Op deze laatste zondag van het kerkelijk jaar staan we stil bij de laatste dingen, het laatste oordeel en de laatste woorden van Christus. Zie, Ik kom. Dat houdt Hij de verbannen apostel Johannes voor. Een woord ter bemoediging en vertroosting. Hij komt om recht te doen. Een ieder van ons zal voor Gods rechterstoel geplaatst worden. Hoe kunnen we voor God bestaan? Wat een wonder dat Christus Zijn loon bij Zich draagt; Hij springt in de bres voor de Zijnen. Hij hun ongerechtigheid en zonden; zij Zijn heiligheid en zuiverheid. Die belofte wil de Geest ons doen toe-eigenen.
‘En zie, Ik kom spoedig en Mijn loon is bij Mij om aan ieder te vergelden zoals zijn werk zal zijn.’
– Openbaring 22:12
Het verdiende loon
Ik kan me voorstellen dat u denkt: een heftige tekst. Het is vandaag de laatste zondag van het kerkelijk jaar. We staan stil bij de laatste dag van de geschiedenis. Ziet, Ik kom terug!
Ja, ik denk dat deze tekst duidelijk zegt wat er zal gebeuren. Hij zal vergelden en oordelen, de levenden en de doden. Ik weet niet hoe het met u is, met dit thema, het houdt veel mensen bezig. Ook jongeren op catechisatie. Waar zijn ze mee bezig? Dit komt vaak boven. Het laatste der dagen. Willen we graag meer over weten. Misschien ook vanwege de verwarring en vanwege de stemmen die klinken. Als je kijkt naar het wereldgebeuren, dan hier en daar, in het Midden-Oosten, wat wereldleiders doen, de beweging van de volken, natuurrampen. Begin van het einde? Zo praten we er doorgaans over. Als je hoort van oorlogsmisdadigers of van genocide, uitmoorden, ongestraft, zo lijkt het. Dan denk je: hoe kunnen ze het ongestraft doen? Niet dus. Hij zal komen om te oordelen.
Wat denkt u, zou die dag dichtbij zijn? Kan ik daar een zinnig antwoord op geven? Al eeuwenlang is dat gedacht. Er is toch veel jaar overheen gegaan. Toch gerust met ‘ja’ beantwoorden. Niet omdat ik dat voel of omdat het af te lezen is. Nee. Omdat Jezus het zegt. Ik kom spoedig. Duidelijke taal!
Sinds dat dit geschreven is, is er 2000 jaar overheen gegaan? We moeten dat ‘spoedig’ goed lezen. Het is niet allereerst een tijdsaanduiding. Maar een woord dat de intensiteit van het komen aangeeft. Je moet het voor ‘komen’ zetten. Een spoedig komen. Dat spoedig kleurt Zijn komen. Niet ter elfder ure. Of rustig aankomen. Nee. Vaart zit erin. Met haast komende. Zo staat het in de grondtaal, als een deelwoord. Met haast komende. Er zit vaart in. Urgentie klinkt erin door.
Om dat nog eens te onderstrepen moeten we erop letten dat in dit hoofdstuk, in deze laatste woorden, dat het 3x terug komt. En zie, Ik kom spoedig. Dat is niet zomaar hè. Getallen, 3 en 7 en 12 zijn bijzondere getallen. 3 keer lezen we het. Alsof de Heere zegt: Ik zeg het een keer, zet er een streep onder en nog een streep. Onthoud dat!
Het blijkt ook wel dat het niet om een bijzaak in het geloof gaat. Zo van die laatste zondag, dan besteden we er aandacht aan. Zo mag het niet zijn. Alle andere preken en bezig zijn met de bijbel moet het doorgroeien en doortrillen. Ik kom spoedig.
Wanneer? De Heere zegt: Ik maak er haast mee. Daar klinkt haast in. Om samen de eeuwigheid door te brengen. Vanaf de bruiloftsdag eeuwig samen te zijn. Wanneer? Dat weet niemand.
Er staat wel veel over in de Bijbel. Het zal plotseling gebeuren. Onverwacht. Geen datum lees je in de Bijbel. Je kunt het ook niet direct afleiden aan de tekenen, dat je een concrete datum kunt aanwijzen. Je weet niet het precieze moment. Maar hopelijk niet onverwacht. Onverwachts en onverwacht. Dat je er wel klaar voor bent, voorbereid. Wel onverwachts. Niet het concrete moment. Hopelijk niet onverwacht. Je bereid je erop voor. Je houdt er rekening mee.
Jezus zegt, het zal een gewone dag zijn. Iedereen zal zijn ding doen. Kinderen op school. Mannen aan het werk. Het leven zal zijn zoals het er dan gewoon is. Dan die dag. Ieder zal Hem zien. Of je gestorven bent of niet. Doden zullen opstaan. Iedereen zal Hem zien. Vriend en vijand. Hij komt, Hij komt om de aarde te richten (zullen we zo zingen).
Is dat voor u en jou een blik vooruitzicht? Of een troost, zoals de catechismus schrijft. Dat is toch hele andere taal dan dat wij er bij beleven. Ik kan me goed voorstellen, dat u zegt: met de beste wil van de wereld, ik weet dat het iets vreugdevols zou moeten zijn, maar ik ben er, als ik eerlijk ben, bang voor. Ik voel beklemming. Mag u ik vanmorgen dan feliciteren? Ik kom veel mensen tegen die er niet van blikken of blozen. Mensen die niet schrikken. Bijvoorbeeld een begrafenis. Als dienaar van het woord iets van de ernst van sterven en oordeel aan te wijzen, je ziet ze dat ze niet onder de indruk zijn. Gefeliciteerd als je er toch van schrikt. Als je iets beseft van de ernst. Van het verschijnen voor Gods troon. Hier op aarde kunnen we nog een woordje hebben, daar zullen we moeten zwijgen.
Abraham, Elisa, Jesaja, stadhouders, koningen, hogepriesters, enzovoorts, enzovoorts. Wereldleiders zullen er staan. Ook wij. Niemand thuis en in de kerk zal daaraan ontkomen. We zullen er staan. De boeken zullen opengaan.
Als ik me dat voorstel, dan schrik ik. Wij hebben dingen die anderen niet weten. Van vroeger of nu. Kon ik dat maar verbergen. Ten opzichte van elkaar kan dat. Maar ten opzichte van de Heere kan dat niet. Het zal allemaal openbaar komen (Psalm 139 vers 1).
Ik krijg het er gewoon benauwd van. Spaans benauwd. Niet aan denken! Mensen zeggen, zit over mij maar niet in, ik heb altijd netjes geleefd. Zeggen ze. Netjes geleefd. Niet misdragen, bedoelen ze, goede buurman geweest, werk serieus gedaan. Dan denk ik, ja, maar heb je God ook gegeven wat Hij toe kwam? Is als je dat zo zegt, niet dat je eigen indruk, eigen kijk? Hoe kijkt de Heere tegen ons leven? Als een struisvogel, je steekt je kop in het zand. Heb je Hem in de eerste plaats liefgehad? De ander liefgehad? We voelen toch aan, nee, niemand toch?! Zullen we dat dan ook maar niet meer zeggen: ik heb goed geleefd. Niemand zal in dat gericht, rechtvaardig zijn voor Uw gezicht.
Waar we vanmorgen bij stilstaan, dat Jezus terugkomt, dat is ook iets hoopvols. Ik neem u mee naar de tijd van Johannes. Deze tekst is bedoeld als iets positiefs. Om blij van te worden. De achtergrond van Openbaring is de tijd van de vervolging. Vervolgd, gemarteld, gedood werden de christenen. En ja, in die situatie, als Johannes de apostel verbannen is, zelf die verdrukking ervaart, misschien met angst en beven afvraagt hoe het verder moet met die gemeenten, die kleine gemeenten, wat zal ervan terechtkomen, Johannes lijkt uitgeschakeld; hij mag visioenen ontvangen. Tot bemoediging van de kerk toen en nu. De hoofdboodschap is: onthoud, Ik, de Heere, regeert. Ik ben de baas. Buiten Mijn wil gebeurt er niets. Al zijn er dingen die je aangrijpen en bang maken. Ik bereik Mijn doel. Ik vergeet Mijn verdrukte kerk niet.
Is dat vandaag niet iets om blij van te worden? Volgt u Nigeria: dat daar veel christenen worden gedood. Ze worden afgeslacht. Wat is deze tekst dan een hoopvolle tekst! Het kwaad zal niet de hoogte toon hebben.
Als je nou terneergeslagen bent, dat kan je zien hè. Als iemand somber is, de moed verliest. Bijvoorbeeld aan iemands ogen of hoofd. Dan kijk je naar beneden. Kijk nou eens naar de tekst. Die christen keken naar beneden. Johannes ontvangt die visioenen. Schrijft ze op. Zie! Omhoog! Zie het Woord. Onze Heiland verklaart stellig: Ik ben onderweg.
Soms droom je ’s nachts eng. Dan roep je in je droom. Dat je moeder zo slaapt, bij een kleine roep is ze direct wakker. Ik kom eraan. Ben onderweg. Dan weet je: vader of moeder is naar mij onderweg.
Zo roept de Heere: Ik ben onderweg. Ik ben met spoed komende. Ik zet er vaart achter. Als Hij onderweg is, waar moeten we ons dan zorgen over maken? Al het onrecht, niemand zal het ongestraft kunnen doen. God zal erop terugkomen. Hij is Rechter die het beslist! Het onrecht zal zijn verdiende loon krijgen.
Gemeente, dat zijn we toch met elkaar eens: al het kwaad, deze week hoorden we over de rechtszaak van mensen die erge dingen hebben gedaan, we mogen dankbaar zijn voor de rechtspraak. In andere landen: is dat nou recht? Laat het aan de Heere over. Hij komt erop terug! Hij is onderweg. God neemt het voor Zijn hoede. Het kwaad hier op aarde zal niet het laatste woord hebben. Ik ben de Alfa en Omega. Ik ben de Eerste en Laatste. Ik regeer! Vertrouw op Mij.
Als Hij terugkomt, dan gaan we richting dat bevrijdende, Hij komt niet met lege handen. Zijn loon is bij Hem. Hij neemt vergelding mee. Ik zal betaald krijgen wat Ik verdien. Als ik daaraan denk, heb ik het niet meer. Lees nou eens goed! En zie, Ik kom spoedig en… het kan soms in een letter zitten. Nauwkeurig de bijbel lezen. En… zijn, haar loon? Gods eeuwige straf. Nee. Er staat: Mijn loon. Dat maakt alles anders. Als Hij terugkomt, we staan voor de troon, we denken: we moeten ons loon krijgen? Hij zegt tegen Zijn gemeente: Ik neem Mijn loon mee.
Wat is Zijn loon? Twee handen vol. Zal ik tien dingen noemen, tien vingers?
- Genade
- Vergeving
- Verlossing
- Vernieuwing
- Vrede met God
- Vrede met God [=dubbel, red.]
- Kracht in verzoekingen, dat wij het op aarde volhouden
- Moed in beproevingen
- Troost in verdriet
- Tot slot, het mooiste: het eeuwige leven
Dat is het loon wat Hij verdiend heeft. Op Golgotha. Hij heeft het op Goede Vrijdag verdiend. Sindsdien is Hij met dat loon naar Zijn Vader opgevaren. Hij houdt het continu die volle handen aan Zijn Vader voor. Kijk, Vader, dit is Mijn verdiende loon. Verdiend voor hem en haar, op aarde.
Als dan die laatste dag aanbreekt, zal Hij in de bres springen. Vader, Mijn verdiende loon, voor hem of haar. Hij schenkt dit Woord in de belofte. We mogen dat omarmen. Zo reis ik getroost naar die dag. Ik mag de belofte u aanbieden. Dat Hij Zijn loon ook voor u en jou ten goede wil laten komen. Hij zegt toe: laat Me ruilen. Ik jouw loon, jij Mijn loon. Ik jouw zonden en ongerechtigheid. Jij Mijn heiligheid en zuiverheid. Dit is niet vrijblijvend vanmorgen. Hij komt zo naar ons toe. Opdat je je die belofte zult toe-eigenen. We baden of de Geest dat doen wil. We hebben de armen niet om dat te doen. Zie, Ik kom spoedig. Mijn loon heb Ik bij me. Ik schenk het je. Leef uit de belofte. Ik ben de eerste en de laatste. De Amen, ben ik. De betrouwbare. Wat Hij belooft, doet Hij ook. Dat is Zijn naam, Zijn eer te na. Daar kunnen we op aan. Wij komen niet graag met lege handen bij elkaar op bezoek. Dat willen we misschien ook richting de Heere. Dat kan niet en dat hoeft niet. Je mag komen met je gebrek en zonden. Je mag het van Mijn verdiende loon hebben. Dan kunnen we zingen:
Laat al de stromen vrolijk zingen,
De handen klappen naar omhoog;
’t Gebergte vol van vreugde springen
En hupp’len voor des HEEREN oog:
Hij komt, Hij komt, om d’ aard’ te richten,
De wereld in gerechtigheid;
Al ’t volk, daar ’t wreed geweld moet zwichten,
Wordt in rechtmatigheid geleid.
Wat een dag zal dat zijn! Amen.
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Dorpskerk, zondag 22 november 2020 (eeuwigheidszondag), 9.30 uur. Schriftlezing Openbaring 22:6-21.