In het gesprek dat Nicodemus in de nacht met Jezus heeft komt de noodzakelijkheid, menselijke onmogelijkheid en mogelijk bij God van de wedergeboorte aan de orde. Jezus, de Zoon van God en hoogste Profeet, plaatst Nicodemus er helemaal buiten. Een mens komt niet uit zichzelf tot leven. God schiep de eerste mens Adam en bracht hem tot leven door adem in de ziel te blazen. Zo werkt de Heilige Geest in de herschepping. Zonder ons in ons werkt de Geest van God. God komt vandaag in de gedaante van Zijn genadewoord tot ons. Zoals in de Petrusbrief staat: ‘Als mensen die opnieuw zijn geboren, niet uit vergankelijk maar uit onvergankelijk zaad, door Gods levende en altijd blijvende woord’. Vlucht tot Christus, geloof Zijn Woord en u zult zalig worden. 

Johannes 3 vers 3: ‘Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien‘.

In het tenzij predikt Christus ons de wedergeboorte als 
1. een noodzakelijkheid;
2. een onmogelijkheid;
3. Gods mogelijkheid;
4. een geestelijke werkelijkheid.

1. Een noodzakelijkheid

Gemeente, de Catechismus komt met een vraag waar vele mensen mee worstelen. Deze vraag: wat is een waar geloof. Het antwoord: niet alleen een stellig weten wat alles in Zijn Woord heeft geopenbaard en belooft maar ook een vast vertrouwen, dat vooral, wat God in mijn hart heeft gewerkt. Dan gaat het over de wedergeboorte.

Als we zalig worden, moeten we driemaal geboren worden. De eerste in het vlees in Adam geboren. Het tweede door de Heilige Geest geboren. In ons zonder ons. Daardoor worden wij Gods geslacht en krijgen wij deel aan Gods natuur. Vlees en Geest in ons ervaren wordt. De derde geboorte is bij de wedergeboorte. Nieuwe hemel en aarde. In Hem geopenbaard.

U bent allemaal geboren. De tweede geboren is ons allemaal toegezegd. U draagt het teken en zegel in de doop. Door de Heilige Geest toegezegd: om in u te komen wonen. Is u toegezegd en beloofd in de ure van uw doop. Opdat u ook de derde geboorte deelachtig wordt bij de wederkomst van Christus.

Waarom wordt het zo stil als het gaat over de wedergeboorte? Misschien ook wel uw ervaring. Ja, zo moeilijk. Ja dit en dat. Dan bent u bij het goede Bijbelgedeelte. Nicodemus begreep het ook niet. Ten eerste een noodzakelijkheid. Teruggezet te worden in de gemeenschap, verbondenheid met onze Schepper. Wij liggen midden in de dood. Wij belijden dat er geen enig goed in ons is en geneigd zijn tot alle kwaad.

Is er geen goed op aarde? Veel zelfs! Gods algemene genade. Ene plaats, andere streek meer dan andere. Er wordt nog veel goed door Gods genade. Maar dat is niet dat we een stapje hoger zijn dat we eerder ingang hebben dan anderen in het Koninkrijk der hemelen.

Het grote gevaar is, en we zien het bij het preken van Jezus rond het Pascha. Velen kwamen. Er geloofden velen in Hem. Dat is toch geweldig dat er zoveel in Hem geloofden? Hij betrouwde hen niet omdat zij niet allen Hem kenden. Hij wist wat er in hen was. Het was een verstandelijke overweging. Het was niet een van harte. En in het vervolg zien we het komen. Velen volgden Hem niet meer. En daarom Hij geeft Zich niet aan Hem over.

Nicodemus kom in de nacht, in de donkerheid. Misschien omdat hij het niet zijn collega’s te kennen wilden geven. Hij heeft ontzag voor Jezus’ macht. Dat is al heel wat. Jezus zet Nicodemus er meteen buiten. Voorwaaar, voorwaar. Amen, Amen. Anders kan een mens het Koninkrijk van Gods niet zien, laat staan ingaan.

Ik zeg het als de hoogste Profeet. Niet als een theoretische constructie? Waarom spreekt Jezus hier niet over geloof. Alzo lief heeft God de wereld, staat toch ook hier in het hoofdstuk? Jezus spreekt hier zo omdat Nicodemus behouden moet worden. Zoals de rijke jongeling. Nog een stapje erbij en je hebt het verdiend?! Nicodemus nog even extra studeren, ga Jesaja 53 maar bestuderen en dan kom je tot de kennis. Nee, nee! Hij wordt er buiten gezet.

Hij gaat overleggen. Filosoferen. Zoals velen mensen doen. Wedergeboorte, hoe dit en dat? Geloof in Hem en u wordt zalig. Gewoon geloven. Als je dat er maar uit kan persen. Je mond kan zeggen. Ja, je moet wel volhouden. Ja en dan, komt het… niet goed, niet goed! Hoe dan? Hoe dan? Het is absoluut noodzakelijk!

Hoe is het leven zonder de Schepper? Dat is op de eerste bladzijde van de Schrift al duidelijk gemaakt. Het leven dat Hij geeft en onderhoudt. Ik neem u mee naar het graf van Lazarus, vriend van Jezus. Hij heeft oren maar hoort niet. Hij heeft ogen maar ziet niet. Een hart maar het klopt niet.

Waar hebt u hem gelegd? Hij riekt al. Onmogelijk. Een onmogelijk. Hebt Ik u niet gezegd dat zo u gelooft u de grote werken van God zult zien? Jezus met grote stem. Maria, Martha. Wij belijden dood liggen in de zonden. Wij leven, maar dat is een beetje moeilijk te begrijpen. Kijk maar even naar Lazarus.

Jezus met grote stem sprekende. Het Licht als in de profetische duisternis in. Waar Lazarus totaal van uitgesloten is. Lazarus kom uit. Ik! Niet na gaan doen. Ik zeg u. Lazarus komt uit. Gemeente, staat u er buiten? Het is absoluut noodzakelijk. Het Amen, Amen. Nicodemus gaat nadenken. Zijn conclusies trekken.

Het kan toch niet terugkeren naar de moedergeboorte? De kleinste kinderen begrijpen dat het niet kan. Hoe kan ik de wedergeboorte teweegbrengen? Onmogelijk maar toch is het noodzakelijk. Opnieuw zet de Heere Jezus hem erbuiten. En hoeveel van hier tegenwoordig en thuis staan er buiten? En dan niet gaan rommelen.

De werkelijkheid onder ogen zien. Stil zetten. Hij zet ook u met uw gedachten stil. Wat een zegen als we beseffen dat we er buiten staan. Niet met allerlei conclusies misschien komt het nog een keer. Het is bevestigd met een teken en zegel in de doop. Wat een zegen ontvangen we? Het heden van de genade. Hebt u dat verdiend? Nee, het is Gods genade.

Die prediking van die zeer blijde boodschap hoort. Is dat uw verdienste? Hij gaf Jakob Zijne wetten, wilde zo met gene volke handelen. Genadewoord. Genadeverbond heb ik al genoemd. Opgenomen door de Vader, Zoon en Heilige Geest. Wat dat inhoudt ga ik nu niet verder op in en ik hoop dat u het weet. En anders moet u het onderzoeken.

Een leeuw kun je temmen. Als de nagels eraf zijn. Tanden uitbreken. Dan een schaapsvacht aandoen, dan lijkt die aardig op een schaap. Maar van binnen? Het blijft een verscheurend dier. Zo kunnen we uiterlijk het leven van pas maken. Maar van binnen? Dan dragen wij nog steeds onze natuur die uit Adam is. Op het onverwachts komt soms die natuur op ondanks alle uiterlijke kenmerken.

Daarom het tenzij is absoluut te krijgen is absoluut noodzakelijk. Niet aan Adams natuur waar we reeds deel aan hebben maar aan Gods natuur. In de Petrusbrief: het zaad van het Woord. Wasdom te geven en dat te verzorgen en meer en meer tot vruchten gaat brengen. Tenzij, absoluut noodzakelijk dat we nodig hebben om zalig te worden.

2. Een onmogelijkheid

Tenzij! Tenzij! Misschien botst u er telkens wel tegen. U dacht het gaat een beetje vooruit. Ja, ik mag toch geloven en mij een beetje overgeven. En dan ineens gaat er een streep door. En het lijkt wel dat er niets in mijn leven veranderd is. Het klopt! De Heere Jezus zou ons erbuiten zetten maar niet om ons af te wijzen. We worden erbuiten gezet. Een menselijke onmogelijkheid. Maar Jezus zet geen punt maar een komma. Let daarop.

Hij gaat voorbeelden gebruiken in Johannes 3. Hij speelt geen spelletje. Hij heeft geen vermaak in onze afmakingen en tegenstand die zich in ons meer en meer ontwikkeld. Dat het nu mogelijk is bij Hem, onmogelijk bij mij. Denk maar aan het graf van Lazarus. Hij wil niet dat enige verloren gaan. Het kan alleen in de weg van vernieuwing, herschepping.

Wat voor u onmogelijk is, dat is mogelijk bij God. U weet dat deze woorden bij Maria bij de aanzegging dat ze zwanger wordt. Het kan toch niet? Ziet u dat Maria net als Nicodemus gaat redeneren? Maar Maria, dat wat uit u geboren is komt uit de Heilige Geest. Dat in u gegeven wordt dat zal van God zijn. Hoe zult u geboren zijn? De Heilige Geest zal u overschaduwen. Zo krijgt u deel aan de Goddelijke natuur.

De natuur in Adam die wordt niet aan de kant gezet maar blijft ook in u. De strijd komt dan. Die natuur wil in de wereld leven. De natuur van de Geest gaat opzien. De Geest overwint. Strijd tegen het vlees. Dat Jezus Nicodemus niet over heeft voor de ondergang, voor het ongeloof. Wat een liefde. Nicodemus, je moet wedergeboren worden. Wat een bewogenheid.

Je noemt mij wel Meester, maar je begrijpt er niets van. Ik zal je onderwijzen. Nicodemus is dit onderwijs in zijn leven meer en meer gevolgd. Je leest bij het graf van Jezus dat Nicodemus en Jozef van Arimathea Hem in het graf hebben gelegd. Hoeveel dagen heeft Nicodemus onderwijs gehad? Hooguit een week van het Pascha.

In die ene week heeft Hij toch geleerd van die Meester. Die betekenis die Hij er aan gaf. Nicodemus ik laat je niet gaan, zomaar zitten in je ongeloof. Dat Amen, Amen zal ik gaan uitwerken in je leven. Ik zou je voorbij kunnen gaan. Die gedachte komt misschien ook wel bij u op. Waaraan heb ik het verdiend dat Hij bij mij stil zal staan? Als dat tenzij, tenzij telkens naar me toe komt.

U weet het nog? Het heden. Het woord van de genade. En het genadeverbond dat verzegeld is door de Vader, Zoon en Heilige Geest. Zou u dan met uw natuur in Adam voor God willen verschijnen? Vleselijk, verkocht onder de zonden. Dat moet toch op het allerlaatste? Waarom dan? Waarom dan?

Waarom nu niet? Het is nu toch het heden van genade? Het vlees blijft tot het laatste, de laatste snik. De strijd van Romeinen 7. Het goede dat ik niet wil, en het kwade… Nu begeer ik het goede te doen, profetisch getuigenis van Jezus in mijn hart, en het kwade. Hebt u dat weleens opgemerkt? Ook dominees hebben er last van. Het goede laat ik na. Wat ben ik toch een ellendig mens?

Begrijpt u nu dat het noodzakelijk is om wedergeboren worden. Paulus schrijft het als een wedergeboren mens. Ja, ook na de wedergeboorte nodig. Zo staat Lazarus op uit het scheppende Woord van God op uit de dood. Paulus, stilgezet op de weg naar Damascus. Timotheüs opgevoed van kinds af aan. Zo kan het zijn in uw en jouw leven. De Heilige Geest weet kinderen en ouderen zijn. Terug te leiden naar wie ze zelf zijn en wie Christus is.

3. Gods mogelijkheid

Als er een woord is dat aanwijst dat het mogelijk is. Het scheppende woord dat tot leven brengt. Hoe kwam Adam tot leven? Doordat hij zelf…?! Nee, nee laten we daarmee ophouden. Dat geboetseerde lichaam van Adam lag daar uit het stof verheven. Hoe kwam het tot een levende ziel? Omdat het door God, de Schepper, tot leven geblazen. En de Schepper blief Zijn adam uit liefde in het geboetseerde stof. En hij werd tot een levende ziel.

Daar kwam de zondeval overheen. Jawel, jawel. Maar zo brengt de levende God tot leven. Doden zullen de stem horen van de levende God en die ze zullen horen zullen leven. U bent onder de Adam Gods. U weet niet van waar het komt en waar het heengaat. U weet niet vanwaar de wind komt. Dat het ingang vindt in uw leven en hart.

Hoe is Jezus op aarde gekomen? Door de geboorte. Hoe is Hij vlees geworden? Door de geboorte. Hoe kunt u Gods geslacht worden? Door de wedergeboorte. Van God uit mens werd Jezus, en van ons uit mens tot God. Opdat Hij de weg van de volheid en glorie, van duisternis en de dood te overwinnen en het uit te roepen: het is volbracht. Het wonder dat Christus heeft volbracht om uit te roepen tot uw troost.

Hoe merk je dat je wedergeboren bent? Niet waar vele mensen op zitten te wachten. Dat grootste, dat spectaculaire. Nee. Door het Woord. Door de werking van de Heilige Geest die trekt. Dacht u dat uw verstand u trekt? Laat dat toch eens los. De Heilige Geest die werkt. Kan zijn door een woord door een ander gesproken. Een ingrijpende gebeurtenis in uw leven.

Misschien een verschrikkelijk virus dat u waarschuwt: bereid uw huis. Het is de Geest die dat uitblaast. Adam kwam tot een levende ziel niet op een moment dat hij dat wilde of aan toe was. Maar op Gods tijd. Hebt u daar verwachting van? Dat de Heilige Geest die inwoning heeft. Ik kom nog even terug bij de Catechismus. Wat is een waar geloof? Niet alleen een stellig weten. Maar ook. Hoort u!

Maar ook een vast vertrouwen. Ja maar, ik schommel zo vaak. Wat doet de Heilige Geest? Dat Hij in mij komt wonen. Verlichting van het verstand. Ik kan wel denken dat ik het begrijp maar dat is niet zo. Hij gaat het hart, dat gesloten is, open. Doet Hij nog meer? Ja mijn onwil om zalig te worden, om het alleen in Christus te verwachten, ombuigen. Dat ik wil dat wat God wil. Dat kom tot de Waarheid van God.

Niet leven bij eigen waarheid. Die hebben we allemaal. De een heeft een oude waarheid, een andere een Evangelische waarheid. Hij gaat mijn onwil ombuigen. Kijk maar bij Paulus, Timotheüs, Maria, Lazarus. Hij wil dat mensen zalig worden. Hij geeft er een beeld bij. Jesaja schrijft: ‘Ik zal’. Daar schrijft de hele Bijbel over.

Bent u weleens in de woestijn geweest? De Negev? Ik zal water storten op het dorstige. Ik zal zegen storten op het droge. Ook op uw kinderen die misschien wel heel andere wegen gaan. Daar ouders, met al uw worstelingen, daar kunt u het lezen. Jesaja 44. Opdat het werkelijkheid wordt in ons aller lezen.

4. Een geestelijke werkelijkheid

Wat gaat u dan ervaren als de wedergeboorte plaatsvindt? Het tegenovergestelde. De wedergeboorte is licht. En u gaat de duisternis ervaren. Dat ik een vijand ben van mijn eigen zaligheid. U denkt dat het helemaal mis gaat. Het gaat goed. U komt aan de voeten van de Heere Jezus. Daar gaat u het licht en de vrede ervaren. Het houdt het aan Zijn voeten.

Ik ben het die spreekt. Gewis. En Ik zeg u: leef want Ik leef en u zult leven door Mij. Want uit Hem zijn alle dingen. O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods, hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn oordelen, en onnaspeurlijk Zijn wegen. Want Gode zij dank voor Zijn onuitsprekelijke gave in Christus. Amen.

 

Zondag 12 juli 2020 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – ds. C. Gielen – Schriftlezing Johannes 2 vers 23 tot en met Johannes 3 vers 21