament spreekt dat de Vredevorst zal komen. Jesaja 9. Als Hij komt zal dat rijk gesticht worden. Het rijk van de vrede. God weer harmonie met mensen en vanuit de vrede van God ook harmonie onder mensen. Ziekte en dood zullen wijken en er zal geen zonde meer zijn. Dat is de vrede van Christus. Alles wordt op zijn plaats gezet.

Toen Christus kwam in Bethlehem hebben de engelen het uitgezongen: vrede op aarde. Ze keken niet naar de zieken, naar de bezetting. Ze keken naar Hem. Naar het heil. Gelooft u in God die Zijn Vredevorst zond. Ik moet denken aan afgelopen week. Door de Telegraaf werd aan mensen gevraagd of het coronavirus een straf van God is. Ja, zeiden ze. Staat in het RD. Maar dat stond niet in het hoofdcommentaar van 10 maart. Daar zie je dat de dingen verdraaid worden. De ene christen zei dat het een straf van God is, de andere niet.

Gelooft u dat Gods hand hier achter zit? Heeft God van het Oude Testament dan niet gestraft? Ninevé. Maar ze hebben zich bekeerd. God wendde het af. God werkt het kwaad niet dat Hij het zendt. Dit kwaad wordt instrument om ons op te scherpen en wakker te roepen. Om terug te keren naar de levende God. Net als een chirurg die snijdt in een wond. Dat doet hij niet plezier. Hij weet dat in die weg de wond genezen kan worden.

God zendt deze dingen, niet alleen het coronavirus, laten we het er niet op verkijken. Vorig jaar een jongen die een ongeluk overleefde. Of een kind van acht die vraagt waarom zijn opa stierf. Niet een vrede die bij onze omstandigheden begint maar bij God begint. Daar hebben we het tweede onderscheid. De vrede van mij begint bij mij en mijn omstandigheden. Op te sturen zodat ik er grip op krijg. Als me dat lukt, dan kijk ik naar anderen. En misschien nog op God als ik eraan toe komt.

De vrede van Christus begint aan de andere kant. God heeft Zijn Zoon naar de aarde gezonden. Hij begint dat tot stand te brengen door het kruis. Dat brengt werkelijk rust. Die werkt Hij uit. Mijn vrede geef ik u staat in het tweede deel van vers 27. De vrede die Hij bereikt had tussen Hem en God de Vader. En Zijn discipelen in laten delen. Vrede die Hij door het bloed van het kruis tot stand brengt. Kolossenzen 1 vers 20.

Onze diepste onrust bestaat daarin dat wij geen vrede hebben met God. Wat heeft Hij daarvoor moeten betalen? Duur gekocht worden. Hij moest, zoals we beleden hebben, door de angsten van diepe angsten en beroering heen. Bij de Paasmaaltijd zegt Hij dat Hij gaat sterven. Vers 24. En met dat Hij dit zegt, zegt Hij nu is Mijn ziel beroerd. Terwijl Hij zo Zijn lijden aan ziet komen, roept Hij het uit. Dat het publiek het weet. Vader, zal Ik dan bidden dat U Mij wegneemt hieruit? Nee, hiertoe ben ik gekomen. Ik moet door de verwarring heen opdat Ik vrede breng voor de wereld in verwarring.

Het is niet de eerste keer. Johannes 13 vers 22. Jezus ziet Judas gaan die Hem gaat verraden. Jezus weet dat de wereld in rep en roer komt. Over de beek Kidron gaat. Ontzetting en verwarring. Nog geen tien minuten geleden zegt Hij dat Zijn hart in beroering is. En Mijn vrede laat Ik u. Die vrede die Hij nalaat wordt duur betaald door Zijn verwarring. Christus is erin geweest, nog dieper zelfs. Het geloofsartikel zegt dat het onze troost dat Christus daarin geweest is. Dieper dan waar de wereld nu in is en doorheen moet gaan. Hij deed dat doelbewust en vrijwillig om echte vrede tot stand te brengen. Daarom liet Hij de golven en baren over Zich heen gaan. Zijn Vader liet Hem als het ware los. Hij ging de dood in, Hij moest. Die angst en vrees was de weg en prijs van onze vrede. Maar zegt Christus het zal verder gaan, een kleine tijd, Ik zal opstaan. De Vader zal de prijs goedkeuren. Ik zal dan in die vrede delen. Doordat Ik sterf mag het testament opengaan.

Want door het kruis, zegt Paulus later, heeft God de wereld met Zichzelf verzoend. Vrede tot stand gebracht. Een vrede zo groot en rijk waarin deze wereld kan delen. Geen scheiding meer met God. Geen onvrede meer. Geen angst meer dat de schuld ons aanklaagt. De vrede van Christus begint met herstel. Dat is de afscheidsgroet die Hij Zijn discipelen nalaat. Staan we stil bij de vraag: hoe kan ik daarin delen?

3. De opdracht van Christus

Is het uw vraag: hoe ontvang ik die vrede? Is uw hart gebracht om deze wezenlijke vraag onder ogen te zien. Het is niet vanzelfsprekend dat wij deze vrede zoeken. Let op wat Jezus zegt. Vers 27. Mijn vrede geef Ik u en laat Ik u. Jezus geeft geen opdracht om die vrede te bereiken. Wel om niet in beroering te zijn. Wij kunnen het niet in ons hart bewerken. Het is omgekeerd. Hij schenkt het, Hij deelt het uit. Aan wie? Aan gelovigen, aan Zijn kinderen. Niet de wereld. Die verstaat het niet. Wie is de wereld? Wij, zolang we buiten Christus zijn. Kennen deze vrede niet. Maar degenen die in Christus zijn, hebben deze vrede zonder onderscheid. Allen die tot Christus gevlucht zijn, die delen erin. Al is het nog zo wankel. Deelachtig aan de schatten van Christus.

De vader van de maanzieke knaap. Kom mijn ongeloof te hulp. Het kleinste geloof dat leert op Hem te vertrouwen. Dan is het erfdeel voor u. Ik maak het voor u, die vrede. Of u het voelt of niet. Ons gevoel van vrede is onderschikt aan de vrede die Hij schenkt. Het is een objectieve vrede die buiten ons ligt in Christus. Indien wij onze ogen op Hem richten zijn al Zijn beloften ook voor ons in Hem. In vers 1 spreekt Hij er ook over. Blijf in Mij geloven. Want het geloof verbindt aan Mij en al Mijn zegeningen. De ogen gericht op Hem.

Gemeente, als u nog buiten Christus bent. Vlucht tot Hem. Op Hem vertrouwen. Uw ogen gericht op Zijn kruiswerk. Dat Hij u redt door de verwarring. Dat die vrede die buiten ons ligt, zal ik met een voorbeeld duidelijk maken. Bergbeklimmers. Groep komt op een punt waar je alleen overheen komt als je zeer ervaren bent. De meest ervaren gaat voorop. Verdwijnt uit het zicht. En dan slaat hij een pin erin en een touw eraan vast. Die bergbeklimmer weet dat touw zit vast. Zo is Christus voorgegaan. Die vrede is in Hem vast. Aan die vrede heeft Hij het testament vastgemaakt. Zijn trouw. Opdat een ieder die het woord vastgrijpt, ik ben verzekerd dat niets mij kan scheiden. Wanneer ga je dat zeggen? Niet als je op dat touw ziet. Maar op dat ankerpunt. Die voorgegaan is.

Wat geeft houvast? Vrede? Als wij onze ogen op Hem richten. En daarom is het gemeente zo nodig om die vrede te krijgen en er zicht op te krijgen, als wij er kennis van krijgen. Overdenken en mediteren van Gods beloften die Hij geeft in Zijn Woord. Daarop letten. Daarop vertrouwen. Dat geeft vrede, daar moet ik naartoe. Zegt u: dan word ik toch weer op mezelf teruggeworpen. Daar zien we een derde verschil. Houd vol. Je zult het redden. Wordt tegen een zieke gezegd. In de zaligheid ook?! Nee. Hij legt het in de handen van de Geest. Vers 26. De Geest van Christus, de Heilige Geest, die zal komen en alles leren. Die zal alles in gedachten brengen. Zo werkt dat we in de beloften gaan vertrouwen. Christus laat het groepje niet ontredderd achter.

Wat een rijkdom. Het is de Geest die werkt. Het is de Geest die boodschappers zendt van deze zeer blijde boodschap. Die over de bergen komen en vrede boodschappen. Daarom moet de boodschap vanmiddag uitgaan met deze bijna lege kerk. Lukas 11. Bidden om de Heilige Geest. Vraag en u zult ontvangen. Dat geldt voor de Geest. Weet je niet hoe het moet? Klop op de deur als je voor een dichte deur komt. Hij zal het doen. De Heilige Geest zal het doen.

Wat betekent het dan als de Heilige Geest in je hart komt? Voel je dan eerst de vrede? Orde is er. Eerst de ogen doet zien op Christus. Hoe meer we zien op Hem hoe meer rust en vrede in ons. Altijd eerst buiten ons en dan ook in ons. Jonathan Edwards: hoe meer wij Hem aannemen, hoe meer die rust in ons gewerkt wordt. Zouden wij veronderstellen stellen dat wij door het geloof op Christus zien en kan mij niets meer deren?! Dat is iets onwezenlijks. Nadat het testament open is gemaakt, dan zegt Jezus erna: word niet ontroerd, versaagd. Een opdracht. Door vrees en lijden heen. Als zij op een situatie zien dan alle reden om ontroerd te zijn. Aan het einde herhaalt Hij het: in de wereld zult u verdrukking hebben. Jezus weet heel goed dat wij door moeilijkheden heengaan.

Door onrust en verwarring heengaan. Opnieuw dat beeld van de bergbeklimmers. Het touw van de beloften van God. Dat vast zit. Dat touw kan door de wind heen en weer gaan en je schuren. Kan pijn doen. Kan zelfs zijn dat je het touw loslaat. De bergbeklimmer heeft een mechanisme dat aan het touw vast. De zekering. Wat is de zekering die Christus geeft? Niet onze handen die Hem vasthouden. Het is de Heilige Geest die vasthoudt. Die vertrekt nooit. Vers 16. Die Trooster zal bij u blijven tot in eeuwigheid.

Uniek moment in de heilsgeschiedenis. Jezus zegt Ik vertrek en Hij belooft de Geest. Die zal er zijn in eeuwigheid. Die zal er zijn en nooit loslaten. Dat is het vierde verschil. De vrede in de wereld is een aangevochten vrede die je maar zo kan kwijtraken. Door epidemieën waren ze zo maar verzwakt. De vrede kun je zo maar kwijtraken. Testament aan je vermaakt met € 10k. Kun je leuk vinden en van alles van kopen. Maar gaat over. Het is niet de vrede die de Geest geeft. Zal er altijd zijn.

Het eerste wat de Geest doet is doen zien op Christus, het Ankerpunt. Het vertrouwen. Hij wil ook de vrucht van de Geest uitwerken. Galaten 5 vers 22. Subjectief. Bij ondervinding. Dan komt de ziel tot rust. Op zijn plek gezet. Dat Gods niets uit de hand loopt. Dat God een vrede werkt die ons stil maakt. Hoe kun je in zulke omstandigheden op God vertrouwen. Dat begrijpen we niet. De link leggen met Filippenzen 4 vers 7. De Heere is in alles nabij. Weest in geen ding bezorgd. Met dankzegging over al het goede dat God geeft. Verstand en harten bewaren in Jezus Christus. Op Hem gericht blijven in alle angst en aanvechting. Komt Hij en werkt Hij.

Laat de angst niet reageren maar laat je hart tot rust komen. Al wat rein is, al wat wel luidt, wat eerlijk is. Bedenk wat eerlijk en rechtvaardig is. Dan hoef je niet te hamsteren. Of veel medicijnen te kopen waardoor een ander niet meer heeft. Deel uit van je overvloed. Als iemand eenzaam is. Kun je ze niet bezoeken, bel ze dan? Heb oog voor elkaar. Voor de armen en kwetsbaren. Bedenk wat God in het hart geeft. Vanuit die rust krijgt u oog voor de mensen om u heen. Hij vermaakt deze erfenis aan u. Mijn vrede laat Ik u, gemeente hier, gemeente thuis, aan u na. Amen.

 

Zondag 15 maart 2020 – Hersteld Hervormde Kerk Putten [kerkdienst online uitgezonden via YouTube in verband met de huidige omstandigheden] – ds. D.C. de Pater – Schriftlezing Johannes 14