De waarschuwing van het oordeel van God dat komt, klinkt in het boek Joël en komt vandaag tot ons. Wat doet de profeet Joël vervolgens? Hij roept de Naam van de Heere aan. Dat is de enige pleitgrond. Alleen bij Hem is er ontkomen, alleen zo het mogelijk om in het oordeel staande te blijven. God heeft naar ons omgezien. De Heere Jezus Christus kwam naar deze wereld en onderging het oordeel van Gods toorn vrijwillig voor allen die Hem toebehoren. Roep de Naam van de Heere aan en u bent gered.

Joël 2 vers 11-14a: ‘[11] En de Heere verheft Zijn stem voor Zijn heir henen; want Zijn leger is zeer groot, want Hij is machtig, doende Zijn woord; want de dag des Heeren is groot en zeer vreselijk, en wie zal hem verdragen? [12] Nu dan ook, spreekt de Heere, bekeert u tot Mij met uw ganse hart, en dat met vasten en met geween, en met rouwklage. [13] En scheurt uw hart en niet uw klederen, en bekeert u tot den Heere, uw God; want Hij is genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van goedertierenheid, en berouw hebbende over het kwade. [14] Wie weet, Hij mocht Zich wenden en berouw hebben‘.

Keer u om, wie weet God keert Zich om
1. De Heere slaat alarm: er komt een dag [vers 11];
2. De oproep: bekeer u [vers 12-13a];
3. De pleitgrond: de naam van de Heere [vers 13b-14a].

1. De Heere slaat alarm: er komt een dag

Misschien kan u zich de beelden nog herinneren van een sprinkhanenplaag in Afrika. Met vrees dat ze over de oceaan naar India gingen. Moeten je denken aan kleine leuke beestjes die wegspringen? Nee, wel 8-10cm groot. Ziet er angstig uit. Niet miljoenen maar miljarden, biljoenen. Donkere wolk als ze vliegen. Als ze beginnen te eten, dan gaan ze niet weg voordat ze alles opgegeten hebben.

Achtergrond van Joël 2. Doffe  ellende. Boeren aan tafel zatet te huilen. Geen een jaar maar jaren achter elkaar geen eten. Priesters geen offervlees voor de offers. En dan klinkt de oproep, Joël 2. God heeft een boodschap. Dan moet je op het puntje van je stoel zit, ik hoop dat u zo ook zit te luisteren.

Dan zou je verwachten dat de Heere het gaat oplossen. Nee, de dag van de Heere komt. Dit nog maar voorsmaak van wat gaat komen gaat. Huiveringwekkend. Ik hoop dat u het meevoelt. Niet van uit een ver verleden. Maar onder de ernst en heiligheid van God komen. Dat er in ons iets van siddering heengaat.

Gaat de Heere op de dag van het oordeel weer springhagen geven? We weten het niet. Vers 3. Die lusthof van Israël blijkt een woestijn te worden. Niemand ontsnapt hieruit. Hun aangezicht zal van kleur verschieten vanwege die angst. Zelfs de vensters binnenkomen als een dief. Hemel en aarde zijn erin betrokken. Vers 10.

De Heere gebruikt die sprinkhanenplaag om iets groters aan te kondigen. Je bedrijf moet maar op springen staan. Die moet het nog veel dieper en ernstiger maken. Waarom moet Joël dat doen? De Heere gebruikt deze waarschuwing omdat het volk afgekeerd is van God. We lezen niet van conctrete zonden. Dat is opvallend. Een punt staat er. Vers 12. Ongedeeld hart op God gericht zijn. Blijkbaar hadden ze dat dus niet. Zoals Jesaja moest zeggen: ze belijden Mij met de mond maar hun hart is ver van Mij.

Hun hart gaat uit naar deze wereld. Dat is genade dat de Heere daar een waarschuwingssignaal over geeft. Er is in de dag van het oordeel geen ontkomen aan. Waar ons hart Hem van nature niet vreest, daar is geen ontkomen. Ik heb thuis een ramshoorn liggen. Schel geluid. Zoals een treinsignaal.

De Heere kan heel wat in ons leven om ons te waarschuwen. Jongens en meisjes, hoe kan dat? Op vele manieren. Sprinkhanenplaag. Een van de manieren om naar Corona te kijken. Dat wat gaat komen in het dag van het oordeel overtreft dat. Wat is de dag van de Heere? Ik noem het de dag van het oordeel.

De dag van de Heere kun je noemen toen Christus aan het kruis was. Maar ook de dag van de Heere in de toekomst. Niet alleen maar: die dag komt. Maar nu die dag naar voren haalt. Wordt u nu geoordeeld onder de prediking. Om u wakker te schudden.

De Heere waarschuwt. Bij Joël een sprinkhanenplaag. Kan door Corona. Een ziekte. In feite is iedere ramp dat. Het roept ons op ons te bekeren. Waarvan dan? Is ons hart ondubbelzinnig op de Heere gericht? 1 Johannes 2. Als de liefde tot de wereld is er, dan is de liefde van de Vader er niet. Liefde van God begint in het hart. Heb de wereld niet lief. Dat is de wereld die zich van God afkeert. Geen behoefte heeft aan Zijn geboden. We moeten het concreet maken. In de kerk wordt wel over zonden gesproken maar vaak stomt  het af.

Liefde tot je eigen leven. Eten en drinken en tijd voor vrij maken. Zo’n manier dat je er meer mee bezig bent dan met Bijbellezen. Bovenmatig alcoholgebruik. Liefde tot je eigen lichaam. Het is een bewijs dat de liefde van de Vader er niet is.

Als je ’s morgens meer dan een uur voor de spiegel staat, en nog geen vijf minuten voor de spiegel. Liefde bepaalt onze tijd en aandacht. Hoe kun je jezelf voeden met onreine gedachten, beelden. Je doet dingen die je graag verbergt voor anderen. En tegelijkertijd zeg je dat je een christen bent?! Het kan toch niet door de onreinheid van het vlees te voeden.

Begeerte van de ogen. Zo begeren die ene functie. Zoals die idool waar je mee bezig bent. De liefde van de Vader is niet in u. Waar gebruiken we de ogen voor? Uren mee vullen met video’s. Dingen die op zichzelf leeg zijn en waar soms ook de naam van God in wordt gelasterd. Dingen die God haat. Ja gebeurt maar een keer. Daar geloof ik helemaal niks van. Die andere vier keer merken we niet eens meer en gaan we aan voorbij. En je hebt plezier in die dingen die God haat. De liefde van God de Vader is niet in jou, in u. Gebruik je je ogen om je blind te sparen op de voorspoed, weelde van deze wereld, luxe, het geld, gedreven door de hebzucht.

Onderzoek uzelf. Hoe gemakkelijk geeft u, het gaat mij niet om giften vanmiddag. Maar de wijze waarop je met giften omgaat. De wijze waarop je omgaat met een acceptgiro die door de bus komt en om geld vraagt. De wijze waarop je omgaat met geven laat iets zien over de wijze waarop wij aan geld verbonden zijn. Als God je losmaakt van de band van het geld. De liefde van het geld heeft ons in bezit. Het laatste wat Johannes noemt. De grootheidsheid van het leven. Hoe subtiel kan dat liggen. Roddelen. Negatief over een ander te spreken, om bedoeld of onbedoeld er zelf beter uit te komen.

Waarom noem ik deze dingen? Omdat God waarschuwt. Weet je wat wij denken: we zijn christen, hier hebben we een klein probleempje. De liefde tot de wereld houden we vast. Er is geen ontkomen aan. Het deed me denken aan een dienst waar ik was. Wanneer eindigt dit? Ik wilde weg. In de dag van het oordeel kun je niet even een luchtje scheppen buiten. Dan kun je niet even dopjes in de oren stoppen om even te ontspannen. Nee, voelt u het?

U doet het om bang te maken? Nee, gemeente. Het is niet omdat God de mens haat maar vanwege het oordeel over de zonden. Komt onder het gezag van wie God is. Dat is ook een onderdeel van geloof. Onder de indruk komen van wie Hij is. Wat een realiteit met Joël 2. Heere, wat wilt U dat ik doen zal?

2. De oproep: bekeer u

Dan zijn we op de juiste plek. Bekeer u tot Mij. Dat is het enige passende antwoord. Wat is bekering? Jongens en meisjes je gebruikt het woord om te zeggen die is bekeerd. Niet een bepaalde status. Dat ontvangen. Bekering gaat over het werkwoord bekeren. Een zaak die voortdurend bezig is.

En bekeren betekent omkering, een verandering. Wat is bekering? Misschien wel omdraaien: wat is het niet? Niet een gedragsverandering. Moet je dat niet doen? Jawel. Paar nummers van Spotify verwijderen die niet kunnen. En dan de volgende dag in de winkel hoor je en zing je vrolijk mee. En dan denk je: wat jammer eigenlijk dat ik die nummers verwijderd heb.

Wat ben je dan aan het doen? Niet aan de buitenkant wat veranderen maar van binnenuit. Wat is bekeren wel? Berouw. Droefheid. Wat heb ik God aangedaan met mijn zonden, met mijn verleden. Scheurt uw hart. Wat gebeurt er dan met vasten en geween, ja wel uitwerking aan de buitenkant, maar dat je de binnenkamer opzoekt.

Dat je onder het ontzag van Mij je zonden belijdt. Niet meer omheen draait en niet meer anderen, de omstandigheden de schuld geeft. Verbrokenheid. Ik heb de Heere nodig. David ook over zingt die verbrokenheid van binnen, Psalm 51 vers 9. Gods offers zijn een verbroken geest. Over die liefdeloosheid tot de Heere, over die ene daad, over dat ene woord.

Tot nu toe ben ik niet aan het praten voor bekeerden, onbekeerden of gelovigen, voor christenen die de Heere Jezus hebben leren kennen. Nee, voor allemaal. Bekeren is een zaak die begint en voortdurend doorgaat. Hebben we ook in de Catechismus geleerd. Bekeren is een voortdurende verandering. De Heilige Geest is beloofd die de wereld zal overtuigen van zonden. Als Hij het gordijn van je hart even wegtrekt en laat zien hoe het zit in je hart. Dan is dat ook het moment dat er een omkering moet plaatsvinden. Dat je het gaat belijden naar de Heere toe.

En dat kan op een hele krachtige manier beginnen maar we moeten die focus niet leggen op dat eerste begin, is dat in mij begonnen, nee het is elke keer als de Heere het ontdekt, ga dan naar de Heere toe. Het is de belofte dat de Heilige Geest gekomen is. Die zal de wereld overtuigen. En dat is tegelijk ook heel rijk.

Er zijn weleens mensen, ik werd bij een eerdere preek toen ik hier over sprak door iemand gebeld. Maar bekeren, dat kan ik toch niet? Ik loop daar in vast. Dat lukt mij niet. Het was een nood die hij bij mij neerlegde. Handelingen 2. Petrus legt de belofte neer. Welke belofte is dat? De uitstorting van de Heilige Geest.

En de Heilige Geest is gekomen op de Pinksterdag. En wat is de eerste taak die genoemd wordt in Johannes 16, Die zal de wereld overtuigen. Het is het werk van de Heilige Geest. Niet om u te brengen in die schuld maar om het gordijn weg te trekken van uw hart hoe vuil het is van binnen. En dat doet Hij heel klein, dat doet Hij soms heel groot.

Mensen die worstelen met de vraag heb ik wel voldoende zondekennis begrijpen het niet goed. Dat is een verkeerde vraag. Het gaat niet om de hoeveelheid zondekennis. Want niemand van u en mij zoals we zijn kennen onze zonden zoals God ze ziet. Dan zouden we voor eeuwig wegzinken. Stap voor stap ontdekt de Heere. Als de Heilige Geest iets laat zien, en u merkt dat het over u gaat, dat u dat brengt bij de Heere. U kunt niet met zonden in de dag van het oordeel staande blijven. Ga ermee tot God.

Jan Pit, werkte bij Opendoors. Zoon van een NSB’er, zo’n foute. Docent op school die hem voor de klas zette en vernederde. En ondertussen zichzelf roemde. Hoe goed die docent wel was. Wat gebeurde in het hart van Jan Pit? Hij stal de repetities van de docent en haalde tienen. En toen met het examen haalde hij drieën en vieren.

Toen brak er iets van binnen. Bij zijn vader komen. Een foute goede vader, zo zag hij hem. Met die lijst. Die vernedering. Het brak in hem. Toen kwam die andere docent in gedachten die sprak over de verloren zoon. Bijbel die hij op de zondagschool had gehad en er nog als nieuw uitzag. Lukas 15. Toen stond Jan Pit niet. Die verloren zoon.

God gebruikt de kruispunten in je leven om je tot ontdekking te komen. Maar denk niet alleen aan de grote dingen maar ook kleine woorden. Van uw vrouw. Kom je ermee in gebed. O God ik ben zondaar. Bekering betekent berouw hebben en dat richt zich tot de Heere. Je bent niet alleen bang voor straf. Als dat de eerste aanleiding is, dan is het ook goed. Maar dat je tegen een goeddoend God is.

Als je naar buiten loopt en het gaat fout. Grote mond tegen een onbekende vrouw. Maar vandaag moederdag. Zelfde daad maar tegen je moeder dat gaat veel dieper. Die goedheid van God daar omringt Hij u mee. En daarvan heeft u gezegd. Ik heb liever de vrucht van mijn eigen hart. Breekt er iets van binnen? Joël gaat nog een stapje verder.

3. De pleitgrond: de naam van de Heere

Want de Heere is barmhartig, genadig, lankmoedig. Op het moment dat de Heere hier zo’n ernstige boodschap geeft, gaat Joël de Heere aanroepen. Hij is niet de eerste keer. Weet je van wie hij dit geleerd heeft? Mozes. Exodus 33. Exodus 34 vers 6 en 7. Een van de belangrijkste teksten van het Oude Testament. Schrijf ze maar op. ‘Als nu de HEERE voor zijn aangezicht voorbijging, zo riep Hij: HEERE, HEERE, God, barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid. 7 Die de weldadigheid bewaart aan vele duizenden, Die de ongerechtigheid, en overtreding, en zonde vergeeft; Die den schuldige geenszins onschuldig houdt, bezoekende de ongerechtigheid der vaderen aan de kinderen, en aan de kindskinderen, in het derde en vierde lid.’

Dat Joël, Jesaja, Jona, Jeremia. Als ze in de nood komen citeren ze allemaal die Naam van de Heere. Genadig en barmhartig. Die Naam is u bij de doop meegegeven. Pleiten is je hoop stellen op de Heere. Hij is een God vol van barmhartigheid. Dat God genadig is. Zal Hij antwoorden?

Dan komt vers 14. Wie weet God mocht Zich wenden. Ja, als ik dat lees dan ben ik direct alles kwijt. Wil Hij mij wel aanzien? Dat de Heere een dubbele agenda heeft? Ik heb ook in mijn leven gehad dat ik er niet van wilde weten. Overslaan. Maar dat kan niet. Wie weet?! Dan zetten we er een vraagteken bij. Ik kan roepen tot ik wil, dan doet God af van Zichzelf. Maar God is niet gedeeld. Die woorden hebben geen betrekking op God maar op ons. Hij blijft altijd vrij in Zijn handelen.

Wees mij genadig bidden en dan menen recht te hebben dat God je moet aannemen. De Heere moet helemaal niets. Ja, dan raak ik alles kwijt. Op dat punt moeten we gebracht worden. Hij is niet genadig omdat u het doet. Hij doet het omdat Hij genadig is. In Zijn soevereine wil besloten. Voor een ieder die de Naam zal aanroepen. Dat betekent dat uw zaligheid niet afhangt van wat u doet, maar van de Naam van de Heere. Dat mag Joël meegeven. Omdat God barmhartig en genadig is. Als de Heilige Geest dit gaat leren, dan worden we boven de twijfel getild. De Naam des Heere als een vast punt.

Voor de zevende keer naar dingen gekeken waar je niet naar mag kijken. Al heb je voor de zoveelste keer een ander over de tong hebt gehaald. Zoveelste keer je liefde aan de wereld gegeven. God omgezien heeft naar u. In Jezus Christus. Daarom mag Petrus op de Naam des Heere wijzen. Die Naam aan te roepen. Vers 32. Dan is er toch een ontkomen. Dan bent u gered. Dan zal Hij met u zijn hoe u ook gaan moet.

Jan Pit, die sloeg zijn Bijbel open. Johannes 3:16. Alzo lief heeft God de wereld gehad. Alzo lief heeft God Jan Pit gehad. Opdat Jan Pit gelooft. God had Zijn Zoon gegeven uit liefde tot hem. Toen kon hij naar beneden. Hij zei het. Het waren niet de docenten. Ik heb gestolen. Deze cijferlijst heb ik verdiend.

Ze bogen hun knieën. Zijn vader zei: vandaag ben je niet gezakt maar geslaagd. Zijn Vader zag hem. Wanneer u de Naam van de Heere aan gaat roepen, mag ik het zeggen met de woorden van de vader van Jan Pit, dan bent u geslaagd. Roept de Naam van de Heere aan en u bent gered. Amen.

 

Zondag 9 mei 2021 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – ds. D.C. de Pater – Schriftlezing Joël 2 vers 1-19 en 26-32 en Handelingen 2:38-39