Ds. C. Gielen

HHK Putten, 19 juli 2015, 9.30 uur

 

Spreuken 4:23

Behoed uw hart

  1. Voor de zonde die aan de deur ligt
  2. Voor Christus die aan de deur staat

Behoed uw hart boven al wat te bewaren is. Gemeente, als Jezus, als de hoogste profeet en leraar, getuigenis geeft wat in het hart van alle mensen leeft, zegt Hij: uit het hart komen voort kwade gedachten, overspel, hoererij, doodslag, valse getuigenis en lasteringen. Dat is het centrum en de bron van waaruit wij allen leven, na onze natuurlijke geboorte. En die bron is van waaruit je denkt, gevoelt, dat is totaliteit van je hart. Deze bron die leidt je ogen, oren, handen en je voeten. Daardoor wordt alles bepaald. En een vuile bron, zegt de Heere Jezus, kan nooit geen schoon water voortbrengen. Slechte boom kan nooit geen goede vruchten geven.

Dat is nu waar het vanmorgen over gaat. De Heere weet wat maaksel wij zijn. De Heere komt heel dicht bij, bij ieder van ons, jongere en oudere. Behoed uw hart. Wat een genade, ontferming dat Hij dat uitdraagt. Waarschuwen. Weet wat in ons hart is. Weet wat in leven is. Ons laten leiden. We kunnen denken dat we hart verborgen kunnen houden, buurman kan dat toch niet zien, nou maar je hart komt openbaar in je ogen, oren, in je handen, in je voeten. Waar zien je ogen naar? Waar willen je oren naar horen? Waar brengen je voeten je? Komt voort uit je hart. Bij elkaar weten we wat er in je hart leeft. Bron is ons hart. Daarom onze eerste gedachte: Behoed uw hart voor de zonde die aan de deur ligt. Kaïn door de Heere gewaarschuwd wordt: ga niet verder in je gedachten. Begint met zien, denken. Zag Abel. Wist in zijn hart, Abel rechtvaardiger was. Iedere keer geconfronteerd werd wilde hij wegdoen. Daarom sloeg hij Abel dood. Ogen gingen zien, handen zoeken naar wapen, voeten brachten hem tot moorddaad. Kaïn, de zonde ligt aan de deur, Behoed uw hart! Niet gehoord, gewoon doorgegaan.

Salomo spreekt op allerlei manieren over wijsheid. Ging eens langs akker lui mens, wijngaard verstandeloos man. Wijngaard in Israël ommuurd, van stenen, opgestapeld want de vossen kwamen altijd om de wijngaard te verderven. Daarom muur, uitzichttoren om te zien en alles wat maar binnen dacht te komen om dat te weerhouden. En ik kwam langs een akker van een lui mens, wijngaard verstandeloos mens. Muur afgebrokkeld. Kunt u denken: wat voor vruchten daar gevonden worden? En op akker groeien? Bijbel geeft antwoord: doornen, distelen, onkruid. Overvloedig aanwezig. Salomo zegt: als ik dit zag, ter harte genomen, wijsheid uit getrokken en ik heb tot mezelf gezegd: Behoed uw hart. Niet alzo vervalt in luiheid, verstandeloos handelen in je leven.

Gemeente in de morgengloren van de Schepping, dagen dat alles Heere tot aanschijn riep, getuigde van volheid, majesteit, Koninklijke wijsheid, kreeg de mens een plaats. En waar richtte zijn hart zich op? Gods beeld en gelijkenis was in ons. Alzo geschapen naar beeld en gelijkenis Schepper. Hart vervuld met heilbespiegelingen. Mond volkomen mee vervuld. En wat denk je? In ogen? Opzien tot Schepper? Oren? Stem te horen in ruisen van zachte stilte, in nabijheid te mogen leven. Handen begeerden te omhelzen, voeten in Zijn wegen wandelen. Zo vol van rijkdom en majesteit. Wat moet dat een geweldige heerlijkheid zijn geweest. Zodanig, als het Woord over spreekt, heimwee daarna zou krijgen. Maar, ogen vervuld met Zijn beeld, hart en uitgangen van het leven waren geheel en al voor de Heere onze God. Aanhankelijk, afhankelijk, vol van majesteit en overgave. Hem te volgen met volkomen hart. Behoed uw hart! Mij liefhebben boven alles. Ja Heere, dat zullen we doen. Ogen, oren, handen, niets anders te begeren.

Behoed uw hart. Ik hoef niet zoveel van te zeggen. Waarmee begonnen? Met oren. Leugenaar. Mensenmoordenaar: is het ook dat God gezegd heeft. Vandaag de dag boekjes: geloof je dat nog? Is hetzelfde! Ben je ervan overtuigd? Rijkdom wel werkelijk je deel zal zijn! Weet je het wel zeker? Is God eigenlijk wel zo goed? Is het ook? Daar begint het. Richt hij de ogen op bomen van het woud, paradijs. Van geen enkele boom eten. En, geloof je dan nog? Nee, da’s niet waar zegt Eva. Alle bomen mogen we nemen en eten, zien en tasten, eten en wandelen. Behalve tot die ene. Daarvan God zegt: betoon nou je gehoorzaamheid en overgave aan Mij, liefhebt boven alles, door niet te nemen van die ene!

Maar, je zal niet sterven hoor. Je zal leven! Leven! Je zult als God zijn. Zelf bepalen. Gemeente, moet ik nog meer uitleggen? Is de wereld van vandaag. In staan en leven. Kinderen, jongeren, ouderen. Waar alles op gericht? Zoals de duivel is. In de beginne, ogen trekken. Vrucht begeerlijk. Twijfel zaaien. Is dat waar? Je gaat wel naar de kerk, is het waar, kom je er verder mee? Is toch niet meer van deze tijd? Bij Woord van God? Ouderwetse Bijbel enzo. Vloed over onze kinderen en jongeren en satan gebruikt de uitgangen van het hart om het hart te bereiken. Niet zomaar hart knop omzetten, maar hij gaat zich toeleggen op uitgangen van het hart. Ogen zien, oren horen, handen tasten. Eva nam en at. Adam nam en at. En ze werden gewaar dat ze naakt waren. Voeten heen? In schulderkentenis tot Schepper? Nee nee, achter de struiken. Verborgen. Net doen alsof niets gedaan. Nooit meer iets van God weten, zien, horen. Dat was de bedoeling. Wat doet de duivel nu? Kinderen? Wat doet hij nu? Hij begeert via je ogen probeert hij bij je binnen te komen. Laat je bezig zijn. En via je oren wil je voeden van eigen natuur zo graag wil horen. Catechisanten met knopjes in d’r oren. Niet pijn in de oren, krijgen ze wel, maar, ja maar dominee, we hebben preek op staan. O, ja ja. Dichterbij. Boenke boenke boenk. En je ogen, wat begeren die te zien? Gamen. Game nog mooier dan de andere. Uren, uren, uren. Maar niet alleen kinderen. Opa voor de televisie of voor de computer. En internet, op wegen begeeft. Handen tasten, voeten gaan over internationale wegen en toestanden. Duistere praktijken die openbaar komen soms. Meer en meer en meer. En de satan neemt het hart in beslag. Wat een voorrecht, kinderen, jongeren dat de Heere nu vanmorgen naar ons toekomt: Behoed uw hart. Ik weet wat erin is. Ik weet welke natuur dat je draagt. Net eender als Adam. Meer horen, tasten, naar zich toetrekken. Wat zien we in de wereld om ons heen? Vele dingen zien. Uitgangen door satan gebruikt om hart helemaal in beslag te nemen. Zie je dat uur aan een stuk, mobieltjes, vriendinnetje gegeten heeft, vriendje nog gaat doen, is toch geweldig, allemaal toch weet? En de Heere Jezus zegt: Behoed uw hart. Boven al wat te waren is. Ogenblik bij stilstaat, daartoe bloed heeft gegeven, daartoe de volle rijkdom en heerlijkheid die Hij had bij de Vader, gekomen is, om hier een weg te banen, te openen opdat harten vervuld worden met de volheid van Zijn rijkdom. Wie heeft Zijn hart bewaard dan Hij?

En het kan ook zo zijn, gemeente, nou, met die mobieltjes, internet heb ik niets mee. Maar geen andere dingen moeite mee? Zelfs zo: Mijn volk begeert wel bepaalde profeten te horen, wel dingen in stand houden, maar hun hart houdt Zich verre van Mij! Spreken wel, laten blijken toch wel daarin leven willen inrichten, maar hun hart dat houdt Zich verre van Mij. Onze mond heeft ooit de belijdenis afgelegd. En? En? Zijn het uw ogen, oren die zich laten voeden door het Woord? En uw voeten alzo tot deze plaatsen, waar Woord uitgelegd wordt, opdat Heilige Geest deze waarheid in uw hart plant. Want geloof uit het gehoor! Zo kan het ook zijn, in dagen Heere Jezus, Christus. Farizeeën en Schriftgeleerden, op en top godsdienstig. Saulus, op en top, dacht Gode een welbehagelijk werk te doen. Heere Jezus zegt: Saul, Saul wat vervolg je Mij? Je begeeft je op wegen die geen wegen tot zaligheid zijn! Jezelf bouwen en opbouwen, maar daarin geen ingang in het eeuwig koninkrijk.

En u zegt ja, maar als u eens wist wat eens in mijn hart is, mijn hart is uitgegaan, via ogen, oren, handen, voeten en nu hier voor Gods aangezicht. Ja, voor Gods aangezicht. Hij uw hart doorgrond en kent. Nochtans: Behoed uw hart.  Hoe bent u dan hier? Gemeente? Godsdienstig, kerkelijk, christelijk? Of zegt u: echt mijn hart zou kunnen doorgronden, dan zien dat ik liever niet zou zeggen tegen andere mensen, dit in mijn hart omgaat, dan vele van mij afkeren. Door woorden kan ik het aardig verbergen. Door gang in het leven kan ik laten zien dat ik ernstig ben. Loslaten, dan langzaam bij tweede gedachte. Zonden. Godsdienstige zonden, ernstige zonden, oppervlakkig, een ding zeggen we tegen elkaar: in zonde ontvangen en geboren. Allerhande ellende onderworpen, ja aan de verdoemenis zelve. Tenzij. Daar hoop ik vanmiddag de nadruk aan te geven.] Hoe bent u nu hier? Heere Jezus gaat zeggen in tweede punt gaat zeggen: mijn zoon, dochter, geef Mij je hart. Ja maar dat kan niet. Als u weet wat er in mijn hart is, dan zou U toch niet om mijn hart vragen! Ongerechtigheid in mijn hart. Duidelijk wat mijn ogen willen zien, voeten mij heenbrengen. Niet alleen op zaterdagavond, maar dagen van het leven, dan zou U toch met mij geen bemoeienis willen hebben? Uw rug naar mijn leven toekeren? In die gedachte gekomen en van geschrokken? Wat in Woord geopenbaard is, maar nu zegt de Heere Jezus vanmorgen: geef Mij je hart. Zo onrein, onheilig, zo onrechtvaardig, zo ongehoorzaam, zo met dingen van beneden bezet en vervuld, geef Mij nu dat hart. Dan zal Ik het vernieuwen. Vernieuwd worden naar gemoed, Paulus gesproken heeft. Leg je hart nu in Mijn handen, zal Ik het vervullen. Ik het rein maken, vol maken van heil en zaligheid. Want je kan doen wat je denkt te moeten doen, menen dat je bepaald paadje moet wandelen, bepaalde dingen moet horen en zien, maar Ik ben het alleen. Ik alleen! Een bron van ongerechtigheden had de hand op mij, maar ons weerspanning overtreden, verzoent en zuivert Gij! Psalmdichters van gezongen. Dat meedelen. Tweede gedachte.

2.

Zie ik sta aan de deur en ik klop. Behoed uw hart, heeft een tweevoudige betekenis. Bewaren, hebben we nu gezien, weet wat je doet in alles wat je wil zien, horen. En het Woord zegt erbij: bekeert u, stop ermee. Gaat je hart in duisternis ingetrokken worden. In diepe put terecht. Daarin uitgangen van het leven en onherroepelijke dood. Dat is duidelijk. Maar nu. Bewaren, dus pas op, maar dat is het niet alleen. En nu, bewaren is in bewaring geven. Overgeven. Je kan het zelf niet bewaren. Mobieltje wel ver van je gooien. Week later weer een nieuwe gekocht. Niet dag en nacht, vele uren van de dag mee bezig bent, internet zit met je computer, stekker eruit, computer gaat de kliko in, maar hoeveel weken duurt het? Staat er weer een nieuwe. Is niet meer uit te denken in deze wereld van digitaliteit. Gemeente, al zou het gaan, al die dingen van je afzet, en dat hier, de uitgangen van uw hart, zijn die daardoor ook veranderd? Vernieuwd? Christus alleen. Geef het aan Mij! Ezechiël, daar zegt God tegen het volk: ze hebben een stenen hart. Een stenen hart. Kan je niet veel mee doen. Kan je proberen, op allerlei manieren, iets van af te krijgen, splinters vliegen soms overal heen, maar steen blijft steen, kan wel wat verminderen, aandacht geven aan bepaalde dingen, maar uiteindelijk blijft het hetzelfde. Zegt de Heere bij Ezechiël: tweeledige zal ik doen. Stenen hart wegnemen, vlezen hart geven. Eenzijdig Godswerk, jawel. Maar wegnemen en geven. Bewaring in handen Jezus Christus. Met hartklachten bij cardioloog, onderzoeken vinden plaats, echo’s vinden plaats, bloed geprikt, cardioloog zegt: het is zeer ernstig. Wij kunnen niets voor u betekenen. Techniek die nodig is, zover zijn we nog niet. Hopen we wel ooit, maar ik moet u zeggen: we kunnen niets meer betekenen. Uw conditie gaat verachteren totdat het hart stil zal vallen. Dat is eigenlijk de uitslag. En nu iets anders. Bekend in medische ontwikkelingen, heel ver weg, juist die techniek op u van toepassing zou moeten zijn, wel uitvoert. Wat zou u doen? Ik weet het al. Paulus zegt: de mens geeft alles voor zijn leven wat tot zijn beschikking is. Dagen bestaan verlengen. Als we dat in de spraak van de wereld zo zeggen: ik zal er alles aan doen, lange reis, risicovol, enzovoort, maar alles op alles zetten. En nu vanmorgen. U hoeft niet naar ergens, harttransplantatie plaatsvinden, toepassing hart, nee u hoeft niet ver te reizen. Mijn zoon/dochter, geef mij je hart.

Waartoe denkt u dat Jezus gekomen is? Mensen bezig te houden? Verdeeldheid en strijd teweeg brengen? Of volle rijkdom en bewogenheid Gods in de wereld hebben ingedragen. Zo anders als mensen denken en voelen en willen. Mijn zoon/dochter, geef mij je hart. Want er is niemand die God zoekt, niemand die naar Hem vraagt. Uit hart komen voort: lasteringen, kwade gedachten, tegenstrijdige gedachten. Mijn zoon/dochter, geef mij je hart! Eertijds, zegt Paulus, heeft ieder zo gewandeld. Net zo ongehoorzaam als de wereld om ons heen. Deden wil van ons vlees. Volgden eertijds als kinderen van ongehoorzaamheid. Net zo verdiend als alle mensen van de wereld dat God niet meer naar ons om zou zien. En toch: Mijn zoon/dochter, geef mij je hart. Opdat Ik het zal vervullen en je met verwondering zult zien wat er in je ogen gaat stralen, in oren weerklank gaat vinden, handen naar gaan tasten, voeten je leven begeerte gaan brengen.

Stenen hart, maar hier gaan we eerst zien, wat heeft Hij daarvoor niet moeten doen, gemeente. Nooit een mens geweest zo gehoorzaam. Wat is er op aangekomen! Duivel op alle uitvalswegen, van alles geprobeerd om hart van Christus in te nemen en daar macht over te verkrijgen. Stelde ogen voor alle koninkrijken van de wereld. Een knieval en alles zal je eigendom zijn. En wij gaan in de wereld om kleine deeltjes van de wereld ons eigen te kunnen noemen. Een knieval en het zou Zijn eigendom zijn. Hij speelt in op de ogen. Zoon van God, toch geen honger lijden? Mens zal toch bij brood alleen niet leven. Zet je op de tinnen van de tempel, je zult gedragen worden, doe dat. Gij zult de Heere uw God niet verzoeken. Behoed uw hart. Jezus heeft alzo Zijn hart bewaard.

En gemeente, wat is er op Hem aangekomen vanaf Bethlehem naar Golgotha. Zijn hart op allerlei manieren zijn de ingangen gezocht om Hem te doen struikelen. Opdat Hij niet tot verzoening, erfenis, vergeving van de zonden in het leven te kunnen geven. Jezus staat er voor en gaat. Vader, niet Mijn wil. U weet het toch, Adam heeft dat niet gevraagd. Deed het gewoon. Wij mensen doen gewoon onze eigen wil. Hier is er Éen: Uw wil geschiedde. Hij ging de weg van volkomen overgave, gaf alles in de bewaring van God de Vader. Tot de diepte van het kruis, diepte van verlating van God en Vader. Zijn hart heeft doorstoken aan kruishout, nedergedaald ter helle, satan denkt triomf te kunnen vieren, maar Jezus heeft haar geveld en heeft overwonnen. Uw heilige wil. Wat kan Jezus dan zingen: Mijn hart, o Hemelmajesteit, is tot Uw dienst bereid. Hier ben ik, o Vader. Ik draag de wet in het binnenst ingewand. Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn geest. Hij geeft Zich in bewaring.

Deed Hij dat voor Zichzelf? Nee, voor u, jou en mij. Die hun hart niet kunnen bewaren, oren en ogen niet aan geven, daar gaat Hij mee vervullen. Hij hart vervult. Mijn hart, Vader, hier is Mijn leven, voor U alleen. Dat is nu de fontein, bron die vloeit met zaligheid, dat is die fontein die springt tot in het eeuwige leven. Van die bron mag nemen, die zal daarin vrede kennen die alle verstand te boven gaat. In vrede in Bethelehem: ere zij God, in mensen een welbehagen. Hoe is dat mogelijk? Omdat hier Jezus Zichzelf geeft. En wat blijft er dan voor u en mij over: neem mijn leven, laat het Heer, laat het toegewijd zijn aan uw eer. Ik hoop van harte dat u daarom hier bent.

Ik gebruik als voorbeeld, u mag het vergeten. Mensen aan hartbewaking gelegd, monitoren geven alles precies aan, enzovoort, hoe kunt u nou uw eigen hart bewaren, bewaken? Nou, daarom bent u toch hier? Kennis en wijsheid toch niet in uw hart? Opdat uw hart bewaakt wordt. Prediking van het evangelie, daaruit leert, neem mijn leven, laat het Heere, laat het aan Uw ere toegewijd zijn. Dat ik U mag kennen, mag tasten, voeten in Uw wegen wandelen. Daar gaat het toch om? Behoed uw hart boven al wat te bewaren is.

Nu gaan we afronden, klein ogenbik luisteren naar apostel Paulus. Even gehoord hebben, ontfermingen Gods, die grootheid, dat vanuit de stilte van de eeuwigheid daar gedachten des vredes zijn gekomen, mensheid niet te vernietigen, maar om evangelieboodschap bekend te maken. Hij zendt goedertierenlijk boodschappers. De ontfermingen Gods noemt Paulus dat. Oren voor krijgen, hart meer en meer vervuld gaat worden, gemeente, dan is het toch: opdat we dan onze lichamen, en dan niet alleen aan lichaam denken maar hele leven, maar Gode een welbehagelijke offerande betonen aan God.

Offerande, maar er zijn mensen, die vinden op zondag naar de kerk gaan, dat dat een offer is, inbreuk op tijd, 1x of 2x, 2x helemaal een offer, maar gemeentelijke leven, aanspraak op tijd, anders willen doorbrengen, Bijbelkring, Bijbellezing, mannenvereniging, vrouwenvereniging, daar heb ik geen tijd voor, is dus geen offerande. Mag het een offerande zijn? Wat Vader gekost heeft om Zoon te geven tot losprijs! Mag het dan van u een offerande zijn? Dat is dus Gode een welbehagelijke offerande. Daar dus altaar voor nodig. Kaïn en Abel, mee begonnen, ander altaar. Ene uit natuur, ander uit hart. Offer kwam op tweede plaats: hart.

Op welk altaar zou u nu offerande kunnen geven? Voor twee wegen: hierheen of daarheen? Offer voor het ene of voor het andere. Doet u dat uit wettische overweging, altaar van Mozes, of doet u dat om Christus wil? Offert u dat dan op het altaar van Jezus Christus? Want dat is Gode een welbehagelijke offerande. Dat is een redelijke godsdienst. Dat betekent: logisch. Ontfermingen Gods, dat getuigenis ons beweegt om Gode een welbehagelijke offerande te doen, daarin verandering van het gemoed, geloof uit het gehoor, op allerlei manieren, dat u dat thuis ook mag geven. Ik doe dat, ik doe dit, zelf gebouwd, nee, gebouwd in Christus. Gode een welbehagelijke offerande, alzo wet van Christus te vervullen. Prediking van evangelie: Hij zendt goedertierenlijk opdat hoorders van de boodschap zich zullen wenden tot Christus. Die zegt, vanmorgen: mijn zoon, dochter geef mij je hart! Amen.