Verschillende roepingen, één hemelse Koning
We lazen over Elia. En Obadja, de hofmeester van Achab. Een van de hoogste official. Hij had de leiding over het hele overheidsapparaat. De premier, zou je kunnen zeggen. Twee mensen met een verschillende taak. Toch ook: twee mensen die dezelfde Hemelse Koning dienen.
Elia aan de ene kant. Hij verzette zich fel tegen koning Achab. In 1 Koningen 16:30-33 staat dat hij een slechte koning was. Achab en Izebel hebben een program: ze willen de dienst aan God uitroeien. Ze rusten niet voordat iedereen buigt voor Baäl. Elia werd geroepen zich hier fel tegen te verzetten. Er zou geen regen komen. Dus droogte: honger, dood, verderf. De Heere wist hoezeer Achab hem haatte. Daarom moest hij zich verbergen. Eerst bij de beel Krith. Roofvogels kwamen Elia eten geven, dat is een wonder. Daarna in Zarfath, bij de weduwe.
Dan Obadja. Obed: dienaar van Jahweh. Dat is hij ook. Vers 3: nu vreesde Obadja de Heere zeer. Hij heeft een diep ontzag voor God. Als de Bijbel dat zegt, is dat iets heel positiefs. Vergelijk het met de bergen. In Chamonix, je klimt de berg op. Aan de zuidzijde zie je de Mont Blanc. Er valt niet mee te spotten. Hoeveel mensen zijn er niet al omgekomen? Je kunt ook niet spotten met de diepzee. Met de oceanen valt niet te spotten. Ga niet klakkeloos met de bergen om. Zo is het met God ook. Niemand is zo groot, machtig, trouw, genadig. Maar met God valt niet te spotten. Hoe meer je Hem leert kennen, hoe meer je onder de indruk laat.
Als God je vader is, ben je veilig. Een kind zegt: mijn vader kan alles. Bij je vader voel je je veilig.
Obadja heeft een hele hoge positie bij het hof van die goddeloze Achab. Dat kan alleen als je je principes overboord zet. Of je hebt een sterk roepingsbesef. Hij gebruikt zijn positie om mensen te redden. Hij heeft twee groepen profeten gered. In een grot. Er is hongersnood. Maar Obadja weet het te organiseren. Het is illegaal wat hij doet. Maar hij weet: dit is mijn roeping.
Is hij voor niemand bang? Je merkt in dit gedeelte, dat hij heel bang is. Elia zegt: ga je meester roepen. Hoe durft u? Stel dat de Geest van God u ergens anders heen brengt. Dan bent u weg. He, heb jij contact met Elia?! Dan zou Achab ontdekken dat hij in het verzet zit. Een held is iemand die doodsbang is maar toch doet wat er moet gebeuren. Door de kracht van God.
Twee mensen. De een profeteert en protesteert. De ander op een hoge positie. Allebei dienen ze met hun hele hart de Koning.
Hoeveel mensen hebben eigenlijk al niet voor dit soort dilemma’s gestaan? Wat moet ik doen? Ik las over de opa van Sybrand van Haersma Buma. Zijn opa was ook burgemeester. Die stond voor de vraag, wat moet ik doen? De vijand is aan de macht. Burgermeester blijven? Of aftreden? Haersma Buma was een oprecht christen. Hij koos ervoor aan te blijven. Hij droeg een speldje met de beeltenis van Wilhelmina. Hij werd opgepakt en omgebracht in Neuengamme. Het kan dus je dood betekenen. Alles komt dan op scherp te staan.
In Flevoland hebben partijen een akkoord gesloten om te gaan besturen met de PVV. In de achterban van de CU ligt dat gevoelig. De een zegt: samenwerken met de PVV kan echt niet, de ander zegt: dat moet je juist wel doen. Ik dacht, kijk, daar heb je Elia en Achab. Stel je kind wordt geselecteerd door Feyenoord, voor voetbal. In Qatar – dat is ook al zoiets – organiseerden Nederlandse voetballers bijeenkomsten om te bidden en bijbel lezen. Er ging een gigantisch getuigenis van uit.
Je kunt als Elia geroepen worden om te protesteren tegen misstanden. Of in een situatie met zonden waarin je toch iets goeds kunt doen.
Drie vragen moet je je stellen.
(1) Wat is je roeping? Het kan zijn dat je die al hebt. Je hebt werk. Of je doet vrijwilligerswerk. Je bent er niet voor niets, in die straat, in die functie. Of de plaats die je nu hebt nog niet ervaart als een roeping. Toeval bestaat toch niet? Je bent niet voor niks daar. Met die studie, dat werk of om daar te wonen. Wat is je roeping?
Misschien moet je anders gaan bidden. Heere, wat vraagt u op deze plek. Een roeping als Elia om te protesteren. Of als Obadja. Hoe kan je daar nu werken? Die vraag moet je serieus nemen. Het komt aan op Gods roeping voor jouw leven.
Misschien sta je op een kruispunt. Dan helpt deze geschiedenis. Paulus laat zien dat God ons verschillen heeft gemaakt. Met gaven. Je moet je nooit vergelijken met anderen. Nooit doen. Maar: wat wil God?
(2) Wat zijn de mogelijkheden en kansen die ik heb? Obadja benut de kansen. Welke kansen krijg jij? Ik heb een boek thuis, God in de stad (2011). Het gaat over Rotterdam. Over hoe mensen God dienen. In 2011. Het leven gaat door, toch lees ik een stukje voor. Het gaat over Jannie Hoogendoorn, docente Engels aan het Albeda College: (…)
Ik vind het een mooi stukje. Een oud-gereformeerde docente geroepen tussen moslimkinderen. Dat had ze nooit gedacht. Hoe kan je vingerafdrukken van Jezus achterlaten? Dat is de vraag. Wat zijn de kansen die ik krijg?
(3) Hoe kan ik een ander met een andere roeping steunen? Obadja steunt Elia en omgekeerd. Niet bang zijn, ik zal er zijn (vers 15). Weet u wat mij opvalt? Als christenen kunnen we zo hard zijn in ons oordeel over elkaar. Ik lees wel eens christelijke nieuwssites. Het is verbijsterend. Zo veroordelend. Ik schrik er vaak van. We hebben zeker Elia’s nodig. En Obadja’s: mensen die verantwoordelijkheid willen dragen, misschien wel vuile handen willen maken.
Goed luisteren. Is dit Gods weg met de ander? Niet te snel zeggen dat het niet deugt wat de ander doet. De Elia’s krijgen te horen: jij hebt makkelijk praten, jij staat aan de kant. Obadja krijgt te horen: je verloochent je principe.
God roept mensen met heel verschillende raken. Ik ben een vriend en metgezel van allen die Uw naam ootmoedig vrezen. Hoe kan ik de ander steunen, mijn broeder en zuster?
We hebben een Schepper. We hebben een Hemelse Vader. We dienen Hem als Heiland en Heere. Vanuit gehoorzaamheid aan Hem. Hij alleen is ons doel.
Amen.
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 2 juli 2023, 18.30 uur. Schriftlezing 1 Koningen 18:1-20 en 1 Korinthe 12:1-11.