Het volgen van de Heere Jezus Christus is niet hetzelfde als Hem nalopen. Vanmorgen wordt ons de spiegel voorgehouden met de drie mensen die Jezus op weg naar Jeruzalem tegenkomt. Een biedt zich spontaan aan om Hem te volgen maar weet niet wat hij zegt. De tweede krijgt de opdracht om Hem te volgen maar stelt niet de juiste prioriteiten. En de derde wil Hem volgen maar het is voorwaardelijk maar zit met zijn hart vast aan deze wereld. Waar is ons hart? Volgen wij de Heere Jezus Christus al op de enige Bijbelse wijze? ‘Leer mij naar Uw wil te handelen, ik zal dan in Uw waarheid wandelen’.
Lukas 9 vers 57-62: ‘[57] En het geschiedde op den weg, als zij reisden, dat een tot Hem zeide: Heere, ik zal U volgen, waar Gij ook heengaat. [58] En Jezus zeide tot hem: De vossen hebben holen, en de vogelen des hemels nesten; maar de Zoon des mensen heeft niet, waar Hij het hoofd nederlegge. [59] En Hij zeide tot een anderen: Volg Mij. Doch hij zeide: Heere, laat mij toe, dat ik heenga, en eerst mijn vader begrave. [60] Maar Jezus zeide tot hem: Laat de doden hun doden begraven; doch gij, ga heen en verkondig het Koninkrijk Gods. [61] En ook een ander zeide: Heere, ik zal U volgen; maar laat mij eerst toe, dat ik afscheid neme van degenen, die in mijn huis zijn. [62] En Jezus zeide tot hem: Niemand, die zijn hand aan den ploeg slaat, en ziet naar hetgeen achter is, is bekwaam tot het Koninkrijk Gods’.
Het volgen van Jezus
1. Een spontaan volgen;
2. Een geroepen volgen;
3. Een voorwaardelijk volgen.
Gemeente, in onze tekst gaat het over het volgen van de Heere Jezus en over de moeilijkheden die daaraan verbonden zijn. Velen denken dat het volgen van Jezus erg gemakkelijk gaat. Je stelt je hart voor Hem open en je gehoorzaamt Hem en volgt Hem. Punt uit. Niet zo moeilijk. Dat moet je gewoon doen. Een ander zegt: ik denk niet dat het zo gaat. Ik ben wat voorzichtiger. Het loopt niet zo hart. Ik zie het nog wel. Als het nood in het hart wordt, dan ga ik Hem volgen.
Een ander wordt zo geschud en heen en weer geslingerd als men ziet op de consequenties. Als het gaat om het volgen van de Heere Jezus dan komt heel ons hart in opstand. Navolging van Christus is iets heel anders dan Hem na te lopen. De namen van de drie van de tekst zijn ons onbekend. Wel kregen ze alle drie een passend antwoord. Kom laten wij deze drie mensen volgen. En ons in ons hart afvragen of wij de Heere Jezus volgen op een Bijbelse wijze.
1. Een spontaan volgen
Een zeide tot Hem: Heere, ik zal U volgen. Mattheüs zegt dat het een Farizeeër was. Lukas zegt iemand. Het doet er niet toe. Het klinkt heel spontaan: ik zal U volgen. Jezus had hem niet eens geroepen. Deze man zegt spontaan: ik zal U volgen. Jezus heeft zo’n diepe indruk gemaakt dat deze man Hem overal wilde volgen. Duizenden wilden dit niet. Misschien denkt u: dit is het. Dit is nog eens een hartelijke man.
Maar u weet het: volgen is iets anders dan nalopen. Velen liepen Hem na. Die van de broden hadden gegeten, of de genezingen van de zieken gezien. Echte volgelingen die Hem met hun hart lief hadden waren er nog niet eens zo veel. Het waren maar een handje discipelen en vrouwen. Het Evangelie leert ons dat wij Hem echt niet uit onszelf volgen. Tenzij de Vader ons tot Hem trekt, anders niet.
Deze man wil volgen in leven en sterven. Wel spontaan maar hij kent zijn eigen hart niet. Daarom weet de arme man niet wat hij zegt. Hij wist helemaal niet dat Hij op reis was naar Jeruzalem. Wat kan een mens snel iets zeggen wat hij niet kan nakomen. Luister goed, Jezus zegt dat de vossen holen hebben, de vogels nesten maar de Zoon des mensen heeft geen plaats waar Hij Zijn hoofd neder kan leggen.
Hij moedigt hem niet aan en stoot hem niet af. Schoon hè. Jezus zegt alleen hoe het met Hem op aarde niet gaat. Hij die de Heere en erfgenaam van de schepping is komt de beste plaats op aarde toe maar Hij heeft niet. Toen Hij geboren werd in Bethlehem was er geen plaats voor Hem. Dat is zo gebleven. Geen eigen huis. Geen plekje om je hoofd neer te leggen. Jakob bij Bethel. Die had nog een steen.
Hij stelt Zich zelfs onder de dieren. Waarom? Om ons zondaren. Hij heeft Zichzelf vernietigend, de gestalte van een dienstknecht aangenomen. Vernederd van kribbe naar kruis. Gekropen als een worm en geen man in Gethsamané. Vader, laat deze drinkbeker aan Mij voorbijgaan bad Hij.
Voor welke mensen geldt dit? Ik ben een groot beest, zoals Asaf zei. Zulken gaat Hij nu leren op Zijn wonderlijke leerschool hoe zij Hem moeten volgen. Hij houdt eerlijk deze man de consequenties voor. Alle aarde verwachtingen spatten uiteen. De schijngelovigen haken hier af. Een aangrijpend voorbeeld vindt ik altijd weer de rijke jongeling. Jezus beminde hem. Waarom verkoopt de rijke jongeling zijn schatten niet? Hij ging bedroeft weg. Hij had vele goederen waar hij met zijn hart aan vast zat. Zijn liefde voor God ontbrak. De droefheid naar de wereld werkt de dood.
We zien het ook in Johannes 6 waar Hij van Zichzelf getuigd. Ik ben het Brood des levens dat uit de hemel nederdaalt. De Joden worden boos: is deze niet de zoon van Jozef de timmerman uit Nazareth. Wat is dan hun reactie? Deze rede is hart. Moeilijk. Hart. En het resultaat? Kijk eens. Van toen af gingen velen van Zijn discipelen van Hem af. Ik ben er helemaal klaar mee.
Hier ligt nu de ergernis van het Evangelie. Dat dient in de zuiverheid van de prediking aan de orde te komen. Paulus: het Evangelie is niet naar de mens maar wel vóór de mens, ten behoeve van de mens. Een kruis door ons natuurlijk bestaan. Vult u maar in. Wie wil de Heere Jezus niet volgen? Natuurlijk wilt u dat. Maar uw eigen leven wilt u niets veranderen. Komt Hij te dichtbij, dan wijs ik Hem af. Maar dat kan, daar is het worden glashelder in.
Het kan niet. Wie Mij wil volgen, die verloochenen zichzelf. Het Woord wordt niet verkondigd om ons van Hem af te houden maar om ons te ontdekken aan onszelf. En Hem nederig te voet zouden vallen. En kinderlijk smeken: mag ik op Uw leerschool komen. Ik ben zo dwaas, ik heb zo’n donker hart. Ach, tot wie zou ik anders heengaan? Ik heb van U gehoord. Dat U het eeuwige Leven ben. Leer mij hoe ik U volgen moet.
Kinderen, jullie gaan morgen naar de basisschool. Misschien voor het eerst of weer. Ik was dan altijd een beetje zenuwachtig. Je mag de Heere vragen om alles wat je nodig hebt. En ook voor de juffen en meesters dat ze de liefde in het hart geven om het onderwijs te geven. Lieve Heere, ai maak mij Uwe wegen door Uw Woord en Geest bekend. Leer Mij hoe ik wandelen moet. Die grote Leraar pakt je beide handjes. Ik zal je onderwijzen. Ik zal raad geven en Mijn oog zal op u zijn.
Dan krijg je volgbare eigenschappen. Dan zit je als het ware aan Zijn voeten. Als een spons dat het hemelse water inzuigt. Dan wordt Hij je Raadsman en Leidsman. Dan word je het gelukkigste jongen of meisje op aarde. Als je straks sterft, jong of ouder, dan kom je eeuwig bij Hem aan.
2. Een geroepen volgen
Hij zeide tot een ander: volg Mij. Hoort u het? Een duidelijk verschil. Die eerste bood zich spontaan aan, deze wordt door Jezus geroepen. Mattheüs zegt dat het een van de discipelen was van buiten de kring van de twaalf discipelen. Om zo te volgen als discipelen. Wat was zijn reactie? Laat mij eerst toe mijn vader te begraven. Hij wil wel, tenminste, eerst nog iets anders doen.
Zijn vader was gestorven al schrijft een andere verklaarder dat de vader nog niet gestorven was. Wij zouden zeggen deze man heeft toch wel een geldig excuus? Eerst keurig zijn vader begraven. Daarna was hij toch van ganse hart bereid Jezus te volgen. Ouders gehoorzaam zijn was toch het gebod met een belofte? Jawel maar let op! Deze man vraagt niet ootmoedig om uitstel maar hij eist, hij gebiedt. Laat mij eerst toe dat ik mijn vader begraven. Jezus’ antwoord: laat de doden hun doden begraven.
Het betekent toch niet dat een kind zijn vader niet mag begraven? Het gaat om geestelijk doden. Met de tweede doden zijn bedoeld de lichamelijke doden. Laat de geestelijk doden, die niets anders te doen hebben, de begrafenis regelen tot in de puntjes. Maar u hebt wat anders te doen. Ga heen om het Evangelie te verkondigen. Grote haast bij. Geen enkele arbeider kan gemist worden.
U weet dat eerst het Evangelie onder de Joden moest worden verkondigd en daarna uitgezonden. Jezus zegt het tot de zeventig. De oogst is wel groot maar de arbeiders zijn weinig. Deze man wordt geroepen om het Woord te verkondigen. Dat aloude Woord dat levend maakt die geestelijk dood. Jezus laat zien dat het hoog-heilige Woord zwaarder weegt dan het begraven van zijn vader. Anders zou zijn Vader te kort worden gedaan.
Wat het zwaarste is moet het zwaarste wegen. Jezus weet, die gekomen is met ontfermende liefde, dat er velen wankelen ten dode. Wat heeft de hoogste prioriteit? Bekeert u want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. Want alzo lief heeft God de wereld gehad opdat een iegelijk die in Hem gelooft niet verderve maar het eeuwige leven hebbe.
3. Een voorwaardelijk volgen
Daar komt de derde man. Deze man meldt zich net als de derde man heel spontaan. Ik zal u volgen maar… laat mij eerst toe om afscheid nemen van de mensen in zijn huis. Hij wil wel volgen maar eerst afscheid nemen van ouders, broers en zussen. Wij noemen dit een voorwaardelijk volgen. Hij komt met de overtuiging dat Jezus dit zal toelaten. Dit is toch heel normaal?
Elisa die aan het ploegen was met een juk os, die mocht toch ook eerst afscheid nemen van zijn familie, voor hij met Elia meeging. Dat is waar. Maar de meerdere Elia laat het niet. Het Koninkrijk heeft grote haast. Jezus weet dat zijn hart meer ligt bij zijn huisgenoten dan bij het Koninkrijk. Jezus kent het hart. Z’n huisgenoten zouden hem overhalen en dan komt hij niet meer terug. Ook hier moet Jezus op de klank af duidelijk zijn.
Niemand is bekwaam om zijn hand aan de ploeg te slaan die achteromziet. Wat ligt hier voor onderwijs in? Het is onmogelijk om de Heere te volgen met een gedeeld hart. Het gaat om een heel hart. Mijn zoon, mijn dochter, krachtens het verbond apart gezet, geef mij uw hart. Je boze hart, je opstandige hart. Ik zal je een nieuw hart geven. Ik zal geven dat je van harte in mijn wegen zult wandelen. In voorspoed en tegenspoed. In leven en in sterven.
We kunnen onmogelijk volgen of de wereld. Het is of/of. Niet de Heere en de wereld. Wie een vriend is van de wereld, als daar je hart is, dan ligt daar je hart. O wat zien we dat bij de vrouw van Lot. Behoud u om uws levens wil. Je ziet het als het ware voor je. De engelen moesten Lot en zijn vrouw als het ware trekken. Uitgeleid op weg naar het Zoar der behoudenis. Wat doet de vrouw van Lot? Ze kijkt achterom naar Sodom waar haar hart lag. Wat gebeurt er? Iets heel ergs. Ze wordt een zoutpilaar. Een soort mummie.
Uit het Sodom getrokken op weg naar Zoar en toch eeuwig omgekomen. Waarom wordt die vrouw zo ernstig gestraft? U hebt het al gezegd, dominee. Die vrouw had geen liefde tot God maar tot Sodom. Bij Lot wel liefde tot God in zijn hart. Daar komt zo de vraag op u af. Waar ligt uw hart? Hoelang hingt u op twee gedachten? Hoelang zul je ermee doorgaan. Gedenk aan de vrouw van Lot. Een baken in de zee. Daarom kies heden die u zult dienen. Volg Hem dan na. Daar krijg je nooit spijt van. Kies heden die u dienen zult. Als u de wereld wilt volgen, doe dat dan. Maar bedenk een ding: de wereld gaat voorbij. Maar wie Hem volgt, die blijft in eeuwigheid.
Niemand die de hand aan de ploeg slaat die achterom zoekt is bekwaam. Ik hoor iemand hier zuchten of voor de kerktelefoon. Ik zit zo vast aan de wereld. Ik kan zo niet sterven. Ik kom maar niet los van al die banden. Het lijkt wel alsof ik maar meer en meer gesnoerd wordt. En aan de andere kant moet ik ook zeggen: het leven bevalt me nu wel goed. Ik weet wat ik heb en dan weet ik niet wat ik terugkrijg. Ik heb geen tijd. Houd toch op.
Die Corona. Dat zet toch alles op z’n kop. Ik heb het zo druk. Ik ga naar school. Zoveel huiswerk. Examen dit jaar. Een ander zegt: ik heb verkering. Hopen te trouwen. Hoe financieren we het? Later. Houd toch op. Als het Corona over is. Later. Maar?! U en ik weten niet of een later komt. We kunnen ieder ogenblik sterven. Ben je dan bereid? Heb je dan een Borg voor je schuld en een God voor je hart? Zo ja, dan zul je horen komt in u gezegende Mijns Vaders. Maar zo niet, dan zullen we Christus als een Rechter ontmoeten. Ga weg van Mij.
Vreselijk om zo de weg geweten te hebben. Onder het aanbod van genade te zijn geweest en zo te moeten sterven. Ik heb niet gewild. En dan te laat, voor eeuwig te laat. De Bijbel spreekt nooit over later maar wel over heden. Heden, zoek Mij en leef. Verhardt uw harten niet maar laat u leiden. Door die bereidwillige Zaligmaker die de meest onbereidwillige bereid te maken.
Nu zijn er onder ons die iets van dat opeisende recht begrijpen. Maar ik kan mij niet bekeren. Dan loop je vast. Zie op Mij. Wanhoop niet aan Mij. Doe jezelf geen kwaad. Bij Mij zijn geen hopeloze gevallen. Wat bij de mensen onmogelijk is, is mogelijk bij Mij. Als Hij mij zo roept, en wij verstaan die nodiging en roeping, dan geeft Hij die genade en liefde om Hem te volgen. Dan doet Hij het.
Een voorbeeld? Levi. Jezus ziet hem zitten in het tolhuis. Twee woordjes: volg Mij. En hij alles verlatende stond terstond op en volgde Hem. En tot slot. Als wij door wederbarende, vernieuwende genade op de leerschool van de Heere Jezus zijn gekomen, gaat het volgen dan vanzelf? Van een leien dakje? Was dat maar waar. Daarom zei men, ook in Putten denk ik, welkom in de strijd. Die volharden zal tot het einde zal zalig worden.
Volgt Mij na en Ik zal u vissers der mensen maken. Ze hadden Hem gevolgd in de wedergeboorte. Zaligmakend. Jezus zet er een stempel op. Vlees en bloed hebben u dat niet geopenbaard maar Mijn Vader in de hemel. Ze kleefden Hem na. Ze liepen Hem na als bruilofskinderen. Kent u die tijd ook of spreek ik Spaans? Maar ze waren nog stekeblind over Zijn gang van lijden en sterven. Petrus zegt het, ook namens de anderen, ik zal met U sterven. Maar we kennen Petrus’ zwakheid dat hij Jezus verloochent: ik ken de Mens niet.
Petrus heeft Hem lief omdat Hij hem eerst liefgehad heeft. Petrus had zich er helemaal buiten gezondigd. Maar nou het wonder: Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet zou opvatten. Hij lag vast, mensen, in die handen van de biddende Heilanden. Het ligt teer hoor. Het kan naar binnenslaan. Die volharding van de heiligen ligt vast in Hem. Niet in onszelf, dan was het eeuwig kwijt. Zo worden ze eeuwig thuisgehaald. Hij heeft Zichzelf helemaal gegeven als een kostprijs voor velen. Het kostte Hem alles, Zijn alles.
Hij heeft nooit gezegd: Ik zal eerst dit of dat. Wel zei Hij eens tegen Johannes die Hem weigerde te dopen: laat nu af want het betaamt ons alle gerechtigheden te vervullen. Waar Hij ging aan het kruis, daar konden de Zijnen niet gaan. Hij heeft de pers ondergaan. Alleen. Hij die de Eerste is, de Getrouwe, Die het ook doen zal. Dat leert nou iedere discipel met vallen en opstaan verstaan. Ze gaan met Paulus verstaan alles schade en drek te achten om de uitnemendheid der kennis van Jezus Christus. Ik jaag ernaar, of ik het ook grijpen mocht. Daarom zingen al de volgelingen van de Heere Jezus, klein en groot, ‘leer mij naar Uw wil te handelen, ik zal dan in Uw waarheid wandelen, neig mijn hart en voeg het samen, tot de vrees van Uwen Naam’. Amen.
Zondag 30 augustus 2020 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – ds. C.M. Buijs – Schriftlezing Lukas 9 vers 51-62