Het is de Heere Jezus die de kinderen uitnodigt om tot Hem te komen. Maar de discipelen verhinderen ze en zo kunnen wij ook een verhindering zijn. Ook klinkt een troostrijke bemoediging: want derzulken is het Koninkrijk van God. Worden als een kind, een kind van God.
Markus 10 vers 14b: ‘Laat de kinderen tot Mij komen en verhindert ze niet, want derzulken is het Koninkrijk Gods‘.
Worden als een kind
Wat moet het toch van onze kinderen worden? Gemeente, denkt u dat ook weleens in deze tijd. Wat roepen de zonden. We hebben toch geen oogkleppen op. Wat moeten de jongeren wel niet horen. Zelfs van overheidswege allerlei vormen van zedeloosheid. Neigt niet alles naar het oordeel in deze tijd.
Je kunt nog dichterbij komen. Wie zal een reine geven uit een onreine? Wij ouders, grootouders. Ze erven zonden van ons, leggen we er genade in?! Hoe moeten ze geborgen worden? Dat is het Evangelie dat hier zichtbaar is gemaakt.
Is dat mogelijk geborgenheid voor onze kinderen? Ja, zeker. De sacramenten hebben zekerheid in zich. Misschien denk je aan atoomoorlog, schuilkelder in Oekraïne. Je kunt beter denken aan de Schuilplaats van de Allerhoogste.
Het is een boodschap voor ouders en kinderen
- Een vriendelijke nodiging;
- Een verderfelijke verhindering;
- De troostrijke bemoediging.
1. Een vriendelijke nodiging
Het is best vermoeiend geweest voor de Heere Jezus met Farizeeën en Schriftgeleerden. Het is als ploegen op rotsen. Het ging over het huwelijk. Of het een man geoorloofd is een vrouw te verlaten. Hen verzoekende staat er. Na dat vermoeiende gesprek is het niet teveel voor Hem om de kinderen te ontvangen.
Het staat er tot drie keer. De discipelen bestrafte ze dat ze de kinderen brachten. Maar Hij zegt verhindert ze niet. Handen opleggen. Aanraken. Contact. Hij ontving ze in Zijn armen. En Lukas zegt dan verder de discipelen bestrafte ze maar Jezus riep ze laat de kinderen tot Mij komen. Laat ze tot Mij komen. Want derzulken is het Koninkrijk van God.
Een vers: ‘Eens brachten de moeders de kinderen tot Jezus’. Maar dat staat er niet in de Bijbel. Dat heb ik laat gezegd: Ik denk dat God meer kinderen bekeert door het werk wat moeders met hun kinderen doen dan dominees. Ook vaders. Maar wat denkt u van een ongetrouwde tante. Ik hoop dat zij ook de kinderen in het gebed meeneemt. En oom ook. De gemeente altijd oog voor de kinderen.
Dat verhinderen, dat vertoornt de Heere staat er zelfs. Nood leert bidden. Die tekst ken ik niet. Want er zijn er die ook gaan vloeken. Nood leert niet bidden, God leert het ze. Er zijn er wel in de oorlog. Zalig hij die in leven Jakobs God ter hulpe heeft, die door de nood gedreven. Roep in uw nood tot God uw Heer, zo staat er in de vijftigste Psalm.
Moet u wachten op oorlog hier? Nee, ook in de goede dagen. Ik weet wel dat mensen het niet doen tenzij ze overtuigd worden dat het nodig is. Je zoekt geen schuilplaats als het mooi weer is. Maar als het onweert en hagelt, dan wil je wel graag in een schuilplaats. Ik hoop niet dat u zo leeft alsof u hier altijd blijft met uw kinderen.
Je hebt wel overtuiging nodig. Je mag tot Hem zoeken. Het is erg als je het niet doet. Ik zie kinderen zitten, ook heel klein. Heel fijn. Je begrijpt niet alles maar papa en mama zullen het je wel vertellen. Weet je wat ze met je doen als ze met je bidden. Ik hoop dat ze dat doen. Dan je naar de Heere brengen.
Nieuw hartje geven. Dat kunnen ouders er niet in leggen. Daarom gaan ze naar Hem. De Heere die nodigt ons, dan ben je zeker welkom. Laat de kinderen tot Mij komen. Ik zie in dat komen twee dingen: een overtuiging, mijn kind wordt niet gelukkig zonder de Heere. Overtuiging van de zonden. Moet ik nog erger zeggen? Doopformulier. Kinderen des toorns. Die overtuiging heb je echt nodig.
Het andere wat ik erin zie is vertrouwen. Je vlucht alleen naar iemand die je vertrouwt. Ik hoop zo dat je met verwachting en vertrouwen bent gekomen doopouders. Ouders, neem toch een voorbeeld van de ouders in de Bijbel. David zegt ik ben op de Heere aangeworpen van de buik van mijn moeder aan. Die ouders konden het kind niet zalig maken. Met die jonge David naar de Heere gevlucht.
Ik ben van de buik minner moeder aangeworpen. De Heere kan zo jong werken. In de buik al. Weet je wie ook heel jong was? Mozes. Kan twee, drie jaar geweest zijn aan de borst. Ik denk dat moeder Jochebed met de kleine Mozes tot de Heere gebeden. Voorbeelden van ouders. Vader van de maanzieke knaap. Verscheurd van een bange geest. Ik geloof, breng mijn ongeloof te hulp. Die hoofdman van die zieke knecht. En die kwam voor haar dochter in Syro Fenicische.
En vanuit de kerkgeschiedenis weten we van de moeder van Augustinus, Monica. Ik hoop dat er nog veel zijn die hun taak verstaan. Ouders, oom, tantes, gemeenteleden, breng je elke dag bij de Heere.
2. Een verderfelijke verhindering
Welke slechte mensen gaan dat tegenhouden? De discipelen?! Knechten van de Heere. Maar de Heere gaat hen vermanen. Het lijkt dat ze iets goed doen. Petrus trok zijn zwaard en sloeg het oor van Malchus af. Petrus, trek uw zwaard in uw schede. Leer mij naar Uw wil te handelen. De discipelen denken dat ze goed doen door de kinderen van de Heere af te houden. Kinderen kunnen huilen. Maar ik hoop dat u ze meeneemt naar de kerk.
Maar kinderen moet je niet weghouden. Kinderen begrijpen het niet, zeggen we te gauw. Wanneer de teksten geleerd? Als je ze niet begreep maar toch bleven hangen. Psalmen begrijpen ze niet altijd. Maar begrijpen ze het niet, onthouden ze het toch. Is het ook niet na deze zult u het verstaan.
De Heere Jezus nam het de kwalijk. Calvijn zegt zelfs dat de Heere toornig op hen werd. Als u een hindernis bent voor kinderen. De Heere is daar vertoornt over. Neem ik ze altijd mee in het gebed? Hebben we allemaal hart en oog voor de jeugd?
Zal ik een voorbeeld geven. Als er in huis niet over de Heere wordt verteld. Als er formuliergebeden wordt. Je moet met je hart bidden. Al is het met kreupele woorden. Als het allemaal maar vormelijke dienst is. Voelt u niet dat u een grote verhindering bent voor de kinderen. Sommige geven ze dan boeken, er staan geen vloeken in maar daarmee zijn ze nog niet christelijk.
Hoeveel wordt er niet gepresenteerd van een leven zonder God. Ik mocht van mijn ouders niet de Donald Duck lezen. Want er wordt een leven gepresenteerd van geluk zonder God. Is het doodzwijgen van de Godsdienst geen verhindering van de Heere tot het zoeken van de Heere.
Sommige voeden op met een wettische opvoeding. Ouders verwekt ze niet tot toorn. Alsof er geen positieve zaken zijn in het leven met de Heere. Wat een verhindering als er schijnvroomheid is in een gezin. Als je niet oprecht bent. Kinderen zien daar dwars doorheen.
Sommige hebben een werelds leven. Zeg maar allerlei afgoden. God vindt je er niet in. Wat een verhindering ben je voor je kinderen. Als het een leven is waarin kwaad geen kwaad is en goed geen goed. Sommige praten er wel over maar altijd kritiek. Kritische gezindheid. Moet je niet verbazen als je kinderen de kerk verlaten.
Kinderen des Heere, u kunt ook een verhindering zijn. Die man gaat wel aan het Avondmaal maar heeft het er nooit over. Die vrouw. Maar geen vruchten. Maar die kinderen al leren leven tot Zijn eer. Als je oren en ogen hebt, dan zie je al iets van de grootheid van de Heere in het leven van de kinderen. Hosanna gezegend zij de Heere. Kom kinderen kunnen dat al leren als de ouders het de kinderen het hebben verteld.
3. De troostrijke bemoediging
Daar volgt gemeente nog een troostrijke bemoediging. Verklarend: want derzulken. Die als kind worden. Als een kind worden. Begrijpen kinderen misschien niet als ouderen mensen bekeerd worden, dan worden ze een kind van God. Waarom dan? Mattheüs 18. Daar zegt de Heere Jezus eigenlijk dat iedereen moet worden als een kind.
Stelde een kind in het midden. Voorwaar als u niet wordt gelijk een kind, dan zult u het Koninkrijk van God niet binnengaan. Jonge kinderen kunnen een kind van God worden.
Dordtse vaderen in het zeventiende artikel. Dat gelovige ouders niet moeten twijfelen dat de Heere het kind tot hen neemt. Het gaat over gelovige ouders. Zoals de ouders van David hem bij de Heere hebben gebracht. Op een kind gelijken. Een kind kan zo vertrouwen.
Vertrouw op de Heere, steun op uw verstand niet. Niet redeneren. Beter de vingers in de oren stoppen als de duivel komt. Kinderen oprecht gemaakt. Nederig. Ootmoedig. Klein. Geen groter goed mij nederig maakt, en maakt klein, zegt Datheen. Als je de eenvoudigste bent. Hoef je echt geen titel te hebben voor je naam. Jawel verstandelijke handicap kan je hebben, geestelijke handicap hebben we allemaal.
Maar het dwaze der wereld heeft God uitverkoren opdat Hij wijze beschamen zou. Opdat geen vlees zou roemen voor Hem. Als je door bekering tot een kind gemaakt wordt, dat is het geluk. Wat een boodschap, ook voor jullie jongens en meisjes. Hoe kun je echt gelukkig worden? Een kind van God te zijn.
Opdat er werkzaamheden zijn dat kinderen kind van God worden en zelf ook ingesloten worden. Want derzulken, hoort u erbij, is het Koninkrijk.
Amen.
Zondag 22 mei 2022 – Salemkerk Gereformeerde Gemeente Lisse – ds. C.J. Meeuse – Schriftlezing Markus 10 vers 1-16