Het juk van de liefde
De Heere Jezus leert ons dat Zijn juk zacht is en Zijn last licht. Mensen leggen zichzelf verschillende lasten op, ook in godsdienstige kringen is dat niet vreemd. Het juk van Christus is juist geen last maar een lust. In de herstelde liefdesband is de ware rust en vrede.
In dit gedeelte ontmoeten we Jezus met een innerlijke bewogenheid. Moeilijk mee. Het wee uitspreken over de steden. Welke krachten en machten niet gedaan. Tekenen en wonderen. Maar ze geloofden niet in Hem. Hij kon daar niet vele krachten doen. Ze brachten niet eens de zieken tot Hem. Wee u. Als in andere steden de krachten hebben plaatsgevonden, zij zouden zich bekeerd hebben. U tot de hemel toe verhoogd. En nu zullen ze diep en diep ondergaan. Wee u. Hoog verhoogd en zo diep vernederd te worden. Geldt niet alleen toe. Ook nu. Hoe meer licht wij ontvangen van de Hemelse getuigenis hoe groter onze verantwoordelijkheid. Hij zendt goedertieren boodschappers van de zeer goede boodschap. Hoe vaak niet onder het Woord? Tekenen onder het Woord. Want u is het gegeven de verborgenheden van het Koninkrijk te weten. Sta op en zie toe en vraag naar de oude paden. Rust vinden voor de zielen. Israël geen zin in, deed hun toen geen nut omdat het met het geloof niet was gemengd.
En Jezus weende over Jeruzalem. Ik heb u bijeen willen vergaderen. Maar u hebt niet gewild. Godsdienstige Jeruzalem. Met alles wat ze deden en nog zoveel meer. Allerlei dingen erbij, legden de mensen lasten op die ze niet konden dragen. De Heere belooft met ernst allerlei gaven mede te delen. Zijn beloften. Betekend en vergezeld aan uw voorhoofd.
Geen voorwaarde bij. Komt allen. Niet voorwaarde vermoeid en belast. U bent vermoeid. Is toch zo? Vermoeid om jezelf om wie je bent. Daar word je moe van. Ook na ontvangen genade. Beslast? Wie redt zijn ziel van het graf? Leven kan zo afgesneden worden. Komt allen tot Mij. Die rust die u zo nodig hebt. Komt toch tot mij. Dominee: nog nooit een betere nodiging gehoord voor een verzorgingshuis dan die van Boven. Aards voorbeeld, stap naar verzorgingshuis niet makkelijk.
Ik ben het Brood van het leven. Komt tot mij. Klederen van het heil. Schering en inslag. Kruis. Kleding gereed. Alle maten. Niemand kan zeggen dat er geen kleding voor hem was. Kom! Alleen die ene man die het dacht te kunnen doen met z’n eigen pakkie. Ik zal geven alles wat nodig is.
De wereld zegt: houd de moed erin. Gaat beter. Niet al te ernstig. Economie goed, spaarcentjes misschien ook wel een beetje. En als het niet meer gaat dan stap je toch uit. Wereld zoekt in de weldadigheid van de dood de uitkomst. Alsof dat kan!? Hij kan en zal in nood volkomen uitkomst geven.
Kan ik wel verachting hebben? U moest eens weten wat mijn leven is. De ene zegt dit en de ander dat. Ik weet het soms niet meer. Ik hoor maar bij de eenvoudige mensen, de ongeletterde. Dan bent u op de goede plaats. Paulus: niet vele krachten enzovoorts. Hetgeen niets is!
Wie heeft de bergen als in een weegschaal gewogen? Wie heeft het stof in zijn volheid een plaatd gegeven?! Ik de Heere! De zeeën gemeten. Ik acht de volkeren, die zich allen grootmaken in de wereld [Amerika, Rusland en Europa] een stofje aan de weegschaal, een drubbel aan de emmer. Zo weg!
Die God komt tot ons. Waar bent u van bevreesd? U hoeft Jezus niet te vertellen wie u bent. Hij weet ervan. Hij kent het. Handschrift der zonde. Weet u hoe Luther dat voor ogen kwam, wat een strijd gehad met de satan, alle zonden opgeschreven. Weet je er niet meer?! Groot kruis erdoor. Jezus Christus reinigt ons van alle zonden! Hij weet ervan. Hor zwak van moed, hoe klein van krachten.
Kom herwaarts. Neemt mijn juk op. Is dat een blijde boodschap?! Juk is toch een last. Zie mijn opa nog lopen. Emmers melk, liep toch een beetje gebogen. Juk van Jezus? Of bij Elia? Ossen ploegen, zelf niet aan ontkomen. Denkt u aan zo’n juk? Zou Jezus zo’n juk?
Hij meet eerst de schouders en dan legt die de last erop. Is dat tot troost? Pastoraal? Weet je wat Jezus bedoelt? Heel iets anders! Niet het juk van de rijke jongeling. Meester wat moet ik nog meer doen? Dit niet dat niet, van jongs af aan gedaan. Wat nog meer? Neemt mijn juk op. Neemt mijn juk op. Rust. Denkt dat er nog meer moet. Je bent niet rustig. Met alle lasten meen je de hemel in te gaan. Als u zegt wat ik nog moet toevoegen, dan zal ik dat zeker doen. Geef alles weg, ga heen zonder lasten.
Zonder lasten. Zonder van jou. Neemt mijn juk op. Mijn juk is niet zwaar maar licht. Nog een voorbeeld: Saulus. Wat een juk! Leer van Gamaliël. Uit het geslacht van Benjamin. Huisgezin van Abraham. Onberispelijk voor de mensen. Maar geen plaats voor Jezus Christus. Die een schuldeiser hadden. Die moesten op een plaats zijn: in de gevangenis. Weg naar Damascus. Saul Saul, het is uw hard de verzenen tegen de prikkels te slaan. Wat vervolgt u Mij? Geen kennis van Christus. Godsdienstig op en top. Maar geen kennis aan Hem. Wat wilt u dat ik doen zal? Neemt u mijn juk op. Niet de leer van Gamaliël. Mijn liefde, bewogenheid. Laat je daardoor gezeggen. Je zal om Mijn naam nog versmaadheid moeten dragen. Leert van mij dat Ik zachtmoedig ben.
Om ons de verborgenheden van het Koninkrijk bekend te maken. Het is een verborgenheid. Toch? Ja zegt u, zoveel van gehoord. Profetieën, bijbelboeken. Toch verborgenheid. 1 Timotheüs 3 vers 16: verborgenheid groot, God is geopenbaard in het vlees! Mijn broederen ben ik vreemd. Ik heb u ten hemel toe willen verhogen en zal u ter hel toe nederstoten. Niet gewild.
Hoe is dat met ons? De ure van de doop. Zijn Naam aan u verbonden. Teken en zegel. Reinigen zal door Zijn bloed! Heilige Geest verzekert het hetgeen wij in Christus hebben. Mijn juk is zacht! Leert van mij dat Ik zachtmoedig ben. Geen menselijke lasten, ons in onze kringen niet vreemd. Kan toch zomaar niet?! Minstens kennis verzameld hebben. U gaat het invullen. Twee wegen, drie stukken. Zo is het toch. Ja. Maar heeft het u tot Christus gebracht? Saulus, bij een geleerde geleerd. Dan toch wel verzekerd dat het de waarheid is. Lezen het zo in bladen en kranten. Hier de waarheid, daar nog.
U draagt toch geen lasten? Uitgaan van het gezin. Ouders die kinderen voorgaan. In gehoorzaamheid in het voorbeeld te treden. Dat is geen lasten. Daar is vrede, in de liefde. Daarbij kwam de lasten die u op u genomen hebt. Onderwezen in de leer. School, zondagschool, catechisatie. Dat zijn toch geen lasten die ons neerdrukken? Hij zendt boodschappers. Kan die meester zijn, ouder.
Dat is een lust! Leer van Mij zegt Jezus. Als u het van Hem niet leert dan leert u het nooit. Hij is de hoogste profeet. Hij heeft de waarheid bevestigd. De waarheid in Hemzelf. Gekomen zoals Hij gezegd heeft. Ik heb het u van te voren gezegd. Als u dat ziet, dan bewijs dat Ik de waarheid gesproken hebt. Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Emmaüsgangers helemaal in de war. Wij hoopten, het is uit. Al drie dagen in het graf. Steen voor. Graf verzegeld. Soldaten houden de wacht. Wat ziet u zo droevig? Ziet u nu Jezus? Ook als u het niet ziet. Als alles zo in verwarring is. Jezus: o onverstandigen van hart, om te geloven al [alles!] wat van Hem gesproken is. Gingen zien wat Hij zei. Hart was brandende!
Begeert u dat uw hart brandende is van verlangen naar Hem? Hij zal het geven! Denkt u dat Hij zou zeggen om meer te doen, andere leraar. Nee! Volg Mij. Kom allen tot Mij.
Boston heeft over een woordje gezegd dat het moeilijkste woordje is het woordje ‘kom’. Omdat er niemand wil komen. Bent u eerlijk. Als u gekomen bent, Gode zij dank. Dan weet u ook. Hij kwam. Hij heeft mij ingewonnen. Uw juk is niet zwaar. Het bevrijd mij van alles wat ik me heb voorgenomen. Hij is het. Jezus alleen te volgen.
U kent Hem? U weet van Hem? Van Zijn weg. Van kribbe naar kruis. En dan Hij tot ons komt en zegt: Ik ben de opstanding en het leven. Zoek het niet bij een ander. Maar Ik leef.
Bent u ervan overtuigd dat u leeft? Eigen leven. Vrouw in het ziekenhuis, tumoren ontdekt gisteren. Geen zin in het eten, toch 3en boterhammetje. Lazen dagboekje. Ram in de struiken. Boekje van Calvijn. ‘De Heere zal voorzien!’ Gemeente gelooft u dan dat Hij van ons leven afweet? Hij zal voorzien. Laatste avondmaal. Doeken liggen klaar. Om voeten te wassen. Lopen er allemaal voorbij. Jezus legt het kleed af, slavenkleed. Leer van mij dat Ik zachtmoedig en nederig ben van hart. Nederigste van alle mensen!
En dan bij Petrus. Mag ik zeggen dat Hij de volheid van Zijn genade betoont aan Zijn discipelen.
Petrus weigert. Staat er niet. Zouden het hem willen vragen. Zou je liever zelf je leven willen geven. Ja ja, hij Petrus zal het doen. Nee. Als Ik zegt Jezus jouw voeten niet was, dan heb je geen deel aan mij.
Neem mijn juk op. Mijn juk is zacht. U zult rust vinden. Niet dat je dan niets hoeft te doen. Zondag meest werkzame dag die er is. Werk van je handen mag je laten rusten. Naarstig opgaan naar de kerk. Geest laten werken. Die zal in al de waarheid leiden.
Niet meer ik leef maar Christus leeft in mij. Enige troost in leven en sterven. Dat ik niet meer! Niet meer, leest u. Ik was van mezelf. Ik deed het voor mezelf, niet volledig Christus nodig te hebben. Gedoopt. Maar eigendom van die getrouwe Zaligmaker! Komt tot Mij. Vermoeid van van alles en nog wat. Stress. Jacht. Jezus staat als een roepende in de woestijn. Broeders vreemd.
U die gelooft is Hij dierbaar geworden. Hierin is de liefde van God geopenbaard. Eeuwige leven. Denken: zolang we leven is er hoop. Houd uzelf niet op de been. Leert van Hem! Rust. Welke rust? Tussen uw ziel en God. Vanwege de vergeving van zonden. Het Ik voor u. Hij verzekert van het eeuwige leven. U bent van Mij. De wereld is een stofje. Niets zal hen uit Mijn hand rukken.
Ik ga heen om uw plaats te bereiden. Huis. Dat huis vol roem en heerlijkheid. Huis van de Vader. Tussenplaats. Zo kom ik weder en zult u wonen waar Ik woon. Vrees niet kleine kudde, Mij gegeven om u uit te delen. Amen.
Woensdag 31 januari 2018 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. C. Gielen [Middelharnis] – Mattheüs 11 vers 29