Johannes ziet op Patmos dat de stad Babylon zal vallen. In die stad is er sprake van een anti-christelijk klimaat. Men wentelt zich in de zonde: seksuele uitspanningen, materialisme, hoogmoed, afgoderij. Met rijke en decadente westen lijkt erg op Babylon, juist ook in deze coronatijd. De coronacrisis is een wee, een voorbode van het oordeel dat komen gaat. De indringende en welmenende oproep van Christus klinkt: ga uit van haar. Dat betekent vooral dat we geen gemeenschap met de zonde van Babylon moeten hebben, maar gericht moeten zijn op Christus. Tot Hem de toevlucht nemen om het oordeel en de plagen te ontkomen. Bij Hem is redding!

Thema: ”Ga weg uit Babylon”

  1. Het verderf in Babylon: dit gaat om de zonde, om welke dan?
  2. De val van Babylon: de plagen over haar
  3. De vlucht uit Babylon: de oproep die de Heere laat uitgaan, heel indringend

Gemeente, voor ons allen is het onvergetelijk: de uitbraak van de coronacrisis. Covid-19 zorgde ervoor dat samenlevingen wereldwijd lockdown gingen, zoals dat wel heet: scholen werden gesloten, vliegtuigen bleven aan de grond, ouderen gingen in quarantaine. En ’s zondags kon slechts een handjevol naar de kerk, dat was nog wel het meest indrukwekkende. De toestroom op de IC was zo groot, dat er werd gevreesd voor een tekort aan bedden. Vele families werden in rouw gedompeld. Onzekerheid en spanning waren merkbaar. Overheden zagen zich geconfronteerd met de grootste crisis sinds de WO2. Rutte richtte zich met een toespraak vanuit het Torentje tot het volk. En de Italiaanse premier Conte, bij wie de tranen over de wangen liepen. Van artsen had hij gehoord dat situatie niet meer houdbaar was.

Van meet af aan was duidelijk dat covid-19 de economie diep zou treffen. Beurshandelaars zaten met de handen in het haar. Ik hoor het ook van ondernemers. Die vragen zich af: hoe gaan wij deze crisis overleven? Gaan onze bedrijven het redden? De crisis trekt diepe sporen door kerk en samenleving.

Zelf heb ik in de tijd waarin de crisis uitbrak moeten denken aan wat Johannes schrijft. Hij heeft het over Babylon en de val van Babylon. Het heeft, vind ik, opmerkelijke parallellen met de crisis die we onder ons zien voltrekken. Naar mijn indruk zie je de contouren die Openbaring 18 schetst, zich aftekenen in wat vandaag gebeurt. Vandaar dat ik graag vanmiddag en daar voel ik mij toe geroepen, in biddend opzicht, uit dit Bijbelboek het woord te bedienen.

1.

Gemeente, de apostel Johannes is in quarantaine. Alleen. Op een eiland, geïsoleerd. Patmos. Dat ligt bij de Griekse kust. Hij is ver van zijn vrienden vandaan. Ver ook van zijn gemeente vandaan, de gemeente Efeze (waar hij vermoedelijk op hoge leeftijd terecht is gekomen). De Romeinse autoriteiten hebben hem aangehouden en naar Patmos verbannen. Ze zagen in de leer een besmettelijk virus, een gevaarlijk virus, dat mensen aanraakt en besmet. En dat de verering van de keizer aantast. Daarom: weg met Johannes.

Wat moet dat in deze dienaar veel te weeg brengen! Hoe moet het met hemzelf en met de gemeente, in Klein-Azië? Wat als ook andere leden worden opgepakt? Wat zal er dan van de kerk terecht komen?

Dan krijgt Johannes onverwacht bezoek. Op de dag van de Heere. Zondag. Hoog bezoek. Jezus zelf verschijnt aan hem. In heerlijkheid en majesteit. Hem, die hij zo van harte liefheeft. Jezus openbaart in een reeks visioenen wat troostrijk is: dat niet de machten het voor het zeggen hebben, maar Hij. Hij regeert. Ook al lijkt dat niet zo. Het is toch zo. Het Lam van God is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Hij leidt deze wereld. Temidden van het rumoer van de volken. Terwijl de eeuwen zich voortwentelen. Jezus zorgt ervoor dat de geschiedenis uitmondt in een heerlijke overwinning voor Hem. Dan komt Hij terug en een nieuwe hemel en aarde scheppen.

Johannes krijgt een blik op de periode kort vóór de wederkomt. Op de laatste fase van de geschiedenis. Op de eindstrijd, eindtijd. Op die periode bijzonder. En dan ziet hij hoe machten van het kwaad, onder aanvoering van satan, alle krachten verzamelen in de strijd tegen Jezus en tegen Zijn gemeente. Hij ziet ook hoe satan (in Openbaring 12 vergeleken met een draak) een eigen anti-christelijk rijk opbouwt. Een groot anti-christelijk rijk. Een wereldstad: Babylon.

Over Babylon gaat het in het bijzonder in hoofdstuk 17 en 18. Johannes krijgt Babylon voor ogen. Een stad vol verderf en zonde. Een stad die zich verheft tegen de Heere en tegen Zijn gezalfde. Johannes ziet dat het niet goed afloopt met deze stad. Babylon zal vallen.

Dat brengt bij Openbaring 18. Dat gaat in het bijzonder over de val van Babylon. Heel het hoofdstuk is er aan gewijd. Je ziet meteen dat de val wordt aangekondigd door een engel, vers 1-3. Die engel daalt met majesteit af. Zij is gevallen, zij is gevallen, roept hij uit. Het klinkt als een jubel. Een overwinningslied. Dat is het ook. Gevallen, gevallen.

Johannes hoort en ziet het. Hij raakt er diep van doordrongen: dit is de toekomst van Babylon. Vast en zeker. Dit zal gebeuren. Ís gevallen. Maar het moet nog gebeuren. De engel roept het uit met een profetum perfectum. Het moet nog gebeuren. Maar zó zeker, het is al gebeurd.

Terwijl Johannes die stad ziet liggen, op weg naar de ondergang, hoort hij nog een stem. Vers 4. Een andere engel, dat kan. Of van Jezus zelf (zeggen andere verklaarders, ik ga daarin mee). Hij roept de gemeente op: ga weg uit Babylon. Verlaat haar. Opdat u geen deel hebt aan haar zonden en plagen. Uit Babylon. Ontvlucht de stad. Vandaag!

En dan hoort Johannes dat Jezus zich in vers 6-8 richt tot Zijn dienaren om Babylon daadwerkelijk ten val te brengen. Straf haar! Breng de plagen over haar! Johannes hoort het. En ziet dat Babylon daadwerkelijk ineen gaat storten. Tot ontzetting van koningen, zeelieden, handelaren. En vanaf vers 20 tot het einde: tot vreugde van de kinderen van de Heere.

De indringende oproep om deze stad te ontvluchten. Ga weg Mijn volk! Wat bedoelt Johannes met Babylon? Waar moeten we aan denken? Wat voor stad is Babylon? Een letterlijke stad, die je kunt aanwijzen? Die je kunt opzoeken met Google Maps? Babylon, moeten we denken aan Rome? Of Brussel? Of Babel, in het huidige Irak? Veel verklaarders zijn het over eens dat het Johannes niet een specifieke macht van een specifieke wereldmacht op het oog heeft. Maar een wereldrijk dat ingaat tegen wat de Heere in Zijn Woord zegt. Bij Babylon gaat het om een macht, een samenleving, die wereldwijd veel invloed heeft, die zelf onder invloed staat van kwade geesten en machten (die mensen van de dienst van God aftrekken en tegen de Heere opstoken). Babylon is een rijk met een door en door onbijbels klimaat. Een anti-christelijk klimaat. Een klimaat ook dat alles doortrekt: handel, economie, onderwijs, opvoeding, techniek, wetenschap. Babylon bepaalt hoe mensen denken over het leven, over de dood, hoe ze aankijken tegen wat werk is, invulling van vrije tijd. In Babylon heet het goede kwaad en het kwade goed. Dat is Babylon.

Kenmerkend nu voor Babylon is dat ze doordrenkt is met de zonde. Een stad vol zonde. Vers 4: ga weg uit haar opdat u aan haar zonde geen deel hebt. Babylon zwelgt in de zonde. Welke? In het bijzonder, deze: de zonde van overspel, hoererij, seksuele losbandigheid. Daar is Babylon vol van. Vers 3 legt daar de vinger bij. Je kunt vers 3 vertalen: van de wijn vol van passie en losbandigheid. Wijn gevuld met zedeloosheid. Bekers vol seksuele onreinheid. Vele volkeren drinken eruit. Mensen zijn vol van zedeloosheid en liederlijkheid. Mensen drinken er met volle teugen uit. Het overspel is zodanig dat de stad wordt genoemd: de grote hoer (17:1). Stad vol seksuele uitspattingen.

Tegelijkertijd ook een stad waar het materialisme hoogtij viert. Het grote genieten, luxe, weelde, pracht, praal (vers 3). De kooplieden zijn er rijk door geworden. Weelde: losbandig leven. Een soort hoofdader die door Babylon heen stroomt. Iedereen is er mee in de weer. Consumeren, kopen, nog meer kopen, nog meer kopen. Mensen kopen zoveel… ja. Het geld in Babylon blijft maar rollen. Zodanig dat de handelaren er schatrijk van zijn geworden. We hebben dat samen gelezen. Als de stad valt, klagen de handelaren. Ze noemen dan koopwaar. Zilver en goud. Hout, om huizen te bouwen. Tuinen aan te leggen. Tuinhuizen. Meubels van te maken. Zeep, parfum, sieraden, kleren. Het kan niet op. De winkels, markten en megastores worden gevuld met deze artikelen. Aangevoerd via de zee en door de lucht. Een onophoudelijke stroom.

Weet je waar het de mensen in Babylon om te doen is? Dat trof mij in de voorbereidingen, vers 14, daar staat een woordje: om al wat lekker is. Lekker. Zie je dat? Het mot lekker zijn, anders hoef ik het niet. Dan koop ik het niet. Lekker. Al wat lekker is. Als het maar lekker is. Nou, dat is wat we zien. Seksuele uitspanningen, materialisme. En hoogmoed, vers 7b. Daar staat: ze zegt in haar hart, ik ben een koningin. Ik zal geen rouw zien. Ze ziet zichzelf niet als hoer. Bel je mal. Ik zal geen rouw zien. Nee hoor. Geen crisis raakt me. Ik ben sterk, onoverwinnelijk. Stad vol ontsporing, materialisme, hoogmoed.

Wee degene die daar tegen ingaat. Wie zijn stem verheft tegen de zonde, wee diegene! Die heeft het niet gemakkelijk. Die krijgt te maken met uitsluiting. Babylon is een hele tolerante stad, maar niet voor degenen die belijden dat ze niet mee kunnen met álle tolerantie. Voor hen is Babylon heel intolerant. Mensen die opkomen voor wat in het Woord staat, daar wordt korte metten mee gemaakt. Of erger: die worden gedood. Het bloed van de profeten wordt in deze stad gevonden, staat er.

Proef je iets van de geest van Babylon? Zie je ook niet, dat als we spreken over Babylon, dat we spreken over de geest in onze westerse samenleving? Het geestelijke klimaat waarin wij meer en meer terecht zijn gekomen. En wij zijn gaan ademen! Dat het gaat over ónze moderne cultuur? Wordt ook onze samenleving niet gestempeld door seksuele losbandigheid? Stortvloed van pornografische beelden, die non-stop de samenleving wordt ingestuurt. Reclames, videos, films, websites vol seksuele onreinheid. Dat zijn er geen duizenden, maar miljoenen. Wereldwijd. Vele miljoenen mensen worden daar dagelijks mee besmet. U toch niet?! Zijn op seksueel terrein niet alle remmen los? Doe waar je zin in hebt. Lekker. Doe het met wie je wilt. Dat geldt ook christelijke jongeren. Verkering krijgen, nauwelijks elkaar kennen en dan het bed al delen. Ook omdat ze niet weten dat de Heere seksuele omgang heeft ingekaderd binnen het huwelijk. En jongeren die het wel weten, gaan er schouderophalend mee door. God zou het niet zo erg vinden?!

Wat te denken van alle materialisme, dat onze cultuur stempelt. Alles in Babylon moet lekker zijn. Geldt dat toch ook niet in onze cultuur. Een lekker en leuk leven leiden. Ik zie dat zelf ook. Je kunt je niet boven Babylon verheffen. Babylon zit ook in je hart. Het moet leuk en lekker zijn. Muziek. Het moet lekker in je gehoor liggen. Voedsel. Moet vooral lekker zijn. En als het gaat om kleding, dan gaat het niet of het bij de Heere in de smaak valt, maar het moet lekker zitten, ik moet er leuk uitzien. En de hoogmoed, is dat ook niet waarvan de samenleving doortrokken is? Coronacrisis: samen staan we sterk, samen verslaan we covid-19, samen slepen we elkaar door de crisis heen?! Iets van de zonde van Babylon.

2.

De plagen zullen treffen. Dat zegt de tekst. Gaat uit van haar, Mijn volk, opdat u niet van haar plagen zult ontvangen. Vers 5, daar zegt de Heere: God werd haar ongerechtigheden gedachtig. Dat laatste klinkt misschien apart. Hoe moet je dat zien? Dacht God er eerst niet aan? Kwam er een moment waarop Hij de zonde toen wel zag? Wel, God heeft die zonde natuurlijk voortdurend gezien. Maar dit wordt zo beschreven vanuit het perspectief van mensen. Het lijkt alsof God het niet zien. Als God er al is… dan vindt Hij het niet erg dat wij zelf invullen hoe we leven. Het is zeer de vraag: is God er wel? Maar: er staat, God ziet het wel degelijk. Hij zal het Babylon laten merken.

God zal Babylon met plagen plagen. Vele. Zoals Egypte werd getroffen door 10 plagen, en zich verhardde tegen de Heere. Egypte weigerde tot inkeer te komen op de indringende roepstemmen. Vers 8: de dood zal komen. Ziekte. Geweld. Oorlogen. Het zal leiden tot de dood op de wereld. Er zal rouw, verdriet, pijn, honger zijn. Honger mag je ook vertalen met: gebrek, gemis, tekort. De mensen hebben zich te goed gedaan aan eten, drinken, in grote mate. Mensen zullen gaan hamsteren. Maar er zal niets te hamsteren zijn. Er zal ook vuur zijn. Het regende over Sodom en Gomorra. Zo zal het vuur regenen over de stad (2 Petr. 3). Petrus zegt: de dag van de Heere zal komen als een dief in de nacht. De hemelen zullen met gedruis vergaan. De elementen zullen branden en voorbijgaan. De aarde en al haar werken zullen verbranden. O, de val van Babylon zal met grote rampspoed gepaard gaan. Angst, ontzetting, verschrikking, paniek.

Johannes beschrijft het vanaf vers 9 tot vers 19. Koningen en politieke leiders zullen uitroepen: wee, wee, de grote stad Babylon is gevallen. En de handelaars: de sterke stad Babylon… En de zeelieden, verantwoordelijk voor de aanvoer en logistiek, ze zullen verbijsterd uitroepen: wee, wee de grote stad, waarin allen die grote schepen hadden, rijk zijn geworden.

Op die dag zal de economie onherstelbare schade oplopen. Dan zal er geen herstelfonds meer kunnen zijn om uitkomst te bieden. Al worden er miljarden ingestopt. Politici zullen met hun handen naar het haar grijpen. Handelaren zullen zeggen: nu is het voorbij. Nu is het gebeurd. Over, uit. Plagen! God zal Babylon plagen.

O, is dit niet waarvoor we te vrezen hebben? Dat dit staat te gebeuren met het schatrijke en decadente westen, als het zich niet bekeert? En hebben we te vrezen dat het westen zich niet zal bekeren, maar juist doorgaan in losbandige leven, doorgaan met hoogmoed, doorgaan met uit de weg ruimen met wat herinnert aan de dienst van God? Ben je daar nooit bang voor? Nooit bang dat wij in Babylon leven? En afstevenen op een diepe val?

Weet je wat opmerkelijk is, ik hoorde dat diverse mensen zeggen, het gebeurt van het één op andere moment. Opeens stort te handel in. Opeens is er een tekort aan alles. In één uur is uw oordeel gekomen, vers 16. Wee, wee! Alles verwoest. Vers 19, die zeelui: in één uur. Opeens was daar de crisis. Opeens ging alles op slot. We konden er opeens niet meer op uit. Erdoor overvallen. Op die dag zal er geen bruiloft meer zijn. Vele bruiloften moesten worden gecanceld. Als je dit zo op je laat inwerken, wat je ziet gebeuren, en ziet wat er onder ons gebeurt, moet je dan niet zeggen, dat de crisis die wij nu beleven een vooraankondiging, een voorbode, een soort wee is, een wee van dat wat gaat komen? Van de grote crisis. De dag der dagen. Waarop Hij terugkomt op de wolken van de hemel. Hij die koning is boven alle koningen. Jezus Christus.

Het Woord verkondigt het: die dag komt. En die dag is nabij. Dat decadente Babylon zal ineenstorten. Wat een dag zal dat zijn! Een dag vol benauwheid en vrees als je Jezus niet kent. Ik sprak jonge mensen in Oud-Beijerland die zeiden: ik ben bang. Ik dacht: dit is niet goed. Zij gingen, ontwaakt, het Woord in. Ik durf het bijna niet te zeggen, wat je toen ervoer aan schrik en gevoelens van vrees, als je onbekeerd bent, wat zul je dat dan in een heviger mate ervaren. Wat nú?! Het is zo nodig, dat je mag weten dat je geborgen bent. Dat je veilig bent bij de Heere Jezus. Dat je Hem kent. Het Lam en de Koning, over hemel, zee en aarde.

3.

Hoor daarom Zijn oproep. Vlucht weg uit Babylon! Oprecht, indringend, gedrenkt in bewogenheid: verlaat haar. Je zult anders zeker omkomen! Neem deze boodschap ter harte. Jongeren: Babylon lijkt zo mooi he. Het ziet er zo prachtig uit. Maar het neemt je mee het eeuwig verderf in. Babylon zal vallen. Als je vol bent van Babylon, zul je met haar vallen. Daarom, jongeren, vlucht uit Babylon. Ouderen, vandaag nog! Vlucht uit Babylon.

Wat bedoelt de Heere Jezus ermee? Betekent Zijn oproep dat je niet in Babylon mag wonen, werken, dat je daar niet mag verblijven? Dat je maar op een eiland, zoals Patmos, moet verblijven? Het betekent eerst en vooral: dat je je laat niet besmetten met de zonde. Dat je er geen deel aan hebt. Dat je niet zwelgt in de zonde. Dat je er niet aan meedoet. Je onthouden van seksuele uitspanningen. Ga weg uit Babylon, dat betekent dat je ‘nee’ zegt tegen materialisme, tegen overmatig eten en drinken, tegen overmatige weelde, tegen hebbedingetjes. Geen afgoderij met consumptieartikelen. Dat wil zeggen, ja, dat je al je tijd besteedt. Wat is afgoderij? De dingen hoeven niet verkeerd te zijn? Maar dat je er heel veel tijd aan besteed. Die dingen geven mij geluk, vreugde, waardering. Dat je je geluk niet zoekt bij de Heere, maar bij de dingen. Ga weg uit Babylon, zegt Jezus. Vind je vreugde niet in die hebbedingetjes, in die dingen die vergaan, ze liggen toch morgen op de schroothoop. Nee zeggen tegen schunnige filmpjes. Tegen videos waarin de Naam van de Heere wordt gelasterd. Die laat je niet toe in je woon- en slaapkamer. Nee zeggen tegen tv-series waarin oneerbare opvattingen zijn over huwelijk en seksualiteit. Ga weg uit haar. Zoek de randen niet op. Denk niet: dit kan nog wel, dit ook nog wel. Haat de rok die van het vlees is besmet. Heb een afkeer van het kwaad. Houd je niet op met haar schijn. Houd je niet op met idolen, muziek, way of live, sport- en danstempels. Breek met de zonde van Babylon.

De oproep van Christus is zó welgemeend. Vlucht uit Babylon weg. Opdat de plagen die Babylon zullen treffen, u niet zullen treffen. Hoe kun je wegvluchten? Hoe vind je daar de kracht voor? Hoe kun je je daar rein bewaren? Daar wel leven, zonder dat je van Babylon wordt? Nee zeggen tegen de vreugde van Babylon. Hoe? Misschien is het jouw, uw vraag. Weet je hoe.

Moet je goed opletten wat Jezus zegt. Onderstreep dat! Ga uit haar weg. En dan komt het: Mijn volk. Daar zit het geheim. Dat je dat mag weten. Dat je bij het volk van Jezus hoort. Dat je van Zijn volk bent. Dat Jezus je koning is. Dat je dat mag geloven! Dan wordt het niet zo moeilijk, toch, om weg te gaan uit Babylon. Dat je dat mag weten. Jezus, gezeten aan rechterhand van Vader, ziet op mij neer! Die genadevolle, liefdevolle Zaligmaker! Leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben, nederig van hart. Als Hij je koning is. Dan ben je in Babylon een vreemdeling. Een wereld, arm. En tegelijkertijd: mijn hart, zó verkleefd aan die consumptieartikelen. En toch, en toch: ik ben met U aan het kruis genageld. Het vlees dat ik hier elke dag ervaar, al die zonden en verkeerde verlangens, die afgodische verlangens (Calvijn: het hart is een fabriek van afgoden). Deze Koning heeft het op zich genomen. Hij heeft ervoor betaald. Ik tors met het vlees. Hij heeft het op Zich genomen. Hij heeft ervoor betaald. Als deze Jezus uw koning is, dan ontvang je kracht om Babylon gedag te zeggen. Zou je dat niet willen? Dat Jezus jouw koning is? Vriendin, vriend: als je dat mag weten, Hij, die leeft, die de wereld draagt, mijn Koning! Zijn volk heb ik zo lief.

Hoe komt het zo ver? Wanneer mag je dat weten? Wel, twee dingen:

  • Het eerste is dat je erkent dat je je zo laat inpakken door alles wat Babylon in petto heeft. Wij zijn allemaal geneigd om te zeggen: ja, natuurlijk, mooi, ik houd ook wel van wat lekker is, maar ik hang er niet aan, ik zet mijn hart er niet op. Weet je dan moet je erkennen dat je dat wel doet! Door het te ontkennen, houd je je op de been. Het staat niet op de eerste plaats? Wel! En dat is zonde. Dan moet je zien dat dat een erge zonde is. Het betekent dat we ons vermaak zoeken in waarin geen vermaak is. Opgaan in dingen die voorbij gaan. De Heere zelf aan de plaats kunnen laten. Dat onteert de Heere. O Heere! Ik heb daarom het oordeel verdiend. Als je dat ziet… ja, echt. Het gaat straks vuurregenen over Babylon, dat ben ik nou waard. Ken je dat nou in je leven? Ik, groot zondaar! Dat je dat erkent.
  • Het tweede. Dat je ook de toevlucht neemt tot Hem, die aan het woord is. Ga uit Babylon. De toevlucht neemt naar Hem. Zijn Naam is Jezus. Zaligmaker. Tot Hem vluchten. Tot Hem uitgaat! Heden. Daar nodigt Hij je toe uit. Hij komt in het evangelie. Hij staat met uitgebreide armen voor je. Wie is slecht, Hij kere zich tot mij. Kom tot Mij! Leg je neer aan Mijn voeten.

Mag je dat weten, dat je van Hem bent? O hoor Zijn fluisterstem. Je bent van Mij. Echt. En U bent van mij. Ik heb Mijn leven afgelegd voor jou, om je vrij te kopen uit Babylon. Zou je er dan blijven? In Babylon kom je om. Daarom, zet je neer aan Mijn voeten en hoor wat Ik je zeg. Zul je het niet doen? Horen naar Zijn stem. Echt! Wie van Christus is, is zo rijk, die ontvangt alle schatten. U ontvangt niet de dood, maar het leven. Niet in rouw gedompeld worden, zoals Babylon, maar eeuwige vrede. U zult geen honger hebben. Geen gebrek. Maar verzadiging van vreugde. U wordt niet getroffen door vuur, maar het vuur van de liefde van God zal uw deel zijn, tot in eeuwigheid.

Amen.

Hervormde Gemeente Driesum, zondag 2 augustus 2020, 14:00 uur. Schriftlezing Openbaring 18.