Het is misschien wel het moeilijkste gebed: bidden om vergeving van onze schuldenaren. Christus leert het ons te doen. Aan het kruis toont Hij Gods liefde voor zondaren zoals die moordenaar. Wie zijn zonden belijdt, voor hem of haar is er vergeving.

‘Vergeef ons onze schuldenaren’

Er was iemand bij een predikant die niet wilde vergeven. Maar u bidt toch het Onze Vader? vroeg die predikant. Ja, zei hij, ik sla dan voortaan dat zinnetje maar over, dat ‘vergeef ook onze schuldenaren’. Vergeving schenken kan heel zwaar zijn. Ik ben betrokken bij een paar gevallen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Dan is die vraag heel zwaar.

Kunnen wij anderen vergeven? Lukt dat ons? ‘Death man walking.’ Is een oude film. Waargebeurd verhaal. Ook daarin die vraag. Een gevangene vanuit dodencel gaat naar executieruimte. De bewaker zegt: death man walking. Ten dode opgeschreven. Als dood gezien.

Jezus aan het kruis. Er zijn allerlei mensen bij betrokken. We lazen over een aantal van hen. Priesters, soldaten die honen. Mensen die roepen en schreeuwen. Ze hebben allemaal een band met Jezus. Maar moeten zoeken: wat is mijn relatie met Jezus, met de Messias. Die vraag hebben wij ook, wie is Jezus voor ons? Ik plaats ons bij het kruis. Misschien op een afstand. Zoals de leerlingen. Die moesten ook zoeken. Wat zegt dat, dat Hij daar hangt?

Een moordenaar heeft samen met zijn vriend een meisje verkracht en vermoord, en ook haar vriend. Veel mensen zeggen dan: ik was het niet. Kleine kinderen doen het al: ontkennen. De man krijgt de doodstraf. Hij heeft een verzoek. Of een non hem wil bijstaan. Ze is nog jong. Wil jij een terdoodveroordeelde bijstaan? Ze denkt, dat is een eenmalig gesprek. Dat wordt bidden. Ze draagt geen habijt. De gevangenispredikant voelt zich gepasseerd. Waarom zie je er niet uit als non? Ook een vraag aan ons, hoe zien ze dat jij een christen bent? De non gaat in gesprek. Die man zegt, ik was het niet. Je kunt pas vergeving ontvangen als je daadwerkelijk belijdt. Dat gebeurt wel vaak. Iemand komt uit een milieu, dan heb je een achterstand. Dat is verdrietig. Niet in een gezin van liefde. Niet de kans om te studeren. Veel misdadigers hebben verontschuldigende voorwaarden. Advocaten en psychiaters die zegen dat hij het niet anders had kunnen doen? De non verontschuldigt hem geen seconde. Ze is een volgeling van Jezus.

Er is vergeving in deze wereld. Dat je vergeving kunt ontvangen. Dan moet je wel schuld belijden.

Bij het kruis zijn er ook de moordenaars. Ik zag een ets van Rembrandt in het Rijksmuseum. Ik zag ze altijd naast elkaar die kruisen. Maar Rembrandt tekent de moordenaars er dwars op. Zodat ze elkaar in het gezicht kunnen zien. Zij moeten ook zoeken. Wie ben ik? Wat zijn mijn misdaden?

Als U de Messias bent… Praat jij nu nog zo? Wij hangen hier terecht. Hij erkent schuld. En dan heeft hij een vraag, ik heb me er vaak over verbaasd. Je bent bijna dood. Wat zou je nog willen? Ik werk o.a. in een hospice. Einde is nabij dan. Dan komen grote dingen langs. Verbondenheid – liefde – schuld. Wat moet je daarmee. Die man erkent schuld. En heeft een wonderlijke vraag. Wilt U aan mij denken als U in Uw koninkrijk bent?!

Wij geloven dat Jezus daar zit aan de rechterhand. Hij bidt voor de Zijnen. Voor de vervolgden. Aan ons denken, is dat voldoende voor ons?

De jongeman komt niet zo ver, zo lijkt het. Mensen gaan proberen de doodstraf weg te nemen. Maar de ouders van de vermoorde jongeren die zijn laaiend, woedend op de non. Dat ze die man bijstaat. Die mens. Het is eigenlijk geen mens. Iemand die zulke dingen doet, is ongedierte. Die verdient niet om te leven. Die krijgt terecht de doodstraf. Wij geven niet de doodstraf. Dat is niet aan ons. De non zegt: jij bent de dader. Maar de overheid mag ook niet het leven nemen. In onze samenleving krijgen mensen weer levenslang. Misschien is dat onmenselijker?

Die moordenaar aan het kruis vraagt om bijstand. Hij krijgt niet wat hij vraagt. We zongen Psalm 130. Diep in de ellende vanwege verdriet en zorgen. Dat kan ook schuld zijn. Veroorzaakt. We zongen Psalm 51. Belijden dat we schuldig zijn. Makkelijker om te zingen in de kerk dan hardop te zeggen tegen iemand dat jij een dader bent, schuldig bent.

De ouders zijn laaiend op de non. Zij willen wel de doodstraf. Partijen komen in het geweer. Zoals bij het kruis. Soldaten, vrienden, priesters, moeder. Haar zoon werd vermoord aan het kruis. De non schreef een boek. Een vader van een vermoord kind zegt in dat boek: ‘Ik moet elke morgen opnieuw worstelen om vergeving te schenken aan de moordenaar. Het is elke dag een strijd, waarschijnlijk de rest van mijn leven. Als ik het niet doe, lijd ik zelf en blijf ik de last dragen.’

Wilt U aan mij denken? Nog heden zul je met Mij in het paradijs zijn. Kostbare woorden. Woorden van ongekende schoonheid. Liefde, vergeving. Ik luister met ogen van de vermoorde Gino. Het zal je broertje zijn. Of familie van de gedode christenen, door ISIS. Het zal jouw familielid zijn die gepijnigd is… Door zo’n mens. Is dat een mens? Wat zegt Jezus? Heden zul je met Mij in het paradijs zijn. Jezus leed vanwege onze schuld. Ook van die moordenaar of misdadiger. Gunnen wij het hem?

Soms is het te zwaar om te vergeven. Het leed kan je zo diep treffen. Ook dat mag je bij Jezus brengen. Ik ben afhankelijk van vergeving. Het lukt mij niet om de ander te vergeven, wilt U mij dat vergeven? Je mag dat met broeders en zusters bespreken.

Het is niet gemakkelijk om Psalm 51 te zingen. Er komen tranen en verdrietige verhalen. Jezus kwam toch voor onze zonden. Hij maakte God liefde zichtbaar. Dat deed Hij voor mij!

Wij kennen elkaar niet of nauwelijks. Een mens kan een mooi kostuum aantrekken. Maar we weten niet wat er iemand omgaat. We zijn geneigd tot alle kwaad. Maar we mogen opnieuw leven, door Jezus. Ik gun u de vergeving en de kracht om het door te geven. Tot eer van God en tot heil voor de naaste.

Amen.

Hervormde Gemeente Sluipwijk, zondag 12 juni 2022, 10 uur. Schriftlezing Lucas 23:33-43 en Handelingen 7:44-60.