Ds. B. Oosterom (Oudewater)
Hervormd Reeuwijk, Ichthuskerk, 23 juli 2017, 9.30 uur
Wandelen zoals Hij (1 Joh. 2:6)
Wie van jullie, jongens en meisjes, heeft meegedaan aan de avondvierdaagse? Leuk en mooi natuurlijk. Soms met papa en mama. Wandelen weten jullie wel wat dat is. Grote mensen hoef ik niets te zeggen natuurlijk, 42.000 wandelaars [Nijmeegse Vierdaagse].
In Bijbel gaat het ook over wandelen. Oude Testament: 70 maal (als het goed is) over wandelen. Begint al in Genesis: Henoch, Noach, Abraham. Wandelen met God. Openbaring: de Heere wandelt te midden van Zijn volk.
In vakantietijd veel gewandeld. Wandelen met elkaar. In de Bijbel krijgt een geestelijke betekenis. Overdrachtelijk. Voor het hele leven. Wandelen als het leven. Wie die schrijft? Johannes. Een van de eerste discipelen. Bijzondere band met Jezus. Die Jezus liefhad. Jezus had hem als eerste lief. Evangelie geschreven en drie briefjes en openbaring.
Gedeelte zet hij in met een vaderlijk woord. Mijn lieve kinderen. Ouderen die nog Statenvertaling hebben: mijn kinderkens. Zullen wij niet snel doen. Johannes was toen al wat ouder. Mijn kinderkens. Zelf heb ik het een keer een predikant horen zeggen, ds. Boot. Was heel ziek, nog een keer preken. Veertig jaar geleden. Zo graag nog een keer in Reeuwijk voorgaan. Zondagavond. Wij waren daarbij. Nog hoor ik hem zeggen: mijn kinderkens. Ontvang de zegen van de Heere. Weekje later nam God hem thuis.
Mijn lieve kinderen. Dat de dominee aan jullie denkt, fijn hè. Maar Johannes bedoelt niet alleen jullie. Augustinus heeft dat wel zo uitgelegd, Calvijn gaat daar niet in mee. Hele gemeente.
Achtergrond waartegen Johannes woord spreekt. Deze dingen, hoofdstuk 1 de verzen 8, 9 en 10. Die zijn achtergrond. Zeggen geen zonde (meer) hebben, misleiden wij onszelf. Geen zonde meer. Zulke gemeenteleden waren er toen al. Over zonde begint, ben ik weg. Ik heb geen zonde meer. Vrij van de zonde. Nou, dan misleid je jezelf. Denk maar Paulus: wat ik wil doen, doe ik niet. Valse leraren: wij hebben helemaal geen zonde. Ook nooit gezondigd. Wordt het heel stil. Maken we God tot een leugenaar. Voorstellen dat de Heere jokt? Nou die mensen voelden zich heel goed. Blijven in Hem. Geboden van de Heere, vers 4. Wij kennen Jezus. We zijn in hem. Wij, wij, wij. Wij blijven in hem.
Op letten dat Johannes een nieuw woordje gebruikt: blijven. Niet alleen zijn, ook blijven. Is diepe afhankelijkheid. Mogen blijven. Niet: natuurlijk blijven wij in Hem. Daar komt het op aan.
Ds. W.L. Tukker, voor ouderen bekend, zat een vergadering voor. Zei een beetje: o jongens, het komt er niet op aan of we in Hem zijn, maar blijven. Zeker zijn van de Heere en Zijn Woord. Nooit in onszelf, van onszelf. Nooit vanzelfsprekend. Is toch gewoon?!
Johannes wil bemoedigen maar wist ook dat er in ons leven een periode kan zijn dat je achterop raakt (Hebr. 4). Wegglijden. Niemand denken: dat zal mij niet gebeuren. Valse leraren zeiden: dat is gewoon. Johannes: Laat het zien. Hoe? Door te wandelen zoals Christus gewandeld heeft. Is de tekst. Moet te merken zijn. Kenmerken. Laat maar zien.
Wandelen in de tekst betekent gedrag. Ten opzichte van de Heere en de naaste. Handelen. Rijmt ook op wandelen, maar hoort erbij. Verlangen hebben om in Christus te blijven, dan in Zijn voetspoor te gaan. Neuriënd of zachtzingend: ik zet mijn treden in Uw spoor.
Valse leraren hadden grote woorden. Wandelen ook in de duisternis, zegt Johannes. Is heel scherp en eerlijk. Soms kan je je vergissen.
Johannes stelt Jezus als voorbeeld. Eerst heeft Johannes in zijn brief de Heere Jezus voorgesteld als degene die intreedt bij de Vader. Advocaat is. Voor spreker. Omdat wij niets kunnen bijdragen en inbrengen. Vader, Ik heb verzoening gevonden. Toen schrijven wie de Heere Jezus was: verzoening (vers 2). Een verzoener! Maar een verzoening. Voor onze zonden. Voor de hele wereld.
Eerst als voorspraak en toen als verzoening en pas nu als voorbeeld. Ik zeg dat wat nadrukkelijk omdat er in onze kringen huiver is om Jezus als voorbeeld te zien. Jezus zei zelf bij voetwassing: Ik heb dit als voorbeeld gedaan. Tot een voorbeeld. Opdat gij zult zijn als Ik. Voorgegaan, voorbeeld geworden. Wandelen als Hij. Zwakke discipelen en temidden van zondige mensen. Hij wandelde naar die Levi, die tollenaar. Een echte jood spuuwde op de grond bij een tollenaar. Samaritaanse vrouw. Is niet eenvoudig in het ambt, als je naar zo iemand moet gaan. Hij moest door Samaria gaan. Tot grote zegen van haar en haar dorpsgenoten. Naar die vrouw die haar kind verloren had. Melaatse. Bruidspaar. Vreugde huwelijk te vieren. Ook naar psychische zwakke. Alleen gaan om te bidden. Alles ten voorbeeld. Een voorbeeld nalaten.
Worden we al wat onrustig? Hoe ben ik? Wandel ik als Hij? Wij als Hij? Hebben wij een stille plek? Waar ook maar, ook als jongeren. Schuurtje, land, kast. Stille bezoek zonder dat anderen het weten en merken. Wandelen als Hij. En dan maar niet direct denken: daar is de diaconie voor. Of de ouderlingen. Nee, daar komen we niet mee weg.
Een woordje kijkt en grijnst ons aan. Zelf! Zelf wandelen. Mooie Bijbelstudie schrijven of kringavond of conferentie en nog eens over praten… en dan verder niks. Niet teveel praten, maar wandelen zoals Jezus deed. Hoe is het met onszelf? Met betrekking tot die man. Die vrouw, dat gezin, waarvan je weet dat… niet om iets te verdienen, maar uit dankbaarheid. Bij gevouwen handen horen ook uitgestoken handen. Volharden in het wandelen. Tijd komt dat je wandelt. Elke dag bekering nodig. Elke dag gebed, ook geloof.
Wandelen als Hij. Jezus Christus. Hij ging vrijwillig. Tot op het kruis. Nu Mij niet volgen. Dus tot op zekere hoogte. Mee te leven met iemand die een kruis te dragen heeft. Meeleven met hen om hun christen-zijn bedreigd worden met een kruis, soms letterlijk. In Irak zijn christenen veroordeeld tot 10 jaar gevangenisstraf omdat ze Christus belijden. Voorbede doen. U belasteren. Johannes vermaant ons allemaal. Om in de Heere te blijven. Dat ook te laten zien door te wandelen zoals Christus.
Preek begon met avondvierdaagse en met de Nijmeegse. Met vakantie gaan? Wandelen. Hoop ik dat je misschien nog eens wat nadenkt en vraagt, praat. Hoe is het met ons? Wandelen wij zoals Christus gewandeld heeft? En denken aan de woorden van de aanvangsttekst waar we de dienst mee begonnen, van Paulus: Wandelt in de liefde. Amen.