Het is de hoopvolle belofte van God dat geslacht aan geslacht Hem zullen roemen. God staat er Zelf voor in. Wij kunnen gaan somberen als we zien op de omstandigheden maar we worden opgeroepen om onze harten opwaarts te heffen. Op God te zien, van Hem -de belovende God- te verwachten. Het is een belofte, een les en een spiegel voor ons.

Psalm 145 vers 4a: ‘Geslacht aan geslacht zal Uw werken roemen’.

Gemeente de tekst van de preek kunt u vinden in Psalm 145 vers 4a:

Geslacht aan geslacht zal Uw werken roemen

  1. Een belofte;
  2. Een les;
  3. Een spiegel.

1. Een belofte

Want we kunnen in onze tijd en dagen somber worden. Somber om cijfers over kerkgang. Verdrukking over Bijbels spreken. Waar gaat het naartoe? Helemaal als het gaat naar volgende geslachten. Als je nagaat hoe het gaat met de geslachten. Een geslacht twintig, dertig jaar. Als je daar naar kijkt.

De Heere leert ons niet naar de omstandigheden te zien maar onze ogen en harten opwaarts te heffen. Wat Hij tot ons spreekt. Niet naar de omstandigheden maar naar de belovende Heere. Daarom geen reden om te somberen. Toekomst beloofd voor de kerk ook in onze tijden. Ja secularisatie is ook waar. Maar er staat  geslacht aan geslacht zal Uw werken roemen.

Helemaal als we nagaan wanneer David dit gedicht heeft. Lofzang van David. Wanneer leefde David? Kinderen, zo’n drieduizend jaar geleden. De God van Israël werd door weinig mensen gediend. Buiten Israël Baäl en Astarte. Drieduizend jaar geleden al heeft David moeten zingen dat geslacht aan geslacht Zijn werken zal roemen.

Baäl en Astarte komen we wel tegen in de geschiedenisboeken. Maar niemand roemt Baäl en Astarte. Waarom niet? Kinderen, dat is heel eenvoudig. Drieduizend jaar geleden en die god Baäl heeft drieduizend jaar niks gedaan. Maar de God van Israël wel. In het bijzonder denken we aan de Heere Jezus Christus, dat God Zijn Zoon gezonden heeft. Die de dood heeft overwonnen. Dat geeft stof tot roemen, eeuwig te prijzen.

’Wij danken U, barmhartig God en Vader,
dat G’ uit gena ons en ons kroost te gader,
om ’t bloed uws Zoons al onze schuld vergaaft,
ons door uw Geest hebt tot uw Kerk doen komen,
als leden van een lichaam aangenomen,
en door de doop dit heil onwrikbaar staaft.’

Gezang 247 vers 1

Ook al zijn we vele eeuwen na het kruis op Golgotha, dat bloed van Christus wast ieder die in Hem gelooft. Anders hadden we vanmorgen beter geen doopdienst kunnen houden. Dat wijst erop je bent vies. Ik wil je wassen. Dat deze belofte vervuld wordt. Anders waren we hier vanmorgen niet. Gedoopt in de naam van, dat betekent namens. Dat God het doet, Hij gaat door met Zijn werk.

Dat drieduizend jaar heeft gezorgd dat geslacht aan geslacht Hem roemt. Dat mag hoop geven voor de kerk, we weten niet hoeveel dagen er nog komen. Ook in de grote verdrukking. Een heerlijke belofte, zeker in tijden van secularisatie.

De Heere Jezus had het gezegd. Ik ben met u alle dagen tot aan het einde van de wereld. Hoe verdrukt, verscheurd ook. De Heere houdt Zijn kerk in leven. Dat geslacht aan geslacht Hem zal roemen.

2. Een les

Want hoe breidt de Heere Zijn Koninkrijk uit? Wij denken al gauw aan Evangelisatie. De straten opgaan, folders uitdelen, gesprekken aangaan. Gebruikt de Heere dat? Ja, dat gebruikt Hij. Als christen mogen we niet zwijgen. Weten verlost van de dood te zijn en anderen.

Is dat de gewone manier van de Heere? Hoe velen zitten er hier die zo zijn gekomen? Velen zijn er bij opgegroeid. Af en toe komen er van buiten bij, veel te weinig eigenlijk. Als we eerlijk kijken zijn de meesten van ons opgegroeid bij het Woord. Ons houvast geworden. Op dat Woord te hopen. Dat is de normale manier van de Heere om verbondskinderen zalig te maken.

Dan kunnen wij veel tijd en geld apart zetten voor Evangelisatie, dat is goed. Maar ons eerste prioriteit ligt bij het volgende geslacht. Als u kinderen ontvangen hebt, dan geeft de Heere ze om voor Hem op te voeden. Tweede doel van het huwelijk, kinderen Hem ter eer en tot zaligheid opbrengen. Daarvoor heeft de Heere ze gegeven. Daarmee mogen we tot de Heere gaan en erop pleiten. Geef alles om ze voor te leven. Geslacht aan geslacht zal Uw werken roemen. Als het ware als een hele lange ketting die de geschiedenis doorgaat.

Zoals we gezongen hebben in Psalm 78. God vordert dat de naneef eeuwenlang, van kind tot kind dit onderwijs ontvangt. Doopouders, dat heeft u ook beloofd. Niet om ze op te voeden als nette, brave kinderen maar om te voeden voor de Heere Jezus. Zonder Jezus hebben we geen leven. God vordert dat de naneef eeuwenlang. Hoe kun je ervan roemen? Alleen als je ervan gehoord hebt. Daarom is dat onderwijs

Ik las ergens Gods normale weg om kinderen te redden. Gods gewone werkwijze moet ons ervan doordringen dat het Gods vermaak is om onze kinderen te redden. Ook daarmee mogen we naar de Heere gaan. Ook dat heeft Hij vanmorgen laten zien. Als Drie-enige God heeft laten zien: jullie kind is Mijn kind.

God wil niet alleen het gewone kind maar ook het kleinkind. Misschien zit je hier en ben je opgegroeid bij het Woord en vaak erover gehoord. Maar misschien ben je hier uit betrokkenheid. Maar heb je geen Zaligmaker. En dan nog steeds zegt de Heere Ik verlang nog steeds naar je. Vergeving te schenken. Keer weder. Zegt Jeremia. U afkerige kinderen. Als we gedoopt zijn, apart gezet zijn door de Heere.

Hoe dan? Dan mag je het misschien wel nazeggen: hier zijn we, we komen tot U de Heere God. Waarom zou je verloren gaan? Als de Heere het zegt, ga binnen door de nauwe poort. Maar de Heere Jezus zegt het. Ga binnen door de nauwe poort en kom zo binnen in het Koninkrijk van God.

3. Een spiegel

We zagen dat is een belofte, een les, door de geslachten hoe belangrijk dat is, en het derde een spiegel. Kinderen, waarvoor is een spiegel bedoeld? Om te kijken hoe het er met je voorstaat. Of je fatsoenlijk door de straten kan. Geslacht aan geslacht zal U roemen. Dan is de vraag hoe staat het er met ons voor? Gods werken roemen, dat is niet iets wat je kunt maken, forceren.

Roemen is iets van je mond en hart. Roemen kan wel zonder mond, als je niet kunt spreken. Maar niet zonder hart. Roemen is iets anders dan benoemen. Waar je hart vol van is stroomt de mond van over. Roemen komt uit je hart. Dat je niet zwijgen kunt. Dat die lofzang er als het ware uit moet.

Waar kunt u niet over zwijgen? Ten opzichte van uw kinderen, als u die mag hebben. Waar bent u vol van als u spreekt met de volgende generatie. Als je mag spreken over je werk. Een bepaalde passie over mag brengen. Dat die je ook vaak gebeuren. Dat is mooi. Maar als het enige is, ons werk, onze hobbies. Maar als het gaat om Gods werk maar dat het dan nooit roemen is. Misschien benoemen of zwijgen is. Of in alle somberheid.

Spurgeon zegt bij deze Psalm laat ons bedenken om onze kinderen nooit het denkbeeld te laten koesteren dat Zijn dienst somber of treurigs iets. Dat kan. Misschien niet met woorden maar ons gezicht. Als het pas gaat stralen als het over ons werk is. Maar dat het niet het geval is als het over Gods werk is.

Als we zwijgen. Wat geven we dan mee aan de volgende generatie? Dan zeggen we niet met woorden maar met daden dat deze wereld meer waarde heeft dan onze Zaligmaker. Dan kan het zijn dat het geslacht aan geslacht niet zullen Uw werken roemen. Maar dan geslacht aan geslacht geeft godsdienstige sleur mee. Ik wil er tegelijkertijd bij zeggen het kan ook anders zijn, dat ouders in de wegen van de Heere gaan.

Is het een heerlijk leven met de Heere of sleur? Wat doen we de Heere te kort. Zoveel reden om de werken van de Heere te roemen. Zijn scheppingswerk, Psalm 139 gezongen Gods wonderwerk, en de herschepping. God Zijn Zoon verbrijzeld heeft om onze zonen en dochters het eeuwige leven te geven.

We moeten zeggen dat het bij ons niet het geval is. Moeten we dan maar gaan zingen? Dat is goed. Maar leven uit Zijn werken. Te roemen. Aan het volgende geslacht te laten zien dat we uit Zijn werken leven. Het is niet zo dat als de ene generatie sterft, dan wordt het roemen van de Heere niet minder maar meer. Dan gaan we naar boven, juichen voor de troon. Roemen in de Heere. Daar wordt Zijn werk ons voorgehouden. Dat roemen van de Heer wordt alleen maar meer. Hallelujah.

Amen.

 

Zondag 6 november 2022 – Uni-zaal Hersteld Hervormde Gemeente Katwijk-upon-Sea Benjamin – ds. C.R. van der Toorn – Schriftlezing Psalm 145