De aartsvaders hebben de belofte van de komende Messias van verre gezien, maar niet de vervulling meegemaakt. Dat geldt ook voor de joden en ook voor de discipelen. Het evangelie is een belofte en de belofte is het evangelie. God belooft en realiseert wat onmogelijk is.

Van verre gezien

Hebben jullie een lieve opa, oma? Een gelovige opa of oma? Misschien nauwelijks gekend. Ik hoorde wel dat mijn grootmoeder een godvrezende vrouw was. Ik lees wel eens rouwadvertenties in de krant. Mijn moeder deed dat vroeger ook. De Heere nam weg. Of: de Heere heeft Thuisgehaald. Voor een bevindelijke rouwkaart las ik een keer deze tekst er boven. Deze allen hebben de belofte niet verkregen, maar van verre gezien. Ik hoor erin, de overledene is goed heen. In geloof gestorven. Toch de belofte niet verkregen.

Dubbel eigenlijk, goed heen en toch de belofte niet verkregen. De vervulling van de belofte niet verkregen. Wel van verre gezien. De belofte wel in de ziel gezonken. Maar wat ontbrak er dan? De familie stelt vaak een tekst op van de rouwkaart. Hij durfde het heil niet toe te eigenen. Het probleem was de toe-eigening van het heil. Onze opa’s en oma’s hebben dat nog, zegt u. Die gaan niet aan het avondmaal maar vrezen de Heere wel. Dat je niet durft te zeggen, van jezelf, ik ben een kind van God. Vooral, je mist de vrijspraak waar anderen van spraken. Je mist de persoonlijke kennis van Christus. Moderne mensen zeggen dan, wat een tobbers. Dat hoeft toch niet, Christus is gekomen, ik ben een kind van God?

Ze waren wel gelovig, maar hadden Christus nog niet omhelst. Ze hadden wel de belofte. Theologisch is het toch niet houdbaar? Dit slaat op de aartsvaders. Wij leven toch 2.000 jaar na Christus? Hoe kan je deze tekst dan op een rouwkaart zetten?

Trouwens, Abraham is ook door het geloof gerechtvaardigd.

Welke belofte hebben ze niet verkregen? Het land, volk en de zegen. Drie beloften. Wat was ervan te zien? Nog niet zoveel. Jozef heeft wel in Egypte een volk gered. En zijn eigen familie erbij – een volk in wording. Jacob stierf in Egypte. Ze waren er vreemdeling. Vreemdeling in het beloofde land. Gezien maar niet omhelst. Vader Jacob stierf in Egypte. Hij zegende zijn kleinzoons. Manasse en Efraïm. Zij waren in een andere cultuur groot geworden. Zouden ze hem hebben verstaan, die oude patriarch? Hij heeft ook zijn zonen gezegend.

En toen de Adventtekst: Juda, gij zijt het! De scepter zal van u niet wijken. Jacob had daar wel zicht op. Hij zocht het in de verte. En ondertussen verzuchtte hij: op Uw zaligheid wacht ik, HEERE! Hij ging goed geen.

De helden, die rij in Hebreeën 11 eindigt bij Rachab, bij de intocht in het beloofde land. Ze hebben de belofte vervuld gezien. David en de Richters: die hebben het toch gezien? De Psalmen van David, bijvoorbeeld Psalm 110. En Messiaanse psalmen. Ze zagen de Messias van verre komen. David zelf was het niet.

David heeft ook een andere psalm gedicht, psalm 95. Heden zo gij Zijn stem hoort, verhard je niet. Anders kom je niet in Mijn rust. Vanwege ongeloof kom je er niet. Reeds zijn ze in het beloofde land maar nog lang niet alle vrezen ze de Heere en wijken ze af. Reeds en nog niet, dat is het refrein vanmorgen. Lees het maar door. Vervulling gekregen, gerechtigheid geoefend, maar er waren leeuwen en vuur. En oorlog. Ze hebben oorlog gevoerd, die helden van weleer. Oorlog? Kan dat? In het geloof oorlog voeren, ja toen die oorlog tegen de Filistijnen. En nu, Oekraïne? Gelovigen in Rusland en Oekraïne? Ik ben in beide landen geweest, aan beide zijden zijn er gelovige mensen. Russen voeren niet in geloof de oorlog, Oekraïne/Zelensky eerder. Maar dan is het verdedigingsoorlog. Wij werden bevrijd in 1945. Oorlog gevoerd.

Er zijn zelfs doden opgewekt, staat er. Hij dacht waarschijnlijk aan Elia en Elisa. Beide wekten een jongen op. Wat het geloof allemaal niet vermag! Gaat dat altijd op? Nee, want dan komt er een andere rij.

Anderen waren martelaren, vluchtelingen. Gebedsverhoring kan maar gebeurt niet altijd. Heb je dan te weinig geloof gehad? Als je niet genezen wordt, heb je niet genoeg gebeden. Daniel en zijn vrienden zeggen: onze God is machtig is ons te verlossen en zo niet (daar houden ze rekening mee, want God is souverein), dan toch verwachten we het van Hem, we buigen niet. Herkent u dat?

De discipelen, dan komen we in het nieuwe Testament. We komen met deze brief in het nieuwe Testament. Daar wordt toch alles vervuld? Dan heb je geen verrekijker meer nodig. Nabij u is het woord. Nabijgekomen. Johannes was ooggetuige. Wat we gezien en gehoord hebben, verkondigen wij. Wat wij getast hebben, verkondigen we. Hij lag aan Zijn borst.

Toch: Uw Koninkrijk kome. Want van U is het Koninkrijk. We bidden erom. Alsof het nog niet gekomen is. Reeds en nog niet. Reeds is Christus gekomen. Reeds is het offer volbracht. Reeds is Hij gekruisigd en opgestaan.  Nu jaagt de dood geen angst meer aan. Maar gaat U het Koninkrijk nu oprichten? vragen de discipelen. Nee, nog niet. Reeds en nog niet.

De erfgenamen. Hoe zit het nu met de joden, met het volk Israël? Daar gaat het hier over in de tekst. Deze allen zijn in het geloof gestorven. Bent u wel eens in Israël/Hebron geweest? Daar staan de kisten, daar liggen ze begraven. Door Israël verovert in 1967. Ze zijn er trots op. Hun vaderen.

Maar … zonder Jezus. Ik heb gelovige Joden meegemaakt als gids. In een zaaltje wilden ze geen liederen van Jezus. Wij zingen hun psalmen. In de Holocaust zijn sommige joden met Psalm 22 de gaskamers ingegaan. Ontroerend. Dat is de psalm waarmee Jezus stierf. Zij stierven zonder Jezus. Ze houden de Sabbath en vieren grote Verzoendag. God is rechtvaardig en barmhartig, ik treed er niet in hoe dat zit. Ze lijken op die bevindelijke christenen van vroeger, zei dr. Vreekamp. Ze zijn in geloof gestorven, hebben de belofte niet verkregen.

Het land kregen ze weer, in 1948. Stichting van de staat. Ben Goerion. Golda Meir huilde om allen die dat niet meemaakten. Er zijn nog onvervulde beloften. Romeinen 11. We bidden voor Israël. Gelukkig groeit het aantal Messiaanse joden in Israël.

Tot slot. De ontdekkers. Ik bedoel de Reformatoren. Wat ontdekte Luther in het klooster? Dat gerechtigheid geschonken wordt in de beloften. Zijn theologie kan je een theologie van beloften noemen. Belofte is evangelie. Bij de Reformatie is evangelie belofte. Wist u dat? Dat wist u natuurlijk wel. Dat lezen wij in het avondmaalsformulier. Een ieder bedenke zijn zonden en vervloeking en of u deze belofte gelooft dat uw zonden vergeven zijn. Zijn! Dat klopt niet? Vergeven zullen… worden? Nee. Belofte is evangelie zelf. Luther moest het met de belofte doen. Daar kan je van leren. Ook wij moeten het met belofte doen. Dan ook die geladen belofte, waar de vergeving in zit. Dat is een ontdekking.

Weet je dat je zonden vergeven zijn? Anders mag je niet aan het avondmaal komen. Maar of je de belofte gelooft! Het zit al in de belofte. Dat is toch een bevrijdende ontdekking. Gedenk aan het woord, aan Uw knecht toegezegd. Een toezegging. Het wordt je toegezegd. Dat gaf aan mijn hart vertroosting, geest en leven. Een verrekijker. Wat ver weg is, haal je dichtbij. Dat moesten de aartsvaders. En wij ook. Inmiddels 2.000 jaar geleden dat Christus op aarde was. Je haalt dat naar je toe door het geloof. Mag dat? Ja, die verrekijker wordt je aangereikt. Wat ver weg was, onbereikbaar leek, komt zomaar dichtbij. Nabij u is het woord, in uw mond en in uw hart. Dit is het woord dat ik u vanmorgen wilde verkondigen.

Amen.

Uw macht is groot, Uw trouw zal nooit vergaan;
Al wat Gij ooit beloofd hebt, zal bestaan;
De heiligheid is voor Uw huis, o HEER,
Eeuw uit, eeuw in, tot sieraad en tot eer.

– Psalm 93 vers 4 (berijming 1773)

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Dorpskerk, zondag 4 december 2022, 9.30 uur. Schriftlezing Hebreeën 11: 8-13 en 29-40.